21.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/98


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2014

tot vaststelling van de organisatiestructuur en de werking van het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling en het Europees partnerschap voor innovatie-netwerk en tot intrekking van Besluit 2008/168/EG

(2014/825/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (1), en met name artikel 52, lid 4, en artikel 53, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 52, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 is een Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling opgericht om op Unieniveau een netwerk te vormen van de op het gebied van plattelandsontwikkeling werkzame nationale netwerken, organisaties en overheidsdiensten.

(2)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 is een Europees partnerschap voor innovatie-netwerk (hierna „het EIP-netwerk” genoemd) opgericht ter ondersteuning van het in artikel 55 van die verordening bedoelde EIP voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw, en om de vorming van een netwerk van operationele groepen, adviesdiensten en onderzoekers mogelijk te maken.

(3)

Er dienen bijgevolg regels te worden vastgesteld met betrekking tot de organisatiestructuur en de werking van zowel het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling (hierna „het ENPO” genoemd) als het EIP-netwerk.

(4)

Met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 52, lid 2, en artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 genoemde doelstellingen inzake netwerkvorming voor het platteland op Europees niveau van respectievelijk het ENPO en het EIP-netwerk, en met het oog op de uitvoering van de in artikel 52, lid 3, en artikel 53, lid 3, van diezelfde verordening genoemde taken van respectievelijk het ENPO en het EIP-netwerk, moet een vergadering van netwerken voor het platteland worden opgericht, waarvan tevens de taken en de structuur moeten worden vastgesteld, overeenkomstig het witboek van de Commissie over Europese governance (2) en de mededeling van de voorzitter aan de Commissie over een kader voor deskundigengroepen van de Commissie — horizontale voorschriften en openbaar register (3) (hierna „het kader voor deskundigengroepen van de Commissie” genoemd).

(5)

De vergadering moet in het bijzonder de uitwisseling en netwerkvorming stimuleren tussen publieke en private entiteiten die werkzaam zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling en innovatie met het oog op productiviteit en duurzaamheid in de landbouw. De vergadering moet zorgen voor coördinatie tussen het ENPO en het EIP-netwerk, moet het strategisch kader bieden voor de werkzaamheden van deze netwerken, ook voor de thematische werkzaamheden, en moet de monitoring en de evaluatie van deze werkzaamheden verzorgen. De vergadering moet de leden van de stuurgroep voordragen.

(6)

De vergadering moet bestaan uit nationale netwerken voor het platteland, beheersautoriteiten, betaalorganen, organisaties die op Unieniveau werkzaam zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling, plaatselijke groepen LEADER, aanbieders van landbouwadvies die werkzaam zijn op het gebied van innovatieondersteuning met betrekking tot operationele groepen, en onderzoeksinstellingen die werkzaam zijn op het gebied van innovatie met betrekking tot operationele groepen.

(7)

Om een open, transparante en evenwichtige vertegenwoordiging te garanderen, dienen de op het gebied van plattelandsontwikkeling op Unieniveau werkzame organisaties die lid zijn van de vergadering, de organisaties te zijn die in het kader van de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling (hierna „de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling” genoemd) overeenkomstig Besluit 2013/767/EU van de Commissie (4) zijn benoemd.

(8)

Om de doeltreffendheid en de efficiëntie van de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk te garanderen, moet overeenkomstig de adviezen van de vergadering een stuurgroep netwerken voor het platteland worden opgericht, waarvan tevens de taken en de structuur moeten worden vastgesteld.

(9)

De stuurgroep moet in het bijzonder zorgen voor de voorbereiding, uitvoering en follow-up van de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk. De stuurgroep moet de thematische werkzaamheden van de netwerken coördineren en zorgen voor de coördinatie van de werkzaamheden van de vergadering met die van andere deskundigengroepen en comités die in de context van plattelandsontwikkeling en van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen zijn opgericht.

(10)

De stuurgroep moet bestaan uit beheersautoriteiten en/of nationale netwerken voor het platteland, organisaties die op Unieniveau werkzaam zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling, nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor de evaluatie van plattelandsontwikkelingsprogramma's, aanbieders van landbouwadvies en/of onderzoeksinstellingen die werkzaam zijn op het gebied van landbouw.

(11)

Om een open en regelmatige dialoog te onderhouden tussen het ENPO, het EIP-netwerk en de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling, moeten de voorzitter en de vicevoorzitters van de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld in de hoedanigheid van waarnemer deel kunnen nemen aan de vergaderingen van de stuurgroep.

(12)

Er dienen voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de vergadering en van de stuurgroep te worden vastgesteld.

(13)

Persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5).

