25.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 337/46


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1255/2014 VAN DE COMMISSIE

van 17 juli 2014

ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen door vaststelling van de inhoud van de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering, met inbegrip van de lijst van gemeenschappelijke indicatoren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (1), en met name artikel 13, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 223/2014 verplicht de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van niet-essentiële onderdelen ten aanzien van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD).

(2)

Verordening (EU) nr. 223/2014 bepaalt dat de lidstaten bij de Commissie jaarlijkse en eindverslagen moeten indienen met informatie over de uitvoering van de operationele programma's (OP's), met inbegrip van de gegevens met betrekking tot de gemeenschappelijke en, indien van toepassing, specifieke programma-indicatoren.

(3)

Om een passende monitoring van de uitvoering van de OP's en de bijdrage die zij leveren tot de specifieke doelstellingen van het fonds te waarborgen, moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de inhoud van de jaarlijkse en definitieve uitvoeringsverslagen en de lijst van gemeenschappelijke indicatoren die moeten worden gemeld.

(4)

De voorschriften in deze verordening moeten worden beperkt tot het noodzakelijke minimum met inachtneming van het bepaalde in Verordening (EU) nr. 223/2014, en van de toepasselijke EU-wetgeving betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

(5)

Om rekening te houden met de uiteenlopende aard van de concrete acties waarvoor steun uit OP's I en OP's II wordt verleend, en in overeenstemming met de andere bepalingen die van toepassing zijn op elk OP, zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 223/2014, moeten verschillende voorschriften gelden met betrekking tot de inhoud van de jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering en de lijst van gemeenschappelijke indicatoren die moeten worden gerapporteerd voor elk OP. Om rekening te houden met de specifieke noodzaak van bescherming van de waardigheid van personen die worden ondersteund door het fonds, en met het oog op beperking van de administratieve belasting van de begunstigden tot het noodzakelijke minimum overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EU) nr. 223/2014, dienen de waarden van bepaalde indicatoren te worden bepaald op grond van gefundeerde schattingen van de partnerorganisaties, in plaats van op door de eindontvangers verstrekte informatie.

Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen snel kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt de bepalingen vast tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 met betrekking tot de inhoud van de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering, met inbegrip van de lijst van gemeenschappelijke indicatoren.

Artikel 2

Inhoud van de jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering en de lijst van indicatoren

(artikel 13, lid 6, van Verordening (EU) nr. 223/2014)

1.   De jaarverslagen en het eindverslag over de uitvoering bevatten de volgende elementen:

a)

informatie over de uitvoering van het programma aan de hand van de gemeenschappelijke indicatoren voor de gedeeltelijk of volledig voltooide concrete acties;

b)

informatie over en beoordeling van de maatregelen die rekening houden met de beginselen die zijn vastgesteld in artikel 5, leden 6 en 11, en in voorkomend geval lid 13, van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Naast de in de eerste alinea bedoelde informatie verstrekken de jaarlijkse en eindverslagen over OP's II informatie over de gegevens betreffende de programmaspecifieke indicatoren en gekwantificeerde streefwaarden, en over de veranderingen in de resultaatindicatoren, alsmede informatie over en een beoordeling van de vooruitgang inzake de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het operationele programma.

2.   De in lid 1, onder a), bedoelde indicatoren staan vermeld in de bijlage.

3.   Afgezien van de in lid 1 bedoelde informatie bevatten het eindverslag over de uitvoering en de jaarlijkse verslagen van 2017 en 2022 informatie over en een beoordeling van de bijdrage aan de verwezenlijking van de specifieke en algemene doelstellingen van het FEAD, zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1.

(2)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).


BIJLAGE

GEMEENSCHAPPELIJKE INDICATOREN VOOR OP'S I EN II

Inputindicatoren

1.

Totaalbedrag van de subsidiabele overheidsuitgaven dat is goedgekeurd in de documenten waarin de voorwaarden voor de steun voor concrete acties zijn aangegeven

2.

Totaalbedrag van door begunstigden gedane subsidiabele overheidsuitgaven dat is betaald voor de uitvoering van concrete acties

Daarvan, voor zover relevant:

a)

Totaalbedrag van door begunstigden gedane subsidiabele overheidsuitgaven dat is betaald voor de uitvoering van concrete acties met betrekking tot voedselhulp

b)

Totaalbedrag van door begunstigden gedane subsidiabele overheidsuitgaven dat is betaald voor de uitvoering van concrete acties met betrekking tot fundamentele materiële bijstand

3.

Totaalbedrag van de bij de Commissie gedeclareerde subsidiabele overheidsuitgaven

Deze gegevens worden uitgedrukt in euro.

GEMEENSCHAPPELIJKE INDICATOREN VOOR OP'S I

Outputindicatoren betreffende verstrekte voedselhulp (1)

4.

Hoeveelheid fruit en groenten

5.

Hoeveelheid vlees, eieren, vis, schaal- en schelpdieren

6.

Hoeveelheid meel, brood, aardappelen, rijst en andere zetmeelhoudende producten

7.

Hoeveelheid suiker

8.

Hoeveelheid zuivelproducten

9.

Hoeveelheid vet, olie

10.

