9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 38/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 114/2013 VAN DE COMMISSIE
van 6 november 2012
houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de regels voor de toepassing van een afwijking van de specifieke CO2-emissiedoelstellingen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 11, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. 510/2011 kunnen fabrikanten van kleine aantallen (hierna „aanvragers” genoemd) alternatieve specifieke emissiedoelstellingen aanvragen die overeenstemmen met hun reductiepotentieel, inclusief het economische en technologische potentieel om hun specifieke CO2-emissies te beperken, rekening houdend met de kenmerken van de markt voor de geproduceerde types nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen. |
(2) |
Bij het bepalen van het reductiepotentieel van de aanvrager moet diens economische en technologische potentieel worden beoordeeld. Daarom moet de aanvrager gedetailleerde informatie over zijn economische activiteiten en de in de lichte bedrijfsvoertuigen gebruikte CO2-beperkende technologieën verstrekken. De gevraagde informatie heeft onder meer betrekking op gegevens die voor de aanvrager vlot beschikbaar zijn, en mag geen extra administratieve last opleveren. |
(3) |
Om de aanvragers een duidelijk referentieniveau voor de vaststelling van de specifieke emissiedoelstellingen te bieden, moeten de recentste beschikbare gegevens over de gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2010 worden gebruikt. Indien deze gegevens ontbreken, moet de doelstelling worden getoetst aan de gemiddelde specifieke CO2-emissies in het eerstvolgende kalenderjaar na 2010 waarvoor deze gegevens beschikbaar zijn. |
(4) |
Om de toepassing te vergemakkelijken, moet een lijst van fabrikanten met hun gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2010 worden verstrekt. De lijst is opgesteld volgens een op 9 juli 2012 gehouden officiële raadpleging van de lidstaten en de voornaamste belanghebbenden in de deskundigengroep voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van beleid inzake CO2-emissies door wegvoertuigen. |
(5) |
Om rekening te houden met de beperkte hoeveelheid door bepaalde aanvragers aangeboden producten en met de daaruit voortvloeiende beperkte mogelijkheden voor de verdeling van de inspanningen ter reductie van de gemiddelde specifieke CO2-emissies over de vloot, moet de aanvragers de keuze worden gelaten tussen een vaste jaarlijkse specifieke emissiedoelstelling voor de hele afwijkingsperiode of verschillende jaarlijkse doelstellingen, die aan het einde van de afwijkingsperiode leiden tot een reductie ten opzichte van het referentieniveau van 2010. |
(6) |
Overeenkomstig de uitzonderingsbepaling inzake de toegang van het publiek tot documenten van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (2), moeten bepaalde gegevens uit de aanvraag tot afwijking, met name gegevens inzake de productplanning van de aanvrager, de verwachte kosten en de gevolgen voor de winstgevendheid van de onderneming, worden uitgezonderd van de toegang van het publiek tot die gegevens, wanneer openbaarmaking daarvan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het commerciële belang. De afwijkingsbesluiten worden door de Commissie online gepubliceerd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
In deze verordening wordt gespecificeerd welke gegevens door aanvragers moeten worden verstrekt om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor een afwijking uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 is voldaan.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden naast de in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 510/2011 vastgestelde definities de volgende definities:
1. |
„aanvrager”: een fabrikant in de zin van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011; |
2. |
„voertuigkenmerken”: eigenschappen van het voertuig, waaronder de massa, de specifieke CO2-emissies, het aantal stoelen, de motorprestaties, de verhouding tussen vermogen en massa en de topsnelheid; |
3. |
„kenmerken van de markt”: informatie over de voertuigkenmerken en de namen en prijscategorieën van de lichte bedrijfsvoertuigen die rechtstreeks concurreren met de voertuigen waarvoor een afwijking wordt aangevraagd; |
4. |
„eigen productiefaciliteit”: een productie- of assemblagefabriek die uitsluitend door de aanvrager wordt gebruikt voor het exclusief voor die aanvrager produceren of assembleren van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, met inbegrip van voor de uitvoer bestemde lichte bedrijfsvoertuigen; |
5. |
„eigen designcentrum”: een faciliteit waar het volledige voertuig wordt ontworpen en ontwikkeld en die onder leiding staat van de aanvrager en uitsluitend door hem wordt gebruikt. |
Artikel 3
Aanvraag van een afwijking uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011
Een aanvraag van een afwijking uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 wordt door de aanvrager ingediend overeenkomstig het in bijlage I bij de onderhavige verordening opgenomen formulier en met vermelding van de in de artikelen 4 en 5 van de onderhavige verordening bedoelde gegevens.
