5.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/104


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 3 april 2014

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (voordien het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie) voor het begrotingsjaar 2012

(2014/546/EU, Euratom)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 (1),

gezien de geconsolideerde jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 — (COM(2013) 570 — C7-0273/2013) (2),

gezien de definitieve jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie voor het begrotingsjaar 2012,

gezien het verslag van de Commissie betreffende de follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2011 (COM(2013) 668) en de bijbehorende werkdocumenten van de diensten van de Commissie (SWD(2013) 348 en (SWD(2013) 349),

gezien het verslag van de Commissie over de evaluatie van de financiën van de Unie aan de hand van de bereikte resultaten (COM(2013) 461) en de bijbehorende werkdocumenten van de diensten van de Commissie (SWD(2013) 228 en SWD(2013) 229),

gezien het jaarverslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit over de in 2012 uitgevoerde interne controles (COM(2013) 606) en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2013) 314),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie voor het begrotingsjaar 2012, tezamen met de antwoorden van het agentschap (3),

gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2012 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd (4), overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de aanbeveling van de Raad van 18 februari 2014 over de aan de uitvoerende agentschappen te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2012 (05850/2014 — C7-0049/2014),

gezien de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid de artikelen 55, 145, 146 en 147,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (6), en met name de artikelen 62, 164, 165 en 166,

gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (7), en met name artikel 14, lid 3,

gezien Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (8), en met name artikel 66, eerste en tweede alinea,

gezien Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (9),

gezien Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/CE waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (10),

gezien Uitvoeringsbesluit. 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (11),

gezien artikel 76 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A7-0242/2014),

A.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie de begroting uitvoert en de programma’s beheert en dat zij overeenkomstig artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de begroting in samenwerking met de lidstaten uitvoert onder haar eigen verantwoordelijkheid en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer;

1.

verleent de directeur van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (voordien het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie) kwijting voor de uitvoering van de begroting van het uitvoerend agentschap voor het begrotingsjaar 2012;

2.

formuleert zijn opmerkingen in de resolutie die een integrerend deel uitmaakt van de besluiten tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, afdeling III — Commissie en uitvoerende agentschappen;

3.

verzoekt zijn voorzitter dit besluit, het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, afdeling III — Commissie en de resolutie die een integrerend deel uitmaakt van deze besluiten, te doen toekomen aan de directeur van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

De voorzitter

Martin SCHULZ

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB L 56 van 29.2.2012.

(2)  PB C 334 van 15.11.2013, blz. 1.

(3)  PB C 365 van 13.12.2013, blz. 49.

(4)  PB C 331 van 14.11.2013, blz. 10.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(7)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(8)  PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6.

(9)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85.

(10)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52.

(11)  PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73.