3.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/22


VERORDENING (EU) Nr. 1122/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 december 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Gouda Holland (BGA)]

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 5, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 en artikel 17, lid 2, van diezelfde verordening is de door Nederland ingediende aanvraag tot inschrijving van de benaming „Gouda Holland” in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië en de regeringen van Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika alsmede Dairy Australia, Dairy Companies Association of New Zealand, de National Milk Producers Federation en de U.S. Diary Export Council hebben krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bezwaar tegen de registratie aangetekend. Deze bezwaren werd ontvankelijk verklaard op grond van artikel 7, lid 3, van die verordening.

(3)

De bezwaarschriften betroffen niet-naleving van de voorwaarden van artikel 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006, met name de benaming en haar gebruik, de specificiteit en faam van het product, de afbakening van het geografische gebied alsook beperkingen ten aanzien van de herkomst van grondstoffen. In de bezwaarschriften werd tevens gesteld dat de registratie in strijd zou zijn met artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006, schade zou toebrengen aan bestaande namen of handelsmerken of aan bestaande producten die ten minste vijf jaar legaal op de markt waren vóór de in artikel 6, lid 2, bedoelde datum van bekendmaking en dat de voor registratie voorgestelde naam een soortnaam is.

(4)

Bij schrijven van 4 november 2008 heeft de Commissie Nederland en de opposanten verzocht om in overeenstemming met hun interne procedures onderling tot een overeenkomst te komen.

(5)

Aangezien er binnen de vastgestelde termijn geen overeenkomst met de opposanten is bereikt, met uitzondering van een overeenkomst tussen Nederland en Frankrijk, moet de Commissie een besluit nemen volgens de in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde procedure.

(6)

Wat de vermeende niet-naleving van artikel 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 betreft, hebben de bevoegde nationale autoriteiten met betrekking tot de benaming, het geografische gebied, de specificiteit van het product, het verband tussen de kenmerken van het product en het geografische gebied, de faam en de beperkingen ten aanzien van de oorsprong van grondstoffen, het bewijs geleverd dat deze elementen aanwezig waren en bovendien werd geen kennelijke fout vastgesteld. Er moet op worden gewezen dat „Holland” niet de naam is van de betrokken lidstaat en dat „Gouda Holland” wordt beschouwd als een traditionele geografische aanduiding als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006. In dit verband is voldaan aan de vereisten van artikel 2, lid 1, onder b), van de genoemde verordening, aangezien het betrokken geografische gebied wordt afgebakend onder verwijzing naar het verband en de basiselementen van de specificiteit van het product. De specificiteit van Gouda Holland is het gevolg van een combinatie van factoren die verband houden met het geografische gebied: onder meer de kwaliteit van de melk (hoog vet- en eiwitgehalte), aminozuren uit β-caseïne en γ- glutamyl peptide, het gebruik om te laten grazen op weiden, het gebruik van kalverstremsel, de natuurlijke rijping alsook het vakmanschap van de landbouwers en de kaasproducenten.

(7)

Wat bezwaren vanwege niet-naleving van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006 betreft, heeft Nederland informatie ingediend betreffende het onderscheid tussen het product dat de geregistreerde naam „Noord-Hollandse Gouda” draagt en dat waarvoor de naam „Gouda Holland” is aangevraagd. In de bezwaarschriften werd niet aangetoond dat er consumenten zouden kunnen worden misleid of dat de producenten op een ongelijke manier zouden worden behandeld.

(8)

Het lijkt erop dat de opposanten niet naar de volledige benaming „Gouda Holland” verwezen toen zij beweerden dat de registratie het voortbestaan van benamingen, handelsmerken of producten in gevaar zou brengen en dat de voorgestelde naam een soortnaam is, maar slechts naar een element ervan, namelijk „Gouda”. De bescherming wordt evenwel verleend aan de term „Gouda Holland” in zijn geheel. Krachtens artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 mag de term „Gouda” blijven gebruikt worden, mits de in de rechtsorde van de Unie geldende beginselen en voorschriften in acht worden genomen. Ter verduidelijking zijn het productdossier en de samenvatting dienovereenkomstig aangepast.

(9)

Gelet op het voorgaande komt de benaming „Gouda Holland” in aanmerking voor inschrijving in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen”.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor beschermde geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I bij deze verordening vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Onverminderd de eerste alinea mag de benaming „Gouda” blijven gebruikt worden op het grondgebied van de Unie, mits de in haar rechtsorde geldende beginselen en voorschriften in acht worden genomen.

Artikel 2

De geconsolideerde samenvatting met de belangrijkste gegevens uit het productdossier is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 december 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 61 van 6.3.2008, blz. 15.


