23.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 52/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 148/2013 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2012

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters met technische reguleringsnormen inzake de minimale mate van gedetailleerdheid van de aan transactieregisters te rapporteren gegevens

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (2), en met name artikel 9, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om een zekere flexibiliteit mogelijk te maken, moet een tegenpartij de rapportage betreffende een contract aan de andere tegenpartij of aan een derde kunnen delegeren. Tegenpartijen moeten tevens in staat zijn in onderlinge overeenstemming de rapportage te delegeren aan een gemeenschappelijke derde entiteit, zoals onder meer een centrale tegenpartij (CTP), die dan één rapport met de desbetreffende tabel met de vereiste velden bij het transactieregister indient. Om de kwaliteit van de gegevens te waarborgen, moet in een dergelijke situatie in het rapport worden vermeld dat het namens beide tegenpartijen is ingediend en dat het de volledige reeks gegevens bevat die zouden zijn gerapporteerd indien elke tegenpartij het contract afzonderlijk had gerapporteerd.

(2)

Om inconsistenties in de tabellen met gemeenschappelijke gegevens te vermijden, moet iedere tegenpartij bij een derivatencontract erop toezien dat beide partijen bij de transactie het eens zijn over de gerapporteerde gemeenschappelijke gegevens. Een unieke transactiecode zal de aansluiting tussen de gegevens helpen verzekeren ingeval de tegenpartijen aan verschillende transactieregisters rapporteren.

(3)

Om dubbele rapportage te vermijden en de rapportagelasten te verlichten, moet het ingeval één tegenpartij of CTP namens beide tegenpartijen de rapportage verzorgt, toegestaan zijn dat de betrokken tegenpartij of CTP het transactieregister één rapport toezendt dat de vereiste informatie bevat.

(4)

De waardering van derivatencontracten is van essentieel belang opdat toezichthouders hun taken kunnen vervullen, met name wat de financiële stabiliteit betreft. De op basis van de marktwaarde of een modellenbenadering bepaalde waarde van een contract geeft aan welk teken en welke omvang de met het contract samenhangende blootstellingen hebben, en vormt een aanvulling op de informatie over de in het contract vermelde oorspronkelijke waarde.

(5)

Voor het adequaat monitoren van blootstellingen is het van essentieel belang dat informatie wordt verzameld over de zekerheden die op een specifiek contract betrekking hebben. Om dat mogelijk te maken, moeten tegenpartijen die hun transacties met zekerheden afdekken, gegevens op transactiebasis over dergelijke zekerheidsstellingen rapporteren. Wanneer de zekerheden zijn berekend op grond van de uit een reeks contracten voortvloeiende nettoposities en bijgevolg niet op transactiebasis maar op portefeuillebasis zijn gesteld, moeten tegenpartijen bij de rapportage betreffende de portefeuille kunnen gebruikmaken van een unieke code of een uniek nummeringssysteem zoals bepaald door de tegenpartij. Deze unieke code moet de specifieke portefeuille identificeren waarvoor zekerheden zijn uitgewisseld indien de tegenpartij meer dan een portefeuille heeft, en moet er ook voor zorgen dat een derivatencontract in verband kan worden gebracht met een specifieke portefeuille waarvoor zekerheden worden aangehouden.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA, European Securities and Markets Authority) aan de Commissie heeft voorgelegd en verduidelijkt welk een belangrijke rol transactieregisters spelen bij het transparanter maken van markten voor het publiek en de toezichthouders, en welke gegevens transactieregisters moeten ontvangen, verzamelen en beschikbaar stellen al naargelang de klasse van derivaten en de aard van de transactie.

(7)

De ESMA heeft de relevante autoriteiten en de leden van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) geraadpleegd voordat zij de ontwerpen van technische reguleringsnormen heeft ingediend waarop deze verordening is gebaseerd. Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (3) heeft de ESMA ook openbare raadplegingen over deze ontwerpen van technische reguleringsnormen gehouden, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van genoemde verordening opgerichte ESMA-Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Te verstrekken gegevens in de in artikel 9, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde rapporten

1.   In de bij een transactieregister in te dienen rapporten wordt onder meer het volgende vermeld:

a)

de gegevens beschreven in tabel 1 van de bijlage, die informatie over de tegenpartijen bij een contract bevat;

b)

de informatie beschreven in tabel 2 van de bijlage, die gegevens over het tussen de beide tegenpartijen gesloten derivatencontract bevat.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt onder sluiting van een contract „verrichten van een transactie” verstaan als bedoeld in artikel 25, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).

