12.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 239/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) nr. 871/2014 VAN DE COMMISSIE

van 11 augustus 2014

tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, leden 1, 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De vangstquota voor 2013 zijn vastgesteld bij:

Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad (2),

Verordening (EU) nr. 1088/2012 van de Raad (3),

Verordening (EU) nr. 1261/2012 van de Raad (4),

Verordening (EU) nr. 39/2013 van de Raad (5) en

Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad (6).

(2)

De vangstquota voor 2014 zijn vastgesteld bij:

Verordening (EU) nr. 1262/2012,

Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad (7),

Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad (8) en

Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad (9).

(3)

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij vaststelt dat een lidstaat de hem toegewezen vangstquota heeft overschreden, de toekomstige vangstquota van die lidstaat verlagen.

(4)

In artikel 105, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is bepaald dat de vangstquota het volgende jaar of de volgende jaren moeten worden verlaagd door toepassing van bepaalde vermenigvuldigingsfactoren die in die leden zijn vastgesteld.

(5)

Sommige lidstaten hebben hun vangstquota voor 2013 overschreden. Derhalve moeten de aan die lidstaten toegewezen vangstquota voor de overbeviste bestanden in 2014 en in voorkomend geval ook in de daaropvolgende jaren worden verlaagd.

(6)

Aangezien Denemarken zijn totale toegestane vangsten voor zandspieringen in de Uniewateren van de beheersgebieden 2 en 4 in 2013 heeft overbevist, moeten verlagingen worden toegepast. In 2014 zijn voor zandspieringen minimale vangsten in deze wateren toegestaan teneinde de ontwikkeling van het bestand en het herstel van de lokale populaties te monitoren. Met de genoemde verlagingen is het evenwel onmogelijk om het door de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) geadviseerde monitoringsysteem voor het beheer van zandspieringen te handhaven. Daarom moeten de verlagingen in verband met de quota die Denemarken in 2013 in deze gebieden heeft overbevist, worden toegepast op het voor zandspieringen ingestelde beheersgebied 3.

(7)

In 2012 heeft Spanje zijn quotum voor langoustines in gebied IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 (NEP/93411) overbevist. De daaruit voortvloeiende verlaging met 75,45 ton gold voor 2013, maar is op verzoek van Spanje gespreid over drie jaar, te beginnen in 2013. De resterende jaarlijkse verlaging van het Spaanse bestand NEP/93411 bedraagt 25 ton in 2014 en 19 ton in 2015, tenzij wordt beslist het quotum weer aan te passen.

(8)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 van de Commissie (10) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1402/2013 van de Commissie (11) zijn voor 2013 de vangstquota voor bepaalde landen en soorten verlaagd. Voor sommige lidstaten waren de voor een aantal soorten toe te passen verlagingen evenwel groter dan de desbetreffende quota voor 2013 en konden die verlagingen in dat jaar bijgevolg niet volledig worden toegepast. Om te garanderen dat in dergelijke gevallen de volledige verlaging voor de desbetreffende bestanden wordt toegepast, moeten de resterende hoeveelheden in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de verlagingen van de quota voor 2014 en in voorkomend geval voor de daaropvolgende jaren.

(9)

Verlagingen van vangstquota, als vastgesteld bij de onderhavige verordening, moeten gelden onverminderd de verlagingen van de quota voor 2014 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie (12) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie (13).

(10)

Aangezien quota worden uitgedrukt in ton of hele exemplaren, zijn verlagingen naar beneden afgerond op een hele ton of heel exemplaar terwijl hoeveelheden van minder dan één ton of één exemplaar niet in aanmerking zijn genomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De vangstquota die voor 2014 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) nr. 1262/2012, (EU) nr. 1180/2013, (EU) nr. 24/2014 en (EU) nr. 43/2014, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verlaagd.

2.   Lid 1 is van toepassing onverminderd de verlagingen waarin is voorzien bij Verordening (EU) nr. 165/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 augustus 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 356 van 22.12.2012, blz. 22).

(3)  Verordening (EU) nr. 1088/2012 van de Raad van 20 november 2012 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 323 van 22.11.2012, blz. 2).

(4)  Verordening (EU) nr. 1261/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn (PB L 356 van 22.11.2013, blz. 19).

(5)  Verordening (EU) nr. 39/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (PB L 23 van 25.1.2013, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 40/2013 van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54).

(7)  Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 313 van 22.11.2013, blz. 4).

(8)  Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad van 10 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 9 van 14.1.2014, blz. 4).

