28.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 23/12


VERORDENING (EU) Nr. 69/2014 VAN DE COMMISSIE

van 27 januari 2014

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 216/2008 (Luchtwaardigheid) is uitgebreid om de elementen van de evaluatie van de operationele geschiktheid op te nemen in de uitvoeringsregels voor typecertificering.

(2)

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart („het Agentschap”) kwam tot de bevinding dat Verordening (EU) nr. 748/2012 (2) van de Commissie moet worden gewijzigd om het Agentschap de mogelijkheid te verschaffen om de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, als onderdeel van het typecertificeringsproces, goed te keuren.

(3)

Het Agentschap heeft ontwerpuitvoeringsregels over het concept van gegevens betreffende de operationele geschiktheid opgesteld en deze als advies (3) ingediend bij de Commissie, overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008.

(4)

Artikel 5 van Verordening (EU) nr. 748/2012 is afgeleid van artikel 2 quater van Verordening (EG) nr. 1702/2003 (4). Artikel 2 quater van Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie is ingevoerd met het oog op de tijdelijke grandfathering van types die niet in aanmerking komen voor grandfathering krachtens artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1702/2003. Aangezien deze tijdelijke regeling definitief is beëindigd op 28 september 2009, moet artikel 5 van Verordening (EU) nr. 748/2012 worden geschrapt.

(5)

Om verwarring en juridische onduidelijkheid omtrent artikel 3, punten 21.A.16A, 21.A.16B, 21.A.17, 21.A.31, 21.A.101 en 21.A.174 van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 te voorkomen, moeten de verwijzingen naar „luchtwaardigheidsvoorschriften” worden vervangen door „certificeringsspecificaties”.

(6)

Om verwarring en juridische onduidelijkheid omtrent de punten 21.A.4, 21.A.90A, 21.A.90B, 21.A.91, 21.A.92, 21.A.93, 21.A.95, 21.A.97, 21.A.103, 21.A.107, 21.A.109, 21.A.111, 21.A.263 en 21.A.435 van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 te voorkomen, moeten de verwijzingen naar „typeontwerp” worden vervangen door „typecertificaat”.

(7)

Verordening (EU) nr. 748/2012 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, onder a), i), wordt vervangen door:

„i)

de typecertificering is gebaseerd op:

de JAA-typecertificeringsbasis, voor producten die zijn gecertificeerd volgens JAA-procedures, zoals gedefinieerd in het JAA-gegevensblad, of

voor andere producten, de typecertificeringsbasis als gedefinieerd in het gegevensblad van het typecertificaat van het land van ontwerp, indien het betreffende land van ontwerp:

een lidstaat is, tenzij het Agentschap vaststelt, met name rekening houdend met de gebruikte certificeringsspecificaties en de gebruikservaringen, dat een dergelijke typecertificeringsbasis geen veiligheidsniveau verschaft dat gelijkwaardig is aan het bij Verordening (EG) nr. 216/2008 en deze verordening vereiste veiligheidsniveau, of

een land is waarmee een lidstaat een bilaterale luchtwaardigheidsovereenkomst of een vergelijkbare overeenkomst heeft gesloten, volgens welke de genoemde producten zijn gecertificeerd op basis van de certificeringsspecificaties van het betreffende land van ontwerp, tenzij het Agentschap vaststelt dat die certificeringsspecificaties of de gebruikservaringen, of het veiligheidssysteem van het betreffende land van ontwerp geen veiligheidsniveau opleveren dat gelijkwaardig is aan het bij de Verordening (EG) nr. 216/2008 en deze verordening vereiste veiligheidsniveau.

Teneinde advies te kunnen uitbrengen aan de Commissie, onder meer over eventuele wijzigingen van de onderhavige verordening, zal het Agentschap een eerste evaluatie maken van de mogelijke consequenties van de bepalingen onder het tweede streepje;”;

b)

lid 2, onder c) en d), wordt vervangen door:

„c)

in afwijking van punt 21.A.17A van bijlage I (deel 21), zal de typecertificeringsbasis van toepassing zijn die door de JAA of, indien van toepassing, de lidstaat, op de aanvraagdatum voor de erkenning is vastgesteld;

d)

de bevindingen die tijdens procedures van de JAA of lidstaten zijn gedaan, worden beschouwd als zijnde bevindingen die zijn gedaan door het Agentschap, ter naleving van het bepaalde in punt 21.A.20, onder a) en d), van bijlage I (deel 21).”.

2)

Artikel 5 wordt geschrapt.

3)

Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 7 bis

Gegevens betreffende de operationele geschiktheid

1.   De houder van een typecertificaat van een luchtvaartuig dat vóór 17 februari 2014 is afgegeven, die voornemens is op of na 17 februari 2014 een nieuw luchtvaartuig te leveren aan een EU-exploitant, zal een goedkeuring verkrijgen overeenkomstig punt 21.A.21, onder e), van bijlage I (deel 21), behalve voor de minimumsyllabus voor typebevoegdverklaringsopleidingen voor onderhoud certificeringspersoneel en voor de brongegevens voor de validering van het luchtvaartuig waarmee de objectieve kwalificatie van simulatoren wordt ondersteund. De goedkeuring wordt uiterlijk verkregen op 18 december 2015 of vóór een EU-exploitant vluchtuitvoering start met het luchtvaartuig, als dit later is. De gegevens betreffende de operationele geschiktheid kunnen worden beperkt tot het geleverde model.

