20.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 47/20 |
VERORDENING (EU) Nr. 141/2013 VAN DE COMMISSIE
van 19 februari 2013
ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk, met betrekking tot statistieken op basis van de Europese gezondheidsenquête (EHIS)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk (1), en met name artikel 9, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1338/2008 schept een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk. |
(2) |
Conform artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2008 zijn uitvoeringsmaatregelen nodig om de te verstrekken gegevens en metagegevens over de gezondheidstoestand, gezondheidsdeterminanten en gezondheidszorg, zoals beschreven in bijlage I bij die verordening, te specificeren en om de referentieperioden en frequentie voor het verstrekken van deze gegevens te bepalen. |
(3) |
Deze gegevens vormen een minimale statistische gegevensverzameling die een beter toezicht op de gezondheidsprogramma’s van de Unie en op haar maatregelen betreffende sociale insluiting en sociale bescherming, ongelijkheden op het gebied van gezondheid en gezond ouder worden mogelijk moet maken. |
(4) |
Vertrouwelijke gegevens die door de lidstaten naar de Commissie (Eurostat) worden gezonden, moeten worden behandeld overeenkomstig het beginsel van statistische geheimhouding dat is neergelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de communautaire statistiek (2) en overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3). |
(5) |
Er is conform artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1338/2008 een kosten-batenanalyse gemaakt en geëvalueerd. Deze heeft aangetoond dat de beschikbaarheid van vergelijkbare gegevens in de hele Unie waarschijnlijk van groot nut zal zijn voor de besluitvorming over gezondheids- en sociale maatregelen en voor wetenschappelijke doeleinden, doordat het gebruik van gemeenschappelijke instrumenten consistentie van de gegevens tussen de landen mogelijk maakt, ook wanneer de eraan verbonden kosten variëren, afhankelijk van de mate van integratie van de vereiste variabelen en de methodologie binnen de bestaande nationale enquêtes. |
(6) |
De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Werkingssfeer
Communautaire statistieken op basis van de Europese gezondheidsenquête (EHIS) hebben betrekking op de gezondheidstoestand, gezondheidszorg en gezondheidsdeterminanten, alsook op sociaal-geografische kenmerken van de bevolking in de leeftijd van 15 jaar en ouder.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
1. „huishouden”: een alleenstaande, of een groep personen die samen in dezelfde particuliere woning wonen en hun uitgaven, waaronder die voor de noodzakelijke levensbehoeften, delen; deze definitie omvat geen collectieve huishoudens zoals ziekenhuizen, verzorgings- of andere tehuizen, gevangenissen, kazernes, religieuze instellingen, pensions en herbergen;
2. „gewone verblijfplaats”: de plaats waar een persoon gewoonlijk de dagelijkse rustperiode doorbrengt, ongeacht tijdelijke afwezigheid voor recreatie- of vakantiedoeleinden, vrienden- en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten, of, bij gebreke daaraan, de plaats van het legaal of geregistreerd verblijf.
Alleen de volgende personen worden als inwoner van het betrokken geografisch gebied beschouwd:
a) |
degenen die voor de referentiedatum ten minste twaalf maanden onafgebroken in hun gewone verblijfplaats hebben gewoond, of |
b) |
degenen die zich in de twaalf maanden voor de referentiedatum in hun gewone verblijfplaats hebben gevestigd met het voornemen daar ten minste een jaar te blijven. |
Indien de onder a) en b) omschreven omstandigheden niet kunnen worden vastgesteld, wordt onder „gewone verblijfplaats” de wettelijke of geregistreerde woonplaats verstaan;
3. „microgegevens”: niet-geaggregeerde waarnemingen of metingen van kenmerken van individuele eenheden;
4. „metagegevens”: gegevens die andere gegevens, alsook statistische bedrijfsprocessen bepalen en beschrijven.
Artikel 3
Vereiste gegevens
1. Elke lidstaat verstrekt de Commissie (Eurostat) de verzameling van microgegevens die zijn opgenomen in bijlage I.
2. Deze microgegevens worden aan de hand van nationaal representatieve kanssteekproeven verkregen.
3. Met het oog op een vergaande harmonisatie van de enquêteresultaten tussen de landen stelt de Commissie (Eurostat) in nauwe samenwerking met de lidstaten methodologische en praktische aanbevelingen en richtsnoeren voor de steekproefneming en de tenuitvoerlegging van de enquête voor in de vorm van een „Handboek Europese gezondheidsenquête”, met inbegrip van een modelvragenlijst.