(9)  Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 24 van 28.1.2014, blz. 1).

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 van de Commissie van 8 augustus 2013 tot verlaging van de vangstquota voor 2013 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren (PB L 215 van 10.8.2013, blz. 1).

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1402/2013 van de Commissie van 19 december 2013 tot verlaging van de vangstquota voor 2013 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van andere bestanden in de voorgaande jaren en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 wat betreft de in komende jaren af te trekken hoeveelheden (PB L 349 van 21.12.2013, blz. 61).

(12)  Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie van 22 februari 2011 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen makreelquota in 2011 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing in 2010 (PB L 48 van 23.2.2011, blz. 11).

(13)  Verordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie van 5 maart 2013 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen vangstquota in 2013 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009 (PB L 62 van 6.3.2013, blz. 62).


BIJLAGE

VERLAGINGEN VAN QUOTA VOOR BESTANDEN DIE ZIJN OVERBEVIST

Lidstaat

Soortcode

Gebiedscode

Soortnaam

Benaming gebied

Oorspronkelijk quotum 2013

Toegestane aanlandingen 2013 (totale aangepaste hoeveelheid in ton) (1)

Totale vangsten 2013 (hoeveelheid in ton)

Benutting quotum in verhouding tot toegestane aanlandingen (%)

Overbevissing in verhouding tot toegestane aanlandingen (hoeveelheid in ton)

Vermenigvuldigingsfactor (2)

Aanvullende vermenigvuldigingsfactor (3)  (4)

Resterende verlaging van 2013

Saldo (5)

Verlaging in 2015 en volgende jaar/volgende jaren (hoeveelheid in ton)

Verlaging in 2014

(hoeveelheid in ton)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

(16)

BE

HAD

7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

157,000

167,600

174,700

104,24

7,100

/

/

/

/

 

7

BE

HER

4CXB7D

Haring

IVc, VIId uitgezonderd Blackwater-bestand

9 285,000

14,000

22,200

158,57

8,200

/

/

/

/

 

8

BE

PLE

7FG.

Schol

VIIf en VIIg

46,000

160,000

185,700

116,06

25,700

/

/

/

/

 

25

BE

SRX

07D.

Roggen

Uniewateren van VIId

72,000

75,300

87,700

116,47

12,400

/

/

/

/

 

12

BE

SRX

2AC4-C

Roggen

Uniewateren van IIa en IV

211,000

218,800

229,800

105,03

11,000

/

/

/

/

 

11

DK

HER

*3BCDC

Haring

Uniewateren van de deelsectoren 22-32

1 972,720

1 972,720

2 039,210

103,37

66,490

/

/

/

/

 

66

DK

MAC

2A34.

Makreel

IIIa en IV; Uniewateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

15 072,000

16 780,390

17 043,000

101,56

262,610

/

/

/

/

 

262

DK

NOP

04-N

Kever en bijvangsten

Noorse wateren van IV

0

0

4,980

N.v.t.

4,980

/

/

/

/

 

4

DK

POK

1N2AB.

Koolvis

Noorse wateren van I en II

/

20,000

21,680

108,40

1,680

/

/

/

/

 

1

DK

SAN

234_2

Zandspiering

Uniewateren van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 2

16 549,000

16 837,980

21 144,000

125,57

4 306,020

1,4

/

/

/

 

6 028 (6)

DK

SAN

234_4

Zandspiering

Uniewateren van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 4

3 773,000

3 999,300

5 064,000

126,62

1 064,700

1,4

/

/

/

 

1 490 (6)

EL

BFT

AE45WM

Blauwvintonijn

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

129,07

177,520

177,557

100,02

0,037

/

C

1,435

/

 

1,49

ES

ALF

3X14-

Beryx spp.

EU- en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

70,000

59,470

61,770

103,87

2,300

/

A

/

/

 

3

ES

BLI

5B67-

Blauwe leng

Unie- en internationale wateren van Vb, VI en VII

79,000

79,000

138,649

175,49

59,640

/

/

4,22

0,07

 

63

ES

BSF

56712-

Zwarte haarstaartvis

EU- en internationale wateren van V, VI, VII en XII

174,000

102,030

109,190

107,02

7,16

/

A

/

/

 

10

ES

BSF

8910-

Zwarte haarstaartvis

EU- en internationale wateren van VIII, IX en X

12,000

2,770

3,340

120,58

0,570

/

A

32,85

/

 

33

ES

BUM

ATLANT

Blauwe marlijn

Atlantische Oceaan

27,20

16,920

44,040

260,28

27,120

/

/

/

/

 

27

ES

COD

N3M.

