12.8.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 239/14 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) nr. 871/2014 VAN DE COMMISSIE
van 11 augustus 2014
tot verlaging van de vangstquota voor 2014 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, leden 1, 2 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De vangstquota voor 2013 zijn vastgesteld bij:
|
(2) |
De vangstquota voor 2014 zijn vastgesteld bij:
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij vaststelt dat een lidstaat de hem toegewezen vangstquota heeft overschreden, de toekomstige vangstquota van die lidstaat verlagen. |
(4) |
In artikel 105, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is bepaald dat de vangstquota het volgende jaar of de volgende jaren moeten worden verlaagd door toepassing van bepaalde vermenigvuldigingsfactoren die in die leden zijn vastgesteld. |
(5) |
Sommige lidstaten hebben hun vangstquota voor 2013 overschreden. Derhalve moeten de aan die lidstaten toegewezen vangstquota voor de overbeviste bestanden in 2014 en in voorkomend geval ook in de daaropvolgende jaren worden verlaagd. |
(6) |
Aangezien Denemarken zijn totale toegestane vangsten voor zandspieringen in de Uniewateren van de beheersgebieden 2 en 4 in 2013 heeft overbevist, moeten verlagingen worden toegepast. In 2014 zijn voor zandspieringen minimale vangsten in deze wateren toegestaan teneinde de ontwikkeling van het bestand en het herstel van de lokale populaties te monitoren. Met de genoemde verlagingen is het evenwel onmogelijk om het door de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) geadviseerde monitoringsysteem voor het beheer van zandspieringen te handhaven. Daarom moeten de verlagingen in verband met de quota die Denemarken in 2013 in deze gebieden heeft overbevist, worden toegepast op het voor zandspieringen ingestelde beheersgebied 3. |
(7) |
In 2012 heeft Spanje zijn quotum voor langoustines in gebied IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1 (NEP/93411) overbevist. De daaruit voortvloeiende verlaging met 75,45 ton gold voor 2013, maar is op verzoek van Spanje gespreid over drie jaar, te beginnen in 2013. De resterende jaarlijkse verlaging van het Spaanse bestand NEP/93411 bedraagt 25 ton in 2014 en 19 ton in 2015, tenzij wordt beslist het quotum weer aan te passen. |
(8) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 van de Commissie (10) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1402/2013 van de Commissie (11) zijn voor 2013 de vangstquota voor bepaalde landen en soorten verlaagd. Voor sommige lidstaten waren de voor een aantal soorten toe te passen verlagingen evenwel groter dan de desbetreffende quota voor 2013 en konden die verlagingen in dat jaar bijgevolg niet volledig worden toegepast. Om te garanderen dat in dergelijke gevallen de volledige verlaging voor de desbetreffende bestanden wordt toegepast, moeten de resterende hoeveelheden in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de verlagingen van de quota voor 2014 en in voorkomend geval voor de daaropvolgende jaren. |
(9) |
Verlagingen van vangstquota, als vastgesteld bij de onderhavige verordening, moeten gelden onverminderd de verlagingen van de quota voor 2014 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie (12) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie (13). |
(10) |
Aangezien quota worden uitgedrukt in ton of hele exemplaren, zijn verlagingen naar beneden afgerond op een hele ton of heel exemplaar terwijl hoeveelheden van minder dan één ton of één exemplaar niet in aanmerking zijn genomen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De vangstquota die voor 2014 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) nr. 1262/2012, (EU) nr. 1180/2013, (EU) nr. 24/2014 en (EU) nr. 43/2014, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verlaagd.
2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de verlagingen waarin is voorzien bij Verordening (EU) nr. 165/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 185/2013.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 11 augustus 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1262/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 356 van 22.12.2012, blz. 22).
(3) Verordening (EU) nr. 1088/2012 van de Raad van 20 november 2012 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 323 van 22.11.2012, blz. 2).
(4) Verordening (EU) nr. 1261/2012 van de Raad van 20 december 2012 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn (PB L 356 van 22.11.2013, blz. 19).
(5) Verordening (EU) nr. 39/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (PB L 23 van 25.1.2013, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 40/2013 van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54).
