29.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 360/145


VERORDENING (EU) Nr. 1256/2012 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2012

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard 7 en Internationale Accounting Standard 32 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) werd een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 16 december 2011 heeft de International Accounting Standard Board (IASB) wijzigingen gepubliceerd in International Financial Reporting Standard ("IFRS") 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing – Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen en in International Accounting Standard ("IAS") 32 Financiële instrumenten: presentatieSaldering van financiële activa en financiële verplichtingen. Met de wijziging in IFRS 7 wordt beoogd de verstrekking van aanvullende kwantitatieve informatie verplicht te stellen, zodat gebruikers de uit hoofde van de IFRS verstrekte gegevens en de uit hoofde van de Generally Accepted Accounting Principles (GAAP) van de Verenigde Staten verstrekte gegevens beter met elkaar kunnen vergelijken en op elkaar kunnen doen aansluiten. Daarnaast heeft de IASB IAS 32 gewijzigd om aanvullende leidraden te verschaffen, zodat de standaard minder inconsequent wordt toegepast in de praktijk.

(3)

De wijzigingen in IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing – Overdrachten van financiële activa zijn aangenomen bij Verordening (EU) nr. 1205/2011 van de Commissie van 22 november 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard (IFRS) 7 betreft (3), na in juni 2011 door het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging te zijn goedgekeurd. Door een onoplettendheid was evenwel vergeten alinea 13 van IFRS 7 te schrappen. Deze verordening moet die vergetelheid rechtzetten. Opdat deze bepaling efficiënt is, moet zij vanaf 1 juli 2011 van toepassing zijn. De bepaling betreffende de toepassing met terugwerkende kracht is noodzakelijk om de betrokken emittenten rechtszekerheid te bieden.

(4)

Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de wijzigingen in IFRS 7 en IAS 32 beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

International Financial Reporting Standard (IFRS) 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(2)

International Accounting Standard (IAS) 32 Financiële instrumenten: presentatie wordt gewijzigd overeenkomstig de in de bijlage bij deze verordening vervatte wijzigingen in IFRS 7;

(3)

IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

(4)

het kopje boven alinea 13 en alinea 13 van IFRS 7 worden geschrapt overeenkomstig de wijzigingen in IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing – Overdrachten van financiële activa, zoals goedgekeurd bij Verordening (EU) nr. 1205/2011.

Artikel 2

1.   Elke onderneming past de in artikel 1, punten 1 en 2, bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2013 van start gaat.

2.   Elke onderneming past de in artikel 1, punt 3, bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2014 van start gaat.

3.   Elke onderneming past de in artikel 1, punt 4, bedoelde wijzigingen toe vanaf de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 juli 2011 van start gaat

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1.

(3)  PB L 305 van 23.11.2011, blz. 16.


BIJLAGE

INTERNATIONALE STANDAARDEN VOOR JAARREKENINGEN

IFRS 7

Wijzigingen in IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing – Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen

IAS 32

Wijzigingen in IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie – Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen

"Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org"

Wijzigingen in IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing

Na alinea 13 worden een kopje en de alinea's 13A tot en met 13F toegevoegd.

Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen

13A

De informatievereisten van de alinea's 13B tot en met 13E vormen een aanvulling op de overige informatievereisten van deze IFRS en gelden voor alle opgenomen financiële instrumenten die in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 worden gesaldeerd. Deze informatievereisten zijn ook van toepassing op opgenomen financiële instrumenten die onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst vallen, ongeacht of zij in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 worden gesaldeerd.

13B

Een entiteit moet informatie verstrekken om gebruikers van haar jaarrekening in staat te stellen de gevolgen of potentiële gevolgen van "netting"-overeenkomsten voor de financiële positie van de entiteit te evalueren. Dit omvat ook de gevolgen of potentiële gevolgen van rechten tot saldering die verband houden met de door de entiteit opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van alinea 13A vallen.