(14)

Bij Besluit 2008/168/EG van de Commissie (6) is de organisatiestructuur van het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 vastgesteld. Dat besluit moet bijgevolg worden ingetrokken.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP

Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit worden de organisatiestructuur en de werking van het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling (hierna „het ENPO” genoemd) en het Europees partnerschap voor innovatie-netwerk voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw (hierna „het EIP-netwerk” genoemd) vastgesteld door een vergadering en een stuurgroep op te richten en hun samenstelling, taken en werkingsregels vast te stellen.

HOOFDSTUK II

VERGADERING VAN NETWERKEN VOOR HET PLATTELAND

Artikel 2

Vergadering van netwerken voor het platteland

De vergadering van het ENPO en het EIP-netwerk, hierna „de vergadering” genoemd, wordt opgericht.

Artikel 3

Taken van de vergadering

De vergadering heeft met name de volgende taken:

a)

de uitwisseling en netwerkvorming stimuleren tussen publieke en private entiteiten die werkzaam zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling en innovatie met het oog op productiviteit en duurzaamheid in de landbouw;

b)

de coördinatie tussen het ENPO en het EIP-netwerk garanderen;

c)

het strategisch kader bieden voor de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk, ook voor de thematische werkzaamheden;

d)

passende monitoring en evaluatie van de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk garanderen in het licht van de in artikel 52, lid 2, en artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 vastgestelde doelstellingen en de in artikel 52, lid 3, en artikel 53, lid 3, van die verordening vastgestelde taken;

e)

de leden van de stuurgroep voordragen aan de directeur-generaal voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling (hierna „de directeur-generaal” genoemd).

Artikel 4

Leden van de vergadering

1.   De vergadering bestaat uit de volgende leden:

a)

nationale netwerken voor het platteland zoals bedoeld in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 (één lid per lidstaat);

b)

beheersautoriteiten zoals bedoeld in artikel 66 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 (één lid per lidstaat);

c)

betaalorganen zoals bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) (één lid per lidstaat);

d)

EU-brede niet-gouvernementele organisaties die geregistreerd zijn in het gezamenlijke Europese Transparantieregister, benoemd zijn tot lid van de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling overeenkomstig Besluit 2013/767/EU (hierna „de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling” genoemd) en belangstelling hebben getoond voor deelname aan de vergadering (maximaal 29 leden);

e)

EU-brede organisaties die regionale en/of lokale autoriteiten vertegenwoordigen die werkzaam zijn op het gebied van plattelandsontwikkeling, ook met betrekking tot de banden tussen stedelijke en plattelandsgebieden (maximaal 3 leden);

f)

plaatselijke groepen LEADER zoals bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 (één lid per lidstaat);

g)

aanbieders van landbouwadvies die werkzaam zijn op het gebied van innovatieondersteuning met betrekking tot operationele groepen (één lid per lidstaat);

h)

instellingen voor landbouwkundig onderzoek die werkzaam zijn op het gebied van innovatie met betrekking tot operationele groepen (één lid per lidstaat).

2.   De in lid 1, onder a), b), c), f), g) en h), bedoelde leden worden benoemd door de respectievelijke lidstaat.

De in lid 1, onder e), bedoelde leden worden door de directeur-generaal benoemd op basis van een uitnodiging tot aanmelding.

3.   De autoriteiten van de lidstaten benoemen de permanente vertegenwoordigers voor elke in lid 1, onder a), b), c), f), g) en h), genoemde categorie.

De in lid 1, onder d) en e), genoemde organisaties benoemen hun permanente vertegenwoordigers.

4.   De leden van de vergadering worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie (hierna „het register” genoemd) en op de website van het ENPO en het EIP-netwerk.

5.   Persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werking van de vergadering

1.   De vergadering wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De voorzitter roept ten minste één keer per jaar een vergadering bijeen.

2.   In overleg met de Commissie kan de vergadering subgroepen oprichten over specifieke thema's die verband houden met de doelstellingen en taken van het ENPO en het EIP-netwerk, waaronder permanente subgroepen inzake:

a)

innovatie voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw;

b)

LEADER en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling; en

c)

evaluatie van plattelandsontwikkelingsprogramma's.

De subgroepen verrichten thematische werkzaamheden op basis van een door de vergadering vastgelegd mandaat.

Niet-permanente subgroepen worden ontbonden zodra zij hun mandaat hebben vervuld.

3.   De vertegenwoordiger van de Commissie kan deskundigen en waarnemers van buiten de vergadering met specifieke bekwaamheid met betrekking tot een bepaald agendapunt op ad-hocbasis uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de vergadering of de subgroepen.

4.   De leden van de vergadering, alsook gastdeskundigen en waarnemers, voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (8). Bij niet-nakoming van die verplichtingen neemt de Commissie alle passende maatregelen.

5.   De vergadering en de subgroepen komen bijeen in de gebouwen van de Commissie, tenzij de voorzitter anders beslist. De diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat. Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen de bijeenkomsten van de vergadering en de subgroepen bijwonen.

