17.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 130/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 419/2012 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2012

houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 562/2011 tot vaststelling van het programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2012 toe te rekenen financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Europese Unie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 43, onder f) en g), juncto artikel 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (2), en met name artikel 3, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 562/2011 van de Commissie (3), als gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2012 (4), is de uiterste datum voor de indiening van betalingsaanvragen op 30 september 2012 en de uiterste datum voor de uitvoering van de betalingen op 15 oktober vastgesteld en is bepaald dat de periode voor de uitvoering van het distributieprogramma voor 2012 eindigt op 28 februari 2013.

(2)

Om de lidstaten in staat te stellen die termijnen efficiënt te benutten, moet worden voorzien in de mogelijkheid voorschotten te verlenen voor het vervoer van de producten naar de opslagplaatsen van de liefdadigheidsorganisaties en voor de administratieve kosten en vervoers- en opslagkosten die worden gemaakt door de voor de distributie van de producten aangewezen liefdadigheidsorganisaties. Met het oog op de efficiënte uitvoering van het jaarprogramma moet die mogelijkheid in naar behoren gemotiveerde gevallen ook worden geboden voor de levering van producten. Voorts moet worden bepaald wanneer en hoe een zekerheid moet worden gesteld.

(3)

Er rekening mee houdend dat de in artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde aangewezen organisaties geen winstoogmerk hebben, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden gemachtigd om, als aan die organisaties voorschotten voor hun administratieve kosten en vervoers- en opslagkosten worden betaald, alternatieve garantie-instrumenten toe te staan.

(4)

Om boekhoudkundige redenen moet worden geëist dat de lidstaten de Commissie bepaalde gegevens over de voorschotbetalingen meedelen.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 562/2011 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 562/2011 wordt het volgende artikel 4 bis ingevoegd:

„Artikel 4 bis

1.   Voor de uitvoering van het in artikel 1 van deze verordening bedoelde jaarlijkse distributieprogramma mogen de overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 6, van Verordening (EU) nr. 807/2010 geselecteerde marktdeelnemers en de in artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde aangewezen organisaties bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat een aanvraag om voorschotbetalingen indienen voor de in artikel 27, lid 7, tweede alinea, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde kosten van het vervoer van de producten naar de opslagplaatsen van de aangewezen organisaties en voor de in de tweede alinea, onder b), van het genoemde artikel bedoelde administratieve kosten en vervoers- en opslagkosten. In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten ook voorschotbetalingen verrichten voor de kosten van de levering van producten aan overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 807/2010 geselecteerde marktdeelnemers op voorwaarde dat die marktdeelnemers vóór 15 oktober 2012 ten genoegen van de betrokken lidstaten hebben aangetoond dat zij:

a)

juridisch bindende verplichtingen hebben aangegaan om de actie uit te voeren;

b)

bij de uitvoering van de actie aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt, en

c)

alle nodige maatregelen hebben genomen om ervoor te zorgen dat de uitvoering uiterlijk op 28 februari 2013 zal beëindigd zijn.

2.   De bevoegde autoriteit kan een voorschot tot 100 % van het gevraagde bedrag verlenen mits een zekerheid wordt gesteld die gelijk is aan 110 % van het in lid 1 bedoelde voorschot. Als het gaat om overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 807/2010 geselecteerde marktdeelnemers, wordt de in dat artikel bedoelde zekerheid geacht toereikend te zijn voor de toepassing van het onderhavige artikel.

3.   Met het oog op de toepassing van lid 2 is Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie (5) van toepassing.

4.   Voor de in lid 1 bedoelde aangewezen organisaties kan het betaalorgaan een schriftelijke garantie van een overheidsinstantie aanvaarden die overeenkomstig de in de lidstaten geldende bepalingen is opgesteld en een bedrag dekt dat overeenstemt met het in lid 2 bepaalde percentage, mits die overheidsinstantie zich ertoe verbindt het door de garantie gedekte bedrag te betalen wanneer geen recht op betaling van het voorschot wordt vastgesteld. De lidstaten kunnen ook, overeenkomstig de in de lidstaten geldende bepalingen, voorzien in een instrument van gelijke werking, mits dat garandeert dat het voorschot wordt terugbetaald als geen recht op betaling wordt vastgesteld.

5.   Uiterlijk op 15 januari 2013 delen de lidstaten de Commissie het totale bedrag mee van de voorschotbetalingen die uiterlijk op 15 oktober 2012 overeenkomstig lid 2 zijn verricht, maar nog niet zijn goedgekeurd en betrekking hebben op acties die nog niet door de eindbegunstigden zijn afgerond.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.

(3)  PB L 152 van 11.6.2011, blz. 24.

(4)  PB L 72 van 10.3.2012, blz. 32.

(5)  PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4.”.