Kabeljauw

NAFO 3M

2 019,000

2 318,240

2 360,100

101,81

41,86

/

/

/

/

 

41

ES

DGS

15X14

Doornhaai

Unie- en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

0

0

1,670

N.v.t.

1,670

/

A

/

/

 

2

ES

DWS

56789-

Diepzeehaaien

EU- en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX

0

0

5,330

N.v.t.

5,330

/

A

/

/

 

8

ES

GFB

89-

Gaffelkabeljauw

EU- en internationale wateren van VIII en IX

242,000

185,560

214,640

115,67

29,080

/

A

/

/

 

43

ES

GHL

1/2INT

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Internationale wateren van I en II

/

0

4,700

N.v.t.

4,700

/

/

/

/

 

4

ES

GHL

1N2AB.

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Noorse wateren van I en II

/

0

12,370

N.v.t.

12,370

/

/

/

/

 

12

ES

GHL

N3LMNO

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

NAFO 3 LMNO

4 262,000

4 228,560

4 287,200

101,39

58,640

/

C

/

/

 

87

ES

HAD

5BC6A.

Schelvis

Unie- en internationale wateren van Vb en VIa

/

5,850

13,550

231,62

7,700

/

A

10,72

/

 

22

ES

HAD

7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

/

0

8,540

N.v.t.

8,540

/

/

/

/

 

8

ES

NEP

9/3411

Langoustine

IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

62,00

36,850

31,340

85,05

– 5.51

/

N.v.t.

44,79  (7)

 

19

25

ES

OTH

1N2AB.

Andere soorten

Noorse wateren van I en II

/

0

15,530

N.v.t.

15,530

/

/

/

/

 

15

ES

POL

08C.

Witte koolvis

VIII c

208,000

208,000

239,310

115,05

31,310

/

/

/

/

 

31

ES

POR

3-1234

Haringhaai

Wateren van Frans Guyana, Kattegat; Uniewateren van het Skagerrak, I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV; Uniewateren van CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2

0

0

3,160

N.v.t.

3,160

/

/

/

/

 

3

ES

RED

51214D

Roodbaars

Unie- en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

433,000

2 209,000

2 230,300

100,96

21,300

/

/

/

/

 

21

ES

SOL

8AB.

Tong

VIIIa en VIIIb

9,000

8,720

8,810

101,03

0,090

/

A + C

3

/

 

3

ES

USK

567EI.

Lom

Unie- en internationale wateren van V, VI en VII

46,00

40,320

85,000

210,81

44,680

/

A

22,87

/

 

89

ES

WHM

ATLANT

Witte marlijn

Atlantische Oceaan

30,500

30,500

36,330

119,11

5,830

/

/

/

/

 

5

FR

GHL

1N2AB.

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Noorse wateren van I en II

/

0

17,500

N.v.t.

17,500

/

/

/

/

/

17

FR

PLE

7FG.

Schol

VIIf en VIIg

83,000

92,250

94,300

102,22

2,050

/

/

/

/

 

2

FR

RED

51214D

Roodbaars

Unie- en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

230,000

23,000

41,500

180,43

18,500

/

/

/

/

 

18

IE

HAD

1N2AB.

Schelvis

Noorse wateren van I en II

/

20,500

25,630

125,02

5,130

/

/

/

/

 

5

IE

HAD

7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

3 144,000

2 696,760

2 698,749

100,07

1,989

/

/

/

/

 

1

IE

PLE

7FG.

Schol

VIIf en VIIg

197,000

66,790

79,817

119,60

13,027

/

/

/

/

 

13

IE

PLE

7HJK.

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

61,000

49,700

51,823

104,27

2,123

/

/

/

/

 

2

LT

GHL

N3LMNO

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

NAFO 3 LMNO

22,000

15,700

0

N.v.t.

- 15,700

/

N.v.t.

120,279

/

 

104

NL

HKE

3A/BCD

Heek

IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32

/

0

0,671

N.v.t.

0,671

/

C

/

/

 

1

NL

SRX

07D.

Roggen

Uniewateren van VIId

4,000

3,000

1,932

64,40

- 1,068

/

/

0,015

/

 

0

NL

SRX

2AC4-C

Roggen

Uniewateren van IIa en IV

180,000

275,430

357,115

129,66

81,685

/

/

/

/

 

81

PL

SAL

3BCD-F

Atlantische zalm

Uniewateren van de deelsectoren 22-31

6 837,000

5 061,000

5 277,000

104,27

216,000

/

/

/

/

 

216 (in exemplaren)

PL

SPR

3BCD-C

Sprot en bijvangsten

EU-wateren van de deelsectoren 22-32

73 392,000

76 680,000

80 987,740

105,62

4 307,740

1,1

/

477,314

/

 

5 215

PT

ALF

3X14-

Beryx spp.

