3.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/19

(1)

Bij artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 121/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), is voor 2012 en 2013 een regeling ingesteld voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, welke van toepassing blijft tot het jaarprogramma voor 2013 volledig is uitgevoerd.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1020/2012 van de Commissie (3) is het programma voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden vastgesteld en zijn daarvoor toereikende, aan het begrotingsjaar 2013 toe te rekenen financiële middelen toegewezen. Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 807/2010 van de Commissie (4) begint de uitvoeringsperiode van een jaarprogramma op 1 oktober en eindigt zij op 31 december van het daaropvolgende jaar. Teneinde te zorgen voor een vlotte overgang naar het in 2014 in te stellen Fonds voor Europese steun aan de meest behoeftigen, met name wat de bijstandsverstrekking betreft, en overeenkomstig de verzoeken die de Commissie van Spanje, Polen en Slovenië heeft ontvangen, lijkt het passend de uitvoeringsperiode van het jaarprogramma 2013 voor de distributie van levensmiddelen ten behoeve van de meest hulpbehoevenden te verlengen. Om een gelijke behandeling te waarborgen, dient de verlenging voor alle lidstaten te gelden.

(3)

Als gevolg van tegen de aanbestedingsprocedures ingeleide gerechtelijke procedures hebben zich in Griekenland vertragingen voorgedaan bij de ondertekening van de gunningscontracten; om die reden heeft Griekenland om een verlenging verzocht van de termijn voor het indienen van betalingsaanvragen overeenkomstig artikel 4, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1020/2012. Gelet op dit verzoek en op Griekenlands moeilijke financiële situatie is het passend deze verlenging toe te staan. Om een gelijke behandeling te waarborgen, dient deze afwijking voor alle lidstaten te gelden. Aangezien de termijn voor de indiening van betalingsaanvragen op 30 september was vastgesteld, dient deze afwijking met terugwerkende kracht van toepassing te zijn.

(4)

Boekhoudkundig moeten de voorschotten die door de betaalorganen aan de begunstigden worden uitbetaald, alsook de afwikkeling van de voorschotten op het niveau van de begunstigden, in de jaarrekeningen van de Commissie worden opgevoerd. Derhalve is het passend dat de lidstaten de termijn vaststellen waarbinnen de begunstigden van die betalingen de kostenstaten en bepaalde andere informatie met betrekking tot de voorschotten moeten indienen. Voorts is het passend de termijn voor het verstrekken van de gegevens door de lidstaten aan de Commissie vast te stellen op 1 februari 2014, wat overeenkomt met de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (5) genoemde termijn voor de indiening van de boekhoudgegevens.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1020/2012 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

1)

Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 1 bis

In afwijking van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 807/2010 eindigt de periode voor de uitvoering van het jaarlijkse distributieprogramma voor 2013 op 28 februari 2014.”.

2)

In artikel 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

„In afwijking van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 807/2010 worden betalingsaanvragen in het kader van het distributieprogramma 2013 uiterlijk op 15 oktober 2013 ingediend bij de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat.”.

3)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: