22.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 341/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 december 2011

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

(2011/863/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (1), en met name artikel 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (2) ("de Overeenkomst") is op 21 juni 1999 ondertekend en op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Artikel 18 van de Overeenkomst voorziet in de mogelijkheid dat het Gemengd Comité per besluit wijzigingen kan goedkeuren van de Overeenkomst, onder meer van bijlage II bij de Overeenkomst, betreffende de coördinatie van socialezekerheidsregelingen.

(3)

Teneinde een coherente en correcte toepassing van de rechtshandelingen van de Unie te garanderen en administratieve en eventueel ook juridische problemen te vermijden, dient bijlage II bij de Overeenkomst te worden gewijzigd, om de nieuwe wetsbesluiten van de Unie, waarnaar in de Overeenkomst thans niet wordt verwezen, te integreren.

(4)

Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van bijlage II bij de overeenkomst en van het daarbij aangehechte protocol te worden overgegaan.

(5)

Het standpunt van de Unie in het gemengd Comite moet derhalve worden gebaseerd op het ontwerpbesluit dat is opgenomen in Bijlage I bij dit besluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij artikel 14 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, wordt gebaseerd op het in bijlage I bij dit besluit opgenomen ontwerp-besluit van het Gemengd Comité.

Artikel 2

De verklaring opgenomen in bijlage II bij dit besluit wordt goedgekeurd en geschiedt namens de Unie in het Gemengd Comité wanneer dit zijn goedkeuring hecht aan het in artikel 1 bedoelde besluit.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. SAWICKI


(1)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.

(2)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 6.


ONTWERP

BESLUIT Nr. …/… VAN HET GEMENGD COMITE INGESTELD KRACHTENS DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT, ANDERZIJDS, OVER HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN

van …

tot vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (1) („de Overeenkomst”), en met name artikel 18,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst werd ondertekend op 21 juni 1999 en is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels werd laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 1/2006 van 6 juli 2006 (2) en dient thans te worden bijgewerkt om rekening te houden met de nieuwe wetgeving van de Europese Unie die sindsdien in werking is getreden, met name Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (3) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

(3)

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, werd vervangen door Verordening (EG) nr. 883/2004 (4).

(4)

Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van bijlage II bij de overeenkomst en van het daarbij aangehechte protocol in een juridisch bindende versie te worden overgegaan.

(5)

Bijlage II bij de Overeenkomst dient te worden gehandhaafd overeenkomstig de wijzigingen van de relevante wetgeving in de Europese Unie,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage II bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen („de Overeenkomst”) wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is opgesteld in de volgende talen: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Spaans, Tsjechisch en Zweeds, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te ….

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

De secretarissen


(1)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 6.

(2)  PB L 270 van 29.9.2006, blz. 67.

(3)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(4)  PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

BIJLAGE

BIJLAGE II

COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS

Artikel 1

1.   De overeenkomstsluitende partijen komen overeen ten aanzien van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels onderling de rechtshandelingen van de Europese Unie toe te passen zoals vermeld in en gewijzigd bij deel A van deze bijlage, of daarmee gelijkwaardige regels.

2.   In de in deel A van deze bijlage genoemde rechtshandelingen omvat de uitdrukking "lidstaat/lidstaten" niet alleen de staten die vallen onder de desbetreffende rechtshandelingen van de Europese Unie, maar tevens Zwitserland.

Artikel 2

1.   Voor de toepassing van deze bijlage nemen de overeenkomstsluitende partijen goede nota van de rechtshandelingen van de Europese Unie vermeld in deel B van deze bijlage.

2.   Voor de toepassing van deze bijlage nemen de overeenkomstsluitende partijen nota van de rechtshandelingen van de Europese Unie vermeld in deel C van deze bijlage.

Artikel 3

1.   Bijzondere bepalingen betreffende de overgangsregelingen voor de werkloosheidsverzekering voor onderdanen van bepaalde lidstaten van de Europese Unie die beschikken over een Zwitserse verblijfsvergunning van minder dan één jaar, betreffende de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden, alsook betreffende de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel worden in het protocol bij deze bijlage opgesomd.

2.   Het protocol maakt integrerend deel uit van deze bijlage.

DEEL A:   RECHTSHANDELINGEN N WAARNAAR WORDT VERWEZEN

1.

