29.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/7


VERORDENING (EU) Nr. 544/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van de wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie is partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (3) („het verdrag”).

(2)

De bij dit verdrag ingestelde Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas — „ICCAT”) heeft in 2008 tijdens haar zestiende buitengewone zitting Aanbeveling 08-05 goedgekeurd, waarbij een nieuw herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee is vastgesteld ter vervanging van het vorige, in 2006 vastgestelde herstelplan. Om uitvoering te geven aan deze internationale instandhoudingsmaatregelen op Unieniveau werd Verordening (EG) nr. 302/2009 (4) van de Raad vastgesteld.

(3)

In 2010 heeft de ICCAT tijdens haar zeventiende buitengewone zitting Aanbeveling 10-04 tot wijziging van het meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn goedgekeurd. Om uitvoering te geven aan deze herziene internationale instandhoudingsmaatregelen op Unieniveau, werd Verordening (EG) nr. 302/2009 bij Verordening (EU) nr. 500/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5) gewijzigd.

(4)

In 2012 heeft de ICCAT tijdens haar achttiende buitengewone zitting Aanbeveling 12-03 tot verdere wijziging van het meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn goedgekeurd. Teneinde de visseizoenen beter aan de activiteiten van de vloot aan te passen, voorziet Aanbeveling 12-03 in een nieuwe omschrijving van de visseizoenen, die nu als open seizoenen — in tegenstelling tot de in de vorige ICCAT-aanbevelingen vermelde gesloten seizoenen — worden gedefinieerd. Bovendien zijn de data waarop door ringzegenvaartuigen, met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen mag worden gevist, gewijzigd. Ten slotte was het, om alle twijfel weg te nemen over vistuig waarvoor geen specifieke regels inzake het visseizoen gelden, noodzakelijk een bepaling op te nemen die expliciet de mogelijkheid biedt om met elk ander vistuig, met uitzondering van alle soorten drijfnetten, het hele jaar door te vissen. De perioden en data voor de visseizoenen in de Atlantische Oceaan kunnen in 2015 door de ICCAT worden herzien, na advies van het Permanent comité voor onderzoek en statistiek (Standing Comittee on Research and statistics — „SCRS”) van de ICCAT.

(5)

In november 2013 heeft de ICCAT tijdens haar 23ste gewone zitting ter aanvulling van Aanbeveling 12-03, Aanbeveling 13-08 vastgesteld, om het mogelijk te maken het visseizoen voor met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan te wijzigen zonder dat dat gevolgen heeft voor de bescherming van de paaigronden van de blauwvintonijn in de Middellandse Zee. In die aanbeveling van de ICCAT staat dat de verdragsluitende partijen en de samenwerkende niet-verdragsluitende partijen, organisaties en visserijorganisaties voor hun met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan opereren, een afwijkende aanvangsdatum voor de visseizoenen kunnen vaststellen, voor zover zij de totale duur van het open seizoen voor deze visserijtakken handhaven. In deze ICCAT-aanbeveling staan ook regels voor het gebruik van stereoscopische camera’s bij kooiverrichtingen. Het is de bedoeling dat alle technische specificaties, met inbegrip van de bemonsteringsintensiteit, de wijze van bemonstering, de afstand tot de camera, de afmetingen van de doorgangssluis en de algoritmen (lengte-gewichtsverhouding) door het SCRS opnieuw worden bezien tijdens zijn vergadering van 2014, en indien nodig door de ICCAT op grond van SCRS-aanbevelingen tijdens de zitting van 2014 worden gewijzigd.