Hoeveelheid van kant-en-klare levensmiddelen, andere levensmiddelen (die niet onder de bovengenoemde categorieën vallen)

11.

Totale hoeveelheid verstrekte voedselhulp

Waarvan:

a)

Aandeel levensmiddelen waarvoor alleen transport, distributie en opslag zijn betaald door het OP (in %)

b)

Aandeel door het fonds medegefinancierde levensmiddelen van het totale volume van het door de partnerorganisaties verdeelde voedsel (in %) (2)

12.

Totaal aantal verstrekte maaltijden gedeeltelijk of volledig gefinancierd door het OP (3)

13.

Totaal aantal verstrekte voedselpakketten gedeeltelijk of volledig gefinancierd door het OP (4)

Resultaatindicatoren inzake verstrekte voedselhulp (5)

14.

Totaal aantal personen die voedselhulp ontvangen

Waarvan:

a)

Aantal kinderen van 15 jaar of jonger

b)

Aantal personen van 65 jaar of ouder

c)

Aantal vrouwen

d)

Aantal migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

e)

Aantal personen met een handicap

f)

Aantal daklozen

Outputindicatoren betreffende geboden fundamentele materiële bijstand

15.

Totale waarde in geld van gedistribueerde goederen

Waarvan:

a)

Totale waarde in geld van goederen voor kinderen

b)

Totale waarde in geld van goederen voor daklozen

c)

Totale waarde in geld van goederen voor andere doelgroepen

16.

Lijst van de belangrijkste categorieën goederen die aan kinderen zijn verstrekt (6)

a)

Babyuitzet

b)

Schooltassen

c)

Papier, schriften, pennen, schilderuitrusting en andere schooluitrusting (afgezien van kleding)

d)

Sportuitrusting (sportschoenen, maillot, badpak…)

e)

Kleding (winterjas, schoeisel, schooluniform…)

f)

Andere categorie — nader aan te geven

17.

Lijst van de belangrijkste categorieën goederen die aan daklozen zijn verstrekt (6)

a)

Slaapzakken/dekens

b)

Keukenuitrusting (potten, pannen, bestek…)

c)

Kleding (winterjas, schoeisel…)

d)

Huishoudlinnen (handdoeken, beddengoed)

e)

Hygiënische artikelen (verbandtrommel, zeep, tandenborstel, wegwerpscheermesje…)

f)

Andere categorie — nader aan te geven

18.

Lijst van de belangrijkste categorieën goederen die aan andere doelgroepen zijn verstrekt (6)

a)

Nader aan te geven categorieën

Resultaatindicatoren betreffende geboden fundamentele materiële bijstand (5)

19.

Totaal aantal personen dat fundamentele materiële bijstand ontvangt

Waarvan:

a)

Aantal kinderen van 15 jaar of jonger

b)

Aantal personen van 65 jaar of ouder

c)

Aantal vrouwen

d)

Aantal migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

e)

Aantal personen met een handicap

f)

Aantal daklozen

GEMEENSCHAPPELIJKE INDICATOREN VOOR OP'S II

Outputindicatoren betreffende bijstand voor sociale inclusie

20.

Totaal aantal personen dat bijstand voor sociale inclusie ontvangt

Waarvan:

a)

Aantal kinderen van 15 jaar of jonger

b)

Aantal personen van 65 jaar of ouder

c)

Aantal vrouwen

d)

Aantal migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond, minderheden (waaronder gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma)

e)

Aantal personen met een handicap

f)

Aantal daklozen

Deze gegevens voor OP's II zijn persoonsgegevens in de zin van artikel 7 van Richtlijn 95/46/EG. De verwerking daarvan is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting waaraan de voor de verwerking verantwoordelijke persoon onderworpen is (artikel 7, onder c), van Richtlijn 95/46/EG). Zie artikel 2 van Richtlijn 95/46/EG voor de definitie van „voor de verwerking verantwoordelijke persoon”.


(1)  De indicatoren onder 4 tot en met 11 omvatten elke vorm van deze producten zoals verse, ingeblikte en bevroren levensmiddelen, en moeten worden uitgedrukt in ton.

(2)  De waarden voor deze indicator worden vastgesteld aan de hand van een gefundeerde raming van de partnerorganisaties.

(3)  De definitie van wat onder een maaltijd moet worden verstaan, kan worden vastgesteld op het niveau van de partnerorganisatie/de concrete actie/de beheersautoriteit. De waarden voor deze indicator worden vastgesteld op basis van een beoordeling door de partnerorganisaties.

(4)  De definitie van wat onder een voedselpakket moet worden verstaan, kan worden vastgesteld op het niveau van de partnerorganisatie/de concrete actie/de beheersautoriteit. Verpakkingen behoeven niet te worden gestandaardiseerd wat omvang of inhoud betreft. De waarden voor deze indicator worden vastgesteld op basis van een beoordeling door de partnerorganisaties.

(5)  De waarden voor deze indicatoren worden vastgesteld op basis van een gefundeerde raming van de partnerorganisaties. Het wordt niet verwacht of vereist dat de indicatoren gebaseerd worden op door de eindontvangers verstrekte informatie.

(6)  De lijst dient alle relevante categorieën die tezamen ten minste 75 % van de gedistribueerde goederen bestrijken te omvatten.