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, en tot vaststelling van de inhoud van de bijbehorende bijlagen (2).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt Verordening (EG) nr. 883/2004 als volgt aangepast:

a)

aan bijlage I, deel I, wordt het volgende toegevoegd:

"Zwitserland

Kantonnale wetgeving betreffende de voorschotten op de onderhoudsverplichtingen gebaseerd op de artikelen 131, lid 2, en 293, lid 2, van de federale burgerlijke wetgeving.";

b)

aan bijlage I, deel II, wordt het volgende toegevoegd:

"Zwitserland

Geboortetoelagen en adoptietoelagen krachtens de relevante kantonnale wetgeving gebaseerd op artikel 3, lid 2, van de federale wet inzake familiale uitkeringen.";

c)

het volgende wordt toegevoegd aan bijlage II:

"Duitsland-Zwitserland

a)

Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 25 februari 1964, zoals gewijzigd bij de Aanvullende Overeenkomsten nr. 1 van 9 september 1975 en nr. 2 van 2 maart 1989:

i)

punt 9b, lid 1, nrs. 1-4, van het finale protocol (toepasselijke wetgeving en recht op verstrekkingen bij ziekte voor inwoners van de Duitse exclave Büsingen);

ii)

punt 9e, lid 1b), eerste, tweede en vierde zin, van het finale protocol (recht op vrijwillige ziekteverzekering in Duitsland bij vestiging in Duitsland).

b)

Overeenkomst inzake de werkloosheidsverzekering van 20 oktober 1982, als gewijzigd bij het aanvullende protocol van 22 december 1992:

i)

Artikel 8, lid 5, voorziet in de betaling door Duitsland (gemeente Büsingen) van een bedrag gelijk aan de kantonnale bijdrage volgens Zwitsers recht als deel van de kosten van de arbeidsplaatsen die in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen door onder deze bepaling vallende werknemers daadwerkelijk worden bezet.

Spanje-Zwitserland

Artikel 17 van het finale protocol bij het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 13 oktober 1969, zoals gewijzigd bij de aanvullende overeenkomst van 11 juni 1982; personen die aangesloten zijn bij de Spaanse verzekering op grond van deze bepaling zijn vrijgesteld van de vereiste om toe te treden tot de Zwitserse ziekteverzekering.

Italië-Zwitserland

Artikel 9, lid 1, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 14 december 1962, gewijzigd bij Aanvullende Overeenkomst nr. 1 van 18 december 1963, de aanvullende overeenkomst van 4 juli 1969, het aanvullende protocol van 25 februari 1974 en Aanvullende Overeenkomst nr. 2 van 2 april 1980.";

d)

het volgende wordt toegevoegd aan bijlage IV:

"Zwitserland";

e)

aan bijlage VIII, deel 1, wordt het volgende toegevoegd:

"Zwitserland

Alle aanvragen om ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het basisstelsel (federale wet inzake ouderdoms- en nabestaandenverzekering en federale wet inzake invaliditeitsverzekering), alsmede de ouderdomspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).";

f)

aan bijlage VIII, deel 2, wordt het volgende toegevoegd:

"Zwitserland

Ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).";

g)

aan bijlage IX, deel II, wordt het volgende toegevoegd:

"Zwitserland

Nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).";

h)

het volgende wordt toegevoegd aan bijlage X:

"Zwitserland

1.

Aanvullende uitkeringen (federale wet inzake aanvullende uitkeringen van 19 maart 1965) en vergelijkbare uitkeringen waarin de kantonnale wetgeving voorziet.

2.

Pensioenen bij precaire sociale situaties in het kader van de invaliditeitsverzekering (artikel 28, alinea 1a, van de federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959, als gewijzigd op 7 oktober 1994).

3.

Niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen bij werkloosheid, waarin de kantonnale wetgeving voorziet.

4.

Niet op premie- of bijdragebetaling berustende buitengewone invaliditeitspensioenen voor gehandicapten (artikel 39 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959) die vóór zij arbeidsongeschikt werden, niet onderworpen waren aan de Zwitserse arbeidswetgeving als werknemer of zelfstandige.";

i)

het volgende wordt toegevoegd aan bijlage XI:

"Zwitserland

1.

Artikel 2 van de federale wet op de ouderdoms- en nabestaandenverzekering alsmede artikel 1 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering, die de vrijwillige verzekering in deze takken regelen voor Zwitserse onderdanen die in een staat woonachtig zijn waarop deze Overeenkomst niet van toepassing is, zijn tevens van toepassing op personen die buiten Zwitserland woonachtig zijn en onderdaan zijn van de andere staten waarop deze Overeenkomst van toepassing is, alsmede op vluchtelingen en staatlozen die op het grondgebied van deze staten wonen, wanneer deze personen ten laatste één jaar gerekend vanaf de dag waarop de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering is stopgezet na ten minste vijf jaar ononderbroken verzekerd te zijn geweest, toetreden tot de vrijwillige verzekering.

2.

Wanneer iemand, na ten minste vijf jaar ononderbroken verzekerd te zijn geweest, ophoudt verzekerd te zijn bij de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering, dan heeft die persoon het recht om met instemming van de werkgever die verzekering voort te zetten wanneer hij voor rekening van een werkgever in Zwitserland in een staat werkt waarop deze Overeenkomst niet van toepassing is, op voorwaarde dat het verzoek daartoe ingediend wordt binnen een termijn van zes maanden, gerekend vanaf de dag waarop de verzekering werd stopgezet.

3.

Verplichte verzekering bij de Zwitserse ziekteverzekering en vrijstellingsmogelijkheden

a)

De Zwitserse wettelijke bepalingen betreffende de verplichte ziekteverzekering zijn van toepassing op de volgende personen die niet in Zwitserland woonachtig zijn:

i)

personen die uit hoofde van Titel II van de verordening aan de Zwitserse wettelijke bepalingen onderworpen zijn;

ii)

personen voor wie Zwitserland overeenkomstig de artikelen 24, 25 en 26 van de verordening de kosten draagt;

iii)

personen die in het genot zijn van een werkloosheidsuitkering van de Zwitserse verzekering;

iv)

de gezinsleden van de in i) en iii) genoemde personen of van een werknemer of zelfstandige die in Zwitserland woonachtig en bij de Zwitserse ziekteverzekering aangesloten is, tenzij deze gezinsleden in een van de volgende staten woonachtig zijn: Denemarken, Spanje, Hongarije, Portugal, Zweden of het Verenigd Koninkrijk;

v)

de gezinsleden van de in ii) genoemde personen of van een gepensioneerde die in Zwitserland woonachtig en bij de Zwitserse ziekteverzekering aangesloten is, tenzij deze gezinsleden in een van de volgende staten woonachtig zijn: Denemarken, Portugal, Zweden of het Verenigd Koninkrijk.

"Gezinsleden" zijn personen die als gezinsleden worden beschouwd door de wetgeving van de staat waar de woonplaats is gevestigd.

b)

De onder a) genoemde personen kunnen op verzoek van de verplichte verzekering worden vrijgesteld indien en zolang zij in een van de volgende staten wonen en aantonen dat zij daar tegen ziekte verzekerd zijn: Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, en, in de onder a), nrs. iv) en v), bedoelde gevallen, Finland, en, in de onder a), nr. ii), bedoelde gevallen, Portugal.

Dit verzoek

aa)

moet worden ingediend binnen drie maanden na ingang van de verzekeringsplicht in Zwitserland; wordt het verzoek in een gerechtvaardigd geval na deze termijn ingediend, dan gaat de vrijstelling in vanaf het begin van de verzekeringsplicht;

bb)

is van toepassing op alle gezinsleden die in dezelfde staat woonachtig zijn.

4.

Wanneer een persoon op wie uit hoofde van Titel II van de verordening de Zwitserse wettelijke bepalingen van toepassing zijn, uit hoofde van punt 3, letter b), bij de ziekteverzekering aangesloten is van een andere staat waarvoor deze Overeenkomst geldt, dan worden de kosten van de verstrekkingen bij niet-arbeidsongevallen gelijkelijk verdeeld tussen het orgaan van de Zwitserse verzekering voor arbeidsongevallen, niet-arbeidsgebonden ongevallen en beroepsziekten, en het bevoegd orgaan van de ziekteverzekering van de andere staat, als er aanspraak is op prestaties van beide organen. Wanneer er bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg van of naar het werk, of bij een beroepsziekte, ook recht zou bestaan op prestaties van het orgaan van de ziekteverzekering van het woonland, dan worden deze kosten niettemin betaald door de Zwitserse verzekeraar tegen (arbeids)ongevallen en beroepsziekten.

