11.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/51


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1071/2014 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2014

inzake uitzonderlijke steunmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 220, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de periode van 14 augustus tot 5 september 2013 is hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H7N7 door Italië waargenomen en gemeld. De uitbraak van die ziekte werd in drie industriële legbedrijven, één industrieel bedrijf met jonge leghennen, één industrieel bedrijf met kalkoenen en één niet-industrieel bedrijf met hanen bevestigd.

(2)

Italië heeft onmiddellijk en op efficiënte wijze alle nodige maatregelen genomen die overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG vereist waren (2). Met name hebben de Italiaanse autoriteiten beschermings- en toezichtsgebieden en verdere beperkingsgebieden ingesteld en bestrijdings-, monitoring- en voorzorgsmaatregelen uit hoofde van de Besluiten 2013/439/EU (3) en 2013/443/EU (4) van de Commissie getroffen. Daardoor hebben zij de dreiging snel kunnen wegnemen. Aanvullende uniale en daarmee samenhangende nationale bestrijdingsmaatregelen, waaronder voorschriften voor de herbevolking van de bedrijven en voor laboratoriumtests nadat de uitbraak de kop in was gedrukt, zijn tot 30 juni 2014 van toepassing geweest.

(3)

Op 2 september 2013 hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie ervan in kennis gesteld dat bepaalde marktdeelnemers als gevolg van de beperkende sanitaire maatregelen die zijn getroffen om de verspreiding van het virus in te dammen en het virus uit te roeien, inkomstenverliezen hebben geleden die niet voor een financiële bijdrage van de Unie in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5) in aanmerking komen.

(4)

Op 4 februari 2014 heeft de Commissie een formeel verzoek van de Italiaanse autoriteiten tot cofinanciering van bepaalde uitzonderlijke steunmaatregelen uit hoofde van artikel 220, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ontvangen.

(5)

De voorzorgsmaatregelen hebben tot problemen bij het vervoer en de afzet van broedeieren en eendagskuikens geleid. Hongkong, de Filipijnen, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben een invoerverbod uitgevaardigd voor pluimvee uit Italië. Daarnaast zijn door verplaatsingsbeperkingen verdere indirecte verliezen geleden omdat broedeieren moesten worden vernietigd of verwerkt.

(6)

Overeenkomstig artikel 220, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 cofinanciert de Unie 50 % van de uitgaven van Italië voor de uitzonderlijke steunmaatregelen. De Commissie moet na bestudering van het verzoek van Italië de maximumhoeveelheden vaststellen die met betrekking tot elke uitzonderlijke marktsteunmaatregel in aanmerking komen voor financiering.

(7)

Om het gevaar van overcompensatie uit te sluiten, moet voor elk product een passend forfaitair bedrag aan cofinanciering worden vastgesteld. Bij de vaststelling van het maximumbedrag aan Uniefinanciering moet met diverse elementen rekening worden gehouden. Zo moet de Unie-cofinanciering voor kippenbroedeieren, die als enige in voedingsmiddelen mogen worden verwerkt, lager uitvallen dan voor alle andere broedeieren, die niet verwerkt maar vernietigd zijn.

(8)

Voorts zijn oorspronkelijk voor de eindverbruikers bedoelde consumptie-eieren van kippen verwerkt in gepasteuriseerde eiproducten vanwege de beperkingen die waren opgelegd aan de hetzij in de toezichtsgebieden hetzij in de verdere beperkingsgebieden gelegen bedrijven van bestemming.

(9)

Daarnaast zijn financiële verliezen geleden door de vernietiging van broedeieren en kuikens, door de vroegtijdige, gedeeltelijke slacht van vermeerderingskoppels, door de vervroegde slacht van vleeskuikens, door de beperking van de incubatie van broedeieren die was toe te schrijven aan het feit dat de productie in het kader van een preventieve bioveiligheidsmaatregel tijdelijk moest worden teruggebracht en het bijgevolg niet mogelijk was om de kuikens op te zetten, en door de slacht van legklare jonge hennen.

(10)

Deze maatregelen golden voor leghennen en vleeskuikens van kippen, kalkoenen, parelhoenders en eenden.

(11)

Door de bioveiligheidsmaatregelen hebben de marktdeelnemers aanzienlijke verliezen geleden, waarvoor een compensatie moet worden verleend.

(12)

Om het gevaar van dubbele financiering uit te sluiten, mogen de geleden verliezen niet zijn gecompenseerd door middel van staatssteun of via een verzekering en moet de cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening beperkt blijven tot subsidiabele producten waarvoor geen financiële bijdrage van de Unie is ontvangen in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014.

(13)

De intensiteit en de duur van de uitzonderlijke steunmaatregelen waarin deze verordening voorziet, moeten beperkt blijven tot hetgeen strikt nodig is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

(14)

Omwille van een goed budgettair beheer van de maatregelen moeten de betalingen van Italië aan de begunstigden uiterlijk op 30 september 2015 plaatsvinden.

(15)

Om de subsidiabiliteit en de juistheid van de betalingen te waarborgen, moeten de Italiaanse autoriteiten vooraf controles verrichten.

(16)

De Italiaanse autoriteiten moeten de Commissie van de goedkeuring van de betalingen in kennis stellen zodat de Unie haar financiële controles kan verrichten.

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Unie cofinanciert 50 % van de uitgaven van Italië voor de ondersteuning van de markt voor eieren en pluimveevlees, die in ernstige mate is getroffen door de uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H7N7, die in de periode van 14 augustus tot 5 september 2013 door Italië werd ontdekt en gemeld en waarvoor tot 30 juni 2014 uniale en nationale beperkende maatregelen golden.