Artikel 4
Informatie over de ontvankelijkheidscriteria
De aanvrager verstrekt de volgende informatie met betrekking tot de ontvankelijkheidscriteria:
a) |
informatie over de eigendomsstructuur van de fabrikant of groep van onderling verbonden fabrikanten, vergezeld van de toepasselijke, in bijlage II opgenomen verklaring; |
b) |
het aantal nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen dat officieel in de Unie is geregistreerd in de drie kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag waarvoor de aanvrager verantwoordelijk is, of wanneer die gegevens niet beschikbaar zijn, een van de volgende gegevens:
|
Artikel 5
Specifieke emissiedoelstelling en reductiepotentieel overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 510/2011
1. De aanvrager verstrekt de gemiddelde specifieke CO2-emissies van zijn nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen die in 2010 zijn geregistreerd, tenzij de gemiddelde specifieke CO2-emissies voor dat jaar zijn opgenomen in bijlage III. Indien deze informatie niet beschikbaar is, verstrekt de aanvrager de gemiddelde specifieke CO2-emissies van zijn nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen die in het eerstvolgende kalenderjaar na 2010 zijn geregistreerd.
2. De aanvrager verstrekt de volgende gegevens over zijn activiteiten:
a) |
voor het kalenderjaar vóór de datum van de aanvraag: het aantal werknemers en de omvang van de productiefaciliteit in vierkante meters; |
b) |
het exploitatiemodel van de productiefaciliteit, met vermelding van welke ontwerp- en productieactiviteiten door de aanvrager worden verricht en welke worden uitbesteed; |
c) |
indien het om een verbonden onderneming gaat: de technologie die wordt uitgewisseld tussen de fabrikanten, en welke activiteiten worden uitbesteed; |
d) |
voor de vijf kalenderjaren vóór de datum van de aanvraag: de verkoopvolumen, de jaaromzet, de nettowinst, de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling naar CO2-beperkende technologieën, en in het geval van een verbonden onderneming, de netto-overdrachten naar de moedermaatschappij; |
e) |
de kenmerken van de markt waarop hij actief is; |
f) |
de lijst van in het kalenderjaar vóór de datum van de aanvraag genoteerde prijzen van alle types lichte bedrijfswagens waarvoor de afwijking is aangevraagd, en de lijst van verwachte prijzen van de lichte bedrijfswagens die volgens planning zullen worden uitgebracht en waarvoor de afwijking wordt aangevraagd. |
De in de eerste alinea, onder d), bedoelde gegevens gaan vergezeld van de officiële gecertificeerde rekeningen, of worden door een onafhankelijke auditor gecertificeerd.
3. De aanvrager verstrekt de volgende gegevens over zijn technologische potentieel om zijn specifieke CO2-emissies te beperken:
a) |
de lijst van de CO2-beperkende technologieën die zijn gebruikt in de lichte bedrijfsvoertuigen die hij op de markt heeft gebracht in 2010 of, indien die gegevens niet beschikbaar zijn, in het eerstvolgende jaar na 2010 waarvoor gegevens beschikbaar zijn of, voor fabrikanten die van plan zijn hun intrede te doen op de markt, in het jaar waarin de afwijkingen van toepassing worden; |
b) |
de lijst van CO2-beperkende technologieën die worden gebruikt in zijn onder het programma voor de reductie van specifieke CO2-emissies vallende lichte bedrijfsvoertuigen en de extra kosten van deze technologieën voor elk voertuigtype waarop de aanvraag betrekking heeft. |
4. De aanvrager stelt overeenkomstig zijn reductiepotentieel een van de volgende doelstellingen voor:
a) |
een specifieke emissiedoelstelling die garandeert dat de gemiddelde specifieke emissies van CO2 bij het verstrijken van de afwijkingsperiode zijn verminderd ten opzichte van de in lid 1 bedoelde gemiddelde specifieke CO2-emissies. |
b) |
een jaarlijkse specifieke emissiedoelstelling voor elk jaar van de afwijkingsperiode die wordt vastgesteld om ervoor te zorgen dat de gemiddelde specifieke CO2-emissies gedurende de hele afwijkingsperiode worden verminderd ten opzichte van de in lid 1 bedoelde gemiddelde specifieke emissies van CO2. |
5. De door de aanvrager voorgestelde specifieke emissiedoelstelling of jaarlijkse specifieke emissiedoelstellingen gaat of gaan vergezeld van een programma voor de beperking van de specifieke CO2-emissies voor de nieuwe vloot.
In het programma voor de beperking van specifieke CO2-emissies wordt het volgende gespecificeerd:
a) |
het tijdschema voor de invoering van CO2-beperkende technologieën in de vloot van de aanvrager; |
b) |
het verwachte aantal geregistreerde nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in de EU per jaar voor de periode van de afwijking en de verwachte gemiddelde specifieke CO2-emissies en de gemiddelde massa; |
c) |
in het geval van jaarlijkse specifieke emissiedoelstellingen, de jaarlijkse verbetering van de specifieke CO2-emissies van de voertuigtypes waarin CO2-beperkende technologieën zijn ingevoerd. |
6. Of de aanvrager zijn specifieke emissiedoelstelling dan wel zijn jaarlijkse specifieke emissiedoelstellingen nakomt, wordt tijdens de afwijkingsperiode jaarlijks beoordeeld overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 510/2011.
Artikel 6
Beoordeling door de Commissie
1. Indien de Commissie binnen negen maanden na de officiële ontvangst van een volledige aanvraag uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 geen bezwaar heeft gemaakt, worden de voorwaarden voor het aanvragen van een afwijking als vervuld beschouwd.
Indien de Commissie constateert dat de aanvraag onvolledig is, kan om aanvullende inlichtingen worden verzocht. De Commissie kan de aanvraag afwijzen als de aanvullende inlichtingen niet binnen de in het verzoek genoemde termijn worden ingediend.
Indien de aanvraag wordt afgewezen wegens onvolledigheid of omdat de Commissie constateert dat de voorgestelde emissiedoelstelling niet in verhouding is met het reductiepotentieel van de aanvrager, mag de aanvrager een vervolledigde of herziene afwijkingsaanvraag indienen.
2. Aanvragen worden zowel op papier als elektronisch ingediend. De papieren versie wordt verstuurd naar het Secretariaat-generaal van de Europese Commissie, 1049 Brussel, België, onder vermelding van „Afwijking uit hoofde van Verordening (EU) nr. 510/2011”. De elektronische versie wordt verstuurd naar de in bijlage I vermelde functionele mailbox.
3. Blijkt de informatie in de aanvraag onjuist of onnauwkeurig te zijn, dan wordt de beslissing tot het toestaan van een afwijking ingetrokken.
Artikel 7
Openbaarheid van informatie
1. Indien een aanvrager van mening is dat in de aanvraag opgenomen gegevens niet openbaar mogen worden gemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 8, van Verordening (EU) nr. 510/2011, moet hij dit vermelden in de aanvraag en motiveren waarom openbaarmaking ervan zou leiden tot de ondermijning van de bescherming van de commerciële belangen van de aanvrager, met inbegrip van intellectuele eigendom.