(7) Verordening (EU) nr. 1180/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (PB L 313 van 22.11.2013, blz. 4).
(8) Verordening (EU) nr. 24/2014 van de Raad van 10 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee (PB L 9 van 14.1.2014, blz. 4).
(9) Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 24 van 28.1.2014, blz. 1).
(10) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 van de Commissie van 8 augustus 2013 tot verlaging van de vangstquota voor 2013 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren (PB L 215 van 10.8.2013, blz. 1).
(11) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1402/2013 van de Commissie van 19 december 2013 tot verlaging van de vangstquota voor 2013 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van andere bestanden in de voorgaande jaren en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 770/2013 wat betreft de in komende jaren af te trekken hoeveelheden (PB L 349 van 21.12.2013, blz. 61).
(12) Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie van 22 februari 2011 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen makreelquota in 2011 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing in 2010 (PB L 48 van 23.2.2011, blz. 11).
(13) Verordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie van 5 maart 2013 tot verlaging van bepaalde aan Spanje toegewezen vangstquota in 2013 en de daaropvolgende jaren wegens overbevissing van een bepaald makreelquotum in 2009 (PB L 62 van 6.3.2013, blz. 62).
BIJLAGE
VERLAGINGEN VAN QUOTA VOOR BESTANDEN DIE ZIJN OVERBEVIST
Lidstaat |
Soortcode |
Gebiedscode |
Soortnaam |
Benaming gebied |
Oorspronkelijk quotum 2013 |
Toegestane aanlandingen 2013 (totale aangepaste hoeveelheid in ton) (1) |
Totale vangsten 2013 (hoeveelheid in ton) |
Benutting quotum in verhouding tot toegestane aanlandingen (%) |
Overbevissing in verhouding tot toegestane aanlandingen (hoeveelheid in ton) |
Vermenigvuldigingsfactor (2) |
Resterende verlaging van 2013 |
Saldo (5) |
Verlaging in 2015 en volgende jaar/volgende jaren (hoeveelheid in ton) |
Verlaging in 2014 (hoeveelheid in ton) |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) |
(10) |
(11) |
(12) |
(13) |
(14) |
(15) |
(16) |
BE |
HAD |
7X7A34 |
Schelvis |
VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
157,000 |
167,600 |
174,700 |
104,24 |
7,100 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
7 |
BE |
HER |
4CXB7D |
Haring |
IVc, VIId uitgezonderd Blackwater-bestand |
9 285,000 |
14,000 |
22,200 |
158,57 |
8,200 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
8 |
BE |
PLE |
7FG. |
Schol |
VIIf en VIIg |
46,000 |
160,000 |
185,700 |
116,06 |
25,700 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
25 |
BE |
SRX |
07D. |
Roggen |
Uniewateren van VIId |
72,000 |
75,300 |
87,700 |
116,47 |
12,400 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
12 |
BE |
SRX |
2AC4-C |
Roggen |
Uniewateren van IIa en IV |
211,000 |
218,800 |
229,800 |
105,03 |
11,000 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
11 |
DK |
HER |
*3BCDC |
Haring |
Uniewateren van de deelsectoren 22-32 |
1 972,720 |
1 972,720 |
2 039,210 |
103,37 |
66,490 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
66 |
DK |
MAC |
2A34. |
Makreel |
IIIa en IV; Uniewateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32 |
15 072,000 |
16 780,390 |
17 043,000 |
101,56 |
262,610 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
262 |
DK |
NOP |
04-N |
Kever en bijvangsten |
Noorse wateren van IV |
0 |
0 |
4,980 |
N.v.t. |
4,980 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
4 |
DK |
POK |
1N2AB. |
Koolvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
20,000 |
21,680 |
108,40 |
1,680 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
1 |
DK |
SAN |
234_2 |
Zandspiering |
