28.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 24 april 2012

over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

(2012/227/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114 en artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake technische voorschriften, normen, keuring en certificatie.

(2)

Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (3) van de Raad, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Aanbeveling 2010/133/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende de voorkoming en beperking van verontreiniging van eau de vie van steenvruchten en vruchtendraf-eau de vie van steenvruchten met ethylcarbamaat en de controle op het ethylcarbamaatgehalte in die dranken (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (5) is bij Verordening (EG) nr. 110/2008 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(5)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie van 24 april 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (6) is achterhaald (7) en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(6)

Om de problemen die worden veroorzaakt door alcoholconsumptie te verminderen, mogen de EVA-staten op niet-discriminerende wijze verbieden dat gedistilleerde dranken voor directe menselijke consumptie met een alcoholpercentage van meer dan 60 op hun markt worden gebracht.

(7)

Omdat het systeem voor het aanvragen van geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken bijzondere kenmerken heeft, en omdat uit de EVA-staten slechts een heel beperkt aantal aanvragen wordt verwacht, is lid 4, onder d), van Protocol nr. 1 hier niet van toepassing. Bijgevolg worden de procedures voor de aanvragen en de registratie van geografische aanduidingen uitgevoerd door de Commissie, ook met betrekking tot aanvragen uit de EVA-staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst.

(8)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het in de bijlage opgenomen ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 24 april 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

N. WAMMEN


(1)   PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)   PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.

(4)   PB L 52 van 3.3.2010, blz. 53.

(5)   PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1.

(6)   PB L 105 van 25.4.1990, blz. 9.

(7)   PB C 30 van 6.2.2009, blz. 18.


ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2012 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

van

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de EER-overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Aanbeveling 2010/133/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende de voorkoming en beperking van verontreiniging van eau de vie van steenvruchten en vruchtendraf-eau de vie van steenvruchten met ethylcarbamaat en de controle op het ethylcarbamaatgehalte in die dranken (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (4) is bij Verordening (EG) nr. 110/2008 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(4)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie (5) is achterhaald (6) en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(5)

Omdat het systeem voor het aanvragen van geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken bijzondere kenmerken heeft, en omdat uit de EVA-staten slechts een heel beperkt aantal aanvragen wordt verwacht, lijkt het redelijk lid 4, onder d), van Protocol nr. 1 bij de EER-overeenkomst hier niet toe te passen. Dit laat andere besluiten van het Gemengd Comité onverlet.

(6)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake gedistilleerde dranken. Wetgeving inzake gedistilleerde dranken is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de EER-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (7) van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de inleiding van hoofdstuk XXVII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit dient derhalve niet van toepassing te zijn op Liechtenstein.

(7)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XXVII van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

De tekst van punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad) en punt 2 (Verordening (EEG) nr. 1014/90 van de Commissie) wordt geschrapt.

2.

Het volgende punt wordt ingevoegd:

„9.

32008 R 0110: Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16), zoals gewijzigd door:

32008 R 1334: Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

De bepalingen van Verordening (EG) nr. 110/2008 worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

de bepalingen van Verordening (EG) nr. 110/2008 doen geen afbreuk aan het recht van de EVA-staten om op niet-discriminerende wijze te verbieden dat gedistilleerde dranken voor directe menselijke consumptie met een alcohol-percentage van meer dan 60 op hun markt worden gebracht;

b)

de EVA-staten worden uitgenodigd waarnemers af te vaardigen naar de bijeenkomsten van het in artikel 25 bedoelde Comité voor gedistilleerde dranken, dat is belast met aangelegenheden die vallen binnen de besluiten waarnaar in de EER-overeenkomst wordt verwezen; de waarnemers van de EVA-staten nemen volledig deel aan alle werkzaamheden van het comité, maar hebben geen stemrecht;

c)

lid 4, onder d), van Protocol nr. 1 bij de EER-overeenkomst is niet van toepassing op hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 110/2008;

d)

aan bijlage III van Verordening (EG) nr. 110/2008 wordt het volgende toegevoegd:

Productcategorie

Geografische aanduiding

Land van oorsprong (de exacte geografische oorsprong wordt in het technisch dossier omschreven)

15.

Wodka

Íslenskt Vodka/Icelandic Vodka

IJsland

Norsk Vodka/Norwegian Vodka

Noorwegen

24.

Akvavit/aquavit

ÍslensktBrennivín/Icelandic Aquavit

IJsland

Norsk akevitt/Norsk Aquavit/Norsk Akvavit/Norwegian Aquavit

Noorwegen

Andere gedistilleerde dranken

De geografische aanduidingen onder dit punt hebben betrekking op producten die niet in Verordening (EG) nr. 110/2008 worden gedefinieerd. Zij moeten dan ook worden aangevuld met de verkoop-benaming „gedistilleerde drank”.

De EVA-staten die deze gedistilleerde dranken produceren, lichten de andere partijen in over de nationale definities van deze producten.

 

10.

32010 H 0133: Aanbeveling 2010/133/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende de voorkoming en beperking van verontreiniging van eau de vie van steenvruchten en vruchtendraf-eau de vie van steenvruchten met ethylcarbamaat en de controle op het ethylcarbamaatgehalte in die dranken (PB L 52 van 3.3.2010, blz. 53).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 110/2008 en van Aanbeveling 2010/133/EU zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER (*1) hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te …, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


(1)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(2)   PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16.

(3)   PB L 52 van 3.3.2010, blz. 53.

(4)   PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1.

(5)   PB L 105 van 25.4.1990, blz. 9.

(6)   PB C 30 van 6.2.2009, blz. 18.

(7)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]