2. De uitzondering op het in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vastgestelde recht van toegang van het publiek tot documenten geldt voor de volgende soorten informatie:
a) |
bijzonderheden betreffende het in artikel 5 bedoelde programma voor de beperking van de specifieke CO2-emissies, met name gegevens over de ontwikkeling van het productassortiment van de aanvrager; |
b) |
de verwachte invloed van CO2-beperkende technologieën op de productiekosten, de aankoopprijs van de voertuigen en de winstgevendheid van het bedrijf. |
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 november 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1.
(2) PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
BIJLAGE I
Standaardformulier voor een afwijkingsaanvraag door fabrikanten van lichte bedrijfsvoertuigen die voldoen aan de criteria van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011
De elektronische versie van de aanvraag moet naar het volgende e-mailadres worden verzonden:
EC-CO2-LDV-IMPLEMENTATION@ec.europa.eu
1. Naam, adres en contactpersoon van de fabrikant of groep van onderling verbonden fabrikanten
Naam van de fabrikant |
Postadres |
Naam van contactpersoon |
E-mailadres van contactpersoon |
Telefoonnummer van contactpersoon |
|
|
|
|
|
2. Naam, adres en contactpersoon van de vertegenwoordiger van de fabrikant in de EU (alleen wanneer een fabrikant buiten de EU is gevestigd)
Naam van de vertegenwoordiger van de fabrikant in de EU |
Postadres |
Naam van contactpersoon |
E-mailadres van contactpersoon |
Telefoonnummer van contactpersoon |
|
|
|
|
|
3. Criteria om in aanmerking te komen
3.1. Maakt de fabrikant deel uit van een groep van onderling verbonden fabrikanten?
|
JA (hecht de in bijlage II opgenomen verklaring aan) |
|
NEEN |
3.2. Maakt de aanvrager deel uit van een groep van onderling verbonden fabrikanten, maar exploiteert hij zijn eigen productiefaciliteiten en ontwerpcentrum?
|
JA (hecht de in bijlage II opgenomen verklaring aan; zie punt 3.3) |
|
NEEN (zie de punten 3.4 en 3.5) |
3.3. Aantal in de EU geregistreerde nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen indien de aanvraag betrekking heeft op een niet-verbonden fabrikant of op een verbonden fabrikant die zijn eigen productiefaciliteiten en ontwerpcentrum exploiteert
3.3.1. Officieel aantal in de drie kalenderjaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
3.3.2. Indien het in punt 3.3.1 bedoelde officiële aantal niet beschikbaar is voor de in dat punt bedoelde periode, een op verifieerbare gegevens gebaseerde schatting
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
3.3.3. Indien de aantallen in de punten 3.3.1 en 3.3.2 voor die periode niet beschikbaar zijn, de aantallen voor het laatste kalenderjaar waarvoor die gegevens beschikbaar zijn
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
3.4. Gelieve de volgende informatie te verstrekken indien de aanvraag betrekking heeft op een groep van onderling verbonden fabrikanten
Naam van de fabrikanten |
Postadres |
Naam van contactpersoon |
E-mailadres van contactpersoon |
Telefoonnummer van contactpersoon |
|
|
|
|
|
3.5. Het aantal geregistreerde nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in de EU van een groep van onderling verbonden fabrikanten indien de aanvraag betrekking heeft op een groep van onderling verbonden fabrikanten en de aanvrager geen eigen productiefaciliteiten en designcentrum exploiteert
3.5.1. Officieel aantal in de drie kalenderjaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
3.5.2. Indien het in punt 3.5.1 bedoelde officiële aantal niet beschikbaar is voor de in dat punt bedoelde periode, een op verifieerbare gegevens gebaseerde schatting
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
3.5.3. Indien de aantallen in de punten 3.5.1 en 3.5.2 voor die periode niet beschikbaar zijn, het aantal voor het laatste kalenderjaar waarvoor die gegevens beschikbaar zijn
Jaar |
|
|
|
Aantal EU-registraties |
|
|
|
4. Aangevraagde duur van de afwijking
Aantal kalenderjaren (maximaal 5) |
|
|
|
