20.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/54


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2013

tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG

(2013/778/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 58/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om aan uitvoerende agentschappen de taak te delegeren om, namens haar en onder haar verantwoordelijkheid, EU-programma’s of -projecten geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

(2)

Door de uitvoering van programma’s toe te vertrouwen aan uitvoerende agentschappen kan de Commissie zich concentreren op haar kernactiviteiten en -taken die niet kunnen worden uitbesteed, zonder dat zij evenwel de controle en de eindverantwoordelijkheid verliest over de door de uitvoerende agentschappen beheerde activiteiten.

(3)

De delegatie van taken voor de uitvoering van een programma aan een uitvoerend agentschap vereist een duidelijke scheiding tussen de stadia van de programmering met een ruime beoordelingsmarge om door beleidsoverwegingen gemotiveerde keuzes te maken, wat door de Commissie gebeurt, en de uitvoering van het programma, die moet worden toevertrouwd aan het uitvoerend agentschap.

(4)

De Commissie heeft bij Besluit 2008/46/EG (2) het Uitvoerend Agentschap onderzoek (hierna „het Agentschap” genoemd) opgericht en belast met het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderzoek om taken uit te voeren die verband houden met de tenuitvoerlegging van het specifiek programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (3), het specifiek programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (4) en het specifiek programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (5) van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (6) (hierna „het zevende kaderprogramma” genoemd).

(5)

Het Agentschap heeft aangetoond dat het delegeren van taken aan een uitvoerend agentschap uitermate zinvol is om de kosteneffectiviteit te verbeteren, zodat de Commissie in staat wordt gesteld om een toenemende begroting te beheren zonder dat het totale aantal personeelsleden evenredig moet toenemen. Door de beleidsvormende taken van de Commissie te scheiden van de programma-uitvoeringstaken in het Agentschap hebben beide partijen hun kerntaken beter kunnen uitvoeren. Uit de externe evaluatie van het Agentschap overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 58/2003 is gebleken dat het efficiënt en doeltreffend is te werk gegaan bij het beheren van de acties die betrekking hebben op kmo’s in het kader van het specifiek programma Capaciteiten, de Marie Curie-acties in het kader van het specifiek programma Mensen en de acties op het gebied van ruimtevaart- en veiligheidsonderzoek in het kader van het specifiek programma Samenwerking, alsook bij het verlenen van administratieve en logistieke ondersteuning voor alle programmagebieden van de specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking. Voor de periode van 2009 tot en met 2013 wordt de besparing door taken toe te vertrouwen aan het Agentschap geraamd op ongeveer 106 miljoen EUR.

(6)

In haar mededeling van 29 juni 2011„Een begroting voor Europa 2020” (7) heeft de Commissie voorgesteld intensiever gebruik te maken van bestaande uitvoerende agentschappen voor de uitvoering van EU-programma’s in het meerjarige financiële kader (hierna „het MFK” genoemd) 2014-2020.

(7)

Uit de kosten-batenanalyse overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 58/2003 is gebleken dat de activiteiten van het Agentschap vergeleken met die van de Commissie efficiënter zijn. De nieuwe gedelegeerde programma’s zijn thematisch in overeenstemming met het huidige mandaat en de huidige taken van het Agentschap en liggen in het verlengde van de bestaande activiteiten ervan. Het Agentschap heeft al bekwaamheid, deskundigheid en capaciteiten met een direct belang voor die programma’s opgebouwd. Het Agentschap verkeert in een goede positie om de onderzoeksprogramma’s in het kader van het MFK 2014-2020 te blijven beheren. Door het programmabeheer aan het Agentschap toe te vertrouwen, zou de continuïteit voor de begunstigden van de programma’s worden gewaarborgd, aangezien het Agentschap relevante, op de onderzoeksgemeenschap gerichte bekwaamheid en capaciteiten heeft opgebouwd. Het toevertrouwen van het programmabeheer aan het Agentschap zal over de periode van 2014 tot en met 2024 naar schatting een efficiëntiewinst van 158 miljoen EUR opleveren in vergelijking met beheer door de diensten van de Commissie.

(8)

Om de uitvoerende agentschappen een samenhangende identiteit te geven, heeft de Commissie bij de vaststelling van de nieuwe mandaten van de agentschappen, voor zover mogelijk, de werkzaamheden gegroepeerd per thematisch beleidsterrein.

(9)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van de volgende delen van het specifiek programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (8):

deel I „Wetenschap op topniveau” ter opvolging van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het MFK 2007-2013 door de Commissie worden beheerd en waarbij veel gelijksoortige en gestandaardiseerde activiteiten worden ontwikkeld;

deel II „Industrieel leiderschap” ter opvolging van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het MFK 2007-2013 al deels door het Agentschap worden beheerd en die de uitvoering behelzen van projecten met een technisch karakter, die geen besluitvorming van politieke aard inhouden, en die een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus vergen;

deel III „Maatschappelijke uitdagingen” ter opvolging van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het MFK 2007-2013 door de Commissie worden beheerd en die de uitvoering behelzen van projecten met een technisch karakter, die geen besluitvorming van politieke aard inhouden, en die een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus vergen;

deel IIIa „Topkwaliteit verspreiden en de deelname verbreden” ter opvolging van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het MFK 2007-2013 door de Commissie worden beheerd en die de uitvoering behelzen van projecten met een technisch karakter, die geen besluitvorming van politieke aard inhouden, en die een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus vergen;

deel IIIb „Wetenschap met en voor de samenleving” ter opvolging van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het MFK 2007-2013 door de Commissie worden beheerd en die de uitvoering behelzen van projecten met een technisch karakter, die geen besluitvorming van politieke aard inhouden, en die een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus vergen.

