10.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/6


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 december 2011

betreffende het in de desbetreffende organen van de Wereldhandelsorganisatie door de Europese Unie in te nemen standpunt over de toetreding van de Russische Federatie tot de Wereldhandelsorganisatie

(2012/17/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In juni 1993 diende de regering van de Russische Federatie krachtens artikel XII van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een verzoek in om toe te treden tot die overeenkomst.

(2)

Op 16 juni 1993 werd een werkgroep betreffende de toetreding van de Russische Federatie opgericht om overeenstemming te bereiken over voor de Russische Federatie en alle WTO-leden aanvaardbare voorwaarden.

(3)

Namens de Unie heeft de Commissie onderhandeld over een uitvoerige reeks verbintenissen met betrekking tot marktopening en andere regelgevingsaspecten van de zijde van de Russische Federatie, die tegemoetkomen aan de verzoeken en doelstellingen van de Unie en in overeenstemming zijn met het ontwikkelingsniveau van de Russische Federatie.

(4)

Deze verbintenissen zijn nu neergelegd in het Protocol inzake de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO.

(5)

De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren tot het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in de Russische Federatie.

(6)

Het toetredingsprotocol moet daarom worden goedgekeurd.

(7)

Artikel XII van de overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat tussen het toetredend lid en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de Ministeriële Conferentie van de WTO. Artikel IV, lid 2, van de overeenkomst tot oprichting van de WTO bepaalt dat in de perioden tussen de bijeenkomsten van de Ministeriële Conferentie, haar taken worden verricht door de Algemene Raad.

(8)

Bijgevolg moet het door de Europese Unie in de desbetreffende organen van de WTO, zij het de Ministeriële Conferentie of de Algemene Raad, in te nemen standpunt over de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat door de Europese Unie in de desbetreffende organen van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO moet worden ingenomen, is dat de toetreding wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Genève, 14 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. NOGAJ