5.

Op de personen die in Zwitserland werken, maar er niet woonachtig zijn en die op grond van punt 3, onder b), aangesloten zijn bij de wettelijke ziekteverzekering van hun woonland, alsmede op hun gezinsleden, zijn de bepalingen van artikel 19 van de verordening van toepassing tijdens een verblijf in Zwitserland.

6.

Voor de toepassing van de artikelen 18, 19, 20 en 27 van de verordening in Zwitserland draagt de bevoegde verzekeraar alle gefactureerde kosten.

7.

De verzekeringstijdvakken voor daguitkeringen die zijn vervuld bij een verzekering in een andere staat waarop deze Overeenkomst van toepassing is, worden meegeteld om een eventuele reserve in de daguitkeringsverzekering in geval van moederschap of ziekte te verkleinen of op te heffen wanneer de persoon zich binnen drie maanden na stopzetting van de buitenlandse verzekering bij een Zwitserse verzekeraar verzekert.

8.

Een werknemer of zelfstandige die niet langer valt onder de Zwitserse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering omdat hij zijn winstgevende bezigheid in Zwitserland, die hem de noodzakelijke bestaansmiddelen bezorgde, heeft moeten opgeven als gevolg van een ongeval of ziekte, wordt beschouwd als verzekerd krachtens deze verzekering voor wat de toekenning van revalidatiemaatregelen betreft, alsook tijdens de duur van deze revalidatiemaatregelen, tot aan de betaling van een invaliditeitspensioen, voor zover hij buiten Zwitserland geen nieuwe baan heeft.".

2.

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (3).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt Verordening (EG) nr. 987/2009 als volgt aangepast:

het volgende wordt toegevoegd aan bijlage 1:

„Regeling tussen Zwitserland en Frankrijk van 26 oktober 2004 tot vaststelling van de bijzondere procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering

Regeling tussen Zwitserland en Italië van 20 december 2005 tot vaststelling van de bijzondere procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering”.

3.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 (5), zoals van toepassing tussen Zwitserland en de lidstaten voor de inwerkingtreding van dit besluit, en wanneer ernaar wordt verwezen in de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 of (EG) nr. 987/2009 of indien het gevallen uit het verleden betreft.

4.

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 120/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 (7), zoals van toepassing tussen Zwitserland en de lidstaten voor de inwerkingtreding van dit besluit, en wanneer ernaar wordt verwezen in de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 of (EG) nr. 987/2009 of indien het gevallen uit het verleden betreft.

5.

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (8).

DEEL B:   RECHTSHANDELINGEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN GOEDE NOTA NEMEN

(1)

Besluit nr. A1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de instelling van een dialoog- en bemiddelingsprocedure met betrekking tot de geldigheid van documenten, het bepalen van de toepasselijke wetgeving en het verlenen van prestaties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9).

(2)

Besluit nr. A2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers en zelfstandigen die tijdelijk buiten de bevoegde lidstaat werken (10).

(3)

Besluit nr. A3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 17 december 2009 betreffende de samentelling van ononderbroken vervulde detacheringstijdvakken op grond van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad en Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (11).

(4)

Besluit nr. E1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de praktische regelingen voor de overgangsperiode voor de elektronische uitwisseling van gegevens als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (12).

(5)

Besluit nr. F1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot prioriteitsregels bij samenloop van gezinsuitkeringen (13).

(6)

Besluit nr. H1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende het kader voor de overgang van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad naar de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de toepassing van besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (14).

(7)

Besluit nr. H2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de werkmethodes en de samenstelling van de Technische Commissie voor gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (15).

(8)

Besluit nr. H3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 15 oktober 2009 betreffende de in aanmerking te nemen datum voor het bepalen van de omrekeningskoersen als bedoeld in artikel 90 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (16).

(9)

Besluit nr. H4 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de samenstelling en de werkmethoden van de Rekencommissie van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (17).

(10)

Besluit nr. H5 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 18 maart 2010 betreffende de samenwerking bij de bestrijding van fraude en fouten in het kader van de Verordening (EG) nr. 883/2004 van de Raad en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (18).