13C

Om de doelstelling van alinea 13B te realiseren, moet een entiteit aan het einde van de verslagperiode de volgende kwantitatieve informatie afzonderlijk vermelden voor opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van alinea 13A vallen:

(a)

de brutobedragen van deze opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen;

(b)

de bedragen die in overeenstemming met de criteria van alinea 42 van IAS 32 zijn gesaldeerd bij de bepaling van de nettobedragen die in het overzicht van de financiële positie worden opgenomen;

(c)

de nettobedragen die in het overzicht van de financiële positie zijn opgenomen;

(d)

de bedragen die onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst vallen en die niet anderszins door alinea 13C(b) worden bestreken, met inbegrip van:

(i)

bedragen die verband houden met opgenomen financiële instrumenten die niet aan sommige of alle salderingscriteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen; en

(ii)

bedragen die met financiële zekerheden (met inbegrip van zekerheden in de vorm van contanten) verband houden; en

(e)

het nettobedrag na aftrek van de onder (d) bedoelde bedragen van de onder (c) bedoelde bedragen.

De op grond van deze alinea te verstrekken informatie wordt afzonderlijk vermeld voor financiële activa en financiële verplichtingen en wordt in tabelvorm gepresenteerd, tenzij een andere vorm passender is.

13D

Het in overeenstemming met alinea 13C(d) vermelde totaalbedrag voor een instrument is begrensd tot het in alinea 13C(c) bedoelde bedrag voor dat instrument.

13E

Een entiteit moet in de toelichting een beschrijving opnemen van de rechten tot saldering die verband houden met de door de entiteit opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen die vallen onder afdwingbare "master netting"-overeenkomsten en vergelijkbare overeenkomsten die in overeenstemming met alinea 13C(d) worden vermeld, met inbegrip van de aard van deze rechten.

13F

Indien de op grond van de alinea's 13B tot en met 13E te verschaffen informatie in meer dan één toelichting bij de jaarrekening wordt vermeld, moet een entiteit in elke toelichting in kwestie een verwijzing naar de andere toelichting(en) opnemen.

INGANGSDATUM EN OVERGANG

Alinea 44R wordt toegevoegd.

44R

Bij Informatieverschaffing – saldering van financiële activa en financiële verplichtingen (wijzigingen in IFRS 7), uitgegeven in december 2011, zijn de alinea's IN9, 13A tot en met 13F en B40 tot en met B53 toegevoegd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2013 aanvangen, alsook op tussentijdse perioden binnen deze jaarperioden. Een entiteit moet de op grond van deze wijzigingen te verschaffen informatie retroactief verstrekken.

Na alinea B39 worden kopjes en de alinea's B40 tot en met B53 toegevoegd.

Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen

(alinea's 13A tot en met 13F)

Toepassingsgebied (alinea 13A)

B40

De informatievereisten van de alinea's 13B tot en met 13E gelden voor alle opgenomen financiële instrumenten die in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 worden gesaldeerd. Daarnaast vallen financiële instrumenten binnen het toepassingsgebied van de informatievereisten van de alinea's 13B tot en met 13E indien zij vallen onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst die op vergelijkbare financiële instrumenten en transacties betrekking heeft, ongeacht of de financiële instrumenten in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 zijn gesaldeerd.

B41

De vergelijkbare overeenkomsten waarnaar in de alinea's 13A en B40 wordt verwezen, omvatten overeenkomsten voor de clearing van derivaten, "global master repurchase"-overeenkomsten, "global master securities lending"-overeenkomsten en eventuele gerelateerde rechten op financiële zekerheden. De vergelijkbare financiële instrumenten en transacties waarnaar in alinea B40 wordt verwezen, omvatten derivaten, verkoop- en terugkoopovereenkomsten, omgekeerde verkoop- en terugkoopovereenkomsten en overeenkomsten tot verstrekking en opneming van effectenleningen. Voorbeelden van financiële instrumenten die niet binnen het toepassingsgebied van alinea 13A vallen, zijn leningen en klantendeposito's bij dezelfde instelling (tenzij deze in het overzicht van de financiële positie zijn gesaldeerd) en financiële instrumenten die uitsluitend onder een zekerheidsovereenkomst vallen.

Verschaffing van kwantitatieve informatie voor opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van alinea 13A vallen (alinea 13C)

B42

In overeenstemming met alinea 13C vermelde financiële instrumenten kunnen aan verschillende waarderingsvereisten onderworpen zijn (zo kan een met een terugkoopovereenkomst samenhangende schuld tegen geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd, terwijl een derivaat tegen reële waarde wordt gewaardeerd). Een entiteit moet instrumenten tegen hun opgenomen bedragen opnemen en in de gerelateerde informatieverschaffing een beschrijving geven van alle eventueel daaruit voortvloeiende waarderingsverschillen.