2.   De aanvrager van een typecertificaat van een luchtvaartuig waarvoor de aanvraag vóór 17 februari 2014 is ingediend en waarvoor geen typecertificaat is afgegeven vóór 17 februari 2014, zal een goedkeuring verkrijgen overeenkomstig punt 21.A.21, onder e), van bijlage I (deel 21), behalve voor de minimumsyllabus voor typebevoegdverklaringsopleidingen voor onderhoudcertificeringspersoneel en voor de brongegevens voor de validering van het luchtvaartuig waarmee de objectieve kwalificatie van simulatoren wordt ondersteund. De goedkeuring wordt uiterlijk verkregen op 18 december 2015 of vóór een EU-exploitant vluchtuitvoering start met het luchtvaartuig, als dit later is. Bevindingen die door de autoriteiten zijn gedaan tijdens activiteiten van de raad voor operationele evaluatie welke onder verantwoordelijkheid van de JAA of het Agentschap zijn uitgevoerd vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden zonder verdere verificatie door het Agentschap aanvaard.

3.   Verslagen van de raad voor operationele evaluatie en basisminimumuitrustingslijsten die overeenkomstig de JAA-procedures of door het Agentschap zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden geacht de gegevens betreffende de operationele geschiktheid te zijn die zijn goedgekeurd overeenkomstig punt 21.A.21, onder e), van bijlage I (deel 21) en worden opgenomen in het relevante typecertificaat. Vóór 18 juni 2014 doen de houders van de relevante typecertificaten aan het Agentschap een voorstel over de opsplitsing van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid in verplichte en niet-verplichte gegevens.

4.   Houders van een typecertificaat dat de gegevens betreffende de operationele geschiktheid omvat, moeten goedkeuring krijgen voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van hun erkenning als ontwerporganisatie of alternatieve procedures voor de erkenning als ontwerporganisatie, indien van toepassing, teneinde de aspecten van de operationele geschiktheid er vóór 18 december 2015 in op te nemen.”.

4)

Bijlage I (deel 21) wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De punten 16 tot en met 34 en punt 43 van de bijlage zijn met ingang van 19 december 2016 van toepassing op aanvragers van de goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat en op aanvragers van een aanvullend typecertificaat.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1.

(3)  Advies nr. 07/2011 van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van 13 december 2011, beschikbaar op http://easa.europa.eu/official-publication/agency-opinions.php

(4)  PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6.


BIJLAGE

Bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 21.A.4 wordt vervangen door:

21.A.4   Coördinatie tussen ontwerp en productie

Elke houder van een typecertificaat, een beperkt typecertificaat, een aanvullend typecertificaat, een ETSO-autorisatie, een goedkeuring van een wijziging aan een typecertificaat of een goedkeuring van een reparatieontwerp moet zo nodig samenwerken met de productieorganisatie om te komen tot:

a)

een toereikende coördinatie tussen ontwerp en productie, zoals voorgeschreven in punt 21.A.122, 21A.130, onder b), punten 3) en 4), 21A.133 en 21A.165, onder c), punten 2) en 3), voor zover van toepassing, en

b)

een passende ondersteuning van de blijvende luchtwaardigheid van het product, onderdeel of uitrustingsstuk.”.

2)

Aan punt 21.A.15 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

„d)

Een aanvraag voor een typecertificaat of beperkt typecertificaat voor een luchtvaartuig moet de aanvraag voor goedkeuring van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid omvatten of hiermee na de oorspronkelijke aanvraag worden aangevuld; deze gegevens betreffende de operationele geschiktheid bestaan uit, voor zover van toepassing:

1.

de minimumsyllabus inzake typebevoegdverklaringsopleidingen voor piloten, inclusief de vaststelling van typebevoegdverklaring;

2.

de definitie van het toepassingsgebied van de brongegevens voor de validering van het luchtvaartuig, ter ondersteuning van de objectieve kwalificatie van simulatoren voor de typebevoegdverklaringsopleidingen voor piloten, of voorlopige gegevens ter ondersteuning van de tussentijdse kwalificatie van die simulatoren;

3.

de minimumsyllabus voor typebevoegdverklaringsopleidingen voor onderhoud certificeringspersoneel, inclusief de vaststelling van de typebevoegdverklaringen;

4.

de vaststelling van het type of de variant voor cabinepersoneel en typespecifieke gegevens voor cabinepersoneel;

5.

de basisminimumuitrustingslijst, en

6.

andere elementen betreffende operationele geschiktheid die verband houden met het type.”.

3)

Punt 21.A.16A wordt vervangen door:

21.A.16A   Certificeringsspecificaties

In overeenstemming met artikel 19 van Verordening (EG) nr. 216/2008, geeft het Agentschap certificeringsspecificaties af, inclusief certificeringsspecificaties voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid, als standaardmiddel om aan te tonen dat producten, onderdelen en uitrustingsstukken voldoen aan de essentiële eisen van bijlagen I, III en IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008. Deze specificaties moeten voldoende gedetailleerd en specifiek zijn, zodat de aanvragers weten onder welke voorwaarden certificaten worden afgegeven, gewijzigd of aangevuld.”.