4. De minimale effectieve steekproefgrootte, berekend op basis van de aanname van enkelvoudige aselecte steekproeftrekking, is vastgelegd in bijlage II. Er worden wegingsfactoren berekend om rekening te houden met de waarschijnlijkheid van selectie en non-response van eenheden en, in voorkomende gevallen, aanpassing van de steekproeftrekking aan externe gegevens die verband houden met de verdeling van personen in de doelpopulatie.
5. Kleine delen van het nationale grondgebied waarin niet meer dan 2 % van de nationale bevolking van de betreffende lidstaten is gevestigd, alsook de nationale grondgebieden genoemd in bijlage III, zijn uitgesloten.
Artikel 4
Referentiejaar en -populatie
1. Het referentiejaar is 2013, 2014 of 2015.
2. De referentiepopulatie is de groep personen van 15 jaar en ouder die op het moment van de gegevensverzameling deel uitmaken van een particulier huishouden dat zijn verblijfplaats op het grondgebied van de betrokken lidstaat heeft.
3. De gegevensverzameling wordt gespreid over ten minste drie maanden, met inbegrip van ten minste één maand in de herfst (september-december).
Artikel 5
Referentiemetagegevens
1. De referentiemetagegevens over kwaliteit worden verstrekt overeenkomstig de door de Commissie (Eurostat) gespecificeerde en met de lidstaten overeengekomen standaard voor het Europees statistisch systeem.
2. De lidstaten verstrekken deze metagegevens aan de Commissie (Eurostat) uiterlijk twee maanden na overdracht van de microgegevens.
Artikel 6
Verstrekking van microgegevens en referentiemetagegevens aan de Commissie (Eurostat)
1. De lidstaten verstrekken voltooide, gevalideerde en gewogen microgegevens en referentiemetagegevens over kwaliteit, als vereist door deze verordening, overeenkomstig een door de Commissie (Eurostat) gespecificeerde standaard voor de gegevensuitwisseling. Microgegevens en referentiemetagegevens over kwaliteit worden ingediend via de diensten van het centrale toegangspunt.
2. Microgegevens worden uiterlijk op 30 september 2015 of negen maanden na afloop van de nationale gegevensverzamelingsperiode beschikbaar gesteld, indien de enquête (deels) na december 2014 wordt uitgevoerd.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 februari 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 70.
(2) PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164.
(3) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
BIJLAGE I
Bij de Commissie (Eurostat) in te dienen microgegevens
TECHNISCHE ENQUÊTEVARIABELEN
Naam van de variabele |
Beschrijving |
Antwoordcategorieën en codes |
Filter |
||||||||||||||||
PID |
Identificatienummer van de respondent |
10-cijferig nummer
|
Iedereen |
||||||||||||||||
HHID |
Identificatienummer van het huishouden |
10-cijferig nummer
|
Iedereen |
||||||||||||||||
PRIMSTRAT |
Belangrijkste strata die zijn gebruikt bij de steekproeftrekking |
0001 – 9999
|
Iedereen |
||||||||||||||||
PSU |
Belangrijkste steekproefeenheden die zijn gebruikt bij de steekproeftrekking |
0001 – 9999
|
Iedereen |
||||||||||||||||
WGT |
Uiteindelijk individueel gewicht |
Getal 5,3
|
Iedereen |
||||||||||||||||
PROXY |
Werd de geselecteerde persoon geïnterviewd of werd iemand anders geïnterviewd (interview met gemachtigde) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||
REFYEAR |
Referentiejaar van het interview |
4 cijfers |
Iedereen |
||||||||||||||||
REFMONTH |
Referentiemaand van het interview |
1 – 12
|
Iedereen |
||||||||||||||||
INTMETHOD |
Wijze waarop de gegevens zijn verzameld |
|
Iedereen |
||||||||||||||||
INTLANG |
Gebruikte taal in het interview |
3-cijfercodes (Standard Code List van Eurostat)
|
Iedereen |
SOCIALE KERNVARIABELEN
Naam van de variabele |
Beschrijving |
Antwoordcategorieën en codes |
Filter |
|||||||||||||||||||||||||||||
SEX |
Geslacht van de respondent |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
AGE |
Leeftijd van de respondent in voltooide levensjaren op het moment van het interview |
Aantal in cijfers
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
COUNTRY |
Land van verblijf |
2 cijfers gebaseerd op NUTS, op het meest geaggregeerde niveau (niveau 0 of landsniveau)
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
BIRTHPLACE |
Geboorteland |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
CITIZEN |
Land van staatsburgerschap op het moment van gegevensverzameling |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
REGION |
Regio van verblijf |
Identificatiecode van de regio volgens NUTS op 2-cijferniveau
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
DEG_URB |
Urbanisatiegraad |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
MARSTALEGAL |
Burgerlijke staat |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
MARSTADEFACTO |
Feitelijke samenlevingsvorm |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HATLEVEL |
Hoogste afgesloten opleidingsniveau (Opleidingsniveau) |
Op basis van de ISCED-2011-classificatie
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
MAINSTAT |
Zelf opgegeven arbeidssituatie |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
FT_PT |
Voltijd-/deeltijdwerk |
|
MAINSTAT = 10 |
|||||||||||||||||||||||||||||
JOBSTAT |
Status in bedrijf |
|
MAINSTAT = 10 |
|||||||||||||||||||||||||||||
JOBISCO |
Beroep |
ISCO-08 gecodeerd op 2-cijferniveau
|
MAINSTAT = 10 |
|||||||||||||||||||||||||||||
LOCNACE |
Economische sector van werk |
NACE Rev. 2-secties
|
MAINSTAT = 10 |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS |
Aantal personen in het huishouden, inclusief respondent |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_0_4 |
Aantal personen van 4 jaar of jonger |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_5_13 |
Aantal personen van 5 tot en met 13 jaar |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_14_15 |
Aantal personen van 14 tot en met 15 jaar |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_16_24 |
Aantal personen van 16 tot en met 24 jaar |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_25_64 |
Aantal personen van 25 tot en met 64 jaar |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHNBPERS_65plus |
Aantal personen van 65 jaar of ouder |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHTYPE |
Type huishouden |
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HH_ACT |
Aantal werkenden van 16 tot en met 64 jaar in het huishouden |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HH_INACT |
Aantal werklozen of economisch niet-actieven van 16 tot en met 64 jaar in het huishouden |
0 – 98
|
Iedereen |
|||||||||||||||||||||||||||||
HHINCOME |
Equivalent maandelijks netto-inkomen van het huishouden |
|
Iedereen |
GEZONDHEIDSVARIABELEN
Naam van de variabele |
Beschrijving |
Antwoordcategorieën en codes |
Filter |
||||||||||||||||||||||
Gezondheidstoestand — Minimum Europese gezondheidsmodule |
|||||||||||||||||||||||||
HS1 |
Algemene gezondheid zoals ervaren door de respondent zelf: hoe iemand zijn of haar gezondheid in het algemeen beoordeelt |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
HS2 |
Langdurig gezondheidsprobleem: lijdt aan een ziekte of heeft een gezondheidsprobleem met een duur van ten minste zes maanden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
HS3 |
Algemene activiteitenbeperking: beperking van de activiteiten die mensen gewoonlijk uitvoeren, door gezondheidsproblemen gedurende ten minste de voorafgaande zes maanden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Ziekten en chronische aandoeningen |
|||||||||||||||||||||||||
CD1a |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan astma geleden (met inbegrip van allergische astma) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1b |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan chronische bronchitis, chronische obstructieve longziekte of emfyseem geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1c |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een myocardinfarct (hartaanval) gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1d |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan coronaire hartziekte of angina pectoris geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1e |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan hoge bloeddruk geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1f |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een beroerte (hersenbloeding, herseninfarct) gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1 g |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan artrose (uitgezonderd artritis) geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1h |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan een lage rugaandoening of een andere chronische rugkwaal geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1i |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan een nekaandoening of een andere chronische nekkwaal geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1j |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan diabetes geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1k |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden last gehad van een allergie, zoals rhinitis, oogontsteking, dermatitis, voedselallergie en dergelijke (uitgezonderd allergische astma) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1 l |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan levercirrose geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1 m |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden aan urine-incontinentie geleden of problemen met de controle over de blaasfunctie gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1n |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden nierproblemen gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
CD1o |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden onder een depressie geleden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Ongelukken en verwondingen |
|||||||||||||||||||||||||
AC1a |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een verkeersongeval gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AC1b |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een ongeval thuis gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AC1c |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een ongeval bij vrijetijdsbesteding gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AC2 |
Ernstigste medische zorginterventie voor het ernstigste ongeval in de voorafgaande twaalf maanden |
|
Indien AC1a = 1 of AC1b = 1 of AC1c = 1 |
||||||||||||||||||||||
Arbeidsverzuim (als gevolg van gezondheidsproblemen) |
|||||||||||||||||||||||||
AW1 |
Arbeidsverzuim als gevolg van persoonlijke gezondheidsproblemen in de voorafgaande twaalf maanden |
|
Indien MAINSTAT = 10 |
||||||||||||||||||||||
AW2 |
Aantal dagen arbeidsverzuim als gevolg van persoonlijke gezondheidsproblemen in de voorafgaande twaalf maanden |
Aantal dagen
|
Indien AW1 = 1 |
||||||||||||||||||||||
Fysieke en sensorische functiebeperkingen |
|||||||||||||||||||||||||
PL1 |
Draagt een bril of contactlenzen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PL2 |
Moeite om te zien, ook bij het dragen van een bril of contactlenzen |
|
Indien PL1 = 1 of 2 |
||||||||||||||||||||||
PL3 |
Gebruik van een gehoorapparaat |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PL4 |
Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een rustig vertrek wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat |
|
Indien PL3 = 1 of 2 |
||||||||||||||||||||||
PL5 |
Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een vertrek met meer lawaai wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat |
|
Indien PL3 = 1 of 2 en PL4 = 1 of 2 of 3 |
||||||||||||||||||||||
PL6 |
Moeite om zonder gebruik van een hulpmiddel een halve kilometer op vlak terrein te lopen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PL7 |
Moeite om twaalf traptreden op en af te lopen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Persoonlijke verzorging |
|||||||||||||||||||||||||
PC1a |
Moeite om zelf te eten en te drinken |
|
Indien AGE>= 65 |
||||||||||||||||||||||
PC1b |
Moeite om in of uit een bed of stoel te komen |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
PC1c |
Moeite om zich aan en uit te kleden |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
PC1d |
Moeite om het toilet te gebruiken |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
PC1e |
Moeite om te baden of douchen |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
PC2 |
Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet bezoeken, baden of douchen |
|
Indien (AGE >= 65) en {PC1a ≠ 1 of PC1b ≠ 1 of PC1c ≠ 1 of PC1d ≠ 1 of PC1e ≠ 1} |
||||||||||||||||||||||
PC3 |
Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet bezoeken, baden of douchen |
|
Indien (AGE >= 65) en {PC1a ≠ 1 of PC1b ≠ 1 of PC1c ≠ 1 of PC1d ≠ 1 of PC1e ≠ 1} |
||||||||||||||||||||||
Huishoudelijke activiteiten |
|||||||||||||||||||||||||
HA1a |
Moeite met het bereiden van maaltijden |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1b |
Moeite met het gebruik van de telefoon |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1c |
Moeite met boodschappen doen |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1d |
Moeite met het beheer van geneesmiddelen |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1e |
Moeite met het doen van licht huishoudelijk werk |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1f |
Moeite met het doen van incidenteel zwaar huishoudelijk werk |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA1 g |