Uniewateren van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 2 |
16 549,000 |
16 837,980 |
21 144,000 |
125,57 |
4 306,020 |
1,4 |
/ |
/ |
/ |
|
6 028 (6) |
DK |
SAN |
234_4 |
Zandspiering |
Uniewateren van voor zandspiering ingesteld beheersgebied 4 |
3 773,000 |
3 999,300 |
5 064,000 |
126,62 |
1 064,700 |
1,4 |
/ |
/ |
/ |
|
1 490 (6) |
EL |
BFT |
AE45WM |
Blauwvintonijn |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee |
129,07 |
177,520 |
177,557 |
100,02 |
0,037 |
/ |
C |
1,435 |
/ |
|
1,49 |
ES |
ALF |
3X14- |
Beryx spp. |
EU- en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV |
70,000 |
59,470 |
61,770 |
103,87 |
2,300 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
3 |
ES |
BLI |
5B67- |
Blauwe leng |
Unie- en internationale wateren van Vb, VI en VII |
79,000 |
79,000 |
138,649 |
175,49 |
59,640 |
/ |
/ |
4,22 |
0,07 |
|
63 |
ES |
BSF |
56712- |
Zwarte haarstaartvis |
EU- en internationale wateren van V, VI, VII en XII |
174,000 |
102,030 |
109,190 |
107,02 |
7,16 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
10 |
ES |
BSF |
8910- |
Zwarte haarstaartvis |
EU- en internationale wateren van VIII, IX en X |
12,000 |
2,770 |
3,340 |
120,58 |
0,570 |
/ |
A |
32,85 |
/ |
|
33 |
ES |
BUM |
ATLANT |
Blauwe marlijn |
Atlantische Oceaan |
27,20 |
16,920 |
44,040 |
260,28 |
27,120 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
27 |
ES |
COD |
N3M. |
Kabeljauw |
NAFO 3M |
2 019,000 |
2 318,240 |
2 360,100 |
101,81 |
41,86 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
41 |
ES |
DGS |
15X14 |
Doornhaai |
Unie- en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV |
0 |
0 |
1,670 |
N.v.t. |
1,670 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
2 |
ES |
DWS |
56789- |
Diepzeehaaien |
EU- en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX |
0 |
0 |
5,330 |
N.v.t. |
5,330 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
8 |
ES |
GFB |
89- |
Gaffelkabeljauw |
EU- en internationale wateren van VIII en IX |
242,000 |
185,560 |
214,640 |
115,67 |
29,080 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
43 |
ES |
GHL |
1/2INT |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Internationale wateren van I en II |
/ |
0 |
4,700 |
N.v.t. |
4,700 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
4 |
ES |
GHL |
1N2AB. |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
12,370 |
N.v.t. |
12,370 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
12 |
ES |
GHL |
N3LMNO |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
NAFO 3 LMNO |
4 262,000 |
4 228,560 |
4 287,200 |
101,39 |
58,640 |
/ |
C |
/ |
/ |
|
87 |
ES |
HAD |
5BC6A. |
Schelvis |
Unie- en internationale wateren van Vb en VIa |
/ |
5,850 |
13,550 |
231,62 |
7,700 |
/ |
A |
10,72 |
/ |
|
22 |
ES |
HAD |
7X7A34 |
Schelvis |
VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
/ |
0 |
8,540 |
N.v.t. |
8,540 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
8 |
ES |
NEP |
9/3411 |
Langoustine |
IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
62,00 |
36,850 |
31,340 |
85,05 |
– 5.51 |
/ |
N.v.t. |
44,79 (7) |
|
19 |
25 |
ES |
OTH |
1N2AB. |
Andere soorten |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
15,530 |
N.v.t. |
15,530 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
15 |
ES |
POL |
08C. |
Witte koolvis |
VIII c |
208,000 |
208,000 |
239,310 |
115,05 |
31,310 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
31 |
ES |
POR |
3-1234 |
Haringhaai |
Wateren van Frans Guyana, Kattegat; Uniewateren van het Skagerrak, I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV; Uniewateren van CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2 |
0 |
0 |
3,160 |
N.v.t. |
3,160 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
3 |
ES |
RED |
51214D |
Roodbaars |
