19.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/39


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1223/2012 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2012

houdende uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van een bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten vastgesteld tariefcontingent voor de invoer van levende runderen, van oorsprong uit Zwitserland, met een gewicht van meer dan 160 kg

(codificatie)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name artikel 144, lid 1, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2172/2005 van de Commissie van 23 december 2005 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van een bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten vastgesteld tariefcontingent voor de invoer van levende runderen, van oorsprong uit Zwitserland, met een gewicht van meer dan 160 kg (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

(2)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (4) (hierna „de overeenkomst” genoemd) houdt in dat een rechtenvrij tariefcontingent van de Unie wordt geopend voor de invoer van 4 600 levende runderen, van oorsprong uit Zwitserland, met een gewicht van meer dan 160 kg. Er dienen uitvoeringsbepalingen voor de opening en de wijze van beheer van dat tariefcontingent op jaarbasis te worden vastgesteld.

(3)

Met het oog op de toewijzing in het kader van dat tariefcontingent en rekening houdend met de aard van de betrokken producten, moet de in artikel 144, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vermelde methode van het gelijktijdige onderzoek worden toegepast.

(4)

Om in aanmerking te komen voor het voordeel dat met dat tariefcontingent verbonden is, moeten de levende runderen van oorsprong uit Zwitserland zijn overeenkomstig de in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde regels.

(5)

Om speculatie te voorkomen, moet erop worden toegezien dat de in het kader van het tariefcontingent beschikbare aantallen worden toegewezen aan marktdeelnemers die kunnen aantonen dat zij een significant aandeel hebben in de handel met derde landen. Hiertoe moet, mede met het oog op een efficiënt beheer, worden geëist dat de handelaren in het jaar dat aan de betrokken jaarlijkse contingentperiode voorafgaat, ten minste 50 dieren hebben ingevoerd (ervan uitgaande dat een partij van 50 dieren als een normale lading kan worden beschouwd). De ervaring heeft geleerd dat een transactie slechts als reëel en rendabel kan worden beschouwd als minstens één partij wordt aangekocht.

(6)

Voor de rechten tot invoer moet een zekerheid worden vastgesteld, de certificaten mogen niet worden overgedragen en de aan de handelaren afgegeven invoercertificaten moeten uitsluitend gelden voor de aantallen waarvoor zij rechten tot invoer hebben gekregen.

(7)

Om te zorgen voor een gelijkere toegang tot het tariefcontingent, waarbij het aantal dieren per aanvraag echter nog rendabel moet zijn, moeten een maximum- en minimumaantal dieren per aanvraag worden vastgesteld.

(8)

De rechten tot invoer moeten na een bedenktermijn worden toegewezen en zo nodig moet er een vaste toewijzingscoëfficiënt op worden toegepast.

(9)

Overeenkomstig artikel 130 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 moet de regeling worden beheerd door middel van invoercertificaten. Hiertoe moet worden vastgesteld hoe de aanvragen moeten worden ingediend en welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, zo nodig door aanvulling of afwijking van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5), Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (6) en Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (7).

(10)

Om de marktdeelnemer te verplichten invoercertificaten voor alle hem toegekende rechten tot invoer aan te vragen, moet worden bepaald dat een dergelijke aanvraag, met betrekking tot de voor de rechten tot invoer te stellen zekerheid, geldt als een primaire eis in de zin van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie van 28 maart 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (8).

(11)

De ervaring toont aan dat het voor een deugdelijk beheer van het tariefcontingent ook noodzakelijk is dat de titularis van het certificaat een echte importeur is. Een dergelijke importeur moet derhalve een actief aandeel hebben in de aankoop, het vervoer en de invoer van de betrokken dieren. Overlegging van het bewijs van deze activiteiten geldt als een primaire eis in verband met de certificaatzekerheid.

(12)

Met het oog op een strikte statistische controle van de in het kader van dit tariefcontingent ingevoerde dieren is de in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde tolerantie niet van toepassing.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Elk jaar wordt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december een rechtenvrij tariefcontingent van de Unie geopend voor de invoer van 4 600 levende runderen, van oorsprong uit Zwitserland, met een gewicht van meer dan 160 kg, van GN-codes 0102 29 41, 0102 29 49, 0102 29 51, 0102 29 59, 0102 29 61, 0102 29 69, 0102 29 91, 0102 29 99, ex 0102 39 10 met een gewicht van meer dan 160 kg of ex 0102 90 91 met een gewicht van meer dan 160 kg.

Het volgnummer van dit tariefcontingent is 09.4203.

2.   De oorsprongsregels voor de in lid 1 bedoelde producten zijn de in artikel 4 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten bedoelde regels.

Artikel 2

1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 betekent de zinsnede „dat de aanvragers werkzaam zijn geweest op het gebied van de handel met derde landen” die in dat artikel voorkomt, dat de aanvragers minstens 50 dieren van GN-code 0102 hebben ingevoerd.

