30.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/97


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 9 juli 2013

inzake de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben

2013/C 217/24

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136 in samenhang met artikel 121, lid 2,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Eurogroep heeft een bijzondere verantwoordelijkheid in het economisch bestuur van de eurozone. De economische en financiële crisis heeft de nauwe onderlinge relaties in de eurozone duidelijk blootgelegd en de noodzaak onderstreept van een coherent, alomvattend beleidsstandpunt ter weerspiegeling van de sterke overloopeffecten tussen lidstaten die de euro als munt hebben, evenals de noodzaak van werkzame regelingen inzake beleidscoördinatie om snel te reageren op veranderingen in de economische omgeving.

(2)

Door de ondertekening van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie op 2 maart 2012 hebben de lidstaten die de euro als munt hebben, zich verbonden tot het doorvoeren van een aantal ingrijpende aanvullende beleidshervormingen en tot beleidscoördinatie. Door de inwerkingtreding van de zogenaamde „twopack-verordeningen” („het two-pack”) (3) in 2013 zal de budgettaire en economische beleidscoördinatie binnen de eurozone verder verdiepen.

(3)

De verdere verdieping van de economische en monetaire unie (EMU) wordt voortgezet. Op 28 november 2012 heeft de Commissie een mededeling gepresenteerd, „Blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie — Aanzet tot een Europees debat”. De blauwdruk stelde een motivering en doelstellingen van een hechte economische en monetaire unie vast, alsook instrumenten en maatregelen die het mogelijk zouden maken om die doelstellingen te bereiken. De blauwdruk had als bedoeling het Europees debat te starten. Op 12 september 2012 heeft de Commissie een routekaart naar een bankenunie gepresenteerd. Dat voorstel ging vergezeld van een voorstel voor twee verordeningen die nodig zijn voor de instelling van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme. Op 5 december 2012 heeft de voorzitter van de Europese Raad een verslag uitgebracht dat in nauwe samenwerking met de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Eurogroep en de president van de ECB was opgesteld, en dat een specifieke, aan een tijdschema gebonden routekaart voor het verwezenlijken van een echte economische en monetaire unie bevatte. De routekaart is opgebouwd rond de onderdelen geïntegreerd financieel kader, geïntegreerd begrotingskader, geïntegreerd kader voor economisch beleid, democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht.

Op 14 december 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten bepaald welke vorderingen moeten worden gemaakt in verband met een routekaart voor de voltooiing van de economische en monetaire unie, gelet op de onderlinge afhankelijkheid van de economieën van de eurozonelanden en de mogelijke voordelen van stabiliteit binnen de eurozone voor haar deelnemers en de ruimere Unie.

(4)

Het Europees Parlement is naar behoren bij het Europees semester betrokken en heeft zijn standpunt over de verdieping van de EMU medegedeeld in zijn resolutie van 20 november 2012„Naar een echte economische en monetaire unie”.

(5)

Bij het crisisbeheer in de eurozone wordt blijk gegeven van vastberadenheid. Dat alle lidstaten en EU-instellingen al het nodige zullen doen om de integriteit van de eurozone te vrijwaren, staat inmiddels buiten kijf. Effectieve coördinatie op het niveau van de eurozone kan echter slechts volledig worden gegarandeerd als het bestuur van de eurozone en het crisisbeheer van de Eurogroep verder worden verbeterd. Versterkte coördinatie is ook nodig om in de eurozone tot een coherent, algemeen beleidsstandpunt te komen en ervoor te zorgen dat de nodige beleidsmaatregelen worden uitgevoerd. Als deze doelstellingen worden verwezenlijkt, zal het vertrouwen van de burgers en de markten worden versterkt, wat bevorderlijk is voor economisch herstel en financiële stabiliteit in de eurozone.

