14.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 330/23 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 1 december 2011
betreffende de praktische en procedurele regelingen inzake de benoeming door de Raad van vier leden van de Europese jury voor de actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel
(2011/831/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (1), en met name artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 8 van Besluit nr. 1194/2011/EU is bepaald dat er een Europese jury van onafhankelijke deskundigen („de Europese jury”) wordt ingesteld, die uit dertien door de Europese instellingen en organen te benoemen leden zal bestaan, van wie er vier door de Raad worden benoemd voor een termijn van drie jaar. |
(2) |
Iedere instelling en elk orgaan moet er zorg voor dragen dat de competenties van de leden van de Europese jury die door hen worden benoemd, zoveel mogelijk complementair zijn. |
(3) |
Bij de kandidaatstelling van leden van de Europese jury worden lidstaten die al een of meer experts in die jury hebben die door een andere instelling of orgaan dan de Raad zijn benoemd, aangemoedigd om bij de besluitvorming over hun deelname aan het proces het streven naar een geografisch en genderevenwicht in de Europese jury in aanmerking te nemen. |
(4) |
De Raad dient de praktische en procedurele regelingen vast te stellen voor de benoeming van de vier leden van de Europese jury die hij benoemt. |
(5) |
Deze regelingen dienen eerlijk, gemakkelijk uitvoerbaar, niet-discriminerend en transparant te zijn en moeten ervoor zorgen dat de in de Europese jury benoemde leden naar behoren hun verplichtingen nakomen. |
(6) |
Deze regelingen moeten zo nodig worden aangepast in het licht van de resultaten van de bij artikel 18 van Besluit nr. 1194/2011/EU voorgeschreven evaluaties van de actie voor het Europees erfgoedlabel, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Raad neemt een besluit over de benoeming van vier leden in de Europese jury volgens de in artikel 2 vastgestelde praktische en procedurele regelingen.
Artikel 2
1. De lidstaten worden uitgenodigd om kandidaten voor te dragen als leden van de Europese jury. Het staat de lidstaten vrij al dan niet aan dit proces deel te nemen. Elke lidstaat mag slechts één kandidaat voordragen. Met het oog op een evenwichtige geografische vertegenwoordiging worden de lidstaten waarvan deskundigen voor de vorige termijn door de Raad werden benoemd, van deelname uitgesloten.
2. De voordrachten worden schriftelijk gedaan en tonen duidelijk aan dat de betrokken kandidaat een onafhankelijk deskundige is die beschikt over aanzienlijke ervaring en deskundigheid op de gebieden die relevant zijn voor de doelstellingen van de actie, en zich committeert aan de werkzaamheden van de Europese jury, overeenkomstig de in deel 1 van de bijlage vermelde vereisten. De voordrachten bevatten tevens een naar behoren ondertekende verklaring, waarvan de tekst in deel 2 van de bijlage is opgenomen.
3. In de voordrachten wordt voor elke kandidaat één hoofdcategorie van deskundigheid uit onderstaande lijst vermeld:
— |
Europese geschiedenis en culturen; |
— |
onderwijs en jeugdzaken; |
— |
cultuurbeheer, inclusief de erfgoeddimensie; |
— |
communicatie en toerisme. |
4. Uit de door de bevoegde voorbereidende instantie van de Raad in aanmerking genomen voordrachten wordt bij loting één kandidaat geselecteerd voor elk van de vier categorieën die in lid 3 zijn vermeld. De eerst gelote kandidaat voor elke categorie wordt geacht te zijn geselecteerd. Die selectie wordt vervolgens door de Raad goedgekeurd.
5. Indien er in een of meer categorieën geen kandidaten zijn, worden bij loting een of meer extra kandidaten geselecteerd uit de categorieën waarin er de meeste kandidaten zijn. Indien er in een bepaalde categorie slechts één kandidaat is, wordt die kandidaat zonder loting geacht te zijn geselecteerd.
6. Ingeval een lid van de Europese jury niet in staat is zijn mandaat te vervullen, benoemt de lidstaat die het betrokken lid heeft benoemd, zo spoedig mogelijk een vervanger. Die benoeming beantwoordt aan de in de bijlage, delen 1 en 2, vermelde vereisten en geldt voor resterende duur van de ambtstermijn van het lid.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 december 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
W. KOSINIAK-KAMYSZ
(1) PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1.
BIJLAGE
LIJST VAN VEREISTEN WAARAAN DE KANDIDATEN MOETEN VOLDOEN
DEEL 1
ELKE SCHRIFTELIJKE KANDIDAATSTELLING BEVAT:
— |
een beschrijving van de opleiding en de werkervaring van de kandidaat, alsmede van diens meest opvallende prestaties die relevant zijn voor de doelstellingen van de actie en de door de sites te vervullen criteria, |
— |
een keuze van een welbepaalde categorie van deskundigheid, vergezeld van een toelichting bij die keuze. |
DEEL 2
ELKE KANDIDAATSTELLING BEVAT ONDERSTAANDE SCHRIFTELIJKE VERKLARING:
„Ik verklaar:
— |
kennis te hebben van de taken die het ambt met zich meebrengt, en in staat te zijn een passend aantal werkdagen per jaar aan de werkzaamheden van de Europese jury te wijden; |
— |
te weten dat het lidmaatschap van de Europese jury geen erefunctie is en dat ik van de Commissie een vergoeding voor dit werk, alsmede voor reis- en verblijfskosten zal ontvangen; |
— |
te beseffen dat de taken onafhankelijkheid vereisen en dat ik elk jaar een verklaring zal moeten ondertekenen waarin ik bevestig geen bestaand of potentieel belangenconflict te hebben, overeenkomstig artikel 8, lid 5, van Besluit nr. 1194/2011/EU.”. |