Vermelding van de brutobedragen van opgenomen financiële activa en opgenomen financiële verplichtingen die binnen het toepassingsgebied van alinea 13A vallen (alinea 13C(a))

B43

De op grond van alinea 13C(a) te vermelden bedragen hebben betrekking op financiële instrumenten die in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 zijn gesaldeerd. De op grond van alinea 13C(a) te vermelden bedragen hebben ook betrekking op opgenomen financiële instrumenten die onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst vallen, ongeacht of zij aan de salderingscriteria voldoen. De op grond van alinea 13C(a) te verstrekken informatie heeft echter geen betrekking op bedragen die zijn opgenomen als gevolg van zekerheidsovereenkomsten die niet aan de salderingscriteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen. Dergelijke bedragen moeten in overeenstemming met alinea 13C(d) worden vermeld.

Vermelding van de bedragen die in overeenstemming met de criteria van alinea 42 van IAS 32 zijn gesaldeerd (alinea 13C(b))

B44

Alinea 13C(b) schrijft voor dat entiteiten melding moeten maken van de bedragen die in overeenstemming met alinea 42 van IAS 32 zijn gesaldeerd voor de bepaling van de nettobedragen die in het overzicht van de financiële positie worden opgenomen. De bedragen van zowel de opgenomen financiële activa als de opgenomen financiële verplichtingen die uit hoofde van dezelfde overeenkomst moeten worden gesaldeerd, worden zowel in de toelichting bij de financiële activa als in de toelichting bij de financiële verplichtingen vermeld. De (bijvoorbeeld in tabelvorm) vermelde bedragen blijven echter beperkt tot de te salderen bedragen. Een entiteit kan bijvoorbeeld een opgenomen afgeleid actief en een opgenomen afgeleide verplichting hebben die aan de salderingscriteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen. Indien het brutobedrag van het afgeleide actief groter is dan het brutobedrag van de afgeleide verplichting, dan wordt in de toelichtingstabel bij de financiële activa het volledige bedrag van het afgeleide actief (in overeenstemming met alinea 13C(a)) en het volledige bedrag van de afgeleide verplichting (in overeenstemming met alinea 13C(b)) vermeld. In de toelichtingstabel bij de financiële verplichtingen daarentegen wordt weliswaar het gehele bedrag van de afgeleide verplichting vermeld (in overeenstemming met alinea 13C(a)), maar wordt alleen melding gemaakt van het bedrag van het afgeleide actief (in overeenstemming met alinea 13C(b)) dat gelijk is aan het bedrag van de afgeleide verplichting.

Vermelding van de nettobedragen die in het overzicht van de financiële positie zijn opgenomen (alinea 13C(c))

B45

Indien een entiteit instrumenten heeft die binnen het toepassingsgebied van deze informatievereisten (zoals aangegeven in alinea 13A) vallen, maar die niet aan de salderingscriteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen, zijn de op grond van alinea 13C(c) te vermelden bedragen gelijk aan de op grond van alinea 13C(a) te vermelden bedragen.

B46

Er moet een aansluiting worden gegeven tussen de op grond van alinea 13C(c) te vermelden bedragen en de afzonderlijk bedragen van de posten die in het overzicht van de financiële positie zijn opgenomen. Indien een entiteit bijvoorbeeld bepaalt dat de samenvoeging of opsplitsing van afzonderlijke bedragen van posten van de jaarrekening meer relevante informatie verschaft, moet zij een aansluiting geven tussen de op grond van alinea 13C(c) te vermelden samengevoegde of opgesplitste bedragen en de afzonderlijke bedragen van de posten die in het overzicht van de financiële positie zijn opgenomen.