BIJLAGE I

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.3.   Kaas

NEDERLAND

Gouda Holland (BGA)


BIJLAGE II

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

„GOUDA HOLLAND”

EG-nummer: NL-PGI-0005-0328-27.11.2003

BOB ( ) BGA (X)

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat

Naam

:

Hoofdproductschap Akkerbouw

Adres

:

Postbus 29739 - 2502 LS 's-Gravenhage

Tel.

:

+31-70-3708708

Fax

:

+31-70-3708444

E-mail

:

plw@hpa.agro.nl

2.   Groepering

Naam

:

Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO)

Adres

:

Postbus 165 - 2700 AD Zoetermeer

Tel.

:

+31-79-3430300

Fax

:

+31-79-3430320

E-mail

:

info@nzo.nl

Samenstelling

:

Producenten/verwerkers (X) Anderen ( )

3.   Productcategorie

Categorie 1.3.

Kaas

4.   Productdossier

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam

„Gouda Holland”

4.2.   Beschrijving

Gouda Holland is een volvette (48 % +), natuurgerijpte kaas van het halfharde type.

De kaas wordt in Nederland geproduceerd uit van Nederlandse melkveehouders afkomstige koemelk en gerijpt tot een consumentgereed product in Nederlandse rijpingskamers.

Samenstelling

Gouda Holland wordt bereid uit één of meer van de volgende grondstoffen:

melk, room, geheel of gedeeltelijk ontroomde koemelk (uitsluitend koemelk) van Nederlandse melkveehouderijbedrijven.

Specifieke kenmerken

De vorm van de kaas is platcilindrisch dan wel blok- of broodvorm met een gewicht van 2,5 tot 20 kg. Onder een platcilindrische vorm wordt verstaan een vorm waarvan de bolle zijkant vloeiend overgaat in de vlakke boven- en onderkant en waarvan de hoogte eenvierde tot eenderde van de middellijn bedraagt.

Het vetgehalte is minimaal 48,0 % en maximaal 52,0 % in de droge stof. Het vochtgehalte bedraagt (maximaal) op 12 dagen na de eerste dag van bereiding 42,5 % en het zoutgehalte in de droge stof is maximaal 4,0 %. De overige specifieke kenmerken zijn:

Smaak: geurig, aangenaam en mild tot pittig, afhankelijk van de leeftijd. Komijn mag worden toegevoegd.

Doorsnede: na het doorsnijden van de kaas is ogenvorming zichtbaar, al dan niet gelijkmatig verdeeld. Het zuivel is ivoorkleurig tot geel.

Korst: de korst van de kaas is goed gesloten, glad, droog, schoon en vrij van schimmelgroei. De korst is ontstaan door drogen tijdens de rijping.

Consistentie: het zuivel is iets zacht tot smedig op 4-weekse leeftijd. Naarmate de kaas verder is gerijpt neemt de stevigheid toe en wordt de structuur korter. De kaas is goed snijdbaar.

Rijpingstijd: ten minste 28 dagen. Gouda Holland is een natuurgerijpte kaas. Rijping in folie is niet toegestaan voor Gouda Holland.

Rijpingstemperatuur: ten minste 12 °C.

Leeftijd: de consumptieleeftijd varieert van minimaal 28 dagen na productie tot ouder dan een jaar.

Bijzondere kwaliteitseisen

Melk, room of gedeeltelijk ontroomde melk hebben bij ontvangst en bewaring door de bereider van kaas geen of een niet pasteuriserende warmtebehandeling ondergaan.

Room en al dan niet geheel of gedeeltelijk ontroomde melk dienen onmiddellijk voor de bereiding tot Gouda Holland een pasteuriserende warmtebehandeling te ondergaan zodanig dat wordt voldaan aan de volgende eisen:

fosfatase activiteit is niet aantoonbaar, tenzij peroxidase-activiteit niet aantoonbaar is;

de zuurtegraad, in geval van room berekend op het vetvrije product, bedraagt ten hoogste 20 mmol NaOH per liter, tenzij het gehalte aan lactaten ten hoogste 200 mg per 100 g vetvrije stof bedraagt;

coli-achtige micro-organismen zijn in 0,1 ml niet aantoonbaar.

Alle grondstoffen moeten onmiddellijk voor de verwerking tot Gouda Holland op dusdanige wijze worden gepasteuriseerd dat het gehalte aan ongedenatureerde wei-eiwitten niet of slechts in geringe mate afwijkt van dat van de ongepasteuriseerde grondstof van overigens gelijke aard en hoedanigheid. Er mogen bij de bereiding van Gouda Holland slechts niet genetisch gemodificeerde cultures van melkzuurvormende en aromavormende micro-organismen worden toegevoegd. Deze cultures bestaan uit voor Gouda Holland geschikte mesofiele zuurselbacteriën: Lactococcus en Leuconostoc varianten van het type L of LD, eventueel in combinatie met thermofiele Lactobacillus en/of Lactococcus soorten. De beschikbare zuursels staan onder bescherming. Het gebruik is verplicht voor de bereiding van Gouda Holland.