Unie- en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV |
433,000 |
2 209,000 |
2 230,300 |
100,96 |
21,300 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
21 |
ES |
SOL |
8AB. |
Tong |
VIIIa en VIIIb |
9,000 |
8,720 |
8,810 |
101,03 |
0,090 |
/ |
A + C |
3 |
/ |
|
3 |
ES |
USK |
567EI. |
Lom |
Unie- en internationale wateren van V, VI en VII |
46,00 |
40,320 |
85,000 |
210,81 |
44,680 |
/ |
A |
22,87 |
/ |
|
89 |
ES |
WHM |
ATLANT |
Witte marlijn |
Atlantische Oceaan |
30,500 |
30,500 |
36,330 |
119,11 |
5,830 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
5 |
FR |
GHL |
1N2AB. |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
17,500 |
N.v.t. |
17,500 |
/ |
/ |
/ |
/ |
/ |
17 |
FR |
PLE |
7FG. |
Schol |
VIIf en VIIg |
83,000 |
92,250 |
94,300 |
102,22 |
2,050 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
2 |
FR |
RED |
51214D |
Roodbaars |
Unie- en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV |
230,000 |
23,000 |
41,500 |
180,43 |
18,500 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
18 |
IE |
HAD |
1N2AB. |
Schelvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
20,500 |
25,630 |
125,02 |
5,130 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
5 |
IE |
HAD |
7X7A34 |
Schelvis |
VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
3 144,000 |
2 696,760 |
2 698,749 |
100,07 |
1,989 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
1 |
IE |
PLE |
7FG. |
Schol |
VIIf en VIIg |
197,000 |
66,790 |
79,817 |
119,60 |
13,027 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
13 |
IE |
PLE |
7HJK. |
Schol |
VIIh, VIIj en VIIk |
61,000 |
49,700 |
51,823 |
104,27 |
2,123 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
2 |
LT |
GHL |
N3LMNO |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
NAFO 3 LMNO |
22,000 |
15,700 |
0 |
N.v.t. |
- 15,700 |
/ |
N.v.t. |
120,279 |
/ |
|
104 |
NL |
HKE |
3A/BCD |
Heek |
IIIa; Uniewateren van de deelsectoren 22-32 |
/ |
0 |
0,671 |
N.v.t. |
0,671 |
/ |
C |
/ |
/ |
|
1 |
NL |
SRX |
07D. |
Roggen |
Uniewateren van VIId |
4,000 |
3,000 |
1,932 |
64,40 |
- 1,068 |
/ |
/ |
0,015 |
/ |
|
0 |
NL |
SRX |
2AC4-C |
Roggen |
Uniewateren van IIa en IV |
180,000 |
275,430 |
357,115 |
129,66 |
81,685 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
81 |
PL |
SAL |
3BCD-F |
Atlantische zalm |
Uniewateren van de deelsectoren 22-31 |
6 837,000 |
5 061,000 |
5 277,000 |
104,27 |
216,000 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
216 (in exemplaren) |
PL |
SPR |
3BCD-C |
Sprot en bijvangsten |
EU-wateren van de deelsectoren 22-32 |
73 392,000 |
76 680,000 |
80 987,740 |
105,62 |
4 307,740 |
1,1 |
/ |
477,314 |
/ |
|
5 215 |
PT |
ALF |
3X14- |
Beryx spp. |
EU- en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV |
203,000 |
153,810 |
160,350 |
104,25 |
6,540 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
9 |
PT |
ANF |
8C3411 |
Zeeduivel |
VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
410,000 |
603,440 |
625,929 |
103,73 |
22,489 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
22 |
PT |
GHL |
N3LMNO |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
NAFO 3 LMNO |
1 782,000 |
2 119,790 |
2 120,980 |
100,06 |
1,190 |
/ |
C |
/ |
/ |
|
1 |
PT |
GHL |
1N2AB |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Noorse wateren van I en II |
/ |
0 |
2,000 |
N.v.t. |
2,000 |
/ |
/ |
/ |
/ |
/ |
2 |
PT |
HAD |
1N2AB |
Schelvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
34,400 |
34,000 |
98,84 |
- 0,400 |
/ |
/ |
/ |
376,126 |
|
375 |
PT |
MAC |
8C3411 |
Makreel |
VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
5 308,000 |
4 134,300 |
4 170,525 |
100,88 |
36,225 |
/ |
/ |
1,07 |
/ |
|
37 |
PT |
PLE |
8/3411 |
Schol |
VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
66,000 |
61,200 |
44,601 |
72,88 |