Vermelding van de bedragen die onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst vallen en die niet anderszins in alinea 13C(b) zijn opgenomen (alinea 13C(d))

B47

Alinea 13C(d) schrijft voor dat entiteiten de bedragen moeten vermelden die onder een afdwingbare "master netting"-overeenkomst of vergelijkbare overeenkomst vallen en die niet anderszins door alinea 13C(b) worden bestreken. In alinea 13C(d)(i) wordt verwezen naar bedragen die verband houden met opgenomen financiële instrumenten die niet aan sommige of alle salderingscriteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen (bijvoorbeeld doorlopende rechten tot saldering die niet aan het criterium van alinea 42(b) van IAS 32 voldoen, of voorwaardelijke rechten tot saldering die alleen afdwingbaar of uitoefenbaar zijn in geval van wanbetaling of in geval van insolventie of faillissement van een tegenpartij).

B48

In alinea 13C(d)(ii) wordt verwezen naar bedragen die verband houden met financiële zekerheiden, met inbegrip van zowel ontvangen als verstrekte zekerheden in de vorm van contanten. Een entiteit moet de reële waarde vermelden van deze financiële instrumenten die als zekerheid zijn verstrekt of ontvangen. De in overeenstemming met alinea 13C(d)(ii) vermelde bedragen moeten betrekking hebben op de feitelijk ontvangen of verstrekte zekerheden en niet op daaruit voortvloeiende schulden of vorderingen die zijn opgenomen voor de restitutie of wederontvangst van dergelijke zekerheden.

Begrenzing van de op grond van alinea 13C(d) vermelde bedragen (alinea 13D)

B49

Bij de vermelding van bedragen in overeenstemming met alinea 13C(d) moet een entiteit per financieel instrument met de gevolgen van extra zekerheidsstelling rekening houden. Daartoe moet de entiteit eerst de in overeenstemming met alinea 13C(d)(i) vermelde bedragen aftrekken van het in overeenstemming met alinea 13C(c) vermelde bedrag. Vervolgens moet de entiteit de in overeenstemming met alinea 13C(d)(ii) vermelde bedragen begrenzen tot het op grond van alinea 13C(c) resterende bedrag voor het desbetreffende financiële instrument. Indien dezelfde rechten op zekerheden echter voor meerdere verschillende financiële instrumenten afdwingbaar zijn, dan kunnen die rechten worden opgenomen in de in overeenstemming met alinea 13D verstrekte informatie.

Beschrijving van de rechten tot saldering die vallen onder afdwingbare "master netting"-overeenkomsten en vergelijkbare overeenkomsten (alinea 13E)

B50

Een entiteit moet een beschrijving geven van de soorten rechten tot saldering en van de typen in overeenstemming met alinea 13C(d) vermelde vergelijkbare overeenkomsten, met inbegrip van de aard van deze rechten. Een entiteit moet bijvoorbeeld haar voorwaardelijke rechten beschrijven. Voor instrumenten waarvoor rechten tot saldering gelden die niet van een toekomstige gebeurtenis afhankelijk zijn maar die niet aan de overige criteria van alinea 42 van IAS 32 voldoen, moet de entiteit een beschrijving geven van de reden(en) waarom niet aan de criteria is voldaan. Voor alle ontvangen of verstrekte financiële zekerheden moet de entiteit de voorwaarden van de zekerheidsovereenkomst beschrijven (bijvoorbeeld wanneer de zekerheid aan beperkingen is onderworpen).

Vermelding per type financieel instrument of per tegenpartij

B51

De op grond van alinea 13C(a) tot en met (e) te verstrekken kwantitatieve informatie kan per type financieel instrument of transactie worden gegroepeerd (bijvoorbeeld derivaten, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten of overeenkomsten tot verstrekking en opneming van effectenleningen).

B52

Een andere mogelijkheid is dat een entiteit de op grond van alinea 13C(a) tot en met (c) te verstrekken kwantitatieve informatie per type financieel instrument en de op grond van alinea 13(c) tot en met (e) te verstrekken kwantitatieve informatie per tegenpartij groepeert. Indien een entiteit de vereiste informatie per tegenpartij verstrekt, hoeft zij de tegenpartijen niet bij naam te identificeren. Ter wille van de vergelijkbaarheid moet de benaming van de tegenpartijen (tegenpartij A, tegenpartij B, tegenpartij C enz.) voor de gepresenteerde jaren echter van jaar tot jaar consistent blijven. Er moet worden overwogen kwalitatieve informatie te verschaffen, zodat nadere bijzonderheden over de typen tegenpartijen kunnen worden verstrekt. Wanneer de in overeenstemming met alinea 13C(c) tot en met (e) vermelde bedragen per tegenpartij worden verstrekt, moeten bedragen die individueel significant zijn voor de totale tegenpartijbedragen afzonderlijk worden vermeld en moeten de resterende, niet individueel significante tegenpartijbedragen tot één enkele post worden samengevoegd.