Moeite met het beheer van de financiën en het uitvoeren van dagelijkse administratieve taken |
|
Indien AGE >= 65 |
||||||||||||||||||||||
HA2 |
Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken |
|
Indien (AGE >= 65) en {HA1a ≠ 1 of HA1b ≠ 1 of HA1c ≠ 1 of HA1d ≠ 1 of HA1e ≠ 1 of HA1f ≠ 1 of HA1 g ≠ 1} |
||||||||||||||||||||||
HA3 |
Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken |
|
Indien (AGE >= 65) en {HA1a ≠ 1 of HA1b ≠ 1 of HA1c ≠ 1 of HA1d ≠ 1 of HA1e ≠ 1 of HA1f ≠ 1 of HA1 g ≠ 1} |
||||||||||||||||||||||
Pijn |
|||||||||||||||||||||||||
PN1 |
Intensiteit van lichamelijke pijn gedurende de voorafgaande vier weken |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PN2 |
Mate waarin pijn normaal werk in de voorafgaande vier weken heeft belemmerd (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Geestelijke gezondheid |
|||||||||||||||||||||||||
MH1a |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken weinig belangstelling voor of plezier in het doen van dingen heeft gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1b |
Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken somber, neerslachtig of wanhopig heeft gevoeld |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1c |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om in te slapen of door te slapen of te veel heeft geslapen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1d |
Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken moe heeft gevoeld of weinig energie heeft gehad |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1e |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken een slechte eetlust heeft gehad of te veel heeft gegeten |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1f |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken een slecht gevoel over zichzelf heeft gehad of zich een mislukking heeft gevoeld |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1 g |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om zich te concentreren op dingen zoals de krant lezen of televisie kijken |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MH1h |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken zo langzaam heeft bewogen of gesproken of zo zenuwachtig of rusteloos is geweest dat dit andere mensen kan zijn opgevallen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Gezondheidszorg |
|||||||||||||||||||||||||
Gebruik van klinische en poliklinische zorg |
|||||||||||||||||||||||||
HO1 |
Opname als patiënt in een ziekenhuis in de afgelopen twaalf maanden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
HO2 |
Aantal nachten als patiënt doorgebracht in een ziekenhuis in de afgelopen twaalf maanden |
Getal 1 – 99
|
Indien HO1 = 1 |
||||||||||||||||||||||
HO3 |
Dagopname in een ziekenhuis in de afgelopen twaalf maanden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
HO4 |
Aantal keren dat de respondent in de afgelopen twaalf voor een dagopname is opgenomen in een ziekenhuis |
Getal 1 – 300
|
Indien HO3 = 1 |
||||||||||||||||||||||
Gebruik van ambulante zorg en thuiszorg |
|||||||||||||||||||||||||
AM1 |
Laatste keer dat een tandarts of orthodontist is bezocht (voor persoonlijke behandeling) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AM2 |
Laatste keer dat een huisarts is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AM3 |
Aantal keren dat een huisarts is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling) |
Getal 0 – 99
|
Indien AM2 = 1 |
||||||||||||||||||||||
AM4 |
Laatste keer dat een medisch specialist of chirurg is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AM5 |
Aantal keren dat een medisch of chirurgisch specialist is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling) |
Getal 0 – 99
|
Indien AM4 = 1 |
||||||||||||||||||||||
AM6a |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een fysiotherapeut of kinesitherapeut geraadpleegd |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AM6b |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een psycholoog of psychotherapeut geraadpleegd |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AM7 |
Gebruik van thuiszorgdiensten voor persoonlijke behoeften in de voorafgaande twaalf maanden |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Geneesmiddelengebruik |
|||||||||||||||||||||||||
MD1 |
Gebruik van door een arts voorgeschreven geneesmiddelen in de voorafgaande twee weken (uitgezonderd anticonceptie) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