5. Voorstel voor een als vlootgemiddelde berekende specifieke emissiedoelstelling voor de afwijkingsperiode of voor afzonderlijke specifieke emissiedoelstellingen in het geval van jaarlijkse reducties (in g CO2/km)
Jaar |
|
|
|
|
|
Gemiddelde specifieke emissiedoelstelling (g CO2/km) |
|
|
|
|
|
6. Bedrijfsspecifieke informatie
6.1. Gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2010 indien deze niet zijn opgenomen in bijlage III (of indien deze niet beschikbaar zijn, in het eerstvolgende kalenderjaar na 2010 waarvoor ze beschikbaar zijn)
6.2. Aantal werknemers in het kalenderjaar vóór de datum van de aanvraag
6.3. Omvang van de productiefaciliteit in vierkante meters in het kalenderjaar vóór de datum van de aanvraag
6.4. Verkoopvolumen in de vijf jaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
|
|
Verkoopvolumen |
|
|
|
|
|
6.5. Jaarlijkse omzet in de vijf jaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
|
|
Omzet |
|
|
|
|
|
6.6. Kenmerken van de markt
Gegevens over geplande producten die op het moment van de aanvraag niet op de markt beschikbaar zijn, moeten worden verstrekt in het vertrouwelijke deel van deze aanvraag:
a) |
de kenmerken van het voertuig; |
b) |
de naam en prijscategorie van rechtstreeks concurrerende voertuigen in het jaar vóór de datum van de aanvraag; |
c) |
de lijst van de genoteerde prijzen van de voertuigen waarvoor de afwijking wordt aangevraagd in het kalenderjaar vóór de datum van de aanvraag of in het eerste jaar vóór of na de aanvraag waarvoor gegevens beschikbaar zijn. |
6.7. Korte beschrijving van het exploitatiemodel van de productiefaciliteit
VERTROUWELIJK DEEL VAN DE AANVRAAG
6.8. Nettowinst in de vijf jaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
|
|
Nettowinst |
|
|
|
|
|
6.9. Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling naar CO2-beperkende technologieën in de vijf jaren voorafgaand aan de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
|
|
O&O-uitgaven |
|
|
|
|
|
6.10. In het geval van verbonden ondernemingen, netto-overdrachten naar de moedermaatschappij in de vijf jaren vóór de datum van de aanvraag
Jaar |
|
|
|
|
|
Netto-overdrachten |
|
|
|
|
|
7. Bijzonderheden betreffende de lichte bedrijfsvoertuigen die op de EU-markt zullen worden uitgebracht en waarvoor de aanvrager veranwoordelijk wordt
7.1. Kenmerken van de markt
7.1.1. Voertuigkenmerken
7.1.2. Namen en prijscategorieën van rechtstreeks concurrerende voertuigen in het jaar dat voorafgaat aan de datum van de aanvraag
7.1.3. Verwachte prijslijst van de voertuigen waarop de aanvraag betrekking heeft
8. Het technologische potentieel van de aanvrager om zijn specifieke CO2-emissies te verminderen
8.1. Lijst van in 2010 in de vloot van de aanvrager gebruikte CO2-beperkende technologieën
8.2. Indien de in punt 8.1 bedoelde lijst niet beschikbaar is, de lijst voor het eerstvolgende jaar na 2010 waarvoor hij beschikbaar is
8.3. In het geval van aanvragers die van plan zijn hun intrede te doen op de EU-markt moet de in punt 8.1 bedoelde lijst worden verstrekt voor het eerste jaar van de afwijking
9. Het programma van de aanvrager voor de beperking van de specifieke CO2-emissies
9.1. Tijdschema voor het gebruik van CO2-beperkende technologieën in de vloot
9.2. Verwacht vlootgemiddelde voor de afwijkingsperiode
9.2.1. Aantal registraties in de EU van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen per jaar tijdens de afwijkingsperiode
9.2.2. Verwachte gemiddelde massa van de voertuigen die op de EU-markt zullen worden uitgebracht, het vermogen van de motoren daarvan en informatie over de inrichting van de aandrijving
9.2.3. Verwachte gemiddelde CO2-emissies van de voertuigen die op de EU-markt zullen worden uitgebracht
9.3. CO2-beperkende technologieën die in het kader van het programma voor de beperking van de specifieke CO2-emissies in de vloot van de aanvrager zullen worden ingezet
9.4. De extra kosten per voertuigtype van de technologieën die in het kader van het programma voor de beperking van de specifieke CO2-emissies zullen worden ingezet
9.5. In het geval van jaarlijkse doelstellingen, de jaarlijkse verbetering van de specifieke CO2-emissies van de voertuigtypes waarin CO2-beperkende technologieën zijn geïntroduceerd.
