14.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 129/12 |
VERORDENING (EU) Nr. 431/2013 VAN DE RAAD
van 13 mei 2013
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 147/2003 betreffende een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van Somalië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 147/2003 van de Raad (2) wordt een algemeen verbod ingesteld op het verstrekken van technisch advies, bijstand, opleiding, financiering en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten aan personen, entiteiten of lichamen in Somalië. |
(2) |
Op 6 maart 2013 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2093 (2013) vastgesteld. Die Resolutie wijzigde het wapenembargo dat door Resolutie (UNSCR) 733 (1992) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was opgelegd en dat verder uitgewerkt werd in UNSCR 1425 (2002). UNSCR 2093 (2013) voorziet thans in een uitzondering op het verbod op bijstand met betrekking tot wapens en militaire uitrusting die bestemd zijn ter ondersteuning van de strategische partners van AMISOM, voor het personeel van de Verenigde Naties, en voor de opvolger van het politiek kantoor van de Verenigde Naties voor Somalië, en schort gedeeltijk het wapenembargo op met betrekking tot de ontwikkeling van de veiligheidsdiensten van de federale regering in Somalië. |
(3) |
Op 25 april 2013 heeft de Raad Besluit 2013/201/GBVB (3) tot wijziging van Besluit 2010/231/GBVB vastgesteld, waarbij in uitzonderingen gelijkaardig aan die in UNSCR 2093 (2013) wordt voorzien. |
(4) |
Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 147/2003 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 147/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 bis wordt vervangen door: „Artikel 2 bis In afwijking van artikel 1 mag de bevoegde instantie, genoemd op de in bijlage I vermelde websites, van de lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd, op de door haar passend geachte voorwaarden het volgende toestaan:
|
2) |
In artikel 3, lid 1, worden de punten c) en d) geschrapt. |
3) |
De tekst van de bijlage bij deze verordening wordt als bijlage III toegevoegd. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
E. GILMORE
(1) PB L 105 van 27.4.2010, blz. 17.
(2) PB L 24 van 29.1.2003, blz. 2.
(3) PB L 116 van 26.4.2013, blz. 10.
BIJLAGE
„BIJLAGE III
Lijst van in artikel 2 bis, onder e), bedoelde voorwerpen
1. |
Grond-luchtraketten, met inbegrip van draagbare luchtverdedigingssystemen (MANPADS); |
2. |
Kanonnen, houwitsers en vuurmonden met een kaliber groter dan 12,7 mm, en munitie en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen (niet inbegrepen zijn vanaf de schouder afgevuurde antitank-raketwerpers, zoals RPG’s of LAW’s, geweergranaten of granaatwerpers); |
3. |
Mortieren met een kaliber groter dan 82 mm; |
4. |
Geleide antitankwapens, waaronder geleide antitankprojectielen (ATGMs) en munitie en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; |
5. |
Voor militair gebruik bedoelde ladingen en apparaten die energetische materialen bevatten, mijnen en aanverwant materieel; |
6. |
Wapenvizieren die nachtzicht mogelijk maken.” |