19.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 46/8 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 135/2013 VAN DE COMMISSIE
van 18 februari 2013
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 ter uitvoering van Beschikking 2009/470/EG van de Raad wat betreft de financiële steun van de Unie aan de referentielaboratoria van de EU voor diervoeders, levensmiddelen en diergezondheid
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name artikel 31, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 van de Commissie van 12 september 2011 ter uitvoering van Beschikking 2009/470/EG van de Raad wat betreft de financiële steun van de Unie aan de referentielaboratoria van de EU voor diervoeders, levensmiddelen en diergezondheid (2) stelt de voorschriften vast wat betreft de regelingen voor de toekenning van financiële steun van de Unie voor de activiteiten van de referentielaboratoria van de EU, inclusief voor de organisatie van workshops, alsook de voorwaarden waaronder die steun wordt verleend. |
(2) |
Om de administratieve last voor referentielaboratoria van de EU en de Commissie te beperken, moet de organisatie van workshops voldoen aan dezelfde voorschriften als die voor andere activiteiten van deze laboratoria. Die laboratoria moeten daarom niet langer specifieke financiële en technische verslagen over workshops indienen. De Commissie moet dan ook niet langer specifieke betalingen uitvoeren na de indiening en goedkeuring van die verslagen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Aangezien de wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 door deze verordening geen negatief effect hebben op de referentielaboratoria van de EU, wordt deze verordening met terugwerkende kracht van toepassing op 1 januari 2013. Deze terugwerkende kracht is noodzakelijk om een gelijkwaardige behandeling tussen referentielaboratoria van de EU te garanderen in gevallen waar workshops zijn georganiseerd vóór de datum waarop deze verordening van kracht is geworden. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Betaling van de steun Het saldo van de financiële steun van de Unie voor de werkprogramma’s wordt aan de laboratoria betaald na indiening van de financiële en technische verslagen, als bedoeld in artikel 11, lid 1, en de goedkeuring van deze verslagen door de Commissie.”. |
2) |
In hoofdstuk II wordt de titel vervangen door: |
3) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikelen 10 en 11 worden vervangen door: „Artikel 10 Subsidiabiliteit 1. De uitgaven met betrekking tot de volgende zaken zijn subsidiabel voor het werkprogramma van de laboratoria:
2. De in lid 1 bedoelde uitgaven zijn subsidiabel binnen de in het jaarlijkse financieringsbesluit vastgestelde grenzen en overeenkomstig de in de bijlagen II en IV vastgestelde subsidiabiliteitsregels. 3. Laboratoria dienen een schriftelijke aanvraag in bij de Commissie voor haar voorafgaande goedkeuring om de begroting van een van de in lid 1 bedoelde zaken met meer dan 10 % te verhogen zonder de in het jaarlijkse financieringsbesluit vermelde totale subsidiabele kosten te overschrijden. Artikel 11 Indiening van verslagen over het werkprogramma van de laboratoria 1. De laboratoria dienen uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar „n + 2” bij de Commissie de volgende verslagen in:
2. Uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar waarvoor het werkprogramma werd goedgekeurd, kan de financiële steun van de Unie door de Commissie worden verlaagd als het werkprogramma niet volledig of slecht wordt uitgevoerd.”. |
5) |
Artikel 12, tweede alinea, wordt geschrapt. |
6) |
Artikel 13 wordt geschrapt. |
7) |
Hoofdstuk III wordt geschrapt. |
8) |
De bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.
(2) PB L 241 van 17.9.2011, blz. 2.
BIJLAGE
De bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011 worden als volgt gewijzigd:
1) |
De bijlagen I a) tot en met III b) worden vervangen door: „BIJLAGE I a) (zie artikel 2, lid 2) Geraamde begroting per activiteit in euro:
BIJLAGE I b) (zie artikel 2, lid 2) Geraamde begroting voor uitgaven van laboratoria wat activiteiten van de Unie betreft voor het betrokken kalenderjaar Naam en adres van het referentielaboratorium van de EU: Bankrekening waarop de financiële steun van de Unie moet worden overgemaakt: BELANGRIJK: Alle prijzen moeten in euro zijn uitgedrukt. 1. PERSONEEL
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 2. UITBESTEDING
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 3. APPARATUUR
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 4. VERBRUIKSARTIKELEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 5. VERZENDING VAN MONSTERS VOOR VERGELIJKENDE TESTS
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 6. DIENSTREIZEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 7. WORKSHOPS
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 8. OPLEIDINGSACTIVITEITEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 9. VERGADERINGEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 10. ALGEMENE KOSTEN EN TOTALE UITGAVEN VOOR ACTIVITEITEN
