27.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/11


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 april 2011

waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen ascorbinezuur, ipconazool, spiromesifen, topramezone en Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134 te verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2668)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/252/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in september 2004 een aanvraag van Citrex Nederland BV ontvangen om opneming van de werkzame stof ascorbinezuur in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2005/751/EG (2) is bevestigd dat het dossier volledig is, met andere woorden dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2007 een aanvraag van Kureha GmbH ontvangen om opneming van de werkzame stof ipconazool in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2008/20/EG (3) is bevestigd dat het dossier volledig is, met andere woorden dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in april 2002 een aanvraag van Bayer CropScience AG ontvangen om opneming van de werkzame stof spiromesifen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/105/EG (4) is bevestigd dat het dossier volledig is, met andere woorden dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(4)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Frankrijk in maart 2003 een aanvraag van BASF SE ontvangen om opneming van de werkzame stof topramezone in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/850/EG (5) is bevestigd dat het dossier volledig is, met andere woorden dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(5)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in augustus 2008 een aanvraag van Sourcon-Padena GmbH & Co KG ontvangen om opneming van de werkzame stof Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134 in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2008/599/EG (6) is bevestigd dat het dossier volledig is, met andere woorden dat het geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(6)

De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en om de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en de gewasbeschermingsmiddelen worden onderworpen aan een gedetailleerde evaluatie aan de hand van de voorschriften van die richtlijn.

(7)

Voor deze werkzame stoffen zijn de effecten op de menselijke gezondheid en het milieu overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen beoordeeld. De rapporterende lidstaten hebben de respectieve ontwerpevaluatieverslagen op 10 september 2007 (ascorbinezuur), 29 mei 2008 (ipconazool), 9 maart 2004 (spiromesifen), 26 juli 2007 (topramezone) en 3 november 2009 (Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134) bij de Commissie ingediend.

(8)

Na indiening van de ontwerpevaluatieverslagen door de rapporterende lidstaten moest de aanvragers om aanvullende informatie worden gevraagd en moesten de rapporterende lidstaten deze informatie bestuderen en hun evaluatie indienen. Daardoor is het onderzoek van de dossiers nog aan de gang en kan de evaluatie niet worden afgerond binnen de termijn die is vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, gelezen in samenhang met de Beschikkingen 2009/579/EG (7) (ascorbinezuur) en 2009/311/EG (8) (topramezone) van de Commissie.

(9)

Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding geeft tot onmiddellijke bezorgdheid, moet aan de lidstaten de mogelijkheid worden gegeven om de voorlopige toelatingen die zijn verleend voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet Verwacht wordt dat voor ascorbinezuur, ipconazool, spiromesifen, topramezone en Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134 24 maanden zullen volstaan om de evaluatie en de besluitvorming met betrekking tot een besluit over de mogelijke opneming in bijlage I bij die richtlijn af te ronden.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die ascorbinezuur, ipconazool, spiromesifen, topramezone of Pseudomonas sp. stam DSMZ 13134 bevatten, verlengen voor een periode die afloopt op uiterlijk 30 april 2012.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 30 april 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 april 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 282 van 26.10.2005, blz. 18.

(3)  PB L 1 van 4.1.2008, blz. 5.

(4)  PB L 43 van 18.2.2003, blz. 45.

(5)  PB L 322 van 9.12.2003, blz. 28.

(6)  PB L 193 van 22.7.2008, blz. 14.

(7)  PB L 198 van 30.7.2009, blz. 80.

(8)  PB L 91 van 3.4.2009, blz. 25.