(6)

Om een effectieve instandhouding van het blauwvintonijnbestand te waarborgen, om rechtszekerheid te bieden over de betrokken visseizoenen en om de lidstaten in staat te stellen hun vis-, capaciteits- en inspectieplannen degelijk vast te stellen en overige rapporteringsverplichtingen na te leven, moet Aanbeveling 12-03 van de ICCAT in het Unierecht worden omgezet; ook aanbeveling 13-08 van de ICCAT met betrekking tot het gebruik van stereoscopische camera’s bij kooiverrichtingen en de mogelijkheid om voor met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen in het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan een afwijkende aanvangsdatum van de visseizoenen vast te stellen, moet in het Unierecht worden omgezet; daarom moeten de relevante bepalingen in Verordening (EG) nr. 302/2009 zo spoedig mogelijk worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 302/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Visseizoenen

1.   Grote pelagische beugvisserijvaartuigen van meer dan 24 m mogen van 1 januari tot en met 31 mei op blauwvintonijn vissen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, met uitzondering van het gebied ten westen van 10° WL en ten noorden van 42° NB, waar deze visserij is toegestaan van 1 augustus tot en met 31 januari.

2.   Ringzegenvaartuigen mogen van 26 mei tot en met 24 juni op blauwvintonijn vissen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.

3.   Met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen mogen van 1 juli tot en met 31 oktober op blauwvintonijn vissen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.

Onverminderd de eerste alinea kunnen de lidstaten, aangezien dat geen gevolgen heeft voor de bescherming van de paaigronden, voor de jaren 2014 en 2015 in hun jaarlijkse nationale visplannen een afwijkende aanvangsdatum vermelden voor met de hengel vissende vaartuigen en sleepvaartuigen die onder hun vlag in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan opereren, voor zover zij de totale duur van het open seizoen voor deze visserij in overeenstemming houden met de eerste alinea.

In het visplan van de Unie dat uiterlijk op 15 februari van elk jaar aan de ICCAT moet worden voorgelegd, wordt aangegeven of de aanvangsdata voor deze visserijactiviteiten zijn gewijzigd, en worden de coördinaten van de betreffende gebieden vermeld.

4.   Pelagische trawlers mogen van 16 juni tot en met 14 oktober op blauwvintonijn vissen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan.

5.   Voor de recreatie- en de sportvisserij is de blauwvintonijnvisserij in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee toegestaan van 16 juni tot en met 14 oktober.

6.   Blauwvintonijnvisserij met ander vistuig dan vermeld in de leden 1 tot en met 5 is het hele jaar toegestaan. Dit laat het verbod om op blauwvintonijn te vissen met alle soorten drijfnetten echter onverlet.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 24 bis

Gebruik van stereoscopische camera’s bij kooiverrichtingen

Het gebruik van stereoscopische camera’s bij kooiverrichtingen moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

de bemonsteringsintensiteit van levende vis is minimaal 20 % van de te kooien hoeveelheid vis, wanneer dat technisch mogelijk is, geschiedt de bemonstering van levende vis sequentieel, door een op de vijf exemplaren te meten; die monsters worden genomen door de vis te meten op een afstand tussen 2 en 8 m van de camera;

b)

de doorgangssluis die de donorkooi met de ontvangende kooi verbindt, is maximaal 10 m breed en maximaal 10 m hoog;

c)

wanneer de lengtemetingen van de vis een multimodale verdeling te zien geven (twee of meer groepen van verschillende grootte), is het mogelijk voor dezelfde kooiverrichting meer dan een omrekeningsalgoritme te gebruiken; het/de meest actuele algoritme(n) dat/die door het Permanent comité voor onderzoek en statistiek van de ICCAT is/zijn vastgesteld, wordt/worden gebruikt om vorklengten om te rekenen naar totaal gewicht, overeenkomstig de groottecategorie van de vis die tijdens de kooiverrichting wordt gemeten;

d)

de validering van stereoscopische lengtemetingen geschiedt voorafgaand aan elke kooiverrichting met gebruikmaking van een schaalstok op een afstand van 2 en 8 m;

e)

wanneer de resultaten van het stereoscopisch programma worden meegedeeld, wordt de foutenmarge die inherent is aan de technische specificaties van het stereoscopische camerasysteem vermeld; de marge mag ten hoogste +/– 5 % bedragen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  PB C 67 van 6.3.2014, blz. 157.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 16 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 mei 2014.

(3)  Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de Staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

(4)  Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee tot wijziging van Verordening (EG) nr. 43/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1559/2007 (PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 500/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2012 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (PB L 157 van 16.6.2012, blz. 1).