Stremsel: voor de bereiding van Gouda Holland wordt uitsluitend gebruik gemaakt van kalverstremsel. Alleen in bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld indien een dierziekte hiertoe noodzaakt, kan het nodig zijn om uit te wijken naar andere typen stremsels. Het toegepaste stremsel moet dan voldoen aan de vereisten van het Warenwetbesluit Zuivel.

Het nitrietgehalte van Gouda Holland bedraagt ten hoogste 2 mg per kg kaas, berekend als nitriet ion.

4.3.   Geografisch gebied

Het geografische gebied waarop de aanvraag betrekking heeft is Holland, zijnde het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

4.4.   Bewijs van de oorsprong

Op elke Gouda Holland kaaseenheid wordt vóór het persen van de wrongel een merk gelegd dat is gemaakt van caseïne (zie figuur). Op dit merk staat, behoudens de benaming Gouda Holland, een voor elke kaas unieke combinatie van cijfers en letters (alfabetisch en numeriek oplopend).

Image

Het Nederlandse Zuivelcontrole-instituut COKZ houdt van deze unieke nummers een register bij waarin ook alle keuringsgegevens (incl. plaats en tijd) worden vastgelegd. De aanduiding is voor de consument herkenbaar. Verificatie kan door een keuringsinstantie plaatsvinden via het caseïnemerk en het COKZ-register.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Gouda Holland kaas wordt geproduceerd uit melk die op in Nederland gevestigde veehouderijbedrijven wordt gewonnen. De melk wordt op de boerderij gekoeld tot maximaal 6 °C en opgeslagen in een koeltank op de boerderij. Binnen 72 uur wordt de melk naar de kaasfabriek getransporteerd. Bij ontvangst op de kaasfabriek wordt de melk óf direct verwerkt óf gethermiseerd (een niet-pasteuriserende, lichte warmtebehandeling) en gedurende korte tijd gekoeld opgeslagen en vervolgens verwerkt tot kaasmelk.

De melk wordt hiertoe gestandaardiseerd op het vetgehalte waarbij de vet/eiwitverhouding zodanig wordt ingesteld dat in de uiteindelijke kaas een vetgehalte wordt bereikt van tussen de 48 en 52 % vet in de droge stof. De kaasmelk wordt gepasteuriseerd op een temperatuur van ten minste 72 °C gedurende 15 seconden. Stremming van de kaasmelk geschiedt op een temperatuur van ± 30 °C. De daarbij optredende splitsing en coagulatie van de melkeiwitten is typerend voor Gouda Holland.

De door de coagulatie ontstane wrongel wordt afgescheiden van de wei en zodanig bewerkt en gewassen dat vochtgehalte en pH de gewenste waarden bereiken.

Deze wrongel wordt in vaten geperst en daarmee in de juiste vorm en op het gewenste gewicht gebracht. De dan ontstane „kaas” wordt gedompeld in het pekelbad.

Gouda Holland wordt uitsluitend op natuurlijke wijze gerijpt. Dat wil zeggen dat aan de lucht wordt gerijpt, waarbij de kaas regelmatig wordt gekeerd en gecontroleerd. Bij de rijping vindt een droge korstontwikkeling plaats. Tijd en temperatuur zijn belangrijk om de enzymmatige en verouderingsprocessen voldoende gelegenheid te geven de kaas te laten worden tot die fysische en organoleptische kwaliteit die Gouda Holland zo typeert.

De rijping van Gouda Holland kan tot langer dan een jaar duren, afhankelijk van het gewenste smaaktype.

Versnijden en voorverpakken van Gouda Holland kan zowel binnen als buiten Nederland plaatsvinden op voorwaarde dat hierbij door de voorverpakker een sluitend administratief controlesysteem wordt gehanteerd waardoor tracering naar de unieke combinatie van cijfers en letters op het controlemerk van de versneden Gouda Holland gewaarborgd is en de herkomst voor de consument gegarandeerd blijft.

4.6.   Verband

De geografische component van deze productbenaming is „Holland”. Zoals algemeen bekend is „Holland” een equivalent van de meer officiële benaming „Nederland”. In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden (van 17e-19e eeuw) was Holland de invloedrijkste van de zeven provincies.