4)

Punt 21.A.16B wordt vervangen door:

21.A.16B   Bijzondere voorwaarden

a)

Het Agentschap zal speciale gedetailleerde technische specificaties, bijzondere voorwaarden genoemd, voorschrijven voor een product, als de betreffende certificeringsspecificaties geen adequate of geschikte veiligheidsnormen voor dat product bevatten, omdat:

1.

het product nieuwe of ongewone ontwerpkenmerken heeft ten opzichte van de ontwerppraktijken waarop de toepasselijke certificeringsspecificaties zijn gebaseerd, of

2.

het beoogde gebruik van het product onconventioneel is, of

3.

uit ervaringen met andere, vergelijkbare producten die in de praktijk worden gebruikt of met producten die vergelijkbare ontwerpkenmerken hebben, is gebleken dat onveilige toestanden kunnen ontstaan.

b)

De bijzondere voorwaarden bevatten de veiligheidsnormen die het Agentschap noodzakelijk acht om te komen tot een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan het in de toepasselijke certificeringsspecificaties vastgelegde veiligheidsniveau.”.

5)

Punt 21.A.17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

21.A.17A   Basis voor typecertificering”;

b)

punt a), onder 1, wordt vervangen door:

„1.

de toepasselijke, door het Agentschap vastgelegde certificeringsspecificaties die van kracht zijn op de datum van de aanvraag van dat certificaat, tenzij:

i)

anders wordt gespecificeerd door het Agentschap, of

ii)

de aanvrager verkiest te voldoen aan de certificeringsspecificaties van later van kracht geworden amendementen, of hiertoe verplicht is overeenkomstig de punten c) en d);”;

c)

punt c), onder 2, wordt vervangen door:

„2.

een verlenging van de oorspronkelijke aanvraag en voldoen aan de toepasselijke certificeringsspecificaties die van kracht waren op een door de aanvrager te kiezen datum, zij het niet eerder dan de datum die wordt verkregen door de in punt b) voor de oorspronkelijke aanvraag vastgelegde termijn af te trekken van de datum van afgifte van het typecertificaat.”.

6)

Het volgende punt 21.A.17B wordt ingevoegd:

21.A.17B   Certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid

a)

Het Agentschap deelt de certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid mee aan de aanvrager. De certificeringsbasis bestaat uit:

1.

de toepasselijke overeenkomstig punt afgegeven 21.A.16A certificeringsspecificaties betreffende operationele geschiktheid die effectief zijn op de datum van toepassing of toepassing van de aanvulling, tenzij:

i)

het Agentschap andere middelen aanvaardt om aan te tonen dat de relevante essentiële eisen van bijlagen I, III en IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008 zijn nageleefd, of

ii)

de aanvrager ervoor kiest certificeringsspecificaties van latere effectieve amendementen na te leven;

2.

alle aanvullende voorwaarden die worden voorgeschreven in overeenstemming met punt 21.A.16B, onder a).

b)

Als een aanvrager verkiest te voldoen aan een amendement bij de certificeringsspecificaties dat van kracht wordt nadat de aanvraag om een typecertificaat is ingediend, moet de aanvrager ook voldoen aan alle andere certificeringsspecificaties die er naar het oordeel van het Agentschap rechtstreeks verband mee houden.”.

7)

Punt 21.A.20 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

Overeenstemming met de typecertificeringsbasis, de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen”;

b)

punt a) wordt vervangen door:

„a)

De aanvrager van een typecertificaat of een beperkt typecertificaat moet aantonen dat hij voldoet aan de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen, en moet aan het Agentschap aantonen met welke middelen hieraan voldaan wordt.”.

8)

Punt 21.A.21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt c), onder 1, wordt vervangen door:

„1.

het te certificeren product voldoet aan de toepasselijke typecertificeringsbasis en de milieueisen, zoals aangeduid in de punten 21.A.17A en 21.A.18;”;

b)

de volgende punten e) en f) worden toegevoegd:

„e)

In het geval van een typecertificaat van een luchtvaartuig wordt aangetoond dat de gegevens betreffende de operationele geschiktheid voldoen aan de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid overeenkomstig 21.A.17B.

f)

Bij wijze van uitzondering op punt e) en op verzoek van de aanvrager die vermeld is in de in punt 21.A.20, onder d), genoemde verklaring, mag een typecertificaat voor een luchtvaartuig worden afgegeven alvorens is aangetoond dat aan de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid is voldaan, voor zover de aanvrager aantoont dat hij voldoet aan de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid vóór deze gegevens daadwerkelijk moeten worden gebruikt.”.

9)

Punt 21.A.23 wordt vervangen door:

21.A.23   Afgifte van een beperkt typecertificaat

a)

Voor een luchtvaartuig dat niet voldoet aan de bepalingen van punt 21.A.21, onder c), heeft de aanvrager recht op een door het Agentschap afgegeven beperkt typecertificaat, na:

1.

te hebben voldaan aan de passende, door het Agentschap vastgelegde typecertificeringsbasis zodat voldoende veiligheid wordt gegarandeerd met betrekking tot het beoogde gebruik van het luchtvaartuig, en aan de toepasselijke milieueisen;

2.

expliciet te hebben verklaard dat hij bereid is om te voldoen aan punt 21.A.44;

3.

in het geval van een beperkt typecertificaat van een luchtvaartuig te hebben aangetoond dat de gegevens betreffende de operationele geschiktheid voldoen aan de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid overeenkomstig punt 21.A.17B.

b)

Bij wijze van uitzondering op het bepaalde onder 3, van punt a) en op verzoek van de aanvrager die vermeld is in de in punt 21.A.20, onder d), genoemde verklaring, mag een beperkt typecertificaat worden afgegeven alvorens is aangetoond dat aan de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid is voldaan, voor zover de aanvrager aantoont dat hij voldoet aan de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid vóór deze gegevens daadwerkelijk moeten worden gebruikt.

c)

Voor de in het luchtvaartuig geïnstalleerde motor en/of propeller, moet:

1.

een typecertificaat zijn afgegeven of vastgesteld in overeenstemming met dit deel, of

2.

zijn aangetoond dat hij voldoet aan de certificeringsspecificaties die noodzakelijk zijn voor de vliegveiligheid van het luchtvaartuig.”.

10)

Punt 21.A.31, onder a), punt 3, wordt vervangen door:

„3.

een goedgekeurde sectie luchtwaardigheidslimieten van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, zoals gedefinieerd door de toepasselijke certificeringsspecificaties, en”.

11)

Punt 21.A.41 wordt vervangen door:

21.A.41   Typecertificaat

Het typecertificaat en het beperkte typecertificaat omvatten het typeontwerp, de gebruiksbeperkingen, het gegevensblad voor luchtwaardigheid en emissies, de toepasselijke basis voor typecertificering en de milieueisen waarvan het Agentschap bijhoudt of eraan voldaan wordt, en alle andere voorwaarden of beperkingen die voor het product worden voorgeschreven in de toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen. Het typecertificaat en het beperkte typecertificaat voor luchtvaartuigen omvatten beide de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en het gegevensblad voor geluid. Het gegevensblad van het typecertificaat van de motor omvat de gegevens omtrent naleving van de emissievereisten.”.

12)

Punt 21.A.44, onder a), wordt vervangen door:

„a)

de in de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.55, 21.A.57, 21.A.61 en 21.A.62 beschreven verplichtingen nakomen; en hiervoor dient hij te blijven voldoen aan de kwalificatie-eisen voor aanvaardbaarheid overeenkomstig punt 21.A.14; en”.

13)

Punt 21.A.55 wordt vervangen door:

21.A.55   Administratie

Alle relevante ontwerpinformatie, tekeningen en testrapporten, met inbegrip van de inspectieverslagen voor het geteste product, moeten door de houder van het typecertificaat of het beperkt typecertificaat ter beschikking van het Agentschap worden gehouden en worden bewaard, zodat de nodige informatie voorhanden is om vast te stellen dat het product blijvend luchtwaardig is, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid blijvend geldig zijn en het product en voldoet aan de toepasselijke milieueisen.”.

14)

Punt 21.A.57 wordt vervangen door:

21.A.57   Handboeken

De houder van een typecertificaat of een beperkt typecertificaat moet originele exemplaren samenstellen, bijhouden en actueel houden van alle handboeken die voor het product vereist worden door de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen, en hij moet, op verzoek, kopieën bezorgen aan het Agentschap.”.

15)

Het volgende punt 21.A.62 wordt toegevoegd aan subdeel B:

21.A.62   Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

Elke houder van het typecertificaat of beperkt typecertificaat moet:

a)

minstens één set gegevens betreffende de operationele geschiktheid, voorbereid overeenkomstig de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, ter beschikking stellen van alle gekende EU-exploitanten van het luchtvaartuig, alvorens deze gegevens moeten worden gebruikt door een opleidingsorganisatie of een EU-exploitant, en

b)

alle wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid ter beschikking stellen van alle gekende EU-exploitanten van het luchtvaartuig, en

c)

de in de punten a) en b) vermelde gegevens op verzoek ter beschikking stellen van:

1.

de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de controle van de overeenstemming met een of meer elementen van deze set gegevens betreffende de operationele geschiktheid, en

2.

alle personen die moeten voldoen aan een of meer elementen van deze set gegevens betreffende de operationele geschiktheid.”.

16)

Punt 21.A.90A wordt vervangen door:

21.A.90A   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de goedkeuring van wijzigingen aan typecertificaten en worden ook de rechten en verplichtingen vastgelegd van de aanvragers en houders van deze goedkeuringen. In dit subdeel worden ook standaardwijzigingen gedefinieerd waarvoor geen goedkeuringsprocedure uit hoofde van dit subdeel vereist is. In dit subdeel wordt met typecertificaten ook verwezen naar beperkte typecertificaten.”.

17)

Punt 21.A.90B, onder a), wordt vervangen door:

„a)

standaardwijzigingen zijn wijzigingen van een typecertificaat:

1.

in verband met:

i)

vliegtuigen met een maximale startmassa van 5 700 kg of minder;

ii)

hefschroefvliegtuigen met een maximale startmassa van 3 175 kg of minder;

iii)

zweefvliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, ballonnen en luchtschepen, zoals gedefinieerd in ELA1 of ELA2;

2.

die ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardwijzigingen bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor permanente luchtwaardigheid, en

3.

die niet in strijd zijn met de gegevens van TC-houders.”.

18)

Punt 21.A.91 wordt vervangen door:

21.A.91   Classificatie van wijzigingen van een typecertificaat

Wijzigingen van een typecertificaat worden geclassificeerd in geringe en ingrijpende wijzigingen. Een „geringe wijziging” is een wijziging die geen merkbaar effect heeft op de massa, de balans, de structurele sterkte, de betrouwbaarheid, de operationele kenmerken, het geluid, de brandstofventilatie, de uitlaatemissie, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid of andere kenmerken die de luchtwaardigheid van het product beïnvloeden. Onverminderd punt 21.A.19 worden alle andere wijzigingen in dit subdeel beschouwd als „ingrijpende wijzigingen”. Ingrijpende en geringe wijzigingen moeten worden goedgekeurd in overeenstemming met punt 21.A.95 of punt 21.A.97, al naargelang van toepassing, en moeten naar behoren worden geïdentificeerd.”.

19)

Punt 21.A.92 wordt vervangen door:

21.A.92   Toepassingsgebied

a)

Alleen de houder van het typecertificaat mag een aanvraag om goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat indienen overeenkomstig dit subdeel; alle andere aanvragers van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat moeten hun aanvraag indienen overeenkomstig subdeel E.

b)

Elke natuurlijke of rechtspersoon mag een aanvraag om goedkeuring van een geringe wijziging aan een typecertificaat indienen overeenkomstig dit subdeel.”.

20)

Punt 21.A.93 wordt vervangen door:

21.A.93   Aanvraag

Een aanvraag om goedkeuring van een wijziging aan een typecertificaat moet gebeuren in de vorm en op de wijze zoals vastgelegd door het Agentschap, en moet omvatten:

a)

een beschrijving van de wijziging, met identificatie van:

1.

alle delen van het typeontwerp en de goedgekeurde handboeken waarop de wijziging betrekking heeft, en

2.

de certificeringsspecificaties en milieueisen waaraan de wijziging voldoet in overeenstemming met punt 21.A.101;

b)

een identificatie van nieuwe onderzoeken die nodig zijn om aan te tonen dat het gewijzigde product voldoet aan de toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen;

c)

als de wijziging gevolgen heeft voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid moet de aanvraag de nodige wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid omvatten of met deze gegevens worden aangevuld na de eerste aanvraag.”.

21)

Punt 21.A.95 wordt vervangen door:

21.A.95   Geringe wijzigingen

Geringe wijzigingen van een typecertificaat moeten worden geclassificeerd en goedgekeurd:

a)

door het Agentschap, of

b)

door een erkende ontwerporganisatie volgens een met het Agentschap overeengekomen procedure.”.

22)

Punt 21.A.97, onder b), wordt vervangen door:

„b)

De goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat blijft beperkt tot die specifieke configuratie(s) van het typecertificaat waarop de wijziging betrekking heeft.”.

23)

Punt 21.A.101 wordt vervangen door:

21.A.101   Aanduiding van de toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen

a)

Een aanvrager van een wijziging van een typecertificaat moet aantonen dat het gewijzigde product voldoet aan de certificeringsspecificaties die van toepassing zijn op het gewijzigde product en van kracht zijn op de datum van de aanvraag om de wijziging, tenzij de aanvrager ervoor kiest de certificeringsspecificaties van latere wijzigingen na te leven of daartoe verplicht is krachtens de punten e) en f), en aan de toepasselijke milieueisen zoals uiteengezet in punt 21.A.18.

b)

In afwijking van punt a) mag een aanvrager aantonen dat het gewijzigde product voldoet aan een eerder amendement op de in punt a) vermelde certificeringsspecificaties, en op elke andere certificeringsspecificatie die er naar het oordeel van het Agentschap rechtstreeks verband mee houdt. De eerder geamendeerde certificeringsspecificaties mogen evenwel niet ouder zijn dan de overeenkomstige certificeringsspecificaties waarnaar verwezen wordt in het typecertificaat. De aanvrager mag aantonen dat zijn product voldoet aan een eerder amendement op de certificeringsspecificaties, als het gaat om:

1.

een wijziging die het Agentschap niet significant acht. Om te bepalen of een specifieke wijziging al dan niet significant is, beoordeelt het Agentschap de wijziging in het licht van alle eerdere relevante ontwerpwijzigingen en alle daarmee verband houdende herzieningen van de toepasselijke certificeringsspecificaties waarnaar verwezen wordt in het typecertificaat voor het product. Wijzigingen die beantwoorden aan een van de volgende criteria worden automatisch als significant beschouwd:

i)

de algemene configuratie of de constructieprincipes worden niet behouden;

ii)

de voor de certificering van het te wijzigen product gebruikte veronderstellingen gelden niet langer;

2.

gebied, systeem, onderdeel of uitrustingsstuk dat naar het oordeel van het Agentschap niet wordt beïnvloed door de wijziging.

3.

elk gebied, systeem, onderdeel of uitrustingsstuk dat door de wijziging worden beïnvloed en waarvan het Agentschap oordeelt dat het voldoen aan de in punt a) vermelde certificeringsspecificaties niet wezenlijk zou bijdragen tot het veiligheidsniveau van het gewijzigde product of onpraktisch zou zijn.

c)

Een aanvrager van een wijziging aan een luchtvaartuig (uitgezonderd een hefschroefvliegtuig) met een maximumgewicht van 2 722 kg of minder, of aan een hefschroefvliegtuig zonder turbine met een maximumgewicht van 1 361 kg of minder, kan aantonen dat het gewijzigde product voldoet aan de basis voor typecertificering waarnaar verwezen wordt in het typecertificaat. Als het Agentschap echter oordeelt dat de wijziging belangrijk is op een bepaald gebied, kan het Agentschap eisen dat voldaan wordt aan een amendement op de basis voor typecertificering waarnaar verwezen wordt in het typecertificaat en dat van kracht is op de datum van de aanvraag, en aan elke certificeringsspecificatie die er naar het oordeel van het Agentschap rechtstreeks verband mee houdt, tenzij het Agentschap ook oordeelt dat het voldoen aan dat amendement of die certificeringsspecificatie niet wezenlijk zou bijdragen tot het veiligheidsniveau van het gewijzigde product of onpraktisch zou zijn.