(6)

De uitvoering van het twopack zal het begrotingstoezicht in de eurozone verder versterken. Om een passend gezamenlijk begrotingsstandpunt te garanderen, heeft de Eurogroep in het twopack een rol toebedeeld gekregen bij de besprekingen van de ontwerpbegrotingen van de individuele lidstaten en van de begrotingsvooruitzichten voor de eurozone als geheel. Die besprekingen vinden plaats op basis van de adviezen van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen van de eurozonelanden en de begrotingssituatie en -vooruitzichten in de eurozone als geheel en hun wisselwerking. Op het gebied van begrotingsconsolidatie in de eurozone bestaat de belangrijkste uitdaging erin de hoge schuldquote gaandeweg gestaag terug te dringen. Dit is mogelijk door een gedifferentieerd, groeivriendelijk beleid van begrotingsconsolidatie te voeren en terzelfder tijd het groeipotentieel van de eurozone te stimuleren.

Het corrigerende deel van het stabiliteits- en groeipact voorziet in structurele begrotingsaanpassing aan de nominale referentiewaarde waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de landen wat de korte- en de middellangetermijnrisico’s voor de houdbaarheid betreft, en maakt het mogelijk dat tijdens het aanpassingstraject de automatische stabilisatoren hun rol vervullen. Het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact voorziet in een geleidelijke aanpassing naar de middellangetermijndoelstellingen, waarbij als norm een jaarlijkse structurele verbetering van 0,5 % geldt, die per land kan worden gemoduleerd volgens de conjunctuur en het risico van houdbaarheid van de schuld. Het begrotingsbeleid op middellange termijn zou geloofwaardiger overkomen als in de samenstelling van de overheidsuitgaven en -ontvangsten het effect dat bestedingen en ontvangstenbronnen op de groei hebben, beter tot uiting komt. Om het groeipotentieel van de economie verder op te trekken, kunnen verdere structurele hervormingen worden doorgevoerd en kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die het huidige budgettaire kader van de EU biedt voor een evenwicht tussen de behoeften aan productieve overheidsinvesteringen en de doelstellingen van de begrotingsdiscipline binnen het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact.

(7)

De meeste risico-indicatoren in verband met de financiële markten van de EU en het marktsentiment verbeterden in vergelijking met 2012, nu er geen intense zelfvervullende en destructieve vertrouwensspiralen meer zijn. De markt is echter nog altijd erg versnipperd. De betere financieringsvoorwaarden voor banken moeten nog doorsijpelen via het aantrekken van de kredietverlening aan de reële economie en er blijven grote verschillen tussen de lidstaten bestaan wat de kredietverlening door banken en de financieringskosten voor de particuliere sector betreft. In de huidige conjunctuur is het een grote uitdaging om in de banksector en de niet-financiële particuliere sector een ordelijke schuldafbouw mogelijk te maken, terwijl de stroom van nieuw krediet voor productieve doeleinden in de reële economie en met name kleine en middelgrote ondernemingen op gang wordt gehouden.

(8)

Een verder herstel van de balansen van de banken en een verdere versteviging van de kapitaalbuffers, waar nodig, zouden ertoe bijdragen dat de kredietstroom weer op gang wordt gebracht. In dit kader zullen de door het gemeenschappelijk toezichtmechanisme (SSM) en de Europese Bankautoriteit (EBA) uit te voeren beoordelingen van de activakwaliteit en stresstests de balansen van de banken transparant maken, de resterende zwakke punten helpen te identificeren en het vertrouwen in de sector als geheel vergroten. Gelet op het risico van verdere versnippering van de financiële markt en financiële onrust is het voor de eurozone belangrijk om snel werk te maken van de oprichting van de bankenunie en ad-hocbenaderingen van bankafwikkelingen te vermijden.