MD2 |
Gebruik van niet door een arts voorgeschreven geneesmiddelen, kruidengeneesmiddelen of vitaminen in de voorafgaande twee weken |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Preventieve diensten |
|||||||||||||||||||||||||
PA1 |
Laatste keer dat de respondent is ingeënt tegen griep |
Maand/jaar (MMJJJJ) Nooit of te lang geleden (0)
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA2 |
Laatste keer dat de bloeddruk is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA3 |
Laatste keer dat het cholesterolgehalte van het bloed is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA4 |
Laatste keer dat de suikerspiegel van het bloed is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA5 |
Laatste keer dat een onderzoek op occult bloed in ontlasting is uitgevoerd |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA6 |
Laatste keer dat een colonoscopie is uitgevoerd |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PA7 |
Laatste keer dat een mammografie (röntgenfoto van de borst) is gemaakt |
|
Indien SEX = 2 |
||||||||||||||||||||||
PA8 |
Laatste keer dat een baarmoederhalsuitstrijkje is onderzocht |
|
Indien SEX = 2 |
||||||||||||||||||||||
Behoeften aan gezondheidszorg waarin niet wordt voorzien |
|||||||||||||||||||||||||
UN1a |
Behoefte aan gezondheidszorg in de voorafgaande twaalf maanden waarin niet is voorzien als gevolg van lange wachtlijst(en) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
UN1b |
Behoefte aan gezondheidszorg in de voorafgaande twaalf maanden waarin niet is voorzien als gevolg van afstand of vervoersproblemen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
UN2a |
Kon in de voorafgaande twaalf maanden een medisch onderzoek of medische behandeling niet betalen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
UN2b |
Kon in de voorafgaande twaalf maanden een tandheelkundig onderzoek of tandheelkundige behandeling niet betalen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
UN2c |
Kon in de voorafgaande twaalf maanden voorgeschreven geneesmiddelen niet betalen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
UN2d |
Kon in de voorafgaande twaalf maanden geestelijke gezondheidszorg (door bijvoorbeeld een psycholoog of psychiater) niet betalen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Gezondheidsdeterminanten |
|||||||||||||||||||||||||
Gewicht en lengte |
|||||||||||||||||||||||||
BM1 |
Lengte zonder schoenen |
Aantal cm
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
BM2 |
Gewicht zonder kleding en schoenen |
Aantal kg
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Fysieke activiteit/lichaamsbeweging |
|||||||||||||||||||||||||
PE1 |
Fysieke inspanning van werkzaamheden (zowel betaalde als onbetaalde werkzaamheden) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PE2 |
Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gelopen om van en naar plaatsen te komen |
Aantal dagen 1 – 7
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PE3 |
Tijd die op een typische dag wordt besteed aan lopen om van en naar plaatsen te komen |
|
Indien PE2 ≠ 0 |
||||||||||||||||||||||
PE4 |
Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gefietst om van en naar plaatsen te komen |
Aantal dagen 1 – 7
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PE5 |
Tijd die op een typische dag wordt besteed aan fietsen om van en naar plaatsen te komen |
|
Indien PE4 ≠ 0 |
||||||||||||||||||||||
PE6 |
Aantal dagen in een typische week waarin aan sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) wordt gedaan die leiden tot ten minste een geringe versnelling van de ademhaling of hartslag gedurende een ononderbroken periode van ten minste tien minuten |
Aantal dagen 1 – 7
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
PE7 |
Hoeveelheid tijd die in een typische week wordt besteed aan het beoefenen van sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) |
UUMM (uren/minuten)
|
Indien PE6 ≠ 0 |
||||||||||||||||||||||
PE8 |
Aantal dagen in een typische week waarop aan spierversterkende activiteiten wordt gedaan |
Aantal dagen 1 – 7
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Consumptie van fruit en groenten |
|||||||||||||||||||||||||
FV1 |
Frequentie waarmee fruit (exclusief sap) wordt gegeten |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
FV2 |
Aantal porties fruit per dag (exclusief sap) |
Getal 1 – 99
|
Indien FV1 = 1 |
||||||||||||||||||||||
FV3 |