d)

Als het Agentschap oordeelt dat de certificeringsspecificaties die van kracht zijn op de datum van de aanvraag om een wijziging geen toereikende normen bevatten voor de voorgestelde wijziging, moet de aanvrager ook voldoen aan alle speciale voorwaarden, en amendementen op deze voorwaarden, die worden voorgeschreven in de bepalingen van punt 21.A.16B, om te komen tot een veiligheidsniveau dat gelijkwaardig is aan het veiligheidsniveau dat is vastgelegd in de certificeringsspecificaties die van kracht waren op de datum van de aanvraag tot wijziging.

e)

Een aanvraag tot wijziging van een typecertificaat voor grote luchtvaartuigen en grote hefschroefvliegtuigen blijft vijf jaar geldig, een aanvraag tot wijziging van een ander typecertificaat blijft drie jaar geldig. Als de wijziging niet is goedgekeurd of als het duidelijk is dat ze niet zal worden goedgekeurd binnen de in dit punt vastgelegde termijn, kan de aanvrager:

1.

een nieuwe aanvraag tot wijziging van het typecertificaat indienen en voldoen aan alle bepalingen van punt a) die van toepassing zijn op een oorspronkelijke aanvraag om een wijziging, of

2.

een verlenging vragen van de oorspronkelijke aanvraag en voldoen aan de bepalingen van punt a) die van kracht waren op een door de aanvrager te kiezen datum, zij het niet eerder dan de datum die wordt verkregen door de in punt e) voor de oorspronkelijke aanvraag vastgelegde termijn af te trekken van de datum van goedkeuring van de wijziging.

f)

Als een aanvrager verkiest te voldoen aan een certificeringsspecificatie van een amendement bij de certificeringsspecificaties dat van kracht wordt nadat de aanvraag tot wijziging van een typecertificaat is ingediend, moet de aanvrager ook voldoen aan alle andere certificeringsspecificaties die er naar het oordeel van het Agentschap rechtstreeks verband mee houden.

g)

Als een aanvraag tot wijziging van een typecertificaat voor een luchtvaartuig wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid omvat of daar na de eerste aanvraag mee wordt aangevuld, wordt de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid aangewezen overeenkomstig de punten a), b), c), d) en f).”.

24)

Punt 21.A.103 wordt vervangen door:

21.A.103   Goedkeuring

a)

De aanvrager heeft recht op een door het Agentschap afgegeven goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat nadat:

1.

hij de in punt 21.A.20, onder d), vermelde verklaring heeft ingediend, en

2.

is aangetoond dat:

i)

het gewijzigde product voldoet aan de in punt 21.A.101 gespecificeerde toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen;

ii)

de luchtwaardigheidsvoorschriften waaraan niet is voldaan, worden gecompenseerd door factoren die een gelijkwaardig veiligheidsniveau waarborgen, en

iii)

geen kenmerk of eigenschap het product onveilig maakt voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd;

3.

in het geval van een wijziging die gevolgen heeft voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, is aangetoond dat de nodige wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid voldoen aan de overeenkomstig punt 21.A.101, onder g), aangewezen toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid;

4.

bij wijze van uitzondering op punt 3 en op verzoek van de aanvrager die vermeld is in de in punt 21.A.20, onder d), genoemde verklaring, mag een ingrijpende wijziging van een typecertificaat voor een luchtvaartuig worden goedgekeurd alvorens is aangetoond dat aan de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid is voldaan, voor zover de aanvrager aantoont dat hij voldoet aan de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid vóór de gegevens betreffende de operationele geschiktheid daadwerkelijk moeten worden gebruikt.

b)

Een geringe wijziging van een typecertificaat zal slechts worden goedgekeurd in overeenstemming met punt 21.A.95 als wordt aangetoond dat het gewijzigde product voldoet aan de in punt 21.A.101 gespecificeerde toepasselijke certificeringsspecificaties.”.

25)

Punt 21.A.105 wordt vervangen door:

21.A.105   Administratie

Voor elke wijziging moeten alle desbetreffende ontwerpinformatie, tekeningen en testverslagen, met inbegrip van de inspectieverslagen voor het geteste product, door de aanvrager ter beschikking van het Agentschap worden gehouden en worden bewaard, zodat de nodige informatie voorhanden is om vast te stellen dat het gewijzigde product permanent luchtwaardig is, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid blijvend geldig zijn en het gewijzigde product voldoet aan de van toepassing zijnde milieueisen.”.

26)

Punt 21.A.107, onder a), wordt vervangen door:

„a)

De houder van de goedkeuring van een geringe wijziging van een typecertificaat moet ten minste één kopie van de eventuele aanvullingen op de instructies voor blijvende luchtwaardigheid van het product waaraan de geringe wijziging wordt aangebracht, opgesteld in overeenstemming met de toepasselijke certificeringsbasis, bezorgen aan elke bekende eigenaar van één of meer luchtvaartuigen, motoren of propellers waarin de geringe wijziging is geïntegreerd, bij de levering of bij de afgifte van het eerste bewijs van luchtwaardigheid voor het betreffende luchtvaartuig, al naargelang wat laatst geschiedt, en daarna deze aanvullingen op de instructies op verzoek ter beschikking stellen van eenieder die dient te voldoen aan één of meer bepalingen van deze instructies.”.

