23.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/50


BESLUIT EUCAP NESTOR/1/2013 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 11 januari 2013

tot instelling van het Comité van contribuanten aan de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR)

(2013/41/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38, derde alinea,

Gezien Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Besluit 2012/389/GBVB, heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) gemachtigd om de noodzakelijke besluiten te nemen over de aanvaarding van de bijdragen van derde staten aan EUCAP NESTOR en een Comité van contribuanten (CvC) in te stellen.

(2)

In de conclusies van de Europese Raad van Göteborg van 15-16 juni 2001 zijn richtsnoeren en modaliteiten vastgesteld voor de bijdragen van derde landen aan politiemissies. De Raad heeft op 10 december 2002 zijn goedkeuring gehecht aan het document met de titel „Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de Europese Unie”, waarin de regelingen voor de deelneming van derde staten aan civiele crisisbeheersingsoperaties nader worden uitgewerkt, waaronder de instelling van een CvC.

(3)

Het CvC moet een forum zijn waar alle problemen in verband met de leiding van EUCAP NESTOR kunnen worden besproken met de bijdragende derde staten. Het PVC, dat de politieke controle en de strategische leiding van EUCAP NESTOR uitoefent, zal met de opvattingen van het CvC rekening houden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Instelling

1.   Er wordt een Comité van contribuanten („CvC”) aan de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) ingesteld.

2.   Het mandaat van het CvC is neergelegd in het document „Overleg en modaliteiten voor de bijdrage van staten die geen EU-lidstaat zijn aan de civiele crisisbeheersing van de EU”.

Artikel 2

Samenstelling

1.   Het CvC bestaat uit:

vertegenwoordigers van alle lidstaten van de EU, en

vertegenwoordigers van derde staten die aan de missie deelnemen door bijdragen te leveren.

2.   Een vertegenwoordiger van de Commissie kan eveneens de vergaderingen van het CvC bijwonen.

Artikel 3

Informeren van het hoofd van de missie

Het CvC wordt regelmatig geïnformeerd door het hoofd van de missie.

Artikel 4

Voorzitterschap

Het CvC wordt voorgezeten door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid of zijn vertegenwoordiger.

Artikel 5

Vergaderingen

1.   Het CvC wordt door het voorzitterschap regelmatig bijeengeroepen. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kunnen op initiatief van het voorzitterschap of op verzoek van een lid spoedvergaderingen worden bijeengeroepen.

2.   Het voorzitterschap verspreidt voorafgaand aan de vergadering een voorlopige agenda en alle daarop betrekking hebbende documenten. De voorzitter is verantwoordelijk voor het doen toekomen van het resultaat van de besprekingen van het CvC aan het Politiek en Veiligheidscomité.

Artikel 6

Vertrouwelijkheid

1.   Overeenkomstig Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (2) zijn de beveiligingsvoorschriften van de Raad van toepassing op de vergaderingen en notulen van het CvC. Vertegenwoordigers in het CvC dienen met name over de passende veiligheidsmachtiging te beschikken.

2.   De beraadslagingen van het CvC vallen onder de geheimhoudingsplicht, tenzij het CvC met eenparigheid van stemmen anderszins besluit.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 11 januari 2013.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

O. SKOOG


(1)  PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40.

(2)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.