EU- en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

203,000

153,810

160,350

104,25

6,540

/

A

/

/

 

9

PT

ANF

8C3411

Zeeduivel

VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

410,000

603,440

625,929

103,73

22,489

/

/

/

/

 

22

PT

GHL

N3LMNO

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

NAFO 3 LMNO

1 782,000

2 119,790

2 120,980

100,06

1,190

/

C

/

/

 

1

PT

GHL

1N2AB

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Noorse wateren van I en II

/

0

2,000

N.v.t.

2,000

/

/

/

/

/

2

PT

HAD

1N2AB

Schelvis

Noorse wateren van I en II

/

34,400

34,000

98,84

- 0,400

/

/

/

376,126

 

375

PT

MAC

8C3411

Makreel

VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

5 308,000

4 134,300

4 170,525

100,88

36,225

/

/

1,07

/

 

37

PT

PLE

8/3411

Schol

VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

66,000

61,200

44,601

72,88

- 16,599

/

/

1,906

/

 

0

PT

POK

1N2AB.

Koolvis

Noorse wateren van I en II

/

16,700

17,000

101,80

0,300

/

/

/

209,76

 

210

PT

RED

N3LN

Roodbaars

NAFO 3LN

/

1 070,980

1 101,260

102,83

30,280

/

/

/

/

 

30

PT

WHM

ATLANT

Witte marlijn

Atlantische Oceaan

19,500

18,300

12,212

66,73

- 6,088

/

/

3,021

/

 

0

UK

COD

N1GL14

Kabeljauw

Groenlandse wateren van NAFO 1 en van XIV

309,000

876,300

920,000

104,99

43,700

/

A

/

/

 

65

UK

DGS

15X14

Doornhaai

Unie- en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

0

0

5,800

N.v.t.

5,800

/

/

/

/

 

5

UK

GHL

514GRN

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Groenlandse wateren van V en XIV

195,000

0

0,800

N.v.t.

0,800

/

/

1

/

 

1

UK

HAD

7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1

1 415,000

1 389,200

1 457,800

104,94

68,600

/

/

/

/

 

68

UK

HER

1/2-

Haring

Unie-, Noorse en internationale wateren van I en II (HER/1/2-)

8 827,000

8 208,600

8 342,100

101,63

133,500

/

/

/

/

 

133

UK

HER

4AB.

Haring

Unie- en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB

65 901,000

58 841,000

58 951,300

100,19

110,300

/

/

/

/

 

110

UK

MAC

2CX14-

Makreel

VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Unie- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

158 825,000

156 199,200

162 468,500

104,10

6 269,300

/

/

/

/

 

6 269

UK

PLE

7FG.

Schol

VIIf en VIIg

43,000

35,900

40,200

111,98

4,300

/

/

/

/

 

4

UK

PLE

7HJK.

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

18,000

33,700

39,900

118,40

6,200

/

/

/

/

 

6

UK

SOL

7FG.

Tong

VIIf en VIIg

309,000

195,410

205,400

105,11

9,990

/

/

/

/

 

9


(1)  Quota die op grond van de betrokken verordeningen inzake de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor de lidstaten, rekening houdend met het ruilen van vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, het overdragen van quota overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad en/of het opnieuw toewijzen en verlagen van vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 37 en 105 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie, in voorkomend geval.

(2)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad. Een verlaging gelijk aan de overbevissing van * 1,00 is van toepassing in alle gevallen van overbevissing ter hoogte van maximaal 100 ton.

(3)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.

(4)  Met de letter „A” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast vanwege overbevissing in de opeenvolgende jaren 2011, 2012 en 2013. Met de letter „C” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast omdat het betrokken bestand onder een meerjarenplan valt.

(5)  Resterende hoeveelheden in verband met overbevissing in jaren die voorafgaan aan de inwerkingtreding van Verordening(EG) nr. 1224/2009 van de Raad die niet op een ander bestand in mindering kunnen worden gebracht.

(6)  Verlaging toe te passen op SAN/234_3.

(7)  Op verzoek van Spanje is de in 2013 toe te passen verlaging gespreid over drie afzonderlijke jaren.