(9)

Er moeten in de eurozone structurele hervormingen worden doorgevoerd om de producten- en de arbeidsmarkten beter te laten functioneren teneinde de concurrentiekracht te bevorderen, het lopende aanpassingsproces te versterken en een duurzame herverdeling van middelen te garanderen. Structurele hervormingen zijn verder van wezenlijk belang om evenwichtsherstel en schuldafbouw mogelijk te maken. Concurrentievermogenswinsten vertalen zich voor de lidstaten met een tekort in een hogere netto-uitvoer, die bevorderlijk is voor een herbalancering van het groeiprofiel in de richting van productievere, minder arbeidsintensieve verhandelbare sectoren, het economisch herstel ondersteunt en de schuldquoten doet dalen. Tegelijkertijd kunnen hervormingen ter verbetering van de mededinging in lidstaten die momenteel een overschot op de lopende rekening hebben, ertoe bijdragen dat de middelen worden herverdeeld en investeringen in niet-verhandelbare sectoren worden bevorderd. De binnenlandse vraag zou hierdoor een grotere rol gaan spelen in de samenstelling van de groei, waardoor de aanpassing in de eurozone meer symmetrisch wordt. Tegelijkertijd had de crisis overwegend asymmetrische effecten op de werkgelegenheid in de lidstaten buiten de eurozone, waarbij die waar de binnenlandse vraag het sterkst is gekrompen als gevolg van de ommekeer in de ontwikkeling van de lopende rekening, de grootste klappen hebben gekregen. Nu de conjunctuurgebonden werkloosheid niet snel en doeltreffend wordt geabsorbeerd, kunnen zich hysteresiseffecten voordoen, waarbij werkloosheid blijvend wordt en minder gevoelig is voor loondynamiek. Om de risico’s voor de sociale cohesie en het toekomstige groeipotentieel in de eurozone te verkleinen, blijven structurele hervormingen van de arbeidsmarkt dus van zeer groot belang. Door de ondertekening van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie op 2 maart 2012 hebben de eurozonelanden zich verbonden tot voorafgaande bespreking, en in voorkomend geval coördinatie, van hun nationale plannen voor grote economische hervormingen, met het oog op het benchmarken van de beste praktijken en het streven naar een nauwer gecoördineerd economisch beleid. Het effect van de reeds genomen maatregelen moet door de Eurogroep worden gemonitord, teneinde zo nodig verdere maatregelen aan te moedigen en bij de hervormingen overeenkomstig de landenspecifieke aanbevelingen meer ambitie aan de dag te leggen,

BEVEELT AAN dat de eurozonelanden in de periode 2013-2014 actie ondernemen, elk afzonderlijk en collectief, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Raad om het economisch beleid van de lidstaten te coördineren, maar in het bijzonder binnen het kader van de economische beleidscoördinatie in de Eurogroep, om:

1.

zich te belasten met de verantwoordelijkheid voor de gezamenlijke beleidsstandpunten in de eurozone, met het oog op een goed functioneren van de eurozone ter vergroting van de groei en de werkgelegenheid, en verder te werken aan de verdieping van de economische en monetaire unie. De Eurogroep een centrale rol te laten spelen in het versterkte toezichtkader dat op de eurozonelanden toepasselijk is om de voor een stabiele en robuuste eurozone vereiste hervormingen op nationaal niveau en op het niveau van de eurozone te coördineren en te monitoren, en om beleidssamenhang te garanderen, en in de voorbereiding van de eurotoppen;

2.

ervoor te zorgen dat de Eurogroep het begrotingsbeleid van de eurozonelanden en het gezamenlijke begrotingsstandpunt voor de eurozone als geheel monitort en coördineert teneinde een groeivriendelijk en gedifferentieerd begrotingsbeleid te garanderen. De Eurogroep moet daartoe de adviezen van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen van de individuele eurozonelanden bespreken, alsook de begrotingssituatie en -vooruitzichten in de eurozone als geheel behandelen op basis van de algehele beoordeling door de Commissie van de ontwerpbegrotingsplannen en hun interactie. De coördinatie zal helpen ervoor te zorgen dat het tempo van de begrotingsconsolidatie gedifferentieerd is volgens de budgettaire en economische situatie van de eurozonelanden, terwijl de begrotingsaanpassing in structurele termen is gedefinieerd, overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact, zodat de automatische stabilisatoren tijdens het aanpassingstraject hun rol kunnen vervullen. Om het begrotingsbeleid op middellange termijn geloofwaardiger te maken, wordt begrotingsconsolidatie ondersteund door een globale, efficiënte en groeivriendelijke mix van uitgaven en ontvangsten en door passende structurele hervormingen die het economisch groeipotentieel verhogen;

