21.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/57


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2012

tot wijziging van Beschikking 96/564/Euratom, EG waarbij Oostenrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 9539)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(2012/815/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 13,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 378, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2), mag Oostenrijk de in bijlage X, deel A, punt 2, vermelde handelingen blijven belasten; die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-middelengrondslag.

(2)

Op grond van artikel 378, lid 2, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG mag Oostenrijk de in bijlage X, deel B, punten 5 en 9, vermelde handelingen blijven vrijstellen; die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-middelengrondslag.

(3)

Voor de toepassing van artikel 28, lid 3, onder a), van de Zesde Richtlijn, machtigde lid 2, onder h), van bijlage IX (Belastingen) bij de Akte van Toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Europese Unie (3) Oostenrijk uit hoofde van punt 2 van bijlage E, tot en met 31 december 1996 btw te heffen over de door tandtechnici beroepsmatig geleverde diensten en door tandartsen en tandtechnici aan Oostenrijkse sociale zekerheidsinstellingen geleverde tandprothesen; de in verband hiermee door de Commissie verleende machtiging voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen moet derhalve eveneens worden stopgezet.

(4)

Voor de toepassing van artikel 28, lid 3, onder b), van de Zesde Richtlijn, machtigde lid 2, onder i) van bijlage IX (Belastingen) bij de Akte van Toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de Europese Unie Oostenrijk door openbare postdiensten geleverde telecommunicatiediensten vrij te stellen van btw, totdat de Raad een gemeenschappelijke regeling voor de belasting van dergelijke diensten heeft aangenomen, of tot de datum waarop de huidige lidstaten die thans een volledige vrijstelling toepassen, daarmee ophouden, naargelang van welke van beide data eerst valt, maar in ieder geval niet langer dan tot en met 31 december 1995; de in verband hiermee door de Commissie verleende machtiging voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen moet derhalve eveneens worden stopgezet.

(5)

In het geval van Oostenrijk gaf de Commissie op grond van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 Beschikking 96/564/Euratom, EG (4), waarbij België werd gemachtigd om met ingang van 1 januari 1995 geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw.

(6)

De Commissie vroeg Oostenrijk om na te gaan welke machtigingen die Oostenrijk zonder uitdrukkelijke beperking in de tijd werden verleend, nog steeds nodig waren en om de Commissie hieromtrent uitsluitsel te geven. Oostenrijk bevestigde dat twee machtigingen niet langer nodig waren.

(7)

Omwille van de duidelijkheid en de transparantie van de voorschriften van de Unie moeten bepalingen die achterhaald zijn of niet langer effect sorteren, worden ingetrokken.

(8)

De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité eigen middelen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Artikel 2, punt 1, van Beschikking 96/564/Euratom, EG wordt geschrapt.

2.   Artikel 2, punt 2, van Beschikking 96/564/Euratom, EG wordt geschrapt.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Oostenrijk.

Gedaan te Brussel, 19 december 2012.

Voor de Commissie

Janusz LEWANDOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

(2)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(3)  PB C 241 van 29.8.1994, blz. 336.

(4)  PB L 247 van 28.9.1996, blz. 39.