3.   Wanneer namens beide tegenpartijen één rapport wordt ingediend, bevat het de in tabel 1 van de bijlage beschreven informatie over elk van de tegenpartijen. De in tabel 2 van de bijlage beschreven informatie wordt slechts eenmaal ingediend.

4.   Wanneer namens beide tegenpartijen één rapport wordt ingediend, wordt dat feit in het rapport vermeld zoals aangegeven in veld 9 van tabel 1 van de bijlage.

5.   Wanneer de ene tegenpartij namens de andere tegenpartij de gegevens over een contract aan een transactieregister rapporteert of wanneer een derde entiteit namens één of beide tegenpartijen een contract aan een transactieregister rapporteert, bevat de gerapporteerde informatie de volledige reeks gegevens die zouden zijn gerapporteerd indien elke tegenpartij het contract afzonderlijk aan het transactieregister had gerapporteerd.

6.   Wanneer een derivatencontract kenmerken vertoont die typisch zijn voor meer dan één van de in tabel 2 van de bijlage vermelde klassen van onderliggende activa, wordt in het rapport de activaklasse aangegeven waarover beide tegenpartijen het eens zijn dat het contract het meest daarop lijkt voordat het rapport aan een transactieregister wordt toegezonden.

Artikel 2

Geclearde transacties

1.   Wanneer een bestaand contract vervolgens door een CTP wordt gecleard, wordt de clearing gerapporteerd als een wijziging van het bestaande contract.

2.   Wanneer een contract op een transactieplatform wordt gesloten en op zodanige wijze door een CTP wordt gecleard dat de ene tegenpartij de identiteit van de andere tegenpartij niet kent, vermeldt de rapporterende tegenpartij de betrokken CTP als haar tegenpartij.

Artikel 3

Rapportage van blootstellingen

1.   De uit hoofde van tabel 1 van de bijlage te vermelden gegevens over de zekerheden hebben betrekking op alle gestelde zekerheden.

2.   Wanneer een tegenpartij geen zekerheden stelt op transactiebasis, rapporteren de tegenpartijen de op portefeuillebasis gestelde zekerheden aan een transactieregister.

3.   Ingeval de met een contract samenhangende zekerheden op portefeuillebasis worden gerapporteerd, rapporteert de rapporterende tegenpartij aan het transactieregister een code die de portefeuille zekerheden identificeert die zijn verschaft aan de andere tegenpartij die bij het gerapporteerde contract betrokken is.

4.   Andere niet-financiële tegenpartijen dan die bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn niet verplicht gegevens over zekerheden of op basis van de marktwaarde of een modellenbenadering bepaalde waarderingen van de contracten als bedoeld in tabel 1 van de bijlage te verstrekken.

5.   Voor door een CTP geclearde contracten worden uitsluitend door de CTP marktwaarderingen verstrekt.

Artikel 4

Rapportagelogboek

Wijzigingen in de in transactieregisters geregistreerde gegevens worden bijgehouden in een logboek waarin het volgende is vermeld: de persoon of personen die om de wijziging hebben verzocht, met inbegrip van het transactieregister zelf indien toepasselijk, de reden of redenen voor de wijziging, een datum en tijdstempel, en een duidelijke beschrijving van de wijzigingen, met vermelding van onder meer de oude en nieuwe inhoud van de gegevens in kwestie, zoals aangegeven in de velden 58 en 59 van tabel 2 van de bijlage.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(3)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

(4)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

Aan transactieregisters te rapporteren gegevens

Tabel 1

Tegenpartijgegevens

 

Veld

Te rapporteren gegevens

Partijen bij het contract

1

Tijdstempel van de rapportage

Datum en tijdstip van de rapportage aan het transactieregister

2

ID van de tegenpartij

Unieke code ter identificatie van de rapporterende tegenpartij.

Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt een cliëntcode gebruikt.

3

ID van de andere tegenpartij

Unieke code ter identificatie van de andere tegenpartij bij het contract. Dit veld wordt ingevuld uit het oogpunt van de rapporterende tegenpartij. Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt een cliëntcode gebruikt.

4

Naam van de tegenpartij

Firmanaam van de rapporterende tegenpartij.

Dit veld behoeft niet te worden ingevuld als het veld „ID van de tegenpartij” deze informatie reeds bevat.

5

Vestigingsplaats van de tegenpartij

Informatie over de statutaire zetel, bestaande uit het volledige adres, de stad en het land van de rapporterende tegenpartij.

Dit veld behoeft niet te worden ingevuld als het veld „ID van de tegenpartij” deze informatie reeds bevat.

6

Bedrijfssector van de tegenpartij

Aard van de bedrijfsactiviteiten van de rapporterende tegenpartij (bank, verzekeringsonderneming enz.).

Dit veld behoeft niet te worden ingevuld als het veld „ID van de tegenpartij” deze informatie reeds bevat.

7

Financiële of niet-financiële aard van de tegenpartij

Vermelden of de rapporterende tegenpartij een financiële of niet-financiële tegenpartij is in de zin van artikel 2, punten 8 en 9, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

8

ID van de makelaar

Indien een makelaar als intermediair voor de rapporterende tegenpartij optreedt zonder dat hij een tegenpartij wordt, identificeert de rapporterende tegenpartij de betrokken makelaar aan de hand van een unieke code. Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt een cliëntcode gebruikt.

9

ID van de rapporterende entiteit

Indien de rapporterende tegenpartij de indiening van het rapport aan een derde of de andere tegenpartij heeft gedelegeerd, wordt deze entiteit in dit veld geïdentificeerd aan de hand van een unieke code. Anders wordt dit veld blanco gelaten.

Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt een cliëntcode gebruikt; deze code wordt toegewezen door de rechtspersoon op wie de als tegenpartij optredende natuurlijke persoon een beroep heeft gedaan om de transactie uit te voeren.

10

ID van het clearinglid

Indien de rapporterende tegenpartij geen clearinglid is, wordt haar clearinglid in dit veld geïdentificeerd aan de hand van een unieke code. Ingeval het een natuurlijke persoon betreft, wordt een door de CTP toegewezen cliëntcode gebruikt.

11

ID van de begunstigde

De partij waarvoor de uit het contract voortvloeiende rechten en verplichtingen gelden. Wanneer de transactie wordt uitgevoerd via een structuur (zoals een trust of fonds), die een aantal begunstigden vertegenwoordigt, wordt de begunstigde als de betrokken structuur geïdentificeerd. Als de begunstigde van het contract niet de tegenpartij bij dat contract is, identificeert de rapporterende tegenpartij deze begunstigde aan de hand van een unieke code of, ingeval het een natuurlijke persoon betreft, een cliëntcode die is toegewezen door de rechtspersoon op wie de betrokken natuurlijke persoon een beroep heeft gedaan.

12

Handelshoedanigheid

Aangeven of de rapporterende tegenpartij het contract als principaal voor eigen rekening (namens zichzelf of namens een cliënt), dan wel als agent voor rekening van en namens een cliënt heeft gesloten.

13

Zijde van de tegenpartij

Aangeven of het contract een koop of een verkoop was. Ingeval het een contract met betrekking tot een rentederivaat betreft, is de koper de betaler van deel 1 en de verkoper de betaler van deel 2.

14

Contract met een tegenpartij van buiten de EER

Aangeven aan of de andere tegenpartij buiten de EER is gevestigd.

15

Rechtstreeks verband houdend met de commerciële bedrijvigheid of het beheer van kasmiddelen

Informatie over het feit of van het contract objectief kan worden aangetoond dat het rechtstreeks verband houdt met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van de rapporterende tegenpartij als bedoeld in artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

Dit veld wordt niet ingevuld als de rapporterende tegenpartij een financiële tegenpartij is als bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

16

Clearingdrempel

Informatie over de vraag of de posities van de rapporterende tegenpartij boven de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde clearingdrempel uitkomen. Dit veld wordt niet ingevuld als de rapporterende tegenpartij een financiële tegenpartij is als bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

17

Waardering van het contract tegen marktwaarde

Waardering van het contract tegen marktwaarde of waardering op basis van een modellenbenadering indien zulks overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 toepasselijk is.

