29.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/15


VERORDENING (EU) Nr. 546/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 718/1999 (4) is het beleid vastgesteld inzake de capaciteit van schepen voor het vervoer van goederen over de binnenwateren in de lidstaten.

(2)

In het kader van de modernisering en herstructurering van de vloten moeten bij voorkeur al in een vroeg stadium sociale maatregelen worden genomen ten behoeve van alle bemanningsleden, met inbegrip van werknemers en schipper-eigenaars die de binnenvaart willen verlaten of willen overstappen naar een andere sector, aangevuld met maatregelen om het samengaan van ondernemingen te stimuleren, de vakbekwaamheid in de binnenvaart te verbeteren en de aanpassing van de schepen aan de technische vooruitgang te bevorderen, ook met betrekking tot milieuvriendelijke schepen. Het in elke lidstaat waarvan de binnenwateren in verbinding staan met die van een andere lidstaat en waarvan de tonnage van de vloot meer dan 100 000 ton bedraagt, opgerichte en bij Verordening (EG) nr. 718/1999 vastgelegde reservefonds, moet worden gebruikt voor maatregelen die betrekking hebben op schipper-eigenaars. Andere speciale fondsen die al op het niveau van de Unie bestaan moeten worden gebruikt om activiteiten te ondersteunen die gezamenlijk door de sociale partners worden ondernomen.

(3)

Hiervoor zou een beroep kunnen worden gedaan op het reservefonds indien de vertegenwoordigende binnenvaartorganisaties daar unaniem om verzoeken.

(4)

De reservefondsen, die uitsluitend bestaan uit financiële bijdragen van de sector, zijn tot nu toe nog nooit gebruikt.

(5)

De maatregelen in het kader van de modernisering van de Unievloot als bedoeld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 hebben uitsluitend betrekking op sociale aspecten en de veiligheid van de werkomgeving. Andere vormen van steunmaatregelen om een gunstige context te creëren voor innovatie en het milieu zijn niet voorzien.

(6)

De maatregelen in Verordening (EG) nr. 718/1999 inzake beroepsopleiding en omscholing zijn relevant voor alle bemanningsleden die de sector verlaten, ook voor schipper-eigenaars, en niet alleen voor personen die de status van werknemer bezitten.

(7)

Verordening (EG) nr. 718/1999 voorziet in maatregelen om schipper-eigenaars ertoe aan te sporen commerciële samenwerkingsverbanden te sluiten, maar niet in maatregelen om de organisaties die de binnenvaart op het niveau van de Unie vertegenwoordigen te versterken, ondanks het feit dat sterkere organisaties die de hele Unie bestrijken, kunnen helpen om de versnippering in de sector tegen te gaan.

(8)

Verordening (EG) nr. 718/1999 moet worden aangevuld met maatregelen met het oog op de opleiding of omscholing van bemanningsleden die de sector verlaten en niet de status van „werknemer” bezitten, om schipper-eigenaars ertoe aan te sporen zich bij commerciële samenwerkingsverbanden aan te sluiten, samenwerkingsverbanden te versterken en om innovatie van schepen en de aanpassing daarvan aan de technische vooruitgang op milieugebied aan te moedigen

(9)

De Commissie en de lidstaten moeten het onderzoek en de innovatie in de binnenvaarttransportsector en in de multimodale haveninfrastructuur intensiveren door middel van beschikbare financieringsinstrumenten, in voorkomend geval ook die van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 2014-2020 („Horizon 2020”) (5) en de Connecting Europe Facility (6), waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de binnenvaartsector in het multimodale vervoer wordt geïntegreerd.

(10)

De Commissie moet maatregelen ten behoeve van de innovatie en de aanpassing van de binnenvaartvloot aan de technische vooruitgang op milieugebied ondersteunen door het gebruik van de beschikbare financieringsinstrumenten van de Unie, zoals de Connecting Europe Facility en Horizon 2020, te bevorderen, en moet voorstellen doen voor de wijze waarop het effect van de reservefondsen kan worden vergroot met behulp van die beschikbare fondsen en de financieringsinstrumenten van de Europese Investeringsbank.

(11)

Aangezien reservefondsen zijn opgezet met bijdragen van de sector, moeten zij kunnen worden gebruikt voor de aanpassing van schepen aan technische en milieuvereisten die na de inwerkingtreding van deze verordening worden vastgesteld, met inbegrip van de aanpassing ervan aan de verdere ontwikkeling van Europese normen inzake motoremissies, alsook voor het aanmoedigen van efficiënt motorbrandstofgebruik, van het gebruik van alternatieve brandstoffen en van andere maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit en voor milieuvriendelijker schepen, met inbegrip van aan rivieren aangepaste schepen.

(12)

Verordening (EG) nr. 718/1999 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Onverminderd artikel 3, lid 5, kan elke lidstaat maatregelen nemen met name om:

de vervroegde pensionering of de overschakeling naar een andere economische bedrijvigheid van ondernemers van vervoer over de binnenwateren die de sector verlaten, te vergemakkelijken, onder andere door uitgebreide informatie beschikbaar te stellen;

voor de bemanningsleden die de sector verlaten, met inbegrip van werknemers en schipper-eigenaars, acties inzake beroepsopleiding of omscholing te organiseren en passende informatie over de desbetreffende acties te verstrekken;

de vakbekwaamheid in de binnenvaart en kennis van logistiek te verbeteren om de verdere ontwikkeling en de toekomst van het beroep te verzekeren;

schipper-eigenaars aan te moedigen om zich bij een commercieel samenwerkingsverband aan te sluiten en de organisaties die de binnenvaart op het niveau van de Unie vertegenwoordigen, te versterken;

de aanpassing van de schepen aan de technische vooruitgang te stimuleren met het oog op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, inclusief de bescherming van de gezondheid, en het verhogen van de veiligheid;

innovatie van schepen en de aanpassing ervan aan de technische vooruitgang op milieugebied te bevorderen, inclusief milieuvriendelijke schepen,

manieren te bevorderen om het gebruik van de reservefondsen te vergroten in samenhang met beschikbare financieringsinstrumenten, in voorkomend geval, ook die in het kader van Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility, en met financieringsinstrumenten van de Europese Investeringsbank.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  Advies van 21 januari 2014 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(2)  Advies van 31 januari 2014 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 15 april 2014 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).en besluit van de Raad van 8 mei 2014.

(4)  Verordening (EG) Nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (PB L 90 van 2.4.1999, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

(6)  Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).