16.7.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 187/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 683/2011 VAN DE RAAD
van 17 juni 2011
houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 57/2011 wat betreft de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 57/2011 van de Raad (1) zijn voor 2011 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde wateren buiten de EU, van toepassing zijn, vastgesteld. |
(2) |
Tijdens het overleg over de vangstmogelijkheden tussen de Unie en de Faeröer is voor 2011 geen overeenkomst bereikt. Na een nieuwe overlegronde met Noorwegen in maart 2011 kunnen de voor het overleg met de Faeröer gereserveerde vangstmogelijkheden nu aan lidstaten worden toegewezen. In die context is het, met het oog op de verdeling van de niet toegewezen quota en de inachtneming van de traditionele toewijzing van makreel in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, noodzakelijk artikel 1 van Verordening (EU) nr. 57/2011 en de betreffende TAC’s in de bijlagen IA en IB daarbij te wijzigen. |
(3) |
Het is wenselijk flexibele regelingen inzake het gebruik van de in bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 57/2011 voor deze visserij vastgestelde quota voor blauwe wijting ten uitvoer te leggen in de twee belangrijkste beheersgebieden (namelijk het gebied dat bestaat uit de EU- en de internationale wateren van de ICES-zones I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV enerzijds en het gebied dat bestaat uit de ICES-zones VIIIc, IX en X en de EU-wateren van CECAF 34.1.1 anderzijds), aangezien voor deze beide gebieden hetzelfde wetenschappelijke advies geldt en zij worden beschouwd als een deel van hetzelfde biologische bestand. |
(4) |
In bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 57/2011 zijn algemene quota voor langoustine in ICES-zone VII vastgesteld, evenals specifieke quota voor langoustine in het binnen die zone gelegen gebied van de Porcupine Bank. Deze specifieke quota moeten voor 2011 opnieuw worden vastgesteld, op basis van geactualiseerde gegevens over historische vangsten. |
(5) |
Naar aanleiding van het op 17 maart 2011 afgeronde overleg tussen kuststaten (Faeröer, Groenland en IJsland) en andere partijen (Unie en Noorwegen) bij het Verdrag inzake de visserij in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) over het beheer van roodbaarzen in de Irminger Zee en aangrenzende wateren moeten er TAC’s worden vastgesteld voor roodbaarzen in die gebieden met inachtneming van de afgesproken beperkingen aangaande tijdvakken en gebieden. Bijlage IB bij Verordening (EU) nr. 57/2011 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(6) |
Tijdens haar jaarlijkse bijeenkomst in 2010 heeft de Commissie voor de visserij in het centraalwestelijk deel van de Stille Oceaan besloten de voor dat jaar opgelegde vangstbeperkingen voor zwaardvis en beperkingen van het aantal vaartuigen dat op zwaardvis mag vissen, te handhaven met ingang van 1 januari 2011. Deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet. |
(7) |
Tijdens de derde internationale vergadering over de oprichting van een Regionale Organisatie voor het visserijbeheer (ROVB) op volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) in mei 2007 hebben de deelnemers tussentijdse maatregelen goedgekeurd, waaronder vangstmogelijkheden, om, in afwachting van de oprichting van deze regionale ROVB, de pelagische en de bodemvisserij in dat gebied te reguleren. Tijdens de tweede voorbereidende conferentie voor de SPRFMO-Commissie, die in januari 2011 heeft plaatsgevonden, zijn nieuwe tussentijdse maatregelen goedgekeurd. Deze tussentijdse maatregelen zijn vrijwillig en niet juridisch bindend uit hoofde van het internationaal recht. In het kader van de uit het internationale zeerecht voortvloeiende verplichtingen inzake samenwerking en instandhouding is het evenwel dienstig deze maatregelen in Unierecht om te zetten door de vaststelling van een algemeen quotum voor de Unie. Met het oog op de verdeling van het quotum voor de Unie onder de lidstaten is het aangewezen een nieuwe, definitieve toewijzingssleutel vast te stellen op basis van deugdelijke, eerlijke en objectieve criteria die verband houden met de vangstresultaten van de lidstaten in de jaren 2009 en 2010, welke een recente en voldoende representatieve periode vormen waarin alle betrokken lidstaten op de visgronden aanwezig waren. |
(8) |