(11)

Besluit nr. P1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 50, lid 4, artikel 58, en artikel 87, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad voor de toekenning van invaliditeitsuitkeringen en ouderdoms- en nabestaandenpensioenen (19).

(12)

Besluit nr. S1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de Europese ziekteverzekeringskaart (20).

(13)

Besluit nr. S2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de technische specificaties voor de Europese ziekteverzekeringskaart (21).

(14)

Besluit nr. S3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 tot vaststelling van de verstrekkingen die onder artikel 19, lid 1, en artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad vallen (22).

(15)

Besluit nr. S4 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 2 oktober 2009 betreffende vergoedingsprocedures voor de toepassing van de artikelen 35 en 41 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad (23).

(16)

Besluit nr. S5 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 2 oktober 2009 betreffende de interpretatie van het begrip verstrekkingen zoals gedefinieerd in artikel 1, onder va), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad, bij ziekte en moederschap, zoals bedoeld in de artikelen 17, 19, 20 en 22, artikel 24, lid 1, de artikelen 25 en 26, artikel 27, leden 1, 3, 4 en 5, de artikelen 28 en 34, en artikel 36, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad en de vaststelling van de ingevolge de artikelen 62, 63 en 64 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad te vergoeden bedragen (24).

(17)

Besluit nr. S6 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de inschrijving in de lidstaat van de woonplaats krachtens artikel 24 van Verordening (EG) nr. 987/2009 en de opstelling van de inventarissen, als bedoeld in artikel 64, lid 4, van Verordening (EG) nr. 987/2009 (25).

(18)

Besluit nr. S7 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de overgang van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 naar de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 en de toepassing van de vergoedingsprocedures (26).

(19)

Besluit nr. U1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende artikel 54, lid 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot verhoging van werkloosheidsuitkeringen wegens gezinsleden ten laste (27).

(20)

Besluit nr. U2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de werkingssfeer van artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht op werkloosheidsuitkeringen van volledig werklozen die geen grensarbeiders zijn en die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere dan de bevoegde lidstaat woonden (28).

(21)

Besluit nr. U3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de draagwijdte van het begrip gedeeltelijke werkloosheid zoals dat van toepassing is op de in artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werklozen (29).

DEEL C:   RECHTSHANDELINGEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN NOTA NEMEN

1.

Aanbeveling nr. U1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de wetgeving welke van toepassing is op werklozen die in deeltijd beroeps- of handelsactiviteiten verrichten op het grondgebied van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan zij wonen (30).

2.

Aanbeveling nr. U2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de toepassing van artikel 64, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad op werklozen die hun echtgeno(o)t(e) of partner vergezellen die een beroepswerkzaamheid uitoefent in een andere dan de bevoegde staat (31).

PROTOCOL

bij Bijlage II bij de Overeenkomst

I.   Werkloosheidsverzekering

De volgende regelingen gelden voor werknemers die onderdaan zijn van Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije tot en met 30 april 2011 en voor werknemers die onderdaan zijn van Bulgarije en Roemenië tot en met 31 mei 2016.

1.

Ten aanzien van de werkloosheidsverzekering van werknemers in loondienst die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor minder dan een jaar, is de volgende regeling van toepassing:

1.1.

Alleen de werknemers die in Zwitserland premies hebben betaald gedurende de minimumperiode als voorgeschreven door de federale wet inzake de verplichte werkloosheidsverzekering en de vergoeding in geval van insolvabiliteit (LACI) (32) en die voldoen aan de overige voorwaarden om aanspraak te maken op een werkloosheidsuitkering, hebben recht op de uitkeringen van de werkloosheidsverzekering onder de in de wet vastgestelde voorwaarden.

1.2.

Een gedeelte van de ontvangen premies voor de werknemers die gedurende een te korte periode premies hebben betaald om in Zwitserland overeenkomstig punt 1.1 recht te hebben op een werkloosheidsuitkering, wordt overeenkomstig het bepaalde in punt 1.3 aan hun landen van herkomst terugbetaald als bijdrage in de kosten van de uitkeringen aan deze werknemers bij volledige werkloosheid; deze werknemers hebben bijgevolg geen recht op de uitkeringen van de werkloosheidsverzekering bij volledige werkloosheid in Zwitserland. Zij hebben echter recht op de vergoedingen bij weerverlet en insolvabiliteit van de werkgever. De uitkeringen bij volledige werkloosheid worden door het land van herkomst uitbetaald op voorwaarde dat de werknemers zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening stellen. De in Zwitserland vervulde tijdvakken van verzekering worden in aanmerking genomen alsof zij in het land van herkomst waren vervuld.