27)

Het volgende punt 21.A.108 wordt ingevoegd:

21.A.108   Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

In het geval van een wijziging die gevolgen heeft voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, stelt de houder van de goedkeuring voor een geringe wijziging:

a)

minstens één set wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, voorbereid overeenkomstig de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, ter beschikking van alle gekende EU-exploitanten van het gewijzigde luchtvaartuig, alvorens deze gegevens moeten worden gebruikt door een opleidingsorganisatie of een EU-exploitant, en

b)

alle andere wijzigingen van de desbetreffende gegevens betreffende de operationele geschiktheid ter beschikking van alle gekende EU-exploitanten van het gewijzigde luchtvaartuig, en

c)

de relevante delen van de in de punten a) en b) vermelde gegevens op verzoek ter beschikking van:

1.

de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de controle van de overeenstemming met een of meer elementen van de desbetreffende gegevens betreffende de operationele geschiktheid, en

2.

alle personen die moeten voldoen aan een of meer elementen van deze set gegevens betreffende de operationele geschiktheid.”.

28)

Punt 21.A.109 wordt vervangen door:

21.A.109   Verplichtingen en EPA-identificatie

De houder van een goedkeuring van een geringe wijziging aan een typecertificaat moet:

a)

de in punten 21.A.4, 21.A.105, 21.A.107 en 21.A.108 vastgestelde verplichtingen nakomen, en

b)

de identificatie specificeren, met inbegrip van de EPA-letters (European Part Approval), in overeenstemming met punt 21.A.804, onder a).”.

29)

Punt 21.A.111 wordt vervangen door:

21.A.111   Toepassingsgebied

In dit subdeel wordt de procedure vastgelegd voor de goedkeuring van ingrijpende wijzigingen aan het typecertificaat overeenkomstig de procedures van het aanvullend typecertificaat, en worden ook de rechten en verplichtingen vastgelegd van de aanvragers of houders van deze certificaten.”.

30)

Punt 21.A.113, onder b), wordt vervangen door:

„b)

Een aanvraag van een aanvullend typecertificaat moet vergezeld gaan van de bij punt 21.A.93 vereiste beschrijvingen, identificatie en wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid. Daarnaast moet deze aanvraag ook een verantwoording bevatten die stelt dat de informatie waarop deze elementen gebaseerd zijn toereikend is, en verkregen is uit de eigen bronnen van de aanvrager of via een overeenkomst met de houder van het typecertificaat.”.

31)

Punt 21.A.118A, onder a), wordt vervangen door:

„a)

de verplichtingen nakomen die:

1.

zijn vastgesteld in de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.105, 21.A.119, 21.A.120A en 21.A.120B;

2.

inherent zijn aan de samenwerking met de houder van het typecertificaat overeenkomstig punt 21.A.115, onder d), punt 2);

en hiertoe blijven voldoen aan de criteria van punt 21.A.112B;”.

32)

Punt 21.A.119 wordt vervangen door:

21.A.119   Handboeken

De houder van een aanvullend typecertificaat moet originele exemplaren samenstellen, bijhouden en actueel houden van de aanvullingen op de door de toepasselijke basis voor typecertificering, de toepasselijke certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen vereiste handboeken, die noodzakelijk zijn om de overeenkomstig het aanvullend typecertificaat aangebrachte wijzigingen te behandelen en hij moet, op verzoek, kopieën van deze handleidingen bezorgen aan het Agentschap.”.

33)

De titel van punt 21.A.120 wordt vervangen door:

21.A.120A   Instructies voor blijvende luchtwaardigheid”.

34)

Het volgende punt 21.A.120B wordt toegevoegd aan subdeel E:

21.A.120B   Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

In het geval van een wijziging die gevolgen heeft voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, stelt de houder van het aanvullende typecertificaat het volgende ter beschikking:

a)

minstens één set wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, voorbereid overeenkomstig de toepasselijke certificeringsbasis voor die gegevens, ter beschikking stellen van alle gekende EU-exploitanten van het gewijzigde luchtvaartuig, alvorens de gegevens moeten worden gebruikt door een opleidingsorganisatie of een EU-exploitant, en

b)

alle andere wijzigingen van de desbetreffende gegevens ter beschikking stellen van alle gekende EU-exploitanten van het gewijzigde luchtvaartuig, en

c)

de relevante delen van de in de punten a) en b) vermelde gegevens op verzoek ter beschikking stellen van:

1.

de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de controle van de overeenstemming met een of meer elementen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, en

2.

alle personen die moeten voldoen aan een of meer elementen van deze set gegevens betreffende de operationele geschiktheid.”.

35)

Punt 21.A.174, onder b), punt 2), iii), wordt vervangen door:

„iii)

het vlieghandboek, indien vereist door de toepasselijke certificeringsspecificaties voor het betreffende luchtvaartuig;”.

36)

Punt 21.A.239, onder a), punt 1, wordt vervangen door:

„1.

te garanderen dat het ontwerp en de ontwerpwijzigingen van de producten, onderdelen en uitrustingsstukken voldoen aan de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen, en”.