BIJLAGE II
Standaardformulier voor de verklaring betreffende de eigendomsstructuur
Artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 510/2011
Hierbij verklaar ik dat ik wettelijk bevoegd ben tot het vertegenwoordigen van [naam] (de fabrikant), die uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 een afwijking aanvraagt en die geen deel uitmaakt van een groep van onderling verbonden fabrikanten in de zin van artikel 3, lid 2, van die verordening. Voor zover mij bekend komt [naam] (de aanvrager) in aanmerking om een afwijking aan te vragen uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 en zijn de gegevens in de aanvraag correct en nauwkeurig. Informatie over de eigendomsstructuur van [naam] (de fabrikant) is bij deze verklaring gevoegd.
Handtekening |
Datum |
Directeur van [fabrikant]
Artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 510/2011
Hierbij verklaar ik dat ik wettelijk bevoegd ben tot het vertegenwoordigen van [naam] (de fabrikant), die uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 een afwijking aanvraagt en die deel uitmaakt van een groep van onderling verbonden fabrikanten in de zin van artikel 3, lid 2, van die verordening. Voor zover mij bekend komt [naam] (de aanvrager) in aanmerking om een afwijking aan te vragen uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 en zijn de gegevens in de aanvraag correct en nauwkeurig. Informatie over de eigendomsstructuur van [naam] (de fabrikant) is bij deze verklaring gevoegd.
Handtekening |
Datum |
Directeur van [fabrikant]
Artikel 11, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 510/2011
Hierbij verklaar ik dat ik wettelijk bevoegd ben tot het vertegenwoordigen van [naam] (de fabrikant), die uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2009 een afwijking aanvraagt en die deel uitmaakt van een groep van onderling verbonden fabrikanten in de zin van artikel 3, lid 2, van die verordening, maar die zijn eigen productiefaciliteiten en ontwerpcentrum beheert als bedoeld in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 114/2013 van de Commissie. Voor zover mij bekend komt [naam] (de aanvrager) in aanmerking om een afwijking aan te vragen uit hoofde van artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2011 en zijn de gegevens in de aanvraag correct en nauwkeurig. Informatie over de eigendomsstructuur van [naam] (de fabrikant) is bij deze verklaring gevoegd.
Handtekening |
Datum |
Directeur van [fabrikant]
BIJLAGE III
EU-lijst van gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2010 per fabrikant
Merk |
Gemiddelde emissies (g/km) |
Citroën |
158,96 |
Dacia |
154,13 |
Fiat |
159,99 |
Ford |
202,00 |
Giotti victoria |
167,59 |
Great wall |
190,13 |
Hyundai |
219,73 |
Isuzu |
223,86 |
Iveco |
229,05 |
Jeep |
240,17 |
Kia |
193,29 |
Land rover |
276,93 |
LDV |
234,60 |
Mazda |
247,08 |
Mercedes |
226,29 |
Mitsubishi |
221,87 |
Mitsubishi fuso |
286,83 |
Nissan |
214,11 |
Opel |
183,30 |
Peugeot |
156,84 |
Piaggio |
135,85 |
Renault |
165,47 |
Renault trucks |
250,11 |
Skoda |
136,13 |
Ssangyong |
222,72 |
Tata |
223,00 |
Toyota |
215,41 |
Vauxhall |
162,09 |
Volkswagen |
193,43 |
Volvo |
186,40 |