22.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 224/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 798/2013 VAN DE COMMISSIE

van 21 augustus 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof pyrethrinen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (2) is overeenkomstig de procedure van artikel 24 ter van Verordening (EG) nr. 2229/2004 van de Commissie van 3 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) de werkzame stof pyrethrinen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (4) opgenomen. Sinds de vervanging van Richtlijn 91/414/EEG door Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt deze stof geacht krachtens die verordening te zijn goedgekeurd en is zij opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (5).

(2)

Overeenkomstig artikel 25 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 12 december 2012 haar standpunt over het ontwerpevaluatieverslag voor pyrethrinen (6) aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft haar standpunt over pyrethrinen aan de kennisgever meegedeeld. De Commissie heeft deze verzocht het ontwerpevaluatieverslag voor pyrethrinen te becommentariëren. Het ontwerpevaluatieverslag en het standpunt van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie binnen het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 16 juli 2013 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor pyrethrinen.

(3)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stof pyrethrinen geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten de goedkeuringsvoorwaarden voor pyrethrinen worden gewijzigd. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden gevraagd.

(5)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Er moet een redelijke termijn vóór de toepassing van deze verordening worden toegestaan om de lidstaten, de kennisgevers en de houders van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die pyrethrinen bevatten in staat te stellen te voldoen aan de voorschriften als gevolg van de wijziging van de goedkeuringsvoorwaarden.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 augustus 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89.

(3)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

(4)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(5)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance pyrethrins. EFSA Journal 2013;11(1):3032. [76 blz.] doi:10.2903/j.efsa.2013.3032. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal


BIJLAGE

In deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt rij 246 over de werkzame stof pyrethrinen vervangen door:

Nummer

Triviale naam, Identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„246

Pyrethrinen: 8003-34-7

CIPAC-nr. 32

Extract A: extracten van Chrysanthemum cinerariaefolium:

89997-63-7

pyrethrine 1: CAS-nr. 121-21-1

pyrethrine 2: CAS-nr. 121-29-9

cinerine 1: CAS-nr. 25402-06-6

cinerine 2: CAS-nr. 121-20-0

jasmoline 1: CAS-nr. 4466-14-2

jasmoline 2: CAS-nr. 1172-63-0

Extract B:

pyrethrine 1: CAS-nr. 121-21-1

pyrethrine 2: CAS-nr. 121-29-9

cinerine 1: CAS-nr. 25402-06-6

cinerine 2: CAS-nr. 121-20-0

jasmoline 1: CAS-nr. 4466-14-2

jasmoline 2: CAS-nr. 1172-63-0

Pyrethrinen zijn een complex mengsel van chemische stoffen.

Extract A: ≥ 500 g/kg pyrethrinen

Extract B: ≥ 480 g/kg pyrethrinen

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyrethrinen (SANCO/2627/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten met name letten op:

a)

het risico voor de toedieners en werknemers;

b)

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten in voorkomend geval het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en andere risicobeperkende maatregelen omvatten.

De aanvrager moet bevestigende informatie indienen wat betreft:

1.

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, waaronder gegevens over alle relevante verontreinigingen en de gelijkwaardigheid met de specificaties van het bij de toxiciteitsonderzoeken gebruikte testmateriaal;

2.

het risico van inhalering;

3.

de residudefinitie;

4.

de representativiteit van het hoofdbestanddeel „pyrethrine 1” wat betreft het lot en het gedrag in de bodem en in het water.

De aanvrager moet uiterlijk op 31 maart 2014 de in de punt 1 bedoelde informatie en uiterlijk op 31 december 2015 de in de punten 2, 3 en 4 bedoelde informatie indienen bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA.”