18

Valuta van de waardering van het contract tegen marktwaarde

De gehanteerde valuta voor de waardering van het contract tegen marktwaarde of voor de waardering op basis van een modellenbenadering indien zulks overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 toepasselijk is.

19

Waarderingsdatum

Datum van de laatste waardering tegen marktwaarde of op basis van een modellenbenadering.

20

Tijdstip van de waardering

Tijdstip van de laatste waardering tegen marktwaarde of op basis van een modellenbenadering.

21

Soort waardering

Aangeven of de laatste waardering tegen marktwaarde of op basis van een modellenbenadering heeft plaatsgevonden.

22

Zekerheidsstelling

Vermelden of zekerheden zijn gesteld.

23

Zekerhedenportefeuille

Aangeven of de zekerheden op portefeuillebasis zijn gesteld. Op portefeuillebasis betekent dat de zekerheden op grond van de uit een reeks contracten resulterende nettoposities in plaats van per transactie zijn berekend.

24

Code van de zekerhedenportefeuille

Indien de zekerheden op portefeuillebasis worden gerapporteerd, wordt de portefeuille geïdentificeerd aan de hand van een door de rapporterende tegenpartij vastgestelde unieke code.

25

Waarde van de zekerheden

De waarde van de zekerheden die de rapporterende tegenpartij aan de andere tegenpartij heeft verschaft. Indien de zekerheden op portefeuillebasis worden gesteld, bevat dit veld de waarde van alle voor de betrokken portefeuille gestelde zekerheden.

26

Valuta van de zekerheden

Specificeren van de valuta van de zekerheden voor veld 25.


Tabel 2

Gemeenschappelijke gegevens

 

Veld

Te rapporteren gegevens

Toepasselijke soorten derivatencontracten

 

Afdeling 2a —

Contractsoort

 

Alle contracten

1

Gehanteerde taxonomie

Het contract wordt geïdentificeerd aan de hand van een productidentificatiecode.

 

2

Product-ID 1

Het contract wordt geïdentificeerd aan de hand van een productidentificatiecode.

 

3

Product-ID 2

Het contract wordt geïdentificeerd aan de hand van een productidentificatiecode.

 

4

Onderliggende waarde

De onderliggende waarde wordt geïdentificeerd aan de hand van een unieke identificatiecode voor de betrokken onderliggende waarde. In geval van korven of indexen wordt een verwijzing naar een betrokken korf of index gebruikt wanneer er geen unieke identificatiecode bestaat.

 

5

Nominale valuta 1

De valuta van het nominale bedrag. Bij een contract met betrekking tot een rentederivaat is dit de valuta van deel 1.

 

6

Nominale valuta 2

De valuta van het nominale bedrag. Bij een contract met betrekking tot een rentederivaat is dit de valuta van deel 2.

 

7

Leverbare valuta

De te leveren valuta.

 

 

Afdeling 2b —

Gegevens over de transactie

 

Alle contracten

8

ID van de transactie

Een op Europees niveau overeengekomen unieke identificatiecode van de transactie die door de rapporterende tegenpartij wordt verstrekt. Als er geen unieke identificatiecode van de transactie bestaat, wordt de code gegenereerd en met de andere tegenpartij overeengekomen.

 

9

Referentienummer van de transactie

Een uniek identificatienummer van de transactie, dat wordt verstrekt door de rapporterende entiteit of door een derde die namens haar rapporteert.

 

10

Plaats van uitvoering

De plaats van uitvoering wordt geïdentificeerd aan de hand van een voor deze plaats gehanteerde unieke code. In geval van een otc-contract wordt aangegeven of het desbetreffende instrument tot de handel is toegelaten maar onderhands wordt verhandeld, dan wel of het niet tot de handel is toegelaten en onderhands wordt verhandeld.

 

11

Compressie

Aangeven of het contract het gevolg is van een compressie.

 

12

Prijs/tarief

De prijs per derivaat, exclusief provisie en opgelopen rente (indien toepasselijk).

 

13

Eenheid van de prijs

De wijze waarop de prijs is uitgedrukt.

 

14

Nominaal bedrag

Oorspronkelijke waarde van het contract.

 

15

Prijsmultiplicator

Aantal eenheden van het financiële instrument dat in een handelspartij is vervat; bijvoorbeeld het aantal derivaten dat door eenzelfde contract wordt vertegenwoordigd.

 

16

Hoeveelheid

Aantal in het rapport opgenomen contracten ingeval het rapport op meer dan een derivatencontract betrekking heeft.

 

17

Vooruitbetaling

Bedrag van eventuele vooruitbetalingen die de rapporterende tegenpartij heeft verricht of ontvangen.

 

18

Leveringstype

Aangeven of het contract fysiek of contant is afgewikkeld.

 

19

Tijdstempel van de uitvoering

Als omschreven in artikel 1, lid 2.

 

20

Ingangsdatum

Datum waarop de contractuele verplichtingen in werking treden.

 

21

Vervaldatum

Oorspronkelijke afloopdatum van het gerapporteerde contract. Vroegtijdige beëindiging wordt niet in dit veld gerapporteerd.

 

22

Einddatum

Beëindigingsdatum van het gerapporteerde contract. Indien deze datum niet verschilt van de vervaldatum, wordt dit veld niet ingevuld.

 

23

Afwikkelingsdatum

Datum van afwikkeling van de onderliggende waarde. Indien er meer is dan een, kunnen extra velden worden gebruikt (bv. 23A, 23B, 23C, …).

 

24

Soort raamovereenkomst

Verwijzing naar de naam van de desbetreffende raamovereenkomst indien bij het gerapporteerde contract van een dergelijke overeenkomst is gebruikgemaakt (bv. ISDA Master Agreement; Master Power Purchase and Sale Agreement; International ForEx Master Agreement; European Master Agreement of enigerlei lokale raamovereenkomsten).

 

25

Versie van de raamovereenkomst

Verwijzing naar het jaar van de versie van de voor de gerapporteerde transactie gehanteerde raamovereenkomst, indien toepasselijk (bv. 1992, 2002, …).

 

 

Afdeling 2c —

Risicolimitering/rapportage

 

Alle contracten

26

Tijdstempel van de bevestiging

Datum en tijdstip van de bevestiging, als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 (1) onder vermelding van de tijdzone waarin de bevestiging heeft plaatsgevonden.

 

27

Wijze van bevestiging

Of het contract elektronisch is bevestigd, niet-elektronisch is bevestigd, dan wel onbevestigd blijft.

 

 

Afdeling 2d —

Clearing

 

Alle contracten

28

Clearingverplichting

Aangeven of het gerapporteerde contract onderworpen is aan de clearingverplichting als bedoeld in Verordening (EU) nr. 648/2012.

 

29

Gecleard

Aangeven of de clearing heeft plaatsgevonden.

 

30

Tijdstempel van de clearing

Tijdstip en datum waarop de clearing heeft plaatsgevonden.

 

31

CTP

Ingeval het een gecleard contract betreft, de unieke code van de CTP die het contract heeft gecleard.

 

32

Intragroep

Aangeven of het contract is gesloten als een intragroeptransactie in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

 

 

Afdeling 2e —

Rente

Als een UPI wordt gerapporteerd die alle onderstaande informatie bevat, behoeft dit niet te worden gerapporteerd.

Rentederivaten

33

Vaste rente van deel 1

Vermelding van het gehanteerde vasterentedeel 1, indien toepasselijk.

 

34

Vaste rente van deel 2

Vermelding van het gehanteerde vasterentedeel 2, indien toepasselijk.

 

35

Dagtelling vaste rente

Feitelijk aantal dagen in de relevante berekeningsperiode van de betaler van de vaste rente, indien toepasselijk.

 

36

Betalingsfrequentie vast deel

Frequentie van de betalingen voor het vasterentedeel, indien toepasselijk.

 

37

Betalingsfrequentie variabel deel

Frequentie van de betalingen voor het variabelerentedeel, indien toepasselijk.

 

38

Herzieningsfrequentie variabele rente

Frequentie van de renteherzieningen voor het variabelerentedeel, indien toepasselijk.

 

39

Variabele rente van deel 1

Vermelding van de gehanteerde rentetarieven die op gezette tijden worden herzien in het licht van een marktreferentietarief, indien toepasselijk.