(10)

Het Agentschap moet de delen van het zevende kaderprogramma waarmee het al was belast onder het MFK 2007-2013 verder blijven uitvoeren.

(11)

Het Agentschap moet worden belast met het verlenen van administratieve en logistieke ondersteuning, met name indien de centralisatie van deze ondersteunende diensten zou leiden tot extra verbeteringen van de kostenefficiëntie en schaalvoordelen.

(12)

Voor een samenhangende, tijdige uitvoering van dit besluit en van de betrokken programma’s is het noodzakelijk dat het Agentschap zijn taken in verband met de uitvoering van deze programma’s opneemt onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van die programma’s.

(13)

Het Uitvoerend Agentschap onderzoek moet worden opgericht. Het dient de vervanger en opvolger te zijn van het bij Besluit 2008/46/EG opgerichte uitvoerend agentschap. Het dient te functioneren overeenkomstig het bij Verordening (EG) nr. 58/2003 vastgestelde algemene statuut.

(14)

Besluit 2008/46/EG dient daarom te worden ingetrokken en er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de uitvoerende agentschappen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting

Het Uitvoerend Agentschap onderzoek (hierna „het Agentschap” genoemd) wordt opgericht als vervanger en opvolger van het bij Besluit 2008/46/EG opgerichte uitvoerend agentschap, voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2024 en met een statuut overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003.

Artikel 2

Vestiging

Het Agentschap is gevestigd te Brussel.

Artikel 3

Doelstellingen en taken

1.   Het Agentschap wordt binnen het kader van het specifiek programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) belast met de uitvoering van delen van:

a)

deel I „Wetenschap op topniveau”;

b)

deel II „Industrieel leiderschap”;

c)

deel III „Maatschappelijke uitdagingen”;

d)

deel IIIa „Topkwaliteit verspreiden en de deelname verbreden”;

e)

deel IIIb „Wetenschap met en voor de samenleving”.

Dit lid is van toepassing onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van het specifiek programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).

2.   Het Agentschap wordt binnen het kader van het zevende kaderprogramma belast met de uitvoering van de erfenis van delen van de volgende programma’s:

a)

de activiteiten „onderzoek voor kmo’s” en „onderzoek voor kmo-associaties” van het specifiek programma Capaciteiten;

b)

de thema’s „ruimtevaart” en „veiligheid” van het specifiek programma Samenwerking;

c)

het specifiek programma Mensen.

3.   Het Agentschap is verantwoordelijk voor de volgende taken met betrekking tot de uitvoering van de in de leden 1 en 2 vermelde delen van de EU-programma’s:

a)

het beheer van sommige stadia van de uitvoering van de programma’s en sommige fasen in de cyclus van specifieke projecten op basis van de door de Commissie vastgestelde relevante werkprogramma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe de bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

b)

het vaststellen van de instrumenten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenzijde, en het uitvoeren van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe de bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

c)

het verlenen van steun bij de uitvoering van programma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe de bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit.

4.   Het Agentschap wordt belast met het verlenen van administratieve en logistieke ondersteuning als bepaald in het delegatiebesluit. Die ondersteuning wordt geboden aan de organen die de programma’s uitvoeren, binnen de werkingssfeer van de in het delegatiebesluit vermelde programma’s.

Artikel 4

Termijn van aanstellingen

1.   De leden van het directiecomité worden benoemd voor twee jaar.

2.   De directeur wordt benoemd voor vier jaar.

Artikel 5

Controle en verslag over de uitvoering

Het Agentschap wordt onderworpen aan de controle van de Commissie en brengt regelmatig verslag uit over de voortgang bij de uitvoering van de EU-programma’s of delen daarvan en over de administratieve en logistieke dienstverlening waarmee het is belast, op de wijze en met de frequentie die in het delegatiebesluit zijn vastgesteld.

Artikel 6

Uitvoering van de huishoudelijke begroting

Het Agentschap voert zijn huishoudelijke begroting uit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie (9).

Artikel 7

Intrekkings- en overgangsbepalingen

1.   Besluit 2008/46/EG wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden gelezen als verwijzingen naar dit besluit.

2.   Het Agentschap wordt beschouwd als de rechtsopvolger van het bij Besluit 2008/46/EG opgerichte uitvoerend agentschap.

3.   Onverminderd de herziening van de indelingscriteria van gedetacheerde ambtenaren waarin het delegatiebesluit voorziet, is dit besluit niet van invloed op de rechten en plichten van het personeel van het Agentschap, met inbegrip van de directeur.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Gedaan te Brussel, 13 december 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(2)  PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9.

(3)  PB L 54 van 22.2.2007, blz. 91.

(4)  PB L 54 van 22.2.2007, blz. 101.

(5)  PB L 54 van 22.2.2007, blz. 30.

(6)  PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

(7)  COM(2011) 500 final.

(8)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965.

(9)  PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6.