In bijlage IIB bij Verordening (EU) nr. 57/2011 zijn inspanningsbeperkingen vastgesteld met het oog op het herstel van bepaalde bestanden van zuidelijke heek en langoustine in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cadiz. De bijzondere voorwaarde die in het kader van deze inspanningsbeperkingen wordt gesteld, dient duidelijker te worden geformuleerd en de gevolgen van de toewijzing van een onbeperkt aantal dagen voor aanlandingen in de beheersperiode 2011 moeten nader worden toegelicht. |
(9) |
In bijlage IIC bij Verordening (EU) nr. 57/2011 zijn inspanningsbeperkingen vastgesteld voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal (2). De formulering van die bijlage dient te worden aangepast aan die van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2007. |
(10) |
Verordening (EU) nr. 57/2011 is in het algemeen sinds 1 januari 2011 van toepassing, maar de visserijinspanningsbeperkingen zijn vastgesteld voor een periode van één jaar die ingaat op 1 februari 2011. Om rapportering over de vangstmogelijkheden op jaarbasis mogelijk te maken, moeten de bepalingen van deze verordening inzake vangstbeperkingen en toewijzingen vanaf 1 januari 2011 en die inzake visserijinspanningsbeperkingen vanaf 1 februari 2011 gelden, tenzij anders aangegeven. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan het beginsel van rechtzekerheid aangezien de betreffende vangstmogelijkheden nog niet zijn opgebruikt. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 57/2011
Verordening (EU) nr. 57/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 Onderwerp Bij deze verordening worden de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld:
|
2) |
Bijlage IA wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage IB wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
In bijlage IC wordt de tabel voor Noorse garnaal in gebied NAFO 3L vervangen door:
|
5) |
In bijlage ID wordt de tabel voor blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee vervangen door:
|
6) |
Bijlage IH wordt vervangen door: „BIJLAGE IH WCPFC-Gebied
|
7) |
Bijlage IJ wordt vervangen door: „BIJLAGE IJ SPRFMO-verdragsgebied
|
8) |
Bijlage IIB wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
Bijlage IIC wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Bijlage VII wordt vervangen door: „BIJLAGE VII WCPFC-GEBIED Maximumaantal EU-vaartuigen die op zwaardvis mogen vissen in de gebieden bezuiden 20o ZB van het WCPFC-gebied.
|
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepasselijkheid
Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punten 1 tot en met 7 en punt 10, is van toepassing met ingang van 1 januari 2011.
Artikel 1, punten 8 en 9, is van toepassing met ingang van 1 februari 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 17 juni 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
MATOLCSY Gy.
(1) PB L 24 van 27.1.2011, blz. 1.
(2) PB L 122 van 11.5.2007, blz. 7.
(3) Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.
(4) Ten minste 98 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit zandspieringen. Bijvangsten van schar, makreel en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van de TAC.
Bijzondere voorwaarden:
Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:
|
||||||||||
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
|||
|
(SAN/*234_1) |
(SAN/*234_2) |
(SAN/*234_3) |
(SAN/*234_4) |
(SAN/*234_5) |
(SAN/*234_6) |
(SAN/*234_7) |
|||
Denemarken |
282 989 |
32 072 |
9 434 |
9 434 |
0 |
395 |
0 |
|||
Verenigd Koninkrijk |
6 186 |
701 |
206 |
206 |
0 |
9 |
0 |
|||
Duitsland |
433 |
49 |
14 |
14 |
0 |
1 |
0 |
|||
Zweden |
10 392 |
1 178 |
346 |
346 |
0 |
15 |
0 |
|||
EU |
300 000 |
34 000 |
10 000 |
10 000 |
0 |
420 |
0 |
|||
Noorwegen |
20 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Totaal |
320 000 |
34 000 |
10 000 |
10 000 |
0 |
420 |
0;” |
(5) Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.
(6) Tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in EU-wateren van IV.”;
(7) Bedoeld is het haringbestand in VIa, benoorden 56° 00’ NB, en in het gedeelte van VIa ten oosten van 07° 00’ WL en benoorden 55° 00’ NB, met uitzondering van de Clyde.”;
(8) Waarvan tot 68 % mag worden gevangen in de Noorse economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen (WHB/*NZJM1).
(9) Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.”;
(10) Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
(11) Te vangen in de EU-wateren van IIa, IV, Vb, VI en VII.
(12) Bijzondere voorschriften gelden overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1288/2009 () en punt 7 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 43/2009 ().
