11.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 400/2010 VAN DE RAAD

van 26 april 2010

tot uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ingestelde definitieve antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China tot stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea, en tot beëindiging van het onderzoek betreffende de invoer van stalen kabels verzonden vanuit Maleisië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Geldende maatregelen en eerdere onderzoeken

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 (2) („de oorspronkelijke verordening”) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht van 60,4 % ingesteld op stalen kabels van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China („de VRC” of „China”). Deze maatregelen worden hierna „de oorspronkelijke maatregelen” genoemd en het onderzoek dat tot de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde maatregelen heeft geleid, wordt hierna aangeduid als „het oorspronkelijke onderzoek”.

(2)

Nadat werd geconstateerd dat de oorspronkelijke maatregelen overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening werden ontweken door de invoer van stalen kabels van oorsprong uit de VRC na overlading in Marokko, werden de maatregelen in 2004 bij Verordening (EG) nr. 1886/2004 van de Raad (3) uitgebreid tot dezelfde stalen kabels verzonden vanuit Marokko. Evenzo werd na een onderzoek krachtens artikel 13 van de basisverordening geconstateerd dat de oorspronkelijke maatregelen betreffende de invoer uit Oekraïne werden ontweken via Moldavië. Daarom werden de maatregelen bij Verordening (EG) nr. 760/2004 van de Raad (4) uitgebreid tot dezelfde stalen kabels verzonden vanuit Moldavië.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 (5) heeft de Raad, na een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen („het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen”), overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een definitief antidumpingrecht op het niveau van de oorspronkelijke maatregelen ingesteld op stalen kabels van oorsprong uit onder meer de VRC. Het aldus ingestelde recht blijft van kracht en wordt hierna aangeduid als „de geldende maatregelen”.

1.2.   Verzoek

(4)

Op 29 juni 2009 heeft de Commissie een verzoek ontvangen, ingediend op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening, om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de ten aanzien van stalen kabels van oorsprong uit de VRC ingestelde antidumpingmaatregelen. Het verzoek werd namens de producenten van stalen kabels in de Unie ingediend door het Liaison Committee van de Europese Unie Wire Rope Industries (EWRIS) („de indiener van het verzoek”).

(5)

De indiener van het verzoek beweerde dat zich na het instellen van de antidumpingmaatregelen een aanzienlijke verandering in de structuur van het handelsverkeer met betrekking tot de uitvoer uit de VRC en de Republiek Korea en Maleisië naar de Unie heeft voorgedaan waarvoor, afgezien van de instelling van de geldende maatregelen, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestond. Deze verandering in de structuur van het handelsverkeer was beweerdelijk toe te schrijven aan de invoer van stalen kabels van oorsprong uit de VRC na overlading in de Republiek Korea en Maleisië.

(6)

Voorts beweerde de indiener van het verzoek dat de corrigerende werking van de geldende maatregelen, zowel gezien de hoeveelheid als de prijs, werd ondermijnd. Bovendien was er voldoende bewijsmateriaal waaruit bleek dat de toegenomen invoer uit de Republiek Korea en Maleisië plaatsvond tegen prijzen die duidelijk onder de geen schade veroorzakende prijs lagen die tijdens het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld.

(7)

Ten slotte beweerde de indiener van het verzoek dat de prijzen van stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea en Maleisië dumpingprijzen waren ten aanzien van de normale waarde die tijdens het oorspronkelijke onderzoek voor het soortgelijke product werd vastgesteld.

1.3.   Opening van het onderzoek

(8)

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie was gekomen dat er voldoende voorlopig bewijsmateriaal was om op grond van artikel 13 van de basisverordening een onderzoek te openen, heeft zij bij Verordening (EG) nr. 734/2009 (6) („de openingsverordening”) een onderzoek geopend. Krachtens artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening heeft de Commissie bij de openingsverordening de douaneautoriteiten de instructie gegeven de invoer van stalen kabels verzonden vanuit de Republiek Korea en Maleisië te registreren.

1.4.   Onderzoek

(9)

De Commissie heeft de autoriteiten van de VRC, de Republiek Korea en Maleisië, de producenten-exporteurs en de handelaren in die landen, de haar bekende betrokken importeurs in de Unie en de bedrijfstak van de Unie namens welke het verzoek werd ingediend, officieel in kennis gesteld van de opening van het onderzoek. Er werd een vragenlijst toegezonden aan de producenten-exporteurs in de VRC, de Republiek Korea en Maleisië die de Commissie bekend waren uit het verzoek of via de missies van de Republiek Korea en Maleisië bij de Europese Unie of die zich binnen de in artikel 3, lid 1, van de openingsverordening vermelde termijn kenbaar hadden gemaakt. Er werd ook een vragenlijst toegezonden aan handelaren in de Republiek Korea en Maleisië en aan de in het verzoek genoemde importeurs in de Unie. Belanghebbenden werd de gelegenheid geboden om binnen de bij de openingsverordening vastgestelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord.

(10)

Vijftien producenten-exporteurs en twee handelaren in de Republiek Korea, twee producenten-exporteurs in Maleisië, vijf producenten-exporteurs in de VRC, twee verbonden importeurs, tien niet-verbonden importeurs in de Unie en de European Wire Rope Importers Association hebben zich kenbaar gemaakt. Diverse andere ondernemingen verklaarden dat zij niet betrokken zijn bij de productie of de uitvoer van het onderzochte product.

(11)

De volgende ondernemingen hebben antwoorden op de vragenlijst ingediend, waarna bij de ondernemingen ter plaatse een controle werd uitgevoerd:

 

producenten-exporteurs in de Republiek Korea:

Bosung Wire Rope Co, Ltd, Kimhae-Si,

Chung Woo Rope Co., Ltd, Busan,

CS Co., Ltd, Yangsan-City,

Cosmo Wire Ltd, Ulsan,

Dae Heung Industrial Co., