13.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 174/12 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 623/2014 VAN DE COMMISSIE
van 14 februari 2014
houdende afwijking van Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” met betrekking tot de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (1), en met name artikel 1, lid 3, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft betrekking op de oprichting van het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) („Horizon 2020”) en voorziet in de betrokkenheid van de Unie in publiek-private partnerschappen, met inbegrip van gemeenschappelijke ondernemingen, op belangrijke gebieden waar onderzoek en innovatie kunnen bijdragen tot de bredere concurrentiedoelstellingen van de Unie en tot het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. |
(2) |
Deelname aan acties onder contract in het kader van Horizon 2020 moet in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 1290/2013. Om echter rekening te houden met de specifieke operationele behoeften van de gemeenschappelijke ondernemingen op het gebied van biogebaseerde industrieën die krachtens artikel 187 van het Verdrag zijn opgericht, is de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag aan de Commissie gedelegeerd voor de looptijd van Horizon 2020. |
(3) |
De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën is bij Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad (3) opgericht voor een periode tot 31 december 2024 voor de uitvoering van het gemeenschappelijke technologie-initiatief op het gebied van biogebaseerde industrieën. |
(4) |
Specifieke operationele behoeften zijn vastgesteld met het oog op het vergemakkelijken van de deelname van specifieke soorten deelnemers. Die specifieke operationele behoeften zijn het gevolg van de huidige versnippering van deze opkomende industriële sector met veel kleine en middelgrote industriële belanghebbenden. Deelname van deze belanghebbenden, van instellingen voor secundair en hoger onderwijs en van anderen aan de Gemeenschappelijke Onderneming BBI moet ook worden vergemakkelijkt en aangemoedigd vanwege hun erkende sterke positie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Met het oog op het bereiken van een optimaal hefboomeffect op particuliere investeringen moeten alleen die belanghebbende partijen in aanmerking komen voor financiering, door de Gemeenschappelijke Onderneming BBI, van acties andere dan innovatieacties. |
(5) |
Met het oog op de beperking van de subsidiabiliteit is daarom een afwijking van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1290/2013 passend voor acties andere dan innovatieacties aan entiteiten zoals kleine en middelgrote ondernemingen en instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1290/2013 komen wat betreft de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën alleen de volgende deelnemers in aanmerking voor financiering uit de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën voor acties op het gebied van biogebaseerde industrieën andere dan innovatieacties:
a) |
kleine en middelgrote ondernemingen; |
b) |
instellingen voor secundair en hoger onderwijs; |
c) |
juridische entiteiten zonder winstoogmerk, waaronder die welke onderzoek of technologische ontwikkeling als een van hun belangrijkste doelstellingen hebben; |
d) |
het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek; |
e) |
internationale Europese belangenorganisaties. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 februari 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81.
(2) Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
(3) Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).