6.   De vergadering stelt haar reglement van orde vast op basis van het door de Commissie vastgestelde standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

7.   De Commissie publiceert alle relevante documenten over de werkzaamheden van de vergadering (zoals agenda's, notulen en verklaringen van deelnemers) in het register of via een link in het register naar een specifieke website.

8.   De werkzaamheden van de vergadering worden gecoördineerd met die van andere deskundigengroepen en comités die zijn opgericht in de context van de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling alsook in de context van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9) en de fondsspecifieke verordeningen zoals bedoeld in die verordening.

Artikel 6

Vergoeding van kosten

1.   De leden van de vergadering ontvangen geen bezoldiging voor hun diensten.

2.   De reis- en verblijfkosten van de leden van de vergadering voor hun deelname aan de bijeenkomsten van de vergadering, de subgroepen ervan inbegrepen, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de geldende voorschriften van de Commissie.

3.   De in lid 2 bedoelde kosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure zijn toegekend, hiervoor volstaan.

HOOFDSTUK III

STUURGROEP NETWERKEN VOOR HET PLATTELAND

Artikel 7

Stuurgroep netwerken voor het platteland

De stuurgroep voor het ENPO en het EIP-netwerk, hierna „de stuurgroep” genoemd, wordt opgericht.

Artikel 8

Taken van de stuurgroep

De stuurgroep heeft met name de volgende taken:

a)

zorgen voor de voorbereiding, uitvoering en follow-up van de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk, overeenkomstig het door de vergadering geboden strategisch kader;

b)

de thematische werkzaamheden coördineren overeenkomstig het kader van de vergadering en zorgen voor de follow-up ervan;

c)

op permanente basis de doeltreffendheid en efficiëntie van de werkzaamheden van het ENPO en het EIP-netwerk beoordelen;

d)

de werkzaamheden van de vergadering coördineren met die van andere deskundigengroepen en comités die zijn opgericht in de context van de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling alsook in de context van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de fondsspecifieke verordeningen zoals bedoeld in die verordening;

e)

aan de vergadering verslag uitbrengen over zijn activiteiten.

Artikel 9

Leden van de stuurgroep

1.   De stuurgroep bestaat uit de volgende leden van de vergadering:

a)

beheersautoriteiten en/of nationale netwerken voor het platteland (één lid per lidstaat);

b)

EU-brede organisaties zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder d) en e) (maximaal twaalf leden);

c)

nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor de evaluatie van plattelandsontwikkelingsprogramma's (maximaal vier leden);

d)

aanbieders van landbouwadvies en/of instellingen voor landbouwkundig onderzoek zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder g) en h) (maximaal vier leden).

2.   De leden van de stuurgroep worden door de directeur-generaal benoemd op basis van een voorstel van de vergadering dat de geografische en thematische diversiteit van de leden van het ENPO en het EIP-netwerk weerspiegelt en rekening houdt met de bereidverklaring van de voorgestelde leden.

Voor elke in lid 1 genoemde categorie kan de vergadering een toerbeurtsysteem voor deelname aan de stuurgroep voorstellen.

3.   Een lid van de stuurgroep kan door de directeur-generaal op voorstel van de vergadering worden vervangen indien het lid:

a)

zich uit de stuurgroep terugtrekt;

b)

niet regelmatig vertegenwoordigers aanwijst voor de bijeenkomsten van de stuurgroep;

c)

niet langer in staat is doeltreffend bij te dragen aan de taken van de stuurgroep;

d)

zich niet houdt aan de geheimhoudingsplicht betreffende informatie die valt onder het beroepsgeheim als bepaald in artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

4.   De voorzitter en de vicevoorzitters van de groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld op het gebied van plattelandsontwikkeling kunnen in de hoedanigheid van waarnemer deelnemen aan de bijeenkomsten van de stuurgroep.

Artikel 10

Werkings- en vergaderkosten van de stuurgroep

Met betrekking tot de werkings- en vergaderkosten van de stuurgroep zijn de artikelen 5 en 6 van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Intrekking

Besluit 2008/168/EG wordt ingetrokken.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 november 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487.

(2)  Witboek van de Commissie — Europese governance, 25 juli 2001, COM(2001) 428 definitief.

(3)  Communication from the President to the Commission — Framework for Commission expert groups: horizontal rules and public register, 10 november 2012, C(2010) 7649 final.

(4)  Besluit 2013/767/EU van de Commissie van 16 december 2013 tot invoering van een kader voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld betreffende zaken die vallen onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Besluit 2004/391/EG (PB L 338 van 17.12.2013, blz. 115).

(5)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(6)  Besluit 2008/168/EG van de Commissie van 20 februari 2008 tot vaststelling van de organisatiestructuur voor het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling (PB L 56 van 29.2.2008, blz. 31).

(7)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

(8)  Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde (PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).