Overige

B53

De specifieke informatievereisten van de alinea's 13C tot en met 13E zijn minimumvereisten. Om de doelstelling van alinea 13B te verwezenlijken, kan een entiteit zich verplicht zien de vereiste informatie met additionele (kwalitatieve) informatie aan te vullen, al naargelang de voorwaarden van de afdwingbare "master netting"-overeenkomsten en vergelijkbare overeenkomsten, met inbegrip van de aard van de rechten tot saldering, en de gevolgen of potentiële gevolgen ervan voor de financiële positie van de entiteit.

Bijlage

Wijziging in IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie

Alinea 43 wordt gewijzigd.

43

Deze standaard vereist dat financiële activa en financiële verplichtingen op nettobasis worden gepresenteerd indien dit een uitdrukking vormt van de verwachte toekomstige kasstromen van een entiteit uit de afwikkeling van twee of meer afzonderlijke financiële instrumenten. Als een entiteit het recht heeft om een enkel nettobedrag te ontvangen of te betalen en dit ook van plan is, heeft zij in feite slechts een enkel financieel actief of een enkele financiële verplichting. In andere omstandigheden worden financiële activa en financiële verplichtingen afzonderlijk van elkaar gepresenteerd in overeenstemming met hun kenmerken als economische middelen of verplichtingen van de entiteit. Een entiteit moet de op grond van de alinea's 13B tot en met 13E van IFRS 7 te verschaffen informatie verstrekken voor opgenomen financiële instrumenten die binnen het toepassingsgebied van alinea 13A van IFRS 7 vallen.

Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen

Wijzigingen in IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie

INGANGSDATUM EN OVERGANG

Alinea 97L wordt toegevoegd.

97L

Bij Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen (wijzigingen in IAS 32), uitgegeven in december 2011, is alinea TL38 verwijderd en zijn de alinea's TL38A tot en met TL38F toegevoegd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2014 aanvangen. Een entiteit moet deze wijzigingen retroactief toepassen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen vanaf een vroegere datum toepast, moet zij dit feit vermelden en moet zij ook de informatie verstrekken die op grond van Informatieverschaffing – saldering van financiële activa en financiële verplichtingen (wijzigingen in IFRS 7), uitgegeven in december 2011, is vereist.

Toepassingsleidraad

Onmiddellijk na het kopje "Saldering van een financieel actief en een financiële verplichting (alinea's 42 tot en met 50)" wordt alinea TL38 verwijderd. Kopjes en de alinea's TL38A tot en met TL38F worden toegevoegd.

Criterium dat een entiteit "een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te salderen" (alinea 42(a))

TL38A

Een recht tot saldering kan doorlopend bestaan of van een toekomstige gebeurtenis afhankelijk zijn (het recht kan bijvoorbeeld pas ontstaan of uitoefenbaar zijn bij het plaatsvinden van een toekomstige gebeurtenis, zoals wanbetaling, insolventie of faillissement van een van de tegenpartijen). Zelfs als het recht tot saldering niet van een toekomstige gebeurtenis afhankelijk is, kan het toch alleen in rechte afdwingbaar zijn in het kader van de normale bedrijfsuitoefening, dan wel in geval van wanbetaling of in geval van insolventie of faillissement van een of alle tegenpartijen.

TL38B

Om aan het criterium van alinea 42(a) te voldoen, moet een entiteit doorlopend een in rechte afdwingbaar recht tot saldering hebben. Dit betekent dat het recht tot saldering:

(a)

in geen geval afhankelijk mag zijn van een toekomstige gebeurtenis; en

(b)

onder alle volgende omstandigheden in rechte afdwingbaar moet zijn:

(i)

in het kader van de normale bedrijfsuitoefening;

(ii)

in geval van wanbetaling; en

(iii)

in geval van insolventie of faillissement

van de entiteit en van alle tegenpartijen.