- 16,599 |
/ |
/ |
1,906 |
/ |
|
0 |
PT |
POK |
1N2AB. |
Koolvis |
Noorse wateren van I en II |
/ |
16,700 |
17,000 |
101,80 |
0,300 |
/ |
/ |
/ |
209,76 |
|
210 |
PT |
RED |
N3LN |
Roodbaars |
NAFO 3LN |
/ |
1 070,980 |
1 101,260 |
102,83 |
30,280 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
30 |
PT |
WHM |
ATLANT |
Witte marlijn |
Atlantische Oceaan |
19,500 |
18,300 |
12,212 |
66,73 |
- 6,088 |
/ |
/ |
3,021 |
/ |
|
0 |
UK |
COD |
N1GL14 |
Kabeljauw |
Groenlandse wateren van NAFO 1 en van XIV |
309,000 |
876,300 |
920,000 |
104,99 |
43,700 |
/ |
A |
/ |
/ |
|
65 |
UK |
DGS |
15X14 |
Doornhaai |
Unie- en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV |
0 |
0 |
5,800 |
N.v.t. |
5,800 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
5 |
UK |
GHL |
514GRN |
Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot |
Groenlandse wateren van V en XIV |
195,000 |
0 |
0,800 |
N.v.t. |
0,800 |
/ |
/ |
1 |
/ |
|
1 |
UK |
HAD |
7X7A34 |
Schelvis |
VIIb-k, VIII, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 |
1 415,000 |
1 389,200 |
1 457,800 |
104,94 |
68,600 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
68 |
UK |
HER |
1/2- |
Haring |
Unie-, Noorse en internationale wateren van I en II (HER/1/2-) |
8 827,000 |
8 208,600 |
8 342,100 |
101,63 |
133,500 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
133 |
UK |
HER |
4AB. |
Haring |
Unie- en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB |
65 901,000 |
58 841,000 |
58 951,300 |
100,19 |
110,300 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
110 |
UK |
MAC |
2CX14- |
Makreel |
VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; Unie- en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV |
158 825,000 |
156 199,200 |
162 468,500 |
104,10 |
6 269,300 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
6 269 |
UK |
PLE |
7FG. |
Schol |
VIIf en VIIg |
43,000 |
35,900 |
40,200 |
111,98 |
4,300 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
4 |
UK |
PLE |
7HJK. |
Schol |
VIIh, VIIj en VIIk |
18,000 |
33,700 |
39,900 |
118,40 |
6,200 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
6 |
UK |
SOL |
7FG. |
Tong |
VIIf en VIIg |
309,000 |
195,410 |
205,400 |
105,11 |
9,990 |
/ |
/ |
/ |
/ |
|
9 |
(1) Quota die op grond van de betrokken verordeningen inzake de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor de lidstaten, rekening houdend met het ruilen van vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, het overdragen van quota overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad en/of het opnieuw toewijzen en verlagen van vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 37 en 105 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, Verordening (EU) nr. 165/2011 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 185/2013 van de Commissie, in voorkomend geval.
(2) Als vastgesteld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad. Een verlaging gelijk aan de overbevissing van * 1,00 is van toepassing in alle gevallen van overbevissing ter hoogte van maximaal 100 ton.
(3) Als vastgesteld in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.
(4) Met de letter „A” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast vanwege overbevissing in de opeenvolgende jaren 2011, 2012 en 2013. Met de letter „C” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingfactor van 1,5 is toegepast omdat het betrokken bestand onder een meerjarenplan valt.
(5) Resterende hoeveelheden in verband met overbevissing in jaren die voorafgaan aan de inwerkingtreding van Verordening(EG) nr. 1224/2009 van de Raad die niet op een ander bestand in mindering kunnen worden gebracht.
(6) Verlaging toe te passen op SAN/234_3.
(7) Op verzoek van Spanje is de in 2013 toe te passen verlaging gespreid over drie afzonderlijke jaren.