Slechts uitgaven die Italië uiterlijk op 30 september 2015 aan de begunstigden heeft vergoed, komen in aanmerking voor cofinanciering door de Unie.

De maximale cofinanciering van de Unie bedraagt:

a)

voor de vernietiging van broedeieren van GN-code 0407 11 00 een forfaitair bedrag van 0,13824 EUR per leghenbroedei voor ten hoogste 38 016 stuks;

b)

voor de verwerking van broedeieren van GN-code 0407 11 00 een forfaitair bedrag van 0,1106 EUR per broedei voor ten hoogste 4 687 600 leghenbroedeieren en voor ten hoogste 28 450 vleeskuikenbroedeieren;

c)

voor de verwerking van voor menselijke consumptie bestemde eieren in de schaal van GN-code 0407 11 00 een forfaitair bedrag van 0,0136 EUR per ei voor ten hoogste 1 703 520 stuks;

d)

voor de beperking van de incubatie van leghenbroedeieren een forfaitair bedrag van 0,01672 per broedei van GN-code 0407 11 00 voor ten hoogste 549 720 stuks;

e)

voor het ruimen van kuikens van GN-code 0105 een forfaitair bedrag van:

i)

0,140959 EUR per vleeskuiken voor ten hoogste 171 920 stuks;

ii)

0,162354 EUR per haankuiken voor ten hoogste 436 247 stuks;

iii)

0,248 EUR per leghenkuiken voor ten hoogste 62 800 stuks;

iv)

0,780307 EUR per kalkoenkuiken voor ten hoogste 40 500 stuks;

f)

voor de vroegtijdige slacht van vleeskuikenkoppels, vermeerderingskoppels, ouderkoppels van kalkoenen en koppels vleeskuikengrootouders een forfaitair bedrag van:

i)

0,86 EUR per vleeskuiken voor ten hoogste 19 200 stuks;

ii)

2,94912 EUR per fokkip voor ten hoogste 14 500 stuks;

iii)

2,94912 EUR per vleeskuikengrootouder voor ten hoogste 4 485 stuks;

iv)

13,824 EUR per kalkoenouder voor ten hoogste 19 004 stuks;

g)

voor de tijdelijke daling van de productie op grond van bioveiligheidsmaatregelen een forfaitair bedrag van:

i)

0,423936 EUR per m2 per week voor vleeskuikens voor ten hoogste 286 597 m2 en voor ten hoogste 521 040,69 EUR;

ii)

0,3779 EUR per m2 per week voor kalkoenen voor ten hoogste 271 759 m2 en voor ten hoogste 603 604,35 EUR;

iii)

0,12 EUR per m2 per week voor jonge scharrelkippen voor ten hoogste 438 930 m2 en voor ten hoogste 310 937,64 EUR;

iv)

0,096 EUR per m2 per week voor jonge kooikippen voor ten hoogste 370 000 m2 en voor ten hoogste 355 200 EUR;

v)

0,3779 EUR per m2 per week voor parelhoenders voor ten hoogste 2 440 m2 en voor ten hoogste 5 161,20 EUR;

vi)

0,5714 EUR per m2 per week voor eenden voor ten hoogste 570 m2 en voor ten hoogste 2 605,55 EUR;

vii)

0,3041 EUR per m2 per week voor raskippen voor ten hoogste 7 000 m2 en voor ten hoogste 17 031,17 EUR;

viii)

0,04 EUR per kuiken van een scharrelkip per week voor ten hoogste 326 450 kuikens en voor ten hoogste 81 743,18 EUR;

ix)

0,032 EUR per kuiken van een kooikip per week voor ten hoogste 100 000 kuikens en voor ten hoogste 14 176 EUR;

x)

0,092 EUR per kooikip per week voor ten hoogste 649 440 kuikens en voor ten hoogste 2 415 631,05 EUR;

xi)

0,116 EUR per scharrelkip per week voor ten hoogste 1 067 300 stuks en voor ten hoogste 3 219 212,86 EUR;

xii)

0,124 EUR per leghen met vrije uitloop per week voor ten hoogste 59 160 stuks en voor ten hoogste 13 644,66 EUR;

xiii)

0,144 EUR per biologische leghen per week voor ten hoogste 124 500 stuks en voor ten hoogste 167 924,16 EUR.

Artikel 2

De cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening blijft beperkt tot producten waarvoor geen compensatie door middel van staatssteun of via een verzekering noch een financiële bijdrage van de Unie in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014 is ontvangen.

Artikel 3

Voordat tot betaling wordt overgegaan, verricht Italië uitgebreide administratieve en fysieke controles om te waarborgen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan.

De Italiaanse autoriteiten verifiëren met name het volgende:

a)

of de indiener van de steunaanvraag in aanmerking komt voor steun;

b)

of de eieren en dieren waarvoor een steunaanvraag is ingediend, in aanmerking komen voor steun;

c)

de hoeveelheden eieren en dieren die voor steun in aanmerking komen;

d)

voor elke marktdeelnemer die voor steun in aanmerking komt, de feitelijke productieoppervlakte waar de productie als gevolg van de bioveiligheidsmaatregelen is teruggelopen, en de duur van deze productievermindering.

Artikel 4

De Italiaanse autoriteiten stellen de Commissie in kennis van de goedkeuring van de betalingen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2013/439/EU van de Commissie van 19 augustus 2013 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H7N7 in Italië (PB L 222 van 21.8.2013, blz. 10).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2013/443/EU van de Commissie 27 augustus 2013 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H7N7 in Italië, inclusief de instelling van verdere beperkingsgebieden, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2013/439/EU (PB L 230 van 29.8.2013, blz. 20).

(5)  Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).