21.1.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 18/42 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2011
betreffende de niet-opneming van 1,3-dichloorpropeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 119)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/36/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 8, lid 2, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2007/619/EG van de Commissie (2) is besloten om de werkzame stof 1,3-dichloorpropeen niet op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Die beschikking werd vastgesteld in het kader van de tweede fase van het werkprogramma overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (3) en (EG) nr. 703/2001 (4) van de Commissie, waarbij de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vermelde werkprogramma worden vastgesteld, evenals een lijst van werkzame stoffen die onderzocht moeten worden met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. |
(2) |
De oorspronkelijke kennisgever heeft een nieuwe aanvraag ingediend overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG en Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (5). De kennisgever heeft om de toepassing van de versnelde procedure overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 33/2008 verzocht en een bijgewerkt dossier ingediend. De aanvraag is ingediend bij Spanje, dat bij Verordening (EG) nr. 451/2000 tot als rapporteur optredende lidstaat was aangewezen. |
(3) |
Die aanvraag voldoet aan de materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008 en werd binnen de in artikel 13, tweede zin, van die verordening vastgestelde termijn ingediend. |
(4) |
Spanje heeft de door de kennisgever ingediende nieuwe informatie en gegevens onderzocht en op 15 april 2009 een aanvullend verslag opgesteld. |
(5) |
Het aanvullende verslag is door de lidstaten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) intercollegiaal getoetst en op 30 september 2009 bij de Commissie ingediend in de vorm van de conclusie van de EFSA voor 1,3-dichloorpropeen (6). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 9 juli 2010 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor 1,3-dichloorpropeen. |
(6) |
De nieuwe evaluatie van de als rapporteur optredende lidstaat en de nieuwe conclusie van de EFSA hadden voornamelijk betrekking op de problemen die tot de niet-opneming hebben geleid, namelijk het vrijkomen in het milieu van grote hoeveelheden bekende en onbekende polygechloreerde onzuiverheden, waarvoor geen informatie over persistentie, toxicologisch gedrag, opname door gewassen, accumulatie, metabolisme en residugehalte beschikbaar was, alsook de onbesliste aard van de beoordeling van de risico’s voor de consument en het risico van grondwaterverontreiniging, voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en andere niet tot de doelsoorten behorende organismen. |
(7) |
Door de kennisgever zijn in een bijgewerkt dossier nieuwe gegevens en informatie verstrekt met betrekking tot de problemen die tot de niet-opneming hebben geleid, met name de identiteit van een aantal onzuiverheden, het in de gewassen verwachte residugehalte, het risico van verontreiniging van het grondwater en het risico voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en andere niet tot de doelsoorten behorende organismen. Er is een nieuwe evaluatie uitgevoerd, die in het aanvullende verslag en in de conclusie van de EFSA voor 1,3-dichloorpropeen is opgenomen. |
(8) |
Uit de door de kennisgever verstrekte aanvullende gegevens en informatie kon echter niet worden afgeleid dat alle specifieke problemen die tot de niet-opneming hadden geleid, uit de weg waren geruimd. |
(9) |
Er is met name een probleem wat betreft de blootstelling van de consumenten in verband met elf niet-geïdentificeerde onzuiverheden die bij de vervaardiging worden gevormd. Verder is onvoldoende aandacht besteed aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater in verband met 1,3-dichloorpropeen, het relevante toxische afbraakproduct (EZ)-3-chlooracrylzuur daarvan en elf niet-geïdentificeerde onzuiverheden die bij de vervaardiging worden gevormd en het is mogelijk dat tien bij de vervaardiging gevormde onzuiverheden over lange afstanden door de lucht worden vervoerd. Bovendien is niet aangetoond dat het risico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen aanvaardbaar is. |
(10) |
De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. Bovendien heeft de Commissie de kennisgever overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 33/2008 verzocht zijn opmerkingen over het ontwerpevaluatieverslag in te dienen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. |
(11) |
Ondanks de door de kennisgever aangevoerde argumenten blijven de hierboven vermelde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte en tijdens de vergaderingen van deskundigen van de EFSA beoordeelde gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die 1,3-dichloorpropeen bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen. |
(12) |
1,3-dichloorpropeen mag bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen. |
(13) |
Beschikking 2007/619/EG moet worden ingetrokken. |
(14) |
Dit besluit laat de mogelijkheid om overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG en hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 33/2008 een nieuwe aanvraag voor 1,3-dichloorpropeen in te dienen onverlet. |
(15) |
Daar het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn geen advies had uitgebracht, heeft de Commissie bij de Raad een voorstel betreffende deze maatregelen ingediend. Bij het verstrijken van de in artikel 19, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde termijn had de Raad het voorgestelde uitvoeringsbesluit niet aangenomen en evenmin te kennen gegeven dat hij zich tegen het voorstel voor uitvoeringsmaatregelen verzet, zodat de Commissie deze maatregelen nu moet vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1,3-dichloorpropeen wordt niet als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.
Artikel 2
Beschikking 2007/619/EG wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2011.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(2) PB L 249 van 25.9.2007, blz. 11.
(3) PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.
(4) PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.
(5) PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.
(6) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance (EZ)-1,3-dichloropropene on request from the European Commission. EFSA Journal 2009; 7(10):1341. (102 blz.). doi:10.2903/j.efsa.2009.1341. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu