25.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/21


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 februari 2011

tot wijziging van Beschikking 2007/863/EG tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 1033)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2011/128/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (1), en met name bijlage III, punt 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Wanneer een lidstaat voornemens is per hectare jaarlijks een andere hoeveelheid dierlijke mest op of in de bodem te brengen dan in bijlage III, punt 2, tweede alinea, eerste zin en onder a), van Richtlijn 91/676/EEG is bepaald, moet deze hoeveelheid zodanig worden vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan het bereiken van de in artikel 1 van die richtlijn genoemde doelstellingen, en moet deze hoeveelheid worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria, zoals, in het onderhavige geval, lange groeiperiodes en gewassen met een hoge stikstofopname.

(2)

Op 14 december 2007 heeft de Commissie Beschikking 2007/863/EG vastgesteld waarbij een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt toegestaan (2), waardoor Ierland toestemming heeft gekregen om op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland een maximaal 250 kg stikstof bevattende hoeveelheid dierlijke mest per hectare per jaar op of in de bodem te brengen.

(3)

De bij Beschikking 2007/863/EG verleende afwijking had in 2009 betrekking op bij benadering 150 landbouwbedrijven in Noord-Ierland, hetgeen met bij benadering 0,6 % van het totale aantal bedrijven en 1 % van het totale nettolandbouwoppervlak overeenstemt. Beschikking 2007/863/EG verstrijkt op 31 december 2010.

(4)

Op 23 september 2010 heeft het Verenigd Koninkrijk voor de regio Noord-Ierland bij de Commissie een verzoek om verlenging van de afwijking ingediend. Dat verzoek bevatte een motivatie op basis van de objectieve criteria als uiteengezet in bijlage III, punt 2, derde alinea, van Richtlijn 91/676/EEG.

(5)

Het Verenigd Koninkrijk heeft voor de regio Noord-Ierland voor de periode van januari 2011 tot en met december 2014 een nieuw actieprogramma vastgesteld dat van toepassing is op het hele grondgebied van Noord-Ierland en waarin de maatregelen van het actieprogramma voor de periode tot en met 31 december 2010 grotendeels worden voortgezet.

(6)

De nitraatconcentraties in het Noord-Ierse zoete oppervlaktewater blijven relatief laag, met voor 99,7 % van de meetstations gemiddelde nitraatconcentraties kleiner dan 25 mg NO3/l in 2008. Tussen 2005 en 2008 registreerden de meetstations voor het zoete oppervlaktewater over het algemeen stabiele of afnemende gemiddelde nitraatconcentraties, inclusief in stroomgebieden met het grootste percentage landbouwbedrijven waaraan een afwijking is toegestaan. Voor het grondwater zijn de gemiddelde nitraatconcentraties in 2008 voor 91,9 % van de meetstations kleiner dan 25 mg NO3/l en registreerden deze vergelijkbare stabiele of neerwaartse trends als voor het oppervlaktewater.

(7)

De veebestanden zijn in Noord-Ierland tijdens de periode 2006-2010 voor schapen met ongeveer 12,5 %, voor pluimvee met 11,5 % en voor runderen met 4,7 % afgenomen, en voor varkens met 9,8 % toegenomen. De Noord-Ierse landbouw blijft een overwegend op grassen gebaseerd systeem.

(8)

De tijdens de periode 2006-2010 op landbouwbedrijven in Noord-Ierland geproduceerde hoeveelheid stikstofmest is met 6,4 % afgenomen, terwijl het percentage op- of ingebrachte veemest per hectare land met 4,7 % is afgenomen. Het voor het op- of inbrengen van mest beschikbare landbouwoppervlak is met 1,7 % gedaald. De stikstofmest in Noord-Ierland is in de eerste plaats van runderen, en vervolgens van schapen, pluimvee en varkens afkomstig. De daling van de totale hoeveelheid stikstofmest is grotendeels toe te schrijven aan de achteruitgang in de sector runderen, en binnen die sector is de voornaamste aanjager van verandering de verminderde aantallen vleeskoeien en hun jongen.

(9)

Uit de wetenschappelijke informatie waarnaar wordt verwezen in het verzoek om verlenging van de afwijking alsmede uit de maatregelen waartoe het Verenigd Koninkrijk zich voor de regio Noord-Ierland in het actieprogramma voor de periode van januari 2011 tot en met december 2014 heeft verbonden, kan worden geconcludeerd dat dit land nog steeds voldoet aan de in Richtlijn 91/676/EEG vastgestelde voorwaarden voor de afwijking, zoals lange groeiperiodes en gewassen met hoge stikstofopname, en dat de afwijking geen afbreuk doet aan het verwezenlijken van de doelstellingen van die richtlijn.

(10)

Om ervoor te zorgen dat de betrokken graslandbedrijven een afwijking kunnen blijven genieten, moet de toepassingsperiode van Beschikking 2007/863/EG worden verlengd tot en met 31 december 2014.

(11)

De in Beschikking 2007/863/EG vastgestelde uiterste data voor de rapportage aan de Commissie moeten echter worden aangepast om de administratieve last te vereenvoudigen door het Verenigd Koninkrijk voor de regio Noord-Ierland toe te staan één enkele uiterste datum voor alle rapportageverplichtingen vast te stellen.

(12)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 91/676/EEG ingestelde Nitraatcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2007/863/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

De door het Verenigd Koninkrijk bij brief van 10 augustus 2007 voor Noord-Ierland gevraagde afwijking en de bij brief van 23 september 2010 gevraagde verlenging, waarmee wordt beoogd een grotere hoeveelheid dierlijke mest toe te staan dan in bijlage III, punt 2, tweede alinea, eerste zin en onder a), van Richtlijn 91/676/EEG is bepaald, worden onder de in deze beschikking neergelegde voorwaarden toegestaan.”.

2)

Artikel 8, lid 1, laatste zin wordt vervangen door:

„Deze kaarten worden ieder jaar in juni bij de Commissie ingediend.”.

3.

Artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

Toepassing

Deze beschikking is van toepassing in de context van de Nitrates Action Programme Regulation (Northern Ireland) 2010.

Zij verstrijkt op 31 december 2014.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 24 februari 2011.

Voor de Commissie

Janez POTOČNIK

Lid van de Commissie


(1)  PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1.

(2)  PB L 337 van 21.12.2007, blz. 122.