(13) Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad van 27 november 2009 tot vaststelling van technische overgangsmaatregelen van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2011 (PB L 347 van 24.12.2009, blz. 6).
(14) Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad van 16 januari 2009 tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (PB L 22 van 26.1.2009, blz. 1).”;
(15) Waarvan in bijvangsten van andere soorten tot 25 % per vaartuig in Vb, VI en VII is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale bijvangsten van andere soorten in VI en VII mogen niet meer bedragen dan 3 000 ton.
(16) Inclusief lom. De quota voor Noorwegen zijn 6 140 ton leng en 2 923 ton lom en mogen tot 2 000 ton onderling gewisseld worden. De betrokken soorten mogen alleen met beuglijnen in de zones Vb, VI en VII worden gevangen.”;
(17) Waarvan niet meer dan de onderstaande quota mag worden gevangen in VII (Porcupine Bank — Eenheid 16) (NEP/*07U16).
Spanje |
377 |
Frankrijk |
241 |
Ierland |
454 |
Verenigd Koninkrijk |
188 |
EU |
1 260”; |
(18) Waarvan 242 ton te vangen in Noorse wateren bezuiden 62° NB (MAC/*04N-).
(19) Bij het vissen in Noorse wateren worden bijvangsten van kabeljauw, schelvis, pollak, wijting en koolvis in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
(20) Mag tevens in de Noorse wateren van IVa worden gevangen.
(21) Af te trekken van het Noorse TAC-aandeel („toegangsquotum”). Dit quotum omvat het aandeel van Noorwegen in de Noordzee-TAC van 47 197 ton. Dit quotum mag uitsluitend in IVa worden gevangen, behalve 3 000 ton die mag worden gevangen in IIIa.
(22) Inclusief 323 ton aan quota die uit ongebruikte vangstmogelijkheden van 2010 zijn overgedragen.
Bijzondere voorwaarde:
Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:
|
IIIa (MAC/*03A.) |
IIIa en IVbc (MAC/*3A4BC) |
IVb (MAC/*04B.) |
IVc (MAC/*04C.) |
VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2011 en in december 2011 (MAC/*2A6.) |
Denemarken |
0 |
4 130 |
0 |
0 |
9 764 () |
Frankrijk |
0 |
490 |
0 |
0 |
0 |
Nederland |
0 |
490 |
0 |
0 |
0 |
Zweden |
0 |
0 |
390 |
10 |
1 847 |
Verenigd Koninkrijk |
0 |
490 |
0 |
0 |
0 |
Noorwegen |
3 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
() Inclusief 183 ton aan quota die uit ongebruikte vangstmogelijkheden van 2010 zijn overgedragen.”; |
(23) Inclusief 183 ton aan quota die uit ongebruikte vangstmogelijkheden van 2010 zijn overgedragen.”;
(24) Mag worden gevangen in IIa, VIa benoorden 56° 30′ NB, IVa, VIId, VIIe, VIIf en VIIh.
(25) Noorwegen mag 33 804 ton extra aan toegangsquotum vangen benoorden 56° 30′ NB; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen.
(26) Inclusief 674 ton aan ongebruikte quota van de vangstmogelijkheden van 2010.
Bijzondere voorwaarde:
In de onderstaande gebieden en tijdvakken mogen, binnen de limieten van bovenstaande quota, niet meer dan de opgegeven hoeveelheden worden gevangen.
|
EU- en Noorse wateren van IVa (MAC/*04A-EN) Van 1 januari tot en met 15 februari 2011 en van 1 september tot en met 31 december 2011 |
Noorse wateren van IIa (MAC/*2AN-) |
Duitsland |
8 326 |
849 |
Frankrijk |
5 551 |
566 |
Ierland |
27 754 |
2 832 |
Nederland |
12 142 |
1 238 |
Verenigd Koninkrijk |
76 325 |
7 789 |
EU |
130 098 |
13 274”; |
(27) De hoeveelheden die met andere lidstaten mogen worden geruild, mogen in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen (MAC/*8ABD). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.
Bijzondere voorwaarde:
Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden.
|
VIII b (MAC/*08B.) |
Spanje |
2 570 |
Frankrijk |
17 |
Portugal |
531’; |
(28) Vangsten in IVa (MAC/*4A.) en internationale wateren van IIa (MAC/*02A.) worden afzonderlijk gemeld.
(29) Inclusief 272 ton aan quota die uit ongebruikte vangstmogelijkheden van 2010 zijn overgedragen.”;
(30) Met inbegrip van zandspieringen.