1.3.

Het gedeelte van de voor de werknemers volgens punt 1.2 ontvangen premies wordt jaarlijks terugbetaald overeenkomstig de onderstaande bepalingen.

a)

Het totaal van de premies van deze werknemers wordt per land berekend op grond van het jaarlijkse aantal in dienst genomen werknemers en het gemiddelde van de voor elke werknemer betaalde jaarlijkse premies (werkgevers- en werknemerspremies).

b)

Van het aldus berekende bedrag zal een met het percentage van de werkloosheidsuitkeringen ten opzichte van alle andere soorten uitkeringen, als vermeld in punt 1.2, overeenkomend gedeelte worden terugbetaald aan de landen van herkomst van de werknemers en voor Zwitserland zal een reserve voor latere uitkeringen worden aangelegd (33).

c)

Zwitserland verstrekt elk jaar een afrekening van de terugbetaalde premies. Op verzoek van het land van herkomst worden de berekeningsbases en het bedrag van de terugbetalingen medegedeeld. De landen van herkomst delen jaarlijks aan Zwitserland het aantal personen mee die in aanmerking komen voor werkloosheidsuitkeringen volgens punt 1.2.

2.

Mochten er zich voor een lidstaat moeilijkheden met het einde van het terugbetalingsstelsel of voor Zwitserland met het samentellingssysteem voordoen, dan kan een van de overeenkomstsluitende partijen het Gemengd Comité inschakelen.

II.   Uitkeringen voor steunbehoevenden

Uitkeringen voor steunbehoevenden die worden toegekend op grond van de Zwitserse federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959 (LAI) en op grond van de federale wet van 20 december 1946 op de ouderdoms- en nabestaandenverzekering (LAVS) zoals gewijzigd op 8 oktober 1999, worden uitsluitend toegekend indien de betrokken persoon in Zwitserland woonachtig is.

III.   Beroepsverzekering voor ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen

Niettegenstaande artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zal de vertrekuitkering, als bedoeld in de federale wet van 17 december 1993 inzake de vrije overgang in de beroepsverzekering voor ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen, worden uitbetaald op verzoek van een werknemer of een zelfstandige die voornemens is Zwitserland definitief te verlaten en die niet meer onderworpen zal zijn aan de Zwitserse wetgeving overeenkomstig de bepalingen van Titel II van de verordening, op voorwaarde dat deze persoon Zwitserland verlaat binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 43.

(3)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.

(4)  PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

(5)  PB L 177 van 4.7.2008, blz. 1.

(6)  PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1.

(7)  PB L 39 van 10.2.2009, blz. 29.

(8)  PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46.

(9)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 1.

(10)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 5.

(11)  PB C 149 van 8.6.2010, blz. 3.

(12)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 9.

(13)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 11.

(14)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 13.

(15)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 17.

(16)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 56.

(17)  PB C 107 van 27.4.2010, blz. 3.

(18)  PB C 149 van 8.6.2010, blz. 5.

(19)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 21.

(20)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 23.

(21)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 26.

(22)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 40.

(23)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 52.

(24)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 54.

(25)  PB C 107 van 27.4.2010, blz. 6.

(26)  PB C 107 van 27.4.2010, blz. 8.

(27)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 42.

(28)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 43.

(29)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 45.

(30)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 49.

(31)  PB C 106 van 24.4.2010, blz. 51.

(32)  Momenteel 12 maanden.

(33)  Terugbetaalde premies voor de werknemers die hun recht op een werkloosheidsuitkering in Zwitserland zullen uitoefenen na premies te hebben betaald gedurende ten minste 12 maanden - tijdens verscheidene verblijven - over een periode van twee jaar.


BIJLAGE II

VERKLARING

over de verklaring over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van comités

De in het tweede streepje van de verklaring over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van comités en commissies (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 72) genoemde Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers wordt voortaan genoemd de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels als opgericht bij artikel 71 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad.