15.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 april 2014

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Costa Rica, de Republiek El Salvador, de Republiek Guatemala, de Republiek Honduras, de Republiek Nicaragua en de Republiek Panama, anderzijds, wat betreft artikel 49, lid 3

(2014/210/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 79, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Costa Rica, de Republiek El Salvador, de Republiek Guatemala, de Republiek Honduras, de Republiek Nicaragua en de Republiek Panama, anderzijds (hierna „de overeenkomst”), is ondertekend op 15 december 2003, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip.

(2)

Overeenkomstig artikel 54, lid 1, van de overeenkomst treedt de overeenkomst in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar mededelen dat de voor de inwerkingtreding vereiste procedures zijn voltooid.

(3)

Alle partijen bij de overeenkomst, daaronder begrepen alle lidstaten van de Unie op het tijdstip waarop de overeenkomst ondertekend is, hebben inmiddels hun ratificatie-instrumenten neergelegd, uitgezonderd de Unie.

(4)

Artikel 49, lid 3, bevat de verplichtingen van de partijen inzake de overname van illegale migranten. Bijgevolg valt deze bepaling onder de werkingssfeer van het derde deel, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name onder artikel 79, lid 3, daarvan.

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, nemen deze lidstaten niet deel aan de aanneming van dit besluit en zijn de bepalingen daarvan niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaten.

(6)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken.

(7)

Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is.

(8)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd, wat artikel 49, lid 3, ervan betreft. Een apart besluit betreffende de sluiting van de overeenkomst, met uitzondering van artikel 49, lid 3, daarvan, zal gelijktijdig met onderhavig besluit worden vastgesteld (1),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Costa Rica, de Republiek El Salvador, de Republiek Guatemala, de Republiek Honduras, de Republiek Nicaragua en de Republiek Panama, anderzijds, wat betreft artikel 49, lid 3, wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 54 van de overeenkomst (3) bedoelde kennisgeving en doet de volgende kennisgevingen:

„Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is, en vanaf die datum oefent de Europese Unie alle rechten van de Europese Gemeenschap uit en treedt zij in alle verplichtingen van de Europese Gemeenschap. Verwijzingen in de tekst van de overeenkomst naar „de Europese Gemeenschap” of „de Gemeenschap” dienen derhalve in voorkomend geval te worden gelezen als verwijzingen naar „de Europese Unie” of „de Unie”.”;

„De bepalingen van de overeenkomst die vallen binnen het toepassingsgebied van het derde deel, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Unie, tenzij de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland de landen van Centraal-Amerika er van in kennis hebben gesteld dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland is gebonden als deel van de Europese Unie overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Indien het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland niet langer gebonden zijn als deel van de Europese Unie overeenkomstig artikel 4 bis van Protocol nr. 21, moet de Europese Unie tezamen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland de landen van Centraal-Amerika onmiddellijk in kennis stellen van iedere wijziging in hun positie; in dat geval blijven zij op persoonlijke titel gebonden door de bepalingen van de overeenkomst. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht.”.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 14 april 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  Besluit 2014/211/EU van de Raad (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(2)  De overeenkomst is samen met Besluit 2014/211/EU in PB L 111 van 5.4.2014, blz. 6, bekendgemaakt.

(3)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.