(31) Mag uitsluitend in de EU-wateren van IV worden gevangen.
(32) Voorlopige TAC. De definitieve TAC zal in het licht van nieuw wetenschappelijk advies in de eerste helft van 2011 worden vastgesteld.
(33) Ten minste 98 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit sprot. Bijvangsten van schar en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van de TAC.”;
(34) Tot 5 % van wat voor dit quotum vóór 30 juni 2011 in EU-wateren van IIa of IVa wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de EU-wateren van IVb, IVc en VIId. Gebruikmaking van deze bijzondere bepaling moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (JAX/*4BC7D).
(35) Tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIId. Gebruikmaking van deze bijzondere bepaling moet evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld (JAX/*07D).
(36) Ten minste 95 % van de TAC-aanlanding moet bestaan uit horsmakrelen. Bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van de TAC.”.
(37) TAC overeengekomen door de EU, de Faeröer, Noorwegen en IJsland.”;
(38) Waarvan 3 100 ton toegewezen aan Noorwegen.”;
(39) Waarvan 800 ton is toegewezen aan Noorwegen, uitsluitend te vangen in NAFO 1.”;
(40) Waarvan 824 ton toegewezen aan Noorwegen.”;
(41) Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2011.
(42) Mag alleen worden gevangen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten:
Punt nr. |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
1 |
64° 45’ |
28° 30’ |
2 |
62° 50’ |
25° 45’ |
3 |
61° 55’ |
26° 45’ |
4 |
61° 00’ |
26° 30’ |
5 |
59° 00’ |
30° 00’ |
6 |
59° 00’ |
34° 00’ |
7 |
61° 30’ |
34° 00’ |
8 |
62° 50’ |
36° 00’ |
9 |
64° 45’ |
28° 30’ |
(43) Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2011.”;
(44) Mag alleen met pelagische trawls worden gevangen. Mag in de oostelijke of westelijke wateren worden gevangen.
(45) De quota mogen in het gereglementeerde NEAFC-gebied worden gevangen mits de Groenlandse voorwaarden voor vangstrapportage vervuld zijn (RED/*51214). In het gereglementeerde NEAFC-gebied mag pas vanaf 10 mei 2011 in ondiep water op roodbaarzen worden gevist, en alleen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten (RED/*5-14):
Punt nr. |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
1 |
64° 45’ |
28° 30’ |
2 |
62° 50’ |
25° 45’ |
3 |
61° 55’ |
26° 45’ |
4 |
61° 00’ |
26° 30’ |
5 |
59° 00’ |
30° 00’ |
6 |
59° 00’ |
34° 00’ |
7 |
61° 30’ |
34° 00’ |
8 |
62° 50’ |
36° 00’ |
9 |
64° 45’ |
28° 30’ ”; |
(46) Exclusief soorten zonder handelswaarde.”;
(47) Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:
Punt nr. |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
1 |
47° 20’ 0 |
46° 40’ 0 |
2 |
47° 20’ 0 |
46° 30’ 0 |
3 |
46° 00’ 0 |
46° 30’ 0 |
4 |
46° 00’ 0 |
46° 40’ 0 |
(48) Met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen.”.
(49) Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Portugal, en alleen als bijvangst.
(50) In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 1 (BFT/*8301), bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:
Spanje |
350,51 |
Frankrijk |
158,14 |
EU |
508,65 |
(51) In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage IV, punt 1 (BFT/*641), bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:
Frankrijk |
45 () |
EU |
45 |
() Deze hoeveelheid kan door de Commissie op verzoek van Frankrijk worden herzien tot 100 ton zoals aangegeven in ICCAT-aanbeveling 08-05. |
(52) Deze hoeveelheid kan door de Commissie op verzoek van Frankrijk worden herzien tot 100 ton zoals aangegeven in ICCAT-aanbeveling 08-05.
(53) In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht tussen 8 kg en 30 kg van de in bijlage IV, punt 2 (BFT/*8302), bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:
Spanje |
48,22 |
Frankrijk |
47,57 |
Italië |
37,55 |
Cyprus |
1,34 |
Malta |
3,08 |
EU |
137,77 |
(54) In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht tussen 8 kg en 30 kg van de in bijlage IV, punt 3 (BFT/*643), bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:
Italië |
37,55 |
EU |
37,55”; |