28.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/107


RICHTLIJN 2013/31/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 juni 2013

tot wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Unie van honden, katten en fretten

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Unie van honden, katten en fretten zijn vastgesteld in Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, punt I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (3).

(2)

Die voorschriften verwijzen naar de relevante veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten naar een lidstaat uit een andere lidstaat of uit derde landen en gebieden, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren (4).

(3)

De intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 door Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren (5) maakt het nodig dat Richtlijn 92/65/EEG wordt gewijzigd om de verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 998/2003 te schrappen en te vervangen door verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 576/2013.

(4)

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (6) is onder meer van toepassing op het vervoer van honden, katten en fretten binnen de Unie. Daarom moet een verwijzing naar die verordening worden ingevoegd in Richtlijn 92/65/EEG die de voor de handel in die dieren geldende veterinairrechtelijke voorschriften vaststelt.

(5)

Bovendien is uit de ervaring met de toepassing van Richtlijn 92/65/EEG gebleken dat het uitvoeren van het klinische onderzoek van een dier binnen 24 uur vóór verzending in de meeste gevallen onuitvoerbaar is. Daarom moet de in Richtlijn 92/65/EEG vastgestelde tijdslimiet tot 48 uur worden verlengd, zoals aanbevolen door de Wereldorganisatie voor diergezondheid.

(6)

De Commissie is van mening dat het in dit bijzondere geval niet gerechtvaardigd is om de lidstaten te vragen aan de Commissie verklarende documenten te verstrekken om de relatie tussen de bepalingen van deze richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsdocumenten toe te lichten. Deze richtlijn voorziet in een zeer beperkt aantal wijzigingen van Richtlijn 92/65/EEG die het voor de Commissie mogelijk moeten maken om de informatie te verkrijgen die nodig is om de omzetting te controleren zonder aanzienlijke middelen aan deze taak te wijden. De lidstaten dienen in elk geval de tekst van de omgezette maatregelen aan de Commissie toe te sturen.

(7)

Richtlijn 92/65/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtlijn 92/65/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Om te worden toegelaten tot het handelsverkeer moeten honden, katten en fretten:

a)

voldoen aan de in artikel 6 en, wanneer van toepassing, in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren (7) vastgestelde voorwaarden;

b)

een klinisch onderzoek ondergaan dat door een door de bevoegde autoriteit daartoe gemachtigde dierenarts binnen 48 uur vóór het tijdstip van verzending van de dieren wordt uitgevoerd; en

c)

tijdens het vervoer naar de plaats van bestemming vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat:

i)

beantwoordt aan het model in deel 1 van bijlage E; en

ii)

is ondertekend door een officiële dierenarts die moet verklaren dat de daartoe door de bevoegde autoriteit gemachtigde dierenarts in de relevante sectie van het identificatiedocument in het in artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) nr. 576/2013 bepaalde formaat, het overeenkomstig punt b) uitgevoerde klinische onderzoek heeft gedocumenteerd, waaruit op het tijdstip van het klinische onderzoek blijkt dat de dieren geschikt zijn om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (8) voor de geplande reis te worden vervoerd.

b)

lid 3 wordt geschrapt.

2)

In artikel 16 worden de tweede en de derde alinea vervangen door:

„De voorwaarden die gelden voor de invoer van katten, honden en fretten moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die van artikel 10, lid 1, onder a) tot en met d), en artikel 12, onder a), van Verordening (EU) nr. 576/2013.

Naast de in de tweede alinea bedoelde voorwaarden moeten honden, katten en fretten tijdens het vervoer naar de plaats van bestemming vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat, dat wordt ingevuld en ondertekend door een officiële dierenarts die verklaart dat binnen 48 uur vóór het tijdstip van verzending van de dieren een klinisch onderzoek werd uitgevoerd door een door de bevoegde autoriteit daartoe gemachtigde dierenarts die heeft gecontroleerd dat op het tijdstip van het klinische onderzoek de dieren geschikt waren om voor de geplande reis te worden vervoerd.”.

Artikel 2

Omzetting

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 28 december 2014 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 29 december 2014.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 12 juni 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

L. CREIGHTON


(1)  PB C 229 van 31.7.2012, blz. 119.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 23 mei 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 juni 2013.

(3)  PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.

(4)  PB L 146 van 13.6.2003, blz. 1.

(5)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1.

(7)  PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1.

(8)  PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1.”;