6.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 118/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 436/2011 VAN DE COMMISSIE

van 5 mei 2011

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 690/2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico’s bestaan

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 2, lid 1, onder h),

Gezien de door Tsjechië, Griekenland, Frankrijk en Italië ingediende verzoeken,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 690/2008 (2) van de Commissie zijn bepaalde lidstaten of bepaalde gebieden in lidstaten erkend als beschermd gebied ten aanzien van bepaalde schadelijke organismen. In sommige gevallen werd de erkenning verleend voor een beperkte periode om de betrokken lidstaat in staat te stellen de volledige informatie te verstrekken die nodig was om aan te tonen dat de schadelijke organismen in kwestie niet voorkwamen in de betrokken lidstaat of het betrokken gebied of om de inspanningen met het oog op de uitroeiing van het organisme in kwestie te voltooien.

(2)

Het hele grondgebied van Griekenland is tot en met 31 maart 2011 erkend als beschermd gebied ten aanzien van Dendroctonus micans Kugelan, Gilpinia hercyniae (Hartig), Gonipterus scutellatus Gyll., Ips amitinus Eichhof, Ips cembrae Heer en Ips duplicatus Sahlberg.

(3)

In 2010 heeft Griekenland onderzoeken verricht en de resultaten daarvan aan de Commissie meegedeeld overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder h), derde en vijfde alinea, van Richtlijn 2000/29/EG. Een inspectiebezoek door deskundigen van de Commissie van 24 tot en met 31 januari 2011 heeft bevestigd dat Griekenland aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt op het gebied van de organisatie en de uitvoering van die onderzoeken en de kennisgeving van de resultaten daarvan. Griekenland moet echter bewijzen dat de geboekte vooruitgang duurzaam is.

(4)

Uit de resultaten van de in 2010 in Griekenland verrichte onderzoeken is gebleken dat er slechts één vondst van Ips cembrae Heer was, en dat de andere vijf organismen geheel niet zijn aangetroffen. Rekening houdend met die resultaten en de uitkomst van het bezoek van de deskundigen van de Commissie in Griekenland, moet Griekenland nog drie bijkomende jaren erkend blijven als beschermd gebied ten aanzien van die organismen, om Griekenland de nodige tijd te geven om informatie te verzamelen en te verstrekken die bevestigt dat die organismen — met uitzondering van Ips cembrae Heer — niet op zijn grondgebied voorkomen en om — wat Ips cembrae Heer betreft — zijn inspanningen voor de uitroeiing van dat organisme te voltooien en informatie te verzamelen en te verstrekken die bevestigt dat dat organisme niet meer op zijn grondgebied voorkomt.

(5)

Het hele grondgebied van Griekenland werd erkend als beschermd gebied ten aanzien van het citrus tristezavirus (Europese stammen). In zijn jaarverslag 2010 over het officiële onderzoek naar de aanwezigheid van dat schadelijke organisme heeft Griekenland gemeld dat 104 bomen in het departement Argolida positief zijn bevonden wat de aanwezigheid van dat schadelijke organisme betreft. Tijdens hun bezoek in Griekenland van 24 tot en met 31 januari 2011 stelden de deskundigen van de Commissie vast dat het citrus tristezavirus (Europese stammen) ten minste gedurende de laatste drie jaren voorkwam in dat departement, ondanks de uitroeiingsmaatregelen van de Griekse autoriteiten die ondoeltreffend zijn gebleken. Daarom moet het citrus tristezavirus (Europese stammen) als geconstateerd worden beschouwd in het departement Argolida. Dat departement mag daarom niet langer als beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijke organisme worden erkend.

(6)

Het hele grondgebied van Spanje werd erkend als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.. Spanje heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. nu is geconstateerd in de autonome gemeenschap Kastilië en León. De maatregelen voor de duur van twee opeenvolgende jaren, 2009 en 2010, met het oog op de uitroeiing van dat schadelijke organisme zijn ondoeltreffend gebleken. Daarom kan Kastilië en León niet langer als beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijke organisme worden erkend.

(7)

Het hele grondgebied van Tsjechië, bepaalde regio’s in Frankrijk (Elzas, Champagne-Ardenne en Lotharingen) en één regio in Italië (Basilicata) waren tot 31 maart 2011 erkend als beschermd gebied wat Grapevine flavescence dorée MLO betreft. Uit informatie die Tsjechië, Frankrijk en Italië na die erkenning hebben verstrekt, is gebleken dat dat schadelijke organisme niet voorkomt in de betrokken beschermde gebieden. Daarom moeten het hele Tsjechische grondgebied, de Franse regio’s Elzas, Champagne-Ardenne en Lotharingen en de Italiaanse regio Basilicata erkend blijven als beschermd gebied ten aanzien van dat organisme.

(8)

Italië heeft verzocht om erkenning van de regio Sardinië als beschermd gebied ten aanzien van het schadelijke organisme Grapevine flavescence dorée MLO. Op basis van onderzoeken in de periode 2004-2010 heeft Italië het bewijs geleverd dat het betrokken schadelijke organisme in de regio Sardinië niet voorkomt, ondanks de voor dat organisme gunstige omstandigheden om zich daar te vestigen. Het is echter noodzakelijk dat er meer onderzoeken worden verricht. Deze onderzoeken moeten onder toezicht staan van deskundigen die onder de Commissie ressorteren. Daarom moet Sardinië voor een periode van slechts drie jaar worden erkend als beschermd gebied ten aanzien van Grapevine flavescence dorée MLO.

(9)

Verordening (EG) nr. 690/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De huidige erkenning van enkele van deze beschermde gebieden loopt af op 31 maart 2011. Daarom moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 april 2011 om een ononderbroken erkenning van alle beschermde gebieden mogelijk te maken.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 690/2008 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In de tweede kolom van de punten 4, 5 en 7 tot en met 10 van rubriek a) worden na het woord „Griekenland” de woorden „(tot en met 31 maart 2011)” vervangen door „(tot en met 31 maart 2014)”.

(2)

In de tweede kolom van punt 2 van rubriek b) worden na het woord „Spanje” de woorden „(met uitzondering van de autonome gemeenschap Kastilië en León),” toegevoegd.

(3)

Rubriek d) wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de tweede kolom van punt 3 worden na het woord „Griekenland” de woorden „(met uitzondering van het departement Argolida),” toegevoegd;

b)

punt 4 komt als volgt te luiden:

„4.

Grapevine flavescence dorée MLO

Tsjechië, Frankrijk (Elzas, Champagne-Ardenne en Lotharingen), Italië ((Basilicata) en (Sardinië, tot 31 maart 2014))”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 mei 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 193 van 22.7.2008, blz. 1.