19.5.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 132/13 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 2 mei 2011
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie overeenkomstig punt 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer
(2011/286/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), en met name punt 26 hiervan,
Gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (2),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie heeft een Solidariteitsfonds van de Europese Unie („het Fonds”) opgericht om solidariteit te tonen met de bevolking van door rampen getroffen regio’s. |
(2) |
Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds toe tot het jaarlijkse maximum van1 miljard EUR. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 2012/2002 bevat de voorwaarden waaronder middelen uit het Fonds kunnen worden beschikbaar gesteld. |
(4) |
Polen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Kroatië en Roemenië hebben een aanvraag ingediend tot beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds wegens een ramp die veroorzaakt is door aardverschuivingen en zware overstromingen. |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT GENOMEN:
Artikel 1
Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie 182 388 893 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld.
Artikel 2
Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 2 mei 2011.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BUZEK
Voor de Raad
De voorzitter
CSÉFALVAY Z.
(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
(2) PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3.