 

40

Variabele rente van deel 2

Vermelding van de gehanteerde rentetarieven die op gezette tijden worden herzien in het licht van een marktreferentietarief, indien toepasselijk.

 

 

Afdeling 2f —

Deviezen

Als een UPI wordt gerapporteerd die alle onderstaande informatie bevat, behoeft dit niet te worden gerapporteerd.

Valutaderivaten

41

Valuta 2

De „cross currency” indien deze verschilt van de leveringsvaluta.

 

42

Wisselkoers 1

Contractuele wisselkoers van de valuta’s

 

43

Termijnkoers

Termijnkoers op de valutadatum.

 

44

Wisselkoersbasis

Basis voor de notering van de wisselkoers.

 

 

Afdeling 2g —

Grondstoffen

Als een UPI wordt gerapporteerd die alle onderstaande informatie bevat, behoeft dit niet te worden gerapporteerd tenzij dit op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad  (2) verplicht is.

Grondstoffenderivaten

 

Algemeen

 

 

45

Grondstofbasis

Aangeven welke soort grondstof als onderliggende waarde van het contract fungeert.

 

46

Grondstofgegevens

Nadere bijzonderheden over de specifieke grondstof ter aanvulling van veld 45.

 

 

Energie

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1227/2011 te rapporteren informatie, indien toepasselijk.

 

47

Leveringspunt of -zone

Leveringspunt(en) van (een) marktgebied(en).

 

48

Interconnectiepunt

Vermelding van de grens (grenzen) of grenspunt(en) van een transportcontract

 

49

Leveringsprofiel

Te herhalen afdeling bestaande uit de velden 50 tot en met 54 voor het aangeven van het leveringsprofiel van het product welke overeenstemmen met de leveringsperioden van een dag.

 

50

Startdatum en -tijd van de levering

Aanvangsdatum en -tijd van de levering.

 

51

Einddatum en -tijd van de levering

Einddatum en -tijd van de levering.

 

52

Contractcapaciteit

Hoeveelheid per tijdsinterval van de levering.

 

53

Eenheid van de hoeveelheid

Per dag of per uur geleverde hoeveelheid in MWh of kWh/d van de onderliggende grondstof.

 

54

Prijs/geleverde hoeveelheid in een tijdsinterval

Indien toepasselijk, de prijs per hoeveelheid die in een tijdsinterval wordt geleverd.

 

 

Afdeling 2h —

Opties

Als een UPI wordt gerapporteerd die alle onderstaande informatie bevat, behoeft dit niet te worden gerapporteerd.

Contracten die een optie bevatten

55

Optiesoort

Aangeven of het contract een call of een put is.

 

56

Aard van de optie (uitoefening)

Aangeven of de optie uitsluitend op een vaste datum mag worden uitgeoefend (Europese en Aziatische optie), op een reeks vooraf bepaalde data (Bermudaanse optie), dan wel op gelijk welk moment van de looptijd van het contract (Amerikaanse optie).

 

57

Uitoefenprijs (maximum-/minimumprijs)

Uitoefenprijs van de optie.

 

 

Afdeling 2i —

Wijzigingen in het rapport

 

Alle contracten

58

Soort actie

Of het rapport:

voor het eerst een derivatencontract of posttransactionele gebeurtenis bevat, in welk geval de vermelding „nieuw” wordt ingevuld,

een wijziging in de gegevens van een eerder gerapporteerd derivatencontract bevat, in welk geval de vermelding „wijzigen” wordt ingevuld,

een annulering van een verkeerd ingediend rapport betreft, in welk geval de vermelding „fout” wordt ingevuld,

een beëindiging van een bestaand contract signaleert, in welk geval de vermelding „annuleren” wordt ingevuld,

een compressie van het gerapporteerde contract bevat, in welk geval de vermelding „compressie” wordt ingevuld,

een geactualiseerde waardering van een contract bevat, in welk geval de vermelding „actualisering van waardering” wordt ingevuld,

enigerlei andere wijziging in het rapport bevat, in welk geval de vermelding „andere” wordt ingevuld.

 

59

Bijzonderheden over soort actie

Ingeval in veld 58 de vermelding „andere” is ingevuld, worden hier nadere bijzonderheden over deze wijziging verstrekt.

 


(1)  Zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1.