Frequentie waarmee groente of salade (exclusief sap en aardappelen) wordt gegeten |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
FV4 |
Aantal porties groenten of salade (exclusief sap en aardappelen) per dag |
Getal 1 – 99
|
Indien FV3 = 1 |
||||||||||||||||||||||
Roken |
|||||||||||||||||||||||||
SK1 |
Type rookgedrag |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
SK2 |
Soort tabaksproduct dat wordt geconsumeerd |
|
Indien SK1 = 1 of 2 |
||||||||||||||||||||||
SK3 |
Gemiddeld aantal sigaretten per dag |
Getal 1 – 99
|
Indien SK1 = 1 en SK2 = 1 |
||||||||||||||||||||||
SK4 |
Frequentie van blootstelling aan tabaksrook binnenshuis |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Alcoholconsumptie |
|||||||||||||||||||||||||
AL1 |
Frequentie waarmee in de voorafgaande twaalf maanden een alcoholische consumptie, ongeacht van welke soort (bier, wijn, cider, sterke drank, cocktails, mixdrankjes, likeur, zelfgestookte alcoholische drank enz.), is genuttigd |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
AL2 |
Frequentie waarmee alcoholische drank wordt genuttigd op maandag tot en met donderdag |
|
Indien AL1 = 1, 2, 3 of 4 |
||||||||||||||||||||||
AL3 |
Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen (maandag tot en met donderdag) |
|
Indien (AL1 = 1, 2, 3 of 4) en (AL2 = 1, 2, 3 of 4) |
||||||||||||||||||||||
AL4 |
Frequentie waarmee alcoholische drank wordt genuttigd op vrijdag tot en met zondag |
|
Indien AL1 = 1, 2, 3 of 4 |
||||||||||||||||||||||
AL5 |
Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen (vrijdag tot en met zondag) |
|
Indien (AL1 = 1, 2, 3 of 4) en (AL4 = 1, 2, of 3) |
||||||||||||||||||||||
AL6 |
Frequentie van riskant drinkgedrag tijdens één gelegenheid (overeenkomend met 60 g pure ethanol of meer) in de voorafgaande twaalf maanden |
|
Indien AL1 = 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 |
||||||||||||||||||||||
Sociale steun |
|||||||||||||||||||||||||
SS1 |
Aantal naasten waarop men kan rekenen in geval van ernstige persoonlijke problemen |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
SS2 |
Mate van betrokkenheid die andere mensen tonen bij dat wat respondent doet |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
SS3 |
Hoe gemakkelijk is het om praktische hulp van buren te krijgen, wanneer men deze nodig heeft |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
Verlening van informele zorg of hulp |
|||||||||||||||||||||||||
IC1 |
Respondent verleent minstens één keer per week zorg of hulp aan een of meer personen die lijden aan een ouderdomskwaal, chronische gezondheidsaandoening of gebrek (professionele activiteiten uitgezonderd) |
|
Iedereen |
||||||||||||||||||||||
IC2 |
Overheersende relatie van de perso(o)n(en) die aan een chronische aandoening, een gebrek of ouderdomskwaal lijd(t)(en) en aan wie ten minste één keer per week door de respondent zorg of hulp wordt verleend |
|
Indien IC1 = 1 |
||||||||||||||||||||||
IC3 |
Aantal uren per week gedurende welke de respondent zorg of hulp verleent aan de perso(o)n(en) die aan een chronische aandoening, een gebrek of ouderdomskwaal lijd(t)(en) |
|
Indien IC1 = 1 |
BIJLAGE II
Uiteindelijk te bereiken steekproefgrootte
|
Te interviewen aantal personen van 15 jaar of ouder |
EU-lidstaten |
|
België |
6 500 |
Bulgarije |
5 920 |
Tsjechië |
6 510 |
Denemarken |
5 350 |
Duitsland |
15 260 |
Estland |
4 270 |
Ierland |
5 057 |
Griekenland |
6 667 |
Spanje |
11 620 |
Frankrijk |
13 110 |
Italië |
13 180 |
Cyprus |
4 095 |
Letland |
4 555 |
Litouwen |
4 850 |
Luxemburg |
4 000 |
Hongarije |
6 410 |
Malta |
3 975 |
Nederland |
7 515 |
Oostenrijk |
6 050 |
Polen |
10 690 |
Portugal |
6 515 |
Roemenië |
8 420 |
Slovenië |
4 486 |
Slowakije |
5 370 |
Finland |
5 330 |
Zweden |
6 200 |
Verenigd Koninkrijk |
13 085 |
Totaal van de EU-lidstaten |
194 990 |
Zwitserland |
5 900 |
IJsland |
3 940 |
Noorwegen |
5 170 |
Totaal inclusief Zwitserland, IJsland en Noorwegen |
210 000 |
BIJLAGE III
Nationale grondgebieden die zijn uitgesloten van de enquête
Land |
Nationaal grondgebied |
Frankrijk |
Franse overzeese departementen en grondgebieden |
Cyprus |
Het niet door de regering bestuurde gebied |
Nederland |
Caribische eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), de Waddeneilanden met uitzondering van Texel |
Ierland |
Alle eilanden voor de kust, met uitzondering van Achill, Bull, Cruit, Gorumna, Inishnee, Lettermore, Lettermullan en Valentia |
Verenigd Koninkrijk |
Het deel van Schotland ten noorden van het Caledonisch Kanaal, de Scilly-eilanden |