1.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 398/2013 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het Elfpo

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie (2) is een aantal specifieke voorwaarden en regels vastgesteld voor onder meer het bijhouden van de rekeningen en de declaraties van uitgaven en ontvangsten door de betaalorganen en voor de vergoeding van die uitgaven door de Commissie in het kader van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

(2)

Krachtens artikel 26, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 moet de Commissie een tussentijdse betaling verrichten binnen 45 dagen te rekenen vanaf de registratie van een uitgavendeclaratie die voldoet aan de in lid 3 van dat artikel genoemde voorwaarden.

(3)

Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2006 kan de Commissie de in artikel 26, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bepaalde betalingstermijn voor het hele bedrag waarop de betalingsaanvraag betrekking heeft, of een deel daarvan tot de uitgavendeclaratie voor de volgende periode onderbreken wanneer de Commissie met name in geval van verschillen van mening, interpretatieverschillen of onsamenhangendheden met betrekking tot een uitgavendeclaratie de lidstaat om aanvullende informatie heeft verzocht.

(4)

Om ervoor te zorgen dat de middelen van de Unie worden gebruikt in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften, moet de Commissie overeenkomstig artikel 59, lid 6, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (3) betalingstermijnen onderbreken of betalingen opschorten indien daarin is voorzien in de sectorspecifieke regelgeving.

(5)

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 moet de Commissie nagaan of in de lidstaten beheers- en controlesystemen bestaan en of deze goed functioneren, en moet zij verlagingen of schorsingen van tussentijdse betalingen verrichten, met name in geval van tekortkomingen van deze systemen. Voorts kan de Commissie overeenkomstig de artikelen 27 en 27 bis tussentijdse betalingen verlagen of schorsen wanneer de aanvullende informatie die een lidstaat haar op verzoek heeft verstrekt, ontoereikend is.

(6)

Om de financiële belangen van de Unie met betrekking tot het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling te beschermen, moet het aantal in artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2006 genoemde gevallen waarin de termijn voor tussentijdse betalingen kan worden onderbroken, worden uitgebreid met situaties waarin de aan de Commissie verstrekte informatie erop wijst dat er ten aanzien van een betalingsaanvraag sprake is van onregelmatigheden of dat het functioneren van een beheers- en controlesysteem in een lidstaat tekortkomingen vertoont.

(7)

Verordening (EG) nr. 883/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Het Comité voor de landbouwfondsen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2006 wordt vervangen door:

„4.   Wanneer verdere controles nodig zijn op grond van verschillen van mening, interpretatieverschillen of onsamenhangendheden met betrekking tot een uitgavendeclaratie voor een referentieperiode die met name het gevolg zijn van het niet meedelen van de krachtens Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de uitvoeringsbepalingen daarvan te verstrekken informatie, of op grond van aanwijzingen dat er ten aanzien van uitgaven in de uitgavendeclaratie sprake is van een onregelmatigheid die ernstige financiële gevolgen heeft, of dat het functioneren van het beheers- en controlesysteem voor plattelandsontwikkeling tekortkomingen vertoont, verstrekt de betrokken lidstaat op verzoek van de Commissie aanvullende informatie binnen een termijn die in dat verzoek wordt vastgesteld naar gelang van de ernst van het probleem. Deze aanvullende informatie wordt verstrekt via het in artikel 15, tweede alinea, van de onderhavige verordening bedoelde beveiligde systeem voor de uitwisseling van gegevens en stukken.

De in artikel 26, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bepaalde betalingstermijn kan voor het hele bedrag waarop de betalingsaanvraag betrekking heeft, of een deel daarvan worden onderbroken vanaf de datum van toezending van het verzoek om informatie tot de ontvangst van de gevraagde informatie en uiterlijk tot de uitgavendeclaratie voor de volgende periode.

Indien de betrokken lidstaat het verzoek om aanvullende informatie niet binnen de in dat verzoek vastgestelde termijn beantwoordt of indien het antwoord ontoereikend wordt geacht of kan leiden tot de conclusie dat de regelgeving niet is nageleefd of dat middelen van de Unie onjuist zijn gebruikt, kan de Commissie de betalingen overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 schorsen of verlagen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 april 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)   PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)   PB L 171 van 23.6.2006, blz. 1.

(3)   PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.