7.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 177/25


RICHTLIJN 2012/20/EU VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2012

tot wijziging van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde flufenoxuron als werkzame stof voor productsoort 8 in bijlage I bij die richtlijn op te nemen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1), en met name artikel 16, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (2) bedoelde tienjarige werkprogramma is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG dienen te worden beoordeeld. Flufenoxuron is in die lijst opgenomen.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1451/2007 is flufenoxuron overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG beoordeeld voor gebruik in productsoort 8 (houtconserverings-middelen), zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn.

(3)

Frankrijk is als rapporterende lidstaat aangewezen en heeft het verslag van de bevoegde instantie samen met een aanbeveling overeenkomstig artikel 14, leden 4 en 6, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 op 17 maart 2009 bij de Commissie ingediend.

(4)

Het verslag van de bevoegde instantie is door de lidstaten en de Commissie getoetst. Overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 zijn de conclusies van de toetsing binnen het Permanent Comité voor biociden op 22 september 2011 in een beoordelingsverslag opgenomen.

(5)

Uit de onderzoeken blijkt dat van biociden die als houtconserveringsmiddelen worden gebruikt en flufenoxuron bevatten, kan worden verwacht dat ze aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 98/8/EG voldoen. Derhalve dient flufenoxuron, ondanks het feit dat deze werkzame stof niet is goedgekeurd voor bepaalde andere gebieden waarvoor specifieke risicobeoordelingen een verschillend resultaat gaven (3), in bijlage I bij die richtlijn te worden opgenomen voor gebruik in productsoort 8.

(6)

Vanwege de kenmerken van de werkzame stof, waardoor die persistent, bioaccumulerend en toxisch, of zeer persistent en sterk bioaccumulerend kan zijn, overeenkomstig de criteria vastgesteld in bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (4) moet flufenoxuron voor slechts drie jaar in bijlage I worden opgenomen en moet overeenkomstig artikel 10, lid 5, onder i), tweede alinea, van Richtlijn 98/8/EG een vergelijkende risicobeoordeling van flufenoxuron worden uitgevoerd voordat de opneming in bijlage I wordt verlengd.

(7)

De risicobeoordeling op het niveau van de Unie van flufenoxuron dat in houtconserveringsmiddelen wordt gebruikt, had alleen betrekking op de behandeling van hout bestemd voor gebruik binnenshuis (gebruiksklassen 1 en 2 als gedefinieerd door de OESO (5)) of hout bestemd voor gebruik in de openlucht dat niet bedekt wordt en niet in contact staat met de grond en hetzij permanent aan de weersomstandigheden wordt blootgesteld, hetzij van de weersomstandigheden wordt afgeschermd maar vaak nat kan worden (gebruiksklasse 3 als gedefinieerd door de OESO (6)), dat niet wordt gebruikt voor de toepassing in dierverblijven en niet in contact komt met voedings- of voedermiddelen. Er zijn onaanvaardbare milieurisico’s gesignaleerd bij de in situ behandeling van hout in de openlucht, alsmede in verschillende scenario’s voor het gebruik in de openlucht van behandeld hout. Vanwege de kenmerken van flufenoxuron dienen alleen de toepassings- en blootstellingsscenario's te worden toegestaan die bij de risicobeoordeling op EU-niveau op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen en waarvoor geen onaanvaardbare risico is aangetoond.

(8)

Gezien de gesignaleerde risico's voor de gezondheid van de mens bij industrieel of professioneel gebruik is het passend te eisen dat veilige operationele procedures worden vastgesteld voor producten die voor industrieel of professioneel gebruik worden toegelaten en dat deze producten met passende persoonlijke beschermings-middelen worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product het bewijs wordt geleverd dat de risico’s voor de industriële of professionele gebruiker op een andere wijze tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden gereduceerd.

(9)

Gezien de gesignaleerde risico's voor het aquatische en het terrestrische compartiment, is het raadzaam te eisen dat passende risicobeperkende maatregelen worden genomen om deze compartimenten te beschermen, in het bijzonder dat pas behandeld hout na de behandeling onder een afdak en/of op een ondoordringbare harde ondergrond wordt opgeslagen en dat verliezen bij het aanbrengen van producten die als houtconserverings-middel flufenoxuron bevatten, met het oog op hergebruik of verwijdering worden opgevangen.

(10)

De bepalingen van deze richtlijn dienen in alle lidstaten tegelijkertijd te worden toegepast teneinde op de markt van de Unie een gelijke behandeling van biociden van productsoort 8 die als werkzame stof flufenoxuron bevatten, te waarborgen en tevens het goede functioneren van de markt voor biociden in het algemeen te vergemakkelijken.

(11)

Er dient een redelijke periode te verstrijken voordat een werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt opgenomen, teneinde de lidstaten en de betrokken partijen de gelegenheid te geven zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen die dit meebrengt te voldoen en ervoor te zorgen dat aanvragers die dossiers hebben samengesteld volledig kunnen profiteren van de periode van tien jaar voor gegevensbescherming die overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder c), ii), van Richtlijn 98/8/EG op de datum van opneming ingaat.

(12)

Na de opneming moeten de lidstaten over een redelijke termijn beschikken voor de tenuitvoerlegging van artikel 16, lid 3, van Richtlijn 98/8/EG.

(13)

Richtlijn 98/8/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

Het bij artikel 28, lid 1, van Richtlijn 98/8/EG ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht over de in deze richtlijn vervatte maatregelen; de Commissie heeft bijgevolg een voorstel betreffende deze maatregelen ingediend bij de Raad en voorgelegd aan het Europees Parlement. De Raad heeft niet gehandeld binnen de periode van twee maanden als bepaald in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7), en de Commissie heeft het voorstel dan ook onverwijld bij het Europees Parlement ingediend. Het Europees Parlement heeft zich niet binnen vier maanden na bovenvermelde indiening tegen de maatregel verzet.

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

Omzetting

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 januari 2013 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 februari 2014.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1.

(2)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 942/2011 van de Commissie van 22 september 2011 tot niet-goedkeuring van de werkzame stof flufenoxuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermings-middelen, en tot wijziging van Beschikking 2008/934/EG van de Commissie (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 13); Besluit 2012/77/EU van de Commissie van 9 februari 2012 betreffende de niet-opneming van flufenoxuron voor productsoort 18 in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 38 van 11.2.2012, blz. 47).

(4)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(5)  OESO-reeks „Emission scenario documents”, nummer 2, Emission Scenario Document for Wood Preservatives, deel 2, blz. 64.

(6)  Idem.

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

Aan bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nr.

Triviale naam

IUPAC-naam

Identificatienummers

Minimale zuiverheid van de werkzame stof in het biocide zoals het op de markt wordt gebracht

Datum van opneming

Termijn voor de naleving van artikel 16, lid 3 (behalve voor producten die meer dan één werkzame stof bevatten; in dat geval is de termijn voor de naleving van artikel 16, lid 3, de termijn die wordt vastgesteld in het laatste besluit voor de opneming van de werkzame stoffen daarvan)

Datum waarop de opneming verstrijkt

Productsoort

Specifieke bepalingen (1)

„57

flufenoxuron

1-[4-(2-chloro-alpha, alpha,alpha-trifluoro-para-tolyloxy)-2-fluorophenyl]-3-(2,6-difluorobenzoyl)urea

EC-nr.: 417-680-3

CAS-nr.: 101463-69-8

960 g/kg

1 februari 2014

31 januari 2016

31 januari 2017

8

Flufenoxuron moet aan een vergelijkende risicobeoordeling overeenkomstig artikel 10, lid 5, onder i), tweede alinea, van Richtlijn 98/8/EG worden onderworpen voordat de opneming ervan in deze bijlage wordt verlengd.

De risicobeoordeling op het niveau van de Unie had betrekking op de behandeling van hout dat niet wordt gebruikt voor de toepassing in dierverblijven en niet in contact komt met voedings- of voeder-middelen. De producten mogen niet gebruikt worden voor toepassings- of blootstellingsscenario’s die bij de risico-beoordeling op het niveau van de Unie niet op een representatieve wijze aan bod zijn gekomen.

De lidstaten zorgen ervoor dat bij toelating de volgende voorwaarden worden gesteld:

1)

De producten worden alleen gebruikt voor de behandeling van hout dat bestemd is voor gebruik binnenshuis.

2)

Voor voor industrieel en professioneel gebruik toegelaten producten moeten veilige operationele procedures worden vastgesteld en de producten moeten met afdoende persoonlijke beschermings-middelen worden gebruikt, tenzij in de aanvraag tot toelating van het product kan worden aangetoond dat de risico’s voor industriële of professionele gebruiker op andere manieren tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

3)

Er moeten passende risicobeperkende maatregelen worden getroffen om de aquatische en bodemcompartimenten te beschermen. Met name moet op de etiketten en desgevallend op de veiligheidsinformatiebladen van toegelaten producten worden aangegeven dat pas behandeld hout na behandeling onder een afdak of op een ondoordringbare harde ondergrond, of beide, moet worden opgeslagen om rechtstreekse verliezen naar de bodem of naar water te voorkomen en dat verliezen bij het aanbrengen van het product moeten worden opgevangen met het oog op hergebruik of verwijdering.”


(1)  Met het oog op de toepassing van de gemeenschappelijke beginselen van bijlage VI zijn de inhoud en de conclusies van de beoordelingsverslagen beschikbaar op de website van de Commissie: http://ec.europa.eu/comm/environment/biocides/index.htm