BIJLAGE II Subsidiabiliteitsregels voor de uitgaven in verband met personeel, uitbesteding, apparatuur, verbruiksartikelen, verzending van monsters voor vergelijkende tests, dienstreizen, workshops, opleidingsactiviteiten, vergaderingen en algemene kosten (zie artikel 10, lid 2) 1. Personeel De kosten van het personeel (ongeacht de status daarvan) zijn beperkt tot de reële loonkosten, namelijk salarissen, sociale premies en pensioenpremies, voor het personeel dat voltijds of deeltijds specifiek voor de uitvoering van het werkprogramma is ingezet. Alle tijd die het personeel aan het werkprogramma besteedt, wordt geregistreerd en gecertificeerd op basis van 220 werkdagen/jaar (20 werkdagen/maand). De registratie en certificatie wordt ten minste eenmaal per maand gedaan door de aangewezen projectleider of een naar behoren gemachtigde senior medewerker van het personeel van de laboratoria. 2. Uitbesteding De vergoeding is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten. 3. Apparatuur De aanschaf-, leasing- of huurkosten van apparatuur zijn als directe kosten subsidiabel. Het voor vergoeding in aanmerking komende bedrag voor geleasete of gehuurde apparatuur mag niet meer bedragen dan het bedrag waarvoor deze apparatuur gekocht had kunnen worden. De vergoedingskosten worden als volgt berekend, waarbij:
Voor apparatuur die minder kost dan 3 000 EUR mogen de totale kosten worden gedeclareerd. Voor dergelijke apparatuur is er geen afschrijving. 4. Verbruiksartikelen De vergoeding is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten. Alle overige uitgaven voor administratie, reizen (met uitzondering van de in punt 6 bedoelde dienstreizen) en secretariaatswerkzaamheden worden beschouwd als in punt 10 bedoelde „algemene kosten”. 5. Verzending van monsters voor vergelijkende tests De vergoeding is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten voor de verzending van monsters voor vergelijkende tests. 6. Dienstreizen De reis- en hotelkosten van het personeel van de laboratoria voor de in het werkprogramma geplande dienstreizen worden terugbetaald overeenkomstig bijlage IV. Dagvergoedingen worden toegekend overeenkomstig bijlage IV. 7. Workshops Uitgaven in verband met reiskosten, hotelkosten en dagvergoedingen voor maximaal 32 deelnemers aan workshops zijn voor de organisatie van workshops subsidiabel. Bijkomende uitgaven in verband met reiskosten, hotelkosten en dagvergoedingen voor maximaal drie gastsprekers op workshops zijn voor de organisatie van workshops subsidiabel. Bijkomende uitgaven in verband met reiskosten, hotelkosten en dagvergoedingen voor maximaal tien vertegenwoordigers van derde landen op workshops zijn voor de organisatie van workshops subsidiabel. 8. Opleidingsactiviteiten De reis- en hotelkosten van maximaal 32 vertegenwoordigers van nationale referentielaboratoria voor de in het werkprogramma geplande opleidingsactiviteiten worden terugbetaald overeenkomstig bijlage IV. Dagvergoedingen worden toegekend overeenkomstig bijlage IV. 9. Vergaderingen De reis- en hotelkosten van maximaal acht externe deskundigen (met name deskundigen die niet behoren tot het personeel van referentielaboratoria van de EU) voor vergaderingen die plaatsvinden in de gebouwen van de laboratoria en in het werkprogramma zijn gepland, worden terugbetaald overeenkomstig bijlage IV. Dagvergoedingen worden toegekend overeenkomstig bijlage IV. 10. Algemene kosten Er wordt automatisch een vast bedrag toegepast van 7 % van de daadwerkelijke subsidiabele kosten, berekend op grond van alle directe kosten, zoals aangegeven in de punten 1 tot en met 9. BIJLAGE III a) (zie artikel 11, lid 1, onder a)) Financieel verslag per activiteit Uitgaven per activiteit in EUR
BIJLAGE III b) (zie artikel 11, lid 1, onder a)) Gecertificeerd financieel verslag Jaar: Referentienummer van het jaarlijkse financieringsbesluit: Naam en adres van het laboratorium: Maximumbedrag van de jaarlijkse financiële steun van de Unie:
Certificatie door het laboratorium Wij verklaren dat:
Verdeling naar categorie (in EUR) 1. PERSONEEL
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 2. UITBESTEDING
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 3. APPARATUUR
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 4. VERBRUIKSARTIKELEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 5. VERZENDING VAN MONSTERS VOOR VERGELIJKENDE TESTS
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 6. DIENSTREIZEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 7. WORKSHOPS
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 8. OPLEIDINGSACTIVITEITEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 9. VERGADERINGEN
Percentage van de totale begroting van het laboratorium: … % 10. ALGEMENE KOSTEN EN TOTALE UITGAVEN VOOR ACTIVITEITEN
|
2) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage V wordt geschrapt. |
(1) Aan te geven voor elke bij het project betrokken persoon: senior scientist, junior scientist, technicus, enz.
(2) Ambtenaar, arbeidscontractant, enz. — voor de arbeidscontractanten moeten de data van het begin en het einde van het contract worden aangegeven.
(3) Reëel brutomaandsalaris (geen loonschalen), inclusief sociale en andere op het loonstrookje vermelde premies.
(4) Berekend op grond van 220 werkdagen/jaar (20 werkdagen/maand).
(5) Voorbeelden: reagentia, proefdieren, klein laboratoriummateriaal, enz.
(6) Gelieve een gedetailleerde verdeling te vermelden.