30.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 224/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 23 juli 2014

inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak voor vaartuigen die de vlag van Denemarken, Noorwegen en Zweden voeren

(2014/505/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 19 december 1966 ondertekenden Denemarken, Noorwegen en Zweden de Overeenkomst betreffende wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak en het Kattegat („de overeenkomst van 1966”), die op 7 augustus 1967 in werking is getreden.

(2)

Op grond van de overeenkomst van 1966 verleenden Denemarken, Noorwegen en Zweden elkaar toegang tot de visserij in het gebied tot vier zeemijl vanaf de basislijnen van het Skagerrak en het Kattegat. Deze overeenkomst bepaalde dat het gebied in kwestie, voor de toepassing van dergelijke visserij, als de volle zee diende te worden beschouwd en dat derhalve vlaggenstaatbevoegdheidsregels van toepassing waren in aangelegenheden als controle.

(3)

Met de toetreding van Denemarken en Zweden tot de Unie in respectievelijk 1973 en 1995 werd de Unie verantwoordelijk voor het beheer van de overeenkomst van 1966 namens die twee lidstaten.

(4)

Op 29 juli 2009 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken van Noorwegen Denemarken, als depositaris van de overeenkomst van 1966, ervan op de hoogte gesteld dat het de overeenkomst van 1966 wenste te beëindigen met een formele opzegging overeenkomstig die overeenkomst, met als gevolg dat de overeenkomst van 1966 op 7 augustus 2012 is vervallen.

(5)

De Raad heeft de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, met het Koninkrijk Noorwegen te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst inzake wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak en het Kattegat.

(6)

Op basis van die onderhandelingen is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak voor vaartuigen die de vlag van Denemarken, Noorwegen en Zweden voeren („de overeenkomst”) op 24 oktober 2013 geparafeerd.

(7)

De overeenkomst dient te worden ondertekend.

(8)

Met het oog op de continuïteit van de toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserij dient de overeenkomst, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voorlopig te worden toegepast gedurende een periode van maximaal twee jaar vanaf de datum van ondertekening ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak voor vaartuigen die de vlag van Denemarken, Noorwegen en Zweden voeren, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst, namens de Unie, te ondertekenen.

Artikel 3

De overeenkomst wordt, in afwachting van de inwerkingtreding ervan, voorlopig toegepast gedurende een periode van maximaal twee jaar vanaf de datum van ondertekening ervan (1).

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  De datum van ondertekening van de overeenkomst zal bekendgemaakt worden in het Publicatieblad van de Europese Unie door het secretariaat-generaal van de Raad.