3.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 164/10


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 586/2014 VAN DE COMMISSIE

van 2 juni 2014

tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad betreffende het verbod om boven beschermde habitats te vissen en betreffende de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de „gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d'Azur)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (1), en met name artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden met trawlnetten, dreggen, ringzegens, bootzegens, landzegens of soortgelijke netten te vissen boven zeegrasvelden van met name Posidonia oceanica of andere mariene fanerogamen.

(2)

De Commissie kan een afwijking van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan, mits aan de in artikel 4, lid 5, van die verordening gestelde voorwaarden is voldaan.

(3)

Krachtens artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden gesleept vistuig te gebruiken binnen 3 zeemijl uit de kust of, waar deze diepte op kortere afstand van de kust wordt bereikt, binnen het gebied bepaald door de dieptelijn van 50 m.

(4)

Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan, mits aan de in artikel 13, leden 5 en 9, van die verordening gestelde voorwaarden is voldaan.

(5)

Op 18 mei 2011 heeft de Commissie een verzoek van Frankrijk ontvangen om in afwijking van artikel 4, lid 1, eerste alinea, artikel 13, lid 1, eerste alinea, en artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 „gangui”-trawlers te mogen gebruiken boven zeegrasvelden van Posidonia oceanica in bepaalde zeegebieden die in de territoriale wateren van Frankrijk binnen 3 zeemijl uit de kust gelegen zijn, ongeacht de diepte van die wateren.

(6)

Frankrijk heeft die afwijking met actuele wetenschappelijke en technische informatie gemotiveerd.

(7)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTEVC) heeft de door Frankrijk aangevraagde afwijking en het daarmee verband houdende ontwerpbeheersplan onderzocht tijdens zijn plenaire, van 11 tot en met 15 juli 2011 gehouden vergadering.

(8)

De door Frankrijk gevraagde afwijking is in overeenstemming met artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(9)

Het verzoek heeft betrekking op visserijactiviteiten van vissersvaartuigen met een lengte over alles van ten hoogste 12 m en een motorvermogen van ten hoogste 85 kW die traditioneel met bodemsleepnetten in Posidonia-velden vissen overeenkomstig artikel 4, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(10)

De betrokken visserijactiviteiten betreffen ca. 27,5 % van de oppervlakte van de zeegrasvelden van Posidonia oceanica in het gebied waarop het beheersplan betrekking heeft, en 9 % van de zeegrasvelden in de territoriale wateren van Frankrijk, en voldoen dus aan de voorschriften van artikel 4, lid 5, eerste alinea, onder ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(11)

De beperkte omvang die het continentale plat ter plaatse heeft, levert specifieke geografische beperkingen op.

(12)

De visserij heeft geen effect van betekenis op het mariene milieu.

(13)

De door Frankrijk gevraagde afwijking betreft een beperkt aantal (36) vaartuigen.

(14)

De visserij met „gangui”-trawlers is gericht op een brede waaier aan soorten die een ecologische niche vormen; de vangstsamenstelling van deze visserij, met name wat betreft het aantal gevangen soorten, wordt met geen enkel ander vistuig gehaald. Voor deze visserij kunnen dus geen andere vistuigen worden ingezet.

(15)

Het beheersplan garandeert dat de afwijking niet tot een toename van de bestaande visserijinspanning zal leiden, aangezien uitsluitend vismachtigingen zullen worden afgegeven aan 36 welbepaalde vaartuigen met een totale inspanning van 1 745 kW die van Frankrijk reeds toestemming hebben gekregen om te vissen.

(16)

Het verzoek heeft betrekking op vaartuigen met een geregistreerde visserijactiviteit van meer dan vijf jaar die worden ingezet volgens een beheersplan dat Frankrijk op 15 april 2014 (2) heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(17)

Deze vaartuigen zijn opgenomen in een aan de Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 verstrekte lijst.

(18)

De betrokken visserijactiviteiten voldoen aan de eisen van artikel 4, artikel 8, lid 1, onder h), en artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(19)

De betrokken visserijactiviteiten worden overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (3) geregistreerd.

(20)

De activiteiten van vaartuigen die ander vistuig dan trawls, zegens of soortgelijke sleepnetten gebruiken, ondervinden geen last van de onderhavige visserijactiviteiten.

(21)

In het Franse beheersplan zijn voorschriften voor de activiteiten van de „gangui”-trawlers vastgesteld om ervoor te zorgen dat de vangsten van in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 genoemde soorten tot een minimum beperkt blijven.

(22)

De „gangui”-trawlers vissen niet gericht op koppotigen.

(23)

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, vijfde alinea, en artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 omvat het Franse beheersplan maatregelen voor het toezicht op de visserijactiviteiten.

(24)

De gevraagde afwijking moet derhalve worden toegestaan.

(25)

Frankrijk moet bij de Commissie bijtijds verslag uitbrengen overeenkomstig het in het Franse beheersplan vervatte toezichtsplan.

(26)

De afwijking moet in de tijd worden beperkt om snel corrigerende beheersmaatregelen te kunnen nemen wanneer het verslag aan de Commissie wijst op een slechte staat van instandhouding van het beviste bestand, en om de nodige speelruimte te creëren teneinde de wetenschappelijke basis te verbeteren en het beheersplan dienovereenkomstig bij te sturen.

(27)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijkingen

Artikel 4, lid 1, en artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 zijn niet van toepassing op „gangui”-trawlers in de territoriale wateren van Frankrijk voor de kust van de regio Provence-Alpes-Côte d'Azur die:

a)

het in het Franse beheersplan vermelde registratienummer dragen,

b)

een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar hebben en de visserijinspanning in de toekomst niet verhogen, en

c)

een vismachtiging hebben en hun activiteiten uitoefenen in het kader van het door Frankrijk overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan.

Artikel 2

Toezichtsplan en rapportage

Frankrijk brengt uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening verslag uit bij de Commissie overeenkomstig het toezichtsplan dat is vervat in het in artikel 1, onder c), bedoelde beheersplan.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassingsperiode

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing tot 6 juni 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 juni 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)   PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.

(2)  JORF nr. 0101 van 30 april 2014, blz. 7452.

(3)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).