21.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 48/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 147/2012 VAN DE COMMISSIE
van 20 februari 2012
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 65/2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (1), en met name artikel 51, lid 4, artikel 74, lid 4, en artikel 91,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 65/2011 van de Commissie (2) bevat definities die volgens de tekst van dat artikel alleen van toepassing zijn op deel II, titel I, van die verordening. De termen „oppervlaktegebonden maatregelen” en „diergebonden maatregelen” komen echter in de gehele verordening voor. Daarom moeten deze termen worden opgenomen in de lijst van definities in artikel 2 van de verordening. |
(2) |
Omwille van de consistentie moet in artikel 31, onder a), punt ii), van Verordening (EU) nr. 65/2011 de term „oppervlaktegebonden steun” worden vervangen door de term „oppervlaktegebonden maatregelen”. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (3) is gewijzigd teneinde bepaalde controlevoorschriften voor diergebonden betalingen te verbeteren en te vereenvoudigen. Omwille van de consistentie met de controles inzake diergebonden maatregelen in het kader van Verordening (EU) nr. 65/2011 moeten de desbetreffende voorschriften worden opgenomen in die verordening. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 65/2011 mag een rund dat één van de twee oormerken is kwijtgeraakt, worden geacht deel uit te maken van de geconstateerde dieren, mits het duidelijk en individueel kan worden geïdentificeerd aan de hand van de andere elementen van de regeling voor de identificatie en registratie van runderen. De identificatie- en registratieregeling voor runderen is inmiddels stevig verankerd. Daarom mag een rund dat beide oormerken is kwijtgeraakt, maar waarvan de identiteit ondubbelzinnig kan worden vastgesteld, ook worden meegeteld in het aantal geconstateerde dieren en mag het premiabel blijven. Dit mag echter alleen gelden voor gevallen waarin de landbouwer al vóór de aankondiging van de controle ter plaatse maatregelen heeft getroffen om de situatie recht te zetten. Ook moet de toepassing van deze regel beperkt blijven tot één dier om het gevaar van onregelmatige betalingen te vermijden. |
(5) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (4) is een nieuwe, verbeterde identificatieregeling voor schapen en geiten opgezet. Daarom moet in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 65/2011 een soortgelijke bepaling voor schapen en geiten die ter betaling zijn aangegeven, worden opgenomen. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) nr. 65/2011 is artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1122/2009 van overeenkomstige toepassing op deel II, titel I, van Verordening (EU) nr. 65/2011. Hoewel de begunstigden van diergebonden maatregelen krachtens artikel 16, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 de bevoegde autoriteiten ervan in kennis moeten stellen indien een dier gedurende de toepasselijke aanhoudperiode naar een andere plaats is overgebracht, moet duidelijk worden gemaakt dat indien dat wordt nagelaten, geen sancties mogen worden opgelegd indien het betrokken dier bij de controle ter plaatse onmiddellijk kan worden gelokaliseerd op het bedrijf. |
(7) |
Ten aanzien van de in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 65/2011 vastgestelde voorschriften voor verlagingen en uitsluitingen en ten aanzien van de in artikel 22 van die verordening vastgestelde volgorde van verlagingen moet duidelijk worden gemaakt dat verrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (5) pas als laatste in de volgorde van verlagingen krachtens artikel 22 van Verordening (EU) nr. 65/2011 mogen worden verricht. De artikelen 17 en 22 van die verordening moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 65/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 65/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 2 worden de volgende definities toegevoegd: „d) „oppervlaktegebonden maatregelen”: maatregelen of submaatregelen waarbij de steun is gebaseerd op de grootte van de aangegeven oppervlakte; e) „diergebonden maatregelen”: maatregelen of submaatregelen waarbij de steun is gebaseerd op het aangegeven aantal dieren.”. |
2) |
Artikel 6, lid 2, onder a) en b), wordt geschrapt. |
3) |
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 22, zesde streepje, wordt vervangen door:
|
5) |
Artikel 31, onder a), punt ii), wordt vervangen door:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 februari 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.
(2) PB L 25 van 28.1.2011, blz. 8.
(3) PB L 316 van 2.12.2009, blz. 65.
(4) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8.
(5) PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90.
(6) PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.”;
(7) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8.”;