De lidstaten mogen als bewijs van de handel met derde landen kopieën aanvaarden van de in artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde documenten die naar behoren door de bevoegde autoriteit zijn geviseerd.

2.   Ondernemingen die zijn ontstaan na een fusie van ondernemingen die elk een referentie-invoer hebben die in overeenstemming is met het in lid 1 bedoelde minimumaantal, mogen deze referentie-invoer als basis voor hun aanvraag gebruiken.

Artikel 3

1.   Aanvragen voor rechten tot invoer moeten betrekking hebben op ten minste 50 dieren en mogen slechts betrekking hebben op maximaal 5 % van het beschikbare aantal.

2.   Aanvragen voor rechten tot invoer moeten uiterlijk op 1 december vóór de betrokken jaarlijkse contingentperiode worden ingediend, uiterlijk om 13.00 uur Belgische tijd.

3.   Na verificatie van de ingediende documenten delen de lidstaten de Commissie, uiterlijk de tiende werkdag na afloop van de periode voor de indiening van aanvragen, de totale aantallen mede waarvoor een aanvraag is ingediend.

Onverminderd artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 is artikel 11 van die verordening van toepassing.

Artikel 4

1.   De rechten tot invoer worden toegewezen op of na de zevende en uiterlijk op de zestiende werkdag na afloop van de in artikel 3, lid 3, eerste alinea, bepaalde termijn voor de mededeling van de aanvragen.

2.   Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt leidt tot een saldo van minder dan 50 dieren per aanvraag, wijst de betrokken lidstaat, in het kader van de beschikbare aantallen, bij loting rechten tot invoer van telkens 50 dieren toe. Bij een totaal saldo van minder dan 50 dieren wordt voor het betrokken aantal één recht tot invoer toegekend.

3.   Indien de toepassing van lid 2 tot gevolg heeft dat minder rechten tot invoer zullen worden toegewezen dan die waarom was gevraagd, wordt de overeenkomstig artikel 5, lid 1, gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

Artikel 5

1.   De voor de rechten tot invoer te stellen zekerheid bedraagt 3 EUR per dier. De zekerheid moet op het moment van indiening van de aanvraag voor rechten tot invoer worden gesteld bij de bevoegde instantie.

2.   Voor het toegewezen aantal moeten invoercertificaten worden aangevraagd. Deze verplichting geldt als een primaire eis in de zin van artikel 19, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012.

3.   Indien de toepassing van de in artikel 4, lid 2, bedoelde toewijzingscoëfficiënt minder rechten tot invoer oplevert dan het aangevraagde aantal, wordt de gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

Artikel 6

1.   De toegewezen aantallen worden na overlegging van één of meer invoercertificaten ingevoerd.

2.   Certificaataanvragen mogen alleen worden ingediend in de lidstaat waarin de aanvrager rechten tot invoer in het kader van het tariefcontingent heeft aangevraagd en gekregen.

Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de verkregen rechten tot invoer dienovereenkomstig verlaagd en wordt de overeenkomstig artikel 5, lid 1, gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

3.   Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de rechten tot invoer heeft gekregen.

4.   Op de certificaataanvraag en op het certificaat worden de volgende vermeldingen aangebracht:

a)

in vak 8: het land van oorsprong; bovendien wordt het woord „ja” aangekruist;

b)

in vak 16: één of meer van de volgende GN-codes:

0102 29 41, 0102 29 49, 0102 29 51, 0102 29 59, 0102 29 61, 0102 29 69, 0102 29 91, 0102 29 99, ex 0102 39 10 met een gewicht van meer dan 160 kg of ex 0102 90 91 met een gewicht van meer dan 160 kg;

c)

in vak 20: het volgnummer van het tariefcontingent (09.4203) en ten minste één van de in bijlage I opgenomen vermeldingen.

Het certificaat verplicht tot invoer uit Zwitserland.

Artikel 7

1.   In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn de op grond van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten niet overdraagbaar.

2.   Het invoercertificaat wordt slechts afgegeven, indien een uit de volgende elementen bestaande zekerheid van 20 EUR per dier wordt gesteld:

a)

de in artikel 5, lid 1, vermelde zekerheid van 3 EUR;

b)

een bedrag van 17 EUR dat de aanvrager bij het indienen van de certificaataanvraag betaalt.

3.   Op grond van artikel 48, lid 1, van Verordening (EG) nr. 376/2008 wordt, indien meer wordt ingevoerd dan in het invoercertificaat is aangegeven, op de extra hoeveelheid het volle recht van het gemeenschappelijke douanetarief geheven dat geldt op de dag waarop de douaneaangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard.

4.   Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk III, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008 mag de zekerheid niet worden vrijgegeven voordat het bewijs is geleverd dat de titularis van het certificaat commercieel en logistiek verantwoordelijk is geweest voor de aankoop, het vervoer en het in het vrije verkeer brengen van de betrokken dieren. Als bewijs geldt:

a)

het origineel van de handelsfactuur of een gewaarmerkte kopie daarvan die aan de titularis is gericht door de verkoper of diens vertegenwoordiger, beiden gevestigd in Zwitserland, en het bewijs van betaling daarvan door de titularis, of de opening door de titularis van een onherroepelijk documentair krediet ten gunste van de verkoper;

b)

het op naam van de titularis opgestelde vervoersdocument voor de betrokken dieren;

c)

het bewijs van de aangifte voor het vrije verkeer met de vermelding van de naam en het adres van de titularis als de geadresseerde.

Artikel 8

De Verordeningen (EG) nr. 1301/2006, (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 382/2008 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de onderhavige verordening.

Artikel 9

1.   In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op 28 februari na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven gedurende de voorgaande invoertariefcontingentsperiode;

b)

uiterlijk op 30 april na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor de invoercertificaten niet of gedeeltelijk niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten afgeschreven hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten waren afgegeven.

2.   Uiterlijk op 30 april na afloop van elke invoertariefcontingentsperiode verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over de hoeveelheden producten die in het vrije verkeer zijn gebracht overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1301/2006.

3.   Voor de in de leden 1 en 2 bedoelde mededelingen worden de hoeveelheden uitgedrukt in aantal dieren en per productcategorie zoals vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.

Artikel 10

Verordening (EG) nr. 2172/2005 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 346 van 29.12.2005, blz. 10.

(3)  Zie bijlage II.

(4)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.

(5)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(6)  PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(7)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.

(8)  PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4.


BIJLAGE I

In artikel 6, lid 4, onder c), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Регламент за изпълнение (ЕC) № 1223/2012

:

in het Spaans

:

Reglamento de Ejecución (UE) no 1223/2012

:

in het Tsjechisch

:

Prováděcí nařízení (EU) č. 1223/2012

:

in het Deens

:

Gennemførelsesforordning (EU) nr. 1223/2012

:

in het Duits

:

Durchführungsverordnung (EU) Nr. 1223/2012

:

in het Ests

:

Rakendusmäärus (EL) nr 1223/2012

:

in het Grieks

:

Εκτελεστικός κανονισμός (ΕΕ) αριθ. 1223/2012

:

in het Engels

:

Implementing Regulation (EU) No 1223/2012

:

in het Frans

:

Règlement d’exécution (UE) no 1223/2012

:

in het Italiaans

:

Regolamento di esecuzione (UE) n. 1223/2012

:

in het Lets

:

Īstenošanas regula (ES) Nr. 1223/2012

:

in het Litouws

:

Įgyvendinimo reglamentas (ES) Nr. 1223/2012

:

in het Hongaars

:

1223/2012/EU végrehajtási rendelet

:

in het Maltees

:

Regolament ta’ Implimentazzjoni (UE) Nru 1223/2012

:

in het Nederlands

:

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1223/2012

:

in het Pools

:

Rozporządzenie wykonawcze (UE) nr 1223/2012

:

in het Portugees

:

Regulamento de Execução (UE) n.o 1223/2012

:

in het Roemeens

:

Regulamentul de punere în aplicare (UE) nr. 1223/2012

:

in het Slowaaks

:

Vykonávacie nariadenie (EÚ) č. 1223/2012

:

in het Sloveens

:

Izvedbena uredba (EU) št. 1223/2012

:

in het Fins

:

Täytäntöönpanoasetus (EU) N:o 1223/2012

:

in het Zweeds

:

Genomförandeförordning (EU) nr 1223/2012


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 2172/2005 van de Commissie

(PB L 346 van 29.12.2005, blz. 10)

 

Verordening (EG) nr. 1869/2006 van de Commissie

(PB L 358 van 16.12.2006, blz. 49)

 

Verordening (EG) nr. 1965/2006 van de Commissie

(PB L 408 van 30.12.2006, blz. 28)

Uitsluitend artikel 8 en bijlage IX

Verordening (EG) nr. 749/2008 van de Commissie

(PB L 202 van 31.7.2008, blz. 37)

Uitsluitend artikel 3

Verordening (EG) nr. 1267/2008 van de Commissie

(PB L 338 van 17.12.2008, blz. 37)

 


BIJLAGE III

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2172/2005

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 4

Artikel 2, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 3, eerste alinea

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 3, tweede alinea

Artikel 3, lid 5

Artikel 3, lid 3

Artikelen 4, 5 en 6

Artikelen 4, 5 en 6

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 5

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 6

Artikel 7, lid 4

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 8 bis, lid 1

Artikel 9, lid 1

Artikel 8 bis, lid 2, eerste en tweede alinea

Artikel 9, lid 2

Artikel 8 bis, lid 3

Artikel 9, lid 3

Artikel 10

Artikel 9

Artikel 11

Bijlage II

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III