15.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 305/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1150/2013 VAN DE COMMISSIE

van 14 november 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof raapzaadolie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c), en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De werkzame stof raapzaadolie is in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) opgenomen bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (3) volgens de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie (4). Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5).

(2)

Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 18 december 2012 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor raapzaadolie (6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over raapzaadolie aan de kennisgever meegedeeld. De Commissie heeft de EFSA verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor raapzaadolie te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 3 oktober 2013 goedgekeurd in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor raapzaadolie.

(3)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stof raapzaadolie geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden voor raapzaadolie worden gewijzigd wat de maximale hoeveelheid van de toxicologisch relevante onzuiverheid erucazuur betreft.

(5)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten te wijzigen of in te trekken.

(7)

Er moet een redelijke termijn vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden toegestaan om de lidstaten, de kennisgevers en de houders van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften als gevolg van de wijziging van de goedkeuringsvoorwaarden.

(8)

Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie bevatten, moet deze periode uiterlijk 18 maanden na inwerkingtreding van de verordening verstrijken.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die raapzaadolie als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 september 2014 wijzigen of intrekken.

Artikel 3

Respijtperiode

Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 30 september 2015 aflopen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 november 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(3)  Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie van 18 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde verscheidene werkzame stoffen op te nemen (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89).

(4)  Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance plant oil/rape seed oil. EFSA Journal (2013) 11(1):3058. [45 blz.] doi: 10.2903/j.efsa.2013.3058. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal


BIJLAGE

In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt nummer 242 over de werkzame stof raapzaadolie vervangen door:

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„242

Plantaardige oliën/raapzaadolie

CAS-nr.: 8002-13-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

Raapzaadolie

Raapzaadolie is een complex mengsel van vetzuren

Relevante onzuiverheid: maximaal 2 % aan erucazuur

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over raapzaadolie (SANCO/2623/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op 3 oktober 2013 is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.”