De ligging van Nederland (overwegend onder zeeniveau), het klimaat (zeeklimaat) en de samenstelling van de grassen (overwegend klei- en zandgronden) zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor het uitermate geschikt zijn van de melk voor het bereiden van een kwalitatief goede en smaakvolle kaas. De kwaliteit van de melk wordt geborgd door een combinatie van toepassing van kwaliteitsborgingssystemen op de melkveehouderijbedrijven en de toepassing van een intensief kwaliteitsbeoordelingssysteem (elke levering melk wordt op verschillende kwaliteitsparameters onderzocht en beoordeeld). Daarnaast is er sprake van een gesloten koelketen voorafgaand aan de verwerking van de melk, waarbij de melk gekoeld (max. 6 °C) op de boerderij wordt opgeslagen en in geïsoleerde tankauto's naar de fabriek getransporteerd. Bovendien dragen de relatief korte transportafstanden bij aan het behoud van de kwaliteit.

Historische ontwikkeling

Gouda Holland is een exponent van de Nederlandse kaascultuur die zich vanaf de middeleeuwen ontwikkelde en al in de 17e eeuw (de Gouden Eeuw) tot volle wasdom was gekomen.

De kaas die in Gouda werd verhandeld kreeg vanaf de 18e eeuw de aanduiding Goudse kaas. Later werd de aanduiding Gouda verbonden aan alle platcilindrische volvette kaas die in Holland werd geproduceerd.

Van productie op de boerderij, via lokale fabrieken is Gouda Holland uitgegroeid tot een nationaal geproduceerd product met een wereldwijde reputatie en vormt een belangrijke, stabiele component in het tot waarde brengen van boerderijmelk. In het begin van de twintigste eeuw zijn nationale wettelijke regels voor Goudse kaas ingevoerd en is de benaming Gouda Holland in de Landbouwkwaliteitsbeschikking kaasproducten vastgelegd.

Het imago van Gouda Holland bij de Europese consument

Op basis van een grootschalig onderzoek uitgevoerd in zes Europese landen is vastgesteld dat Nederland door de Europese consument wordt beschouwd als de belangrijkste producent van Gouda en Edam. Gouda Holland (en Edam Holland) staan symbool voor het Nederlandse culturele erfgoed. De Europese consument beleeft de kaassoorten Gouda Holland (en Edam Holland) als merken. Uit marktonderzoek (representatieve steekproef van 1 250 respondenten/lidstaat met een betrouwbaarheid van 97,5 %) in de zes voor de consumptie van Gouda (en Edam) belangrijkste lidstaten blijkt dat:

er een sterke associatie bestaat tussen Gouda en Nederland;

Gouda Holland meer gewild is dan Gouda geproduceerd buiten Nederland;

bijna de helft van de consumenten in de onderzochte lidstaten denkt dat alle Gouda in Nederland geproduceerd wordt;

Gouda uit Holland significant hoger scoort op de variabelen: „excellente kwaliteit”, „traditioneel bereid” en „het originele product”.

Gouda Holland (en Edam Holland) zijn synoniemen voor Nederlandse kwaliteitsproducten. De Nederlandse industrie en overheid hebben gedurende eeuwen allerlei maatregelen en wetten gerealiseerd om de kwaliteit van Gouda Holland (en Edam Holland) op een zeer hoog peil te houden. Daarnaast heeft de Nederlandse Zuivelindustrie substantiële investeringen gedaan om deze hoge kwaliteitseisen gerealiseerd te krijgen en om markten te openen, te bewerken en te onderhouden. Zo is er vanaf 1950 meer dan 1,4 miljard NLG (635 miljoen EUR) geïnvesteerd in reclame, voorlichting en promotie in Europa (de investeringen in Nederland niet meegerekend).

4.7.   Controlestructuur

Naam

:

Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ)

Adres

:

Kastanjelaan 7, 3833 AN LEUSDEN

Tel.

:

+31-33-4965696

Fax

:

+31-33-4965666

E-mail

:

productcontrole@cokz.nl

4.8.   Etikettering

„Gouda Holland”, een door de Europese Unie Beschermde Geografische Aanduiding (BGA).

Deze aanduiding moet op de hele kazen prominent worden weergegeven op het vloei-etiket dat wordt aangebracht op de platte zijde van de kaas en/of op een banderol rond de kaas.

Dit is niet verplicht indien de kaas conform 4.5 versneden en voorverpakt in de handel wordt gebracht; dan wordt „Gouda Holland” aangebracht op de voorverpakking.

Op de verpakking moet een duidelijk onderscheidend merkteken worden aangebracht zodat de consument in staat is om Gouda Holland te herkennen in de schappen. Via de benaming „Gouda Holland”, het gebruik van een eigen identiteit en het BGA-symbool van de EU moet de consument duidelijk gemaakt worden dat Gouda Holland een ander product is dan de andere „Gouda kazen”.