37)

Punt 21.A.245 wordt vervangen door:

21.A.245   Erkenningseisen

De ontwerporganisatie moet, op basis van de in overeenstemming met punt 21.A.243 voorgelegde informatie, aantonen dat niet alleen is voldaan aan punt 21.A.239, maar dat bovendien:

a)

het personeel in alle technische afdelingen voldoende talrijk en ervaren is en voldoende bevoegdheden heeft gekregen om de hun toegewezen verantwoordelijkheden te kunnen vervullen, en deze, samen met de accommodatie, voorzieningen en uitrustingen, toereikend zijn om het personeel in staat te stellen de voor het product vastgelegde normen inzake luchtwaardigheid, operationele geschiktheid en milieubescherming te bereiken;

b)

er tussen en binnen de afdelingen een volledige en efficiënte coördinatie is met betrekking tot alle kwesties inzake luchtwaardigheid, operationele geschiktheid en milieubescherming.”.

38)

Punt 21.A.247 wordt vervangen door:

21.A.247   Wijzigingen van het ontwerpborgingssysteem

Nadat een erkenning als ontwerporganisatie is afgegeven, moet elke wijziging van het ontwerpborgingssysteem die invloed heeft op de conformiteit of de luchtwaardigheid, de operationele geschiktheid en de milieubeschermingskenmerken van het product, worden goedgekeurd door het Agentschap. Een schriftelijke aanvraag om goedkeuring moet worden ingediend bij het Agentschap en de ontwerporganisatie moet aan het Agentschap aantonen, op basis van ingediende voorstellen voor wijzigingen aan het handboek en alvorens de wijzigingen toe te passen, dat het na de toepassing zal blijven voldoen aan dit subdeel.”.

39)

Punt 21.A.251 wordt vervangen door:

21.A.251   Erkenningsvoorwaarden

De erkenningsvoorwaarden bepalen de ontwerpwerkzaamheden en de categorieën van producten, onderdelen en uitrustingsstukken waarvoor de ontwerporganisatie een erkenning als ontwerporganisatie heeft gekregen, evenals de functies en verplichtingen die de organisatie mag vervullen met betrekking tot de luchtwaardigheid, operationele geschiktheid en de geluidskenmerken, de brandstofventilatie en de uitlaatemissies van de producten. Voor erkenningen als ontwerporganisatie die een typecertificering of ETSO-autorisatie voor hulpaggregaten (APU) inhouden, moeten de erkenningsvoorwaarden ook nog een lijst van producten of hulpaggregaten bevatten. Deze voorwaarden worden afgegeven als onderdeel van een erkenning als ontwerporganisatie.”.

40)

Punt 21.A.263 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt b), onder 2, wordt vervangen door:

„2.

een typecertificaat of goedkeuring van een ingrijpende wijziging van een typecertificaat, of”;

b)

punt c), onder 1 en 2, wordt vervangen door:

„1.

wijzigingen van een typecertificaat en reparaties te classificeren als „ingrijpend” of „gering”;

2.

geringe wijzigingen van een typecertificaat en geringe reparaties goed te keuren;”.

41)

Punt 21.A.435, onder a), wordt vervangen door:

„a)

Een reparatie kan „ingrijpend” of „gering” zijn. De indeling moet gebeuren in overeenstemming met de criteria van punt 21.A.91 voor een wijziging van het typecertificaat.”.

42)

Punt 21.A.604, onder a), wordt vervangen door:

„a)

zijn de punten 21.A.15, 21.A.16B, 21.A.17A, 21.A.17B, 21.A.20, 21.A.21, 21.A.31, 21.A.33, 21.A.44 van toepassing in afwijking van de punten 21.A.603, 21.A.606, onder c), 21.A.610 en 21.A.615, met dien verstande dat een ETSO-autorisatie wordt afgegeven in plaats van een typecertificaat in overeenstemming met 21.A.606;”.

43)

Bijlage I (Deel 21), deel B, subdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

a)

de zin „De door het Agentschap vastgestelde administratieve procedures zijn van toepassing” wordt geschrapt;

b)

het volgende punt 21.B.70 wordt toegevoegd:

21.B.70   Goedkeuring van wijzigingen van typecertificaten

De goedkeuring van de wijzigingen van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid wordt opgenomen in de goedkeuring van de wijziging van het typecertificaat. Het Agentschap maakt echter gebruik van een afzonderlijk indelings- en goedkeuringsproces voor het aanbrengen van wijzigingen aan de gegevens betreffende de operationele geschiktheid.”.

44)

Punt 21.B.326, onder b), punt 1, iii), wordt vervangen door:

„iii)

het luchtvaartuig is geïnspecteerd in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van bijlage I (deel M) van Verordening (EG) nr. 2042/2003;”.

45)

Punt 21.B.327, onder a), punt 2, i), punt C), wordt vervangen door:

„C)

het luchtvaartuig is geïnspecteerd in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van bijlage I (deel M) van Verordening (EG) nr. 2042/2003;”.

46)

In aanhangsel I worden de blokken 14a, 14b, 14c, 14d en 14e van EASA-formulier 1 grijs gearceerd;

47)

In aanhangsel I wordt de inleidende zin bij de instructies voor het gebruik van EASA-formulier 1 vervangen door:

„Deze instructies gelden slechts voor het gebruik van EASA-formulier 1 voor productiedoeleinden. De aandacht wordt gevestigd op aanhangsel II van bijlage I (deel M) bij Verordening (EG) nr. 2042/2003, dat het gebruik beschrijft van EASA-formulier 1 voor onderhoudsdoeleinden”.