28.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/33 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
van 24 januari 2012
waarbij Zweden overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door huishoudens en bedrijven in de dienstensector in bepaalde gebieden in het noorden van Zweden
(2012/47/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2005/231/EG (2) van de Raad werd Zweden overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG gemachtigd om tot 31 december 2011 een verlaagd accijnstarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door huishoudens en bedrijven in de dienstensector in bepaalde gebieden in het noorden van Zweden. |
(2) |
Bij brief van 8 juni 2011 heeft Zweden verzocht om gedurende een periode van nog eens zes jaar, dat wil zeggen tot 31 december 2017, een verlaagd accijnstarief te mogen blijven toepassen op de elektriciteit die door deze begunstigden wordt verbruikt. De verlaging is beperkt tot 96 SEK per MWh. |
(3) |
In de betrokken gebieden liggen de verwarmingskosten gemiddeld 25 % hoger dan in de rest van het land omdat het stookseizoen er langer duurt. Door een verlaging van de elektriciteitskosten voor huishoudens en bedrijven in de dienstensector in deze gebieden wordt het verschil tussen de totale verwarmingskosten voor consumenten in het noorden van Zweden en deze kosten voor consumenten in de rest van het land verkleind. De maatregel helpt derhalve doelstellingen van regionaal en cohesiebeleid te verwezenlijken. De maatregel laat Zweden ook toe een hoger algemeen belastingtarief voor elektriciteit toe te passen dan anderszins mogelijk zou zijn en draagt zo indirect bij aan de verwezenlijking van milieubeleidsdoelstellingen. |
(4) |
De belastingverlaging mag niet groter zijn dan wat nodig is om de extra verwarmingskosten voor huishoudens en bedrijven in de dienstensector in het noorden van Zweden te compenseren. |
(5) |
De verlaagde belastingtarieven zullen boven de minimumtarieven liggen die in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG zijn vastgesteld. |
(6) |
Gelet op de afgelegen ligging van de gebieden waarop de maatregel betrekking heeft, op het feit dat de verlaging niet groter mag zijn dan de extra verwarmingskosten in het noorden van Zweden, en op de beperking van de maatregel tot huishoudens en bedrijven in de dienstensector wordt niet verwacht dat de maatregel grote concurrentieverstoringen of wijzigingen in het handelsverkeer tussen de lidstaten tot gevolg zal hebben. |
(7) |
Bijgevolg is de maatregel aanvaardbaar met het oog op de goede werking van de interne markt en de noodzaak om eerlijke concurrentie te garanderen, en is hij verenigbaar met het gezondheids-, milieu-, energie- en vervoersbeleid van de Europese Unie. |
(8) |
Om de betrokken bedrijven en consumenten een voldoende mate van zekerheid te bieden, is het passend Zweden te machtigen tot toepassing van een verlaagd belastingtarief voor elektriciteit die wordt verbruikt in het noorden van Zweden, tot en met 31 december 2017. |
(9) |
Er dient voor te worden gezorgd dat de machtiging op grond van Beschikking 2005/231/EG, die om soortgelijke redenen als de in onderhavig besluit vermelde redenen werd verleend, blijft gelden en dus te worden vermeden dat die beschikking verstrijkt voordat dit besluit in werking treedt, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Zweden wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door huishoudens en bedrijven in de dienstensector in de in de bijlage opgenomen gemeenten.
De verlaging van het normale nationale belastingtarief voor elektriciteit mag niet groter zijn dan nodig is om de extra verwarmingskosten als gevolg van de noordelijke ligging in vergelijking met de rest van Zweden te compenseren, en mag niet meer bedragen dan 96 SEK per MWh.
2. De verlaagde tarieven moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG en met name met de in artikel 10 daarvan vastgestelde minimumtarieven.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de kennisgeving evan.
Het is van toepassing vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Zweden.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2012.
Voor de Raad
De voorzitster
M. VESTAGER
(1) PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.
(2) PB L 72 van 18.3.2005, blz. 27.
BIJLAGE
Regio’s |
Gemeenten |
Norrbottens län |
Alle gemeenten |
Västerbottens län |
Alle gemeenten |
Jämtlands län |
Alle gemeenten |
Västernorrlands län |
Sollefteå, Ånge, Örnsköldsvik |
Gävleborgs län |
Ljusdal |
Dalarnas län |
Malung, Mora, Orsa, Älvdalen |
Värmlands län |
Torsby |