TL38C

De aard en de omvang van het recht tot saldering, met inbegrip van de eventueel aan de uitoefening ervan verbonden voorwaarden en het voortbestaan ervan in geval van wanbetaling of in geval van insolventie of faillissement, kunnen van rechtsgebied tot rechtsgebied verschillen. Er mag bijgevolg niet worden aangenomen dat het recht tot saldering automatisch ook buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening bestaat. Zo kan de faillissements- of insolventiewetgeving van een rechtsgebied onder sommige omstandigheden het recht tot saldering in geval van faillissement of insolventie verbieden of beperken.

TL38D

De op de relaties tussen de partijen toepasselijke wetgeving (bijvoorbeeld contractuele bepalingen, het contractenrecht of de op de partijen toepasselijke wanbetalings-, insolventie- of faillissementswetgeving) moet in beschouwing worden genomen om te bepalen of het recht tot saldering in het kader van de normale bedrijfsuitoefening, in geval van wanbetaling en in geval van insolventie of faillissement van de entiteit en van alle tegenpartijen afdwingbaar is (zoals gespecificeerd in alinea TL38B(b)).

Criterium dat een entiteit "voornemens is om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld" (alinea 42(b))

TL38E

Om aan het criterium van alinea 42(b) te voldoen, moet een entiteit voornemens zijn om de verplichting op nettobasis af te wikkelen of om de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Hoewel de entiteit het recht kan hebben om de verplichting op nettobasis af te wikkelen, kan zij er nog steeds voor kiezen de vordering niet op hetzelfde moment te realiseren dat de verplichting wordt afgewikkeld.

TL38F

Indien een entiteit bedragen op zodanige wijze kan afwikkelen dat het resultaat in wezen gelijk is aan nettoafwikkeling, dan voldoet de entiteit aan het nettoafwikkelingscriterium van alinea 42(b). Dit doet zich voor als en alleen als het brutoafwikkelingsmechanisme kenmerken heeft die het krediet- en liquiditeitsrisico volledig wegnemen of in een insignificant krediet- en liquiditeitsrisico resulteren, en die ertoe leiden dat vorderingen en schulden in het kader van één afwikkelingsproces of –cyclus worden verwerkt. Zo zou een brutoafwikkelingssysteem dat alle onderstaande kenmerken heeft, aan het nettoafwikkelingscriterium van alinea 42(b) voldoen:

(a)

voor saldering in aanmerking komende financiële activa en financiële verplichtingen worden op hetzelfde tijdstip voor verwerking aangeboden;

(b)

als de financiële activa en financiële verplichtingen eenmaal voor verwerking zijn aangeboden, zijn de partijen ertoe gehouden de afwikkelingsverplichting na te komen;

(c)

er is geen kans dat de kasstromen die uit de activa en verplichtingen voortvloeien, zullen veranderen nadat deze activa en verplichtingen voor verwerking zijn aangeboden (tenzij de verwerking mislukt – zie (d) hierna);

(d)

door zekerheden in de vorm van effecten gedekte activa en verplichtingen worden afgewikkeld via een effectenoverdrachtsysteem of vergelijkbaar systeem (bijvoorbeeld levering tegen betaling), zodat als de effectenoverdracht mislukt, ook de verwerking van de gerelateerde vordering of schuld waarvoor de effecten als zekerheid fungeren, mislukt (en omgekeerd);

(e)

transacties die mislukken zoals onder (d) is beschreven, worden opnieuw voor verwerking aangeboden totdat zij zijn afgewikkeld;

(f)

de afwikkeling vindt plaats via dezelfde afwikkelingsinstelling (bijvoorbeeld een afwikkelingsbank, een centrale bank of een centrale effectenbewaarinstelling); en

(g)

er is voorzien in een intradaykredietfaciliteit die voldoende rekening-courantkredieten verstrekt om ervoor te zorgen dat de verwerking van de betalingen voor elk van de partijen op de afwikkelingsdatum plaatsvindt, en het is vrijwel zeker dat de intradaykredietfaciliteit elk beroep dat erop wordt gedaan, zal honoreren.