3.

in het kader van de Eurogroep de redenen te beoordelen voor de verschillen in de tarieven voor kredieten, inzonderheid aan kmo's, in de eurozonelanden, na te gaan wat de gevolgen kunnen zijn van de versnippering van de financiële markten in de eurozone en bijdragen te leveren met betrekking tot de manieren om die tegen te gaan;

4.

op basis van de herkapitalisatie en de herstructurering van de voorbije jaren verder herstel van de balansen van banken te bevorderen teneinde de versnippering in de eengemaakte markt tegen te gaan en de kredietstroom naar de reële economie, inzonderheid naar de kmo’s, beter op gang te brengen. Daartoe moet het volgende gebeuren: a) ervoor zorgen dat de door het gemeenschappelijk toezichtmechanisme en de Europese Bankautoriteit uit te voeren balansbeoordelingen en stresstests binnen het afgesproken tijdschema plaatsvinden; b) zorgen voor gelijke voorwaarden bij het delen van de lasten van de herkapitalisatie van banken; c) zorgen voor de beschikbaarheid van geloofwaardige budgettaire vangnetten in het kader van balansbeoordelingen en stresstests; d) wegnemen van toezichtprikkels waardoor banken activa en verplichtingen binnen de nationale grenzen op elkaar afstemmen, en e) versnellen van de oprichting van de bankenunie, zoals aangegeven door de Europese Raad;

5.

de grote economische hervormingsplannen van de lidstaten die de euro als munt hebben, vooraf te coördineren. De uitvoering van de structurele hervormingen te monitoren, met name op de arbeids- en de productenmarkten, en hun effect op de eurozone te beoordelen, waarbij rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van de Raad aan de individuele eurozonelanden. Verdere aanpassing in de eurozone te bevorderen en ervoor te zorgen dat die leidt tot een correctie van de externe en interne onevenwichtigheden, onder meer door de hervormingen in verband met verstoringen in het spaar- en investeringsgedrag in de lidstaten met tekorten op de lopende rekening en die met overschotten van nabij te volgen. De nodige maatregelen te nemen om de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden doeltreffend uit te voeren, door na te gaan of de lidstaten waar zich buitensporige onevenwichtigheden voordoen hun verbintenissen tot hervorming zijn nagekomen, en of de lidstaten met onevenwichtigheden waar doortastende maatregelen moeten worden genomen om negatieve overloopeffecten naar de rest van de eurozone te voorkomen, hervormingen hebben doorgevoerd;

6.

overeenkomstig de AGS 2013 is het voor de lidstaten van de eurozone van essentieel belang collectief ingrijpende maatregelen te nemen om de maatschappelijke gevolgen van de crisis en de groeiende werkloosheid aan te pakken. Werkloze jongeren verkeren in een buitengewoon zorgwekkende positie, en doortastende maatregelen in aansluiting op het Pact voor groei en banen en de EU-jongerengarantie verdienen aanbeveling. Verdere hervormingen om de toegang tot werkgelegenheid te vergemakkelijken, het vroegtijdig verlaten van de arbeidsmarkt te voorkomen, de arbeidskosten te beperken, segmentatie van de arbeidsmarkt tegen te gaan en innovatie te steunen, worden aanbevolen.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

R. ŠADŽIUS


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

(3)  Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 1); Verordening (EU) nr. 473/2013van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11).