19.5.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 132/18 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 12 mei 2011
tot toekenning van wederzijdse bijstand aan Roemenië
(2011/289/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 143,
Gezien de aanbeveling van de Commissie, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de periode na 2009 heeft Roemenië een grootschalig hervormingsprogramma doorgevoerd. De overheidsfinanciën worden wederom beter in de hand gehouden en de toegang van de overheid tot marktfinanciering is sterk verbeterd. Doordat de begrotingsaanpassing wordt voortgezet, de wisselkoers van de Roemeense valuta (de RON) ten opzichte van de valuta’s van de belangrijkste handelspartners stabieler is geworden en de moederinstellingen van de banken die in buitenlandse handen zijn hun positie jegens Roemenië onveranderd hebben gehandhaafd, is de banksector stabiel en kapitaalkrachtig gebleven en is het externe tekort van Roemenië binnen de perken gehouden. |
(2) |
De begrotingsconsolidatie moet worden voortgezet om de schuldquote verder te stabiliseren en de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën in een snel vergrijzende samenleving te verzekeren. Roemenië is begonnen met het opbouwen van een yieldcurve, maar vooralsnog is zowel de financiering van het begrotingstekort als de herfinanciering van vervallende schuld nog steeds een dure aangelegenheid en blijft het land gebruikmaken van schuldinstrumenten met overwegend korte looptijden. De stabiliteit van de banksector is weliswaar gevrijwaard, maar de toename van probleemactiva kan voor druk op het bankstelsel blijven zorgen. |
(3) |
Tegen deze achtergrond is het van cruciaal belang dat de Roemeense autoriteiten een deugdelijk en geloofwaardig macro-economisch beleid voeren om te vermijden dat er wederom ernstige spanningen op de financiële markten ontstaan. De vermindering van het begrotingstekort conform de aanbevelingen die de Raad in het kader van de buitensporigtekortprocedure tot Roemenië heeft gericht, blijft een hoeksteen van het economische programma vormen. Om doorlopend lagere begrotingstekorten te kunnen blijven realiseren, dient Roemenië verder werk te maken van de hervorming van de randvoorwaarden voor zijn openbaar financieel beheer en toezicht. |
(4) |
Het door Roemenië gevoerde economische beleid wordt op gezette tijden door de Raad beoordeeld, met name in de context van de jaarlijkse evaluaties van het geactualiseerde convergentieprogramma en van het nationale hervormingsprogramma van Roemenië, alsook in het kader van de regelmatige toetsing in de context van het convergentieverslag van de door Roemenië gemaakte vorderingen. |
(5) |
Hoewel de totale bruto financieringsbehoefte volgens het referentiescenario van het economische programma tot en met het eerste kwartaal van 2013 volledig is gedekt en de overheid haar toegang tot marktfinanciering blijft consolideren, rechtvaardigen de onvoltooide hervormingsagenda en de aan het referentiescenario verbonden aanzienlijke risico’s het verzoek van Roemenië om anticiperende financiële bijstand in aansluiting op de bijstand die in het kader van Beschikking 2009/458/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot toekenning van wederzijdse bijstand aan Roemenië (1) is toegekend. |
(6) |
De Roemeense autoriteiten hebben de Unie en andere internationale financiële instellingen om financiële bijstand gevraagd om de houdbaarheid van de betalingsbalans te ondersteunen en om de deviezenreserves op een solide niveau te kunnen houden, ook al doen er zich ongunstige economische ontwikkelingen voor. |
(7) |
Roemenië loopt nog steeds ernstig gevaar wat zijn betalingsbalans betreft en daarom moet de Unie wederzijdse bijstand blijven toekennen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Unie blijft Roemenië wederzijdse bijstand toekennen en zet daarmee de bijstand voort die krachtens Beschikking 2009/458/EG is toegekend.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de kennisgeving ervan.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 12 mei 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
PINTÉR S.
(1) PB L 150 van 13.6.2009, blz. 6.