6.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/70


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2012

waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen bixafen, Candida oleophila stam O, fluopyram, halosulfuron, kaliumjodide, kaliumthiocyanaat en spirotetramat te verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 4436)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/363/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (2), en met name artikel 80, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 blijft Richtlijn 91/414/EEG van toepassing op werkzame stoffen waarvoor overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn vóór 14 juni 2011 een besluit is genomen.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in oktober 2008 een aanvraag van Bayer CropScience AG ontvangen om de werkzame stof bixafen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2009/700/EG van de Commissie (3) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in juli 2006 van BIONEXT sprl een aanvraag ontvangen om de werkzame stof Candida oleophila stam O in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2007/380/EG van de Commissie (4) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(4)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Duitsland in juni 2008 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen om de werkzame stof fluopyram in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2009/464/EG van de Commissie (5) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(5)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Italië in mei 2005 van Nissan Chemical Europe SARL een aanvraag ontvangen om de werkzame stof halosulfuron in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2006/586/EG van de Commissie (6) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(6)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in september 2004 van Koppert Beheer BV een aanvraag ontvangen om de werkzame stof kaliumjodide in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2005/751/EG van de Commissie (7) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(7)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in september 2004 van Koppert Beheer BV een aanvraag ontvangen om de werkzame stof kaliumthiocyanaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2005/751/EG is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(8)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Oostenrijk in oktober 2006 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen om de werkzame stof spirotetramat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Beschikking 2007/560/EG van de Commissie (8) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(9)

De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en de gewasbeschermingsmiddelen grondig worden beoordeeld in het licht van de voorschriften van die richtlijn.

(10)

De effecten op de menselijke gezondheid en het milieu van de door de aanvragers voorgestelde toepassingen van deze werkzame stoffen zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld. De lidstaten-rapporteurs hebben de respectieve ontwerpbeoordelingsverslagen op 16 december 2009 (bixafen), 5 februari 2008 (Candida oleophila stam O), 30 augustus 2011 (fluopyram), 30 maart 2008 (halosulfuron), 27 juli 2007 (kaliumjodide en kaliumthiocyanaat) en 29 april 2008 (spirotetramat) bij de Commissie ingediend.

(11)

Nadat de lidstaten-rapporteurs de ontwerpbeoordelingsverslagen hadden ingediend, bleek het nodig de aanvragers om aanvullende informatie te vragen en moesten de lidstaten-rapporteurs deze informatie bestuderen en beoordelen. Daarom is het onderzoek van de dossiers nog aan de gang en kan de evaluatie niet worden afgerond binnen de termijn die is vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, gelezen in samenhang met de Besluiten 2010/457/EU (9) (Candida oleophila stam O, kaliumjodide en kaliumthiocyanaat) en 2010/671/EU (10) (spirotetramat) van de Commissie.

(12)

Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding tot onmiddellijke bezorgdheid heeft gegeven, moet de lidstaten toestemming worden verleend om de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat het evaluatie- en besluitvormingsproces voor een besluit betreffende een mogelijke goedkeuring overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voor bixafen, Candida oleophila stam O, fluopyram, halosulfuron, kaliumjodide, kaliumthiocyanaat en spirotetramat binnen 24 maanden zal zijn voltooid.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bixafen, Candida oleophila stam O, fluopyram, halosulfuron, kaliumjodide, kaliumthiocyanaat of spirotetramat bevatten, verlengen tot uiterlijk 31 juli 2014.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 31 juli 2014.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2012.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(3)  PB L 240 van 11.9.2009, blz. 32.

(4)  PB L 141 van 2.6.2007, blz. 78.

(5)  PB L 151 van 16.6.2009, blz. 37.

(6)  PB L 236 van 31.8.2006, blz. 31.

(7)  PB L 282 van 26.10.2005, blz. 18.

(8)  PB L 213 van 15.8.2007, blz. 29.

(9)  PB L 218 van 19.8.2010, blz. 24.

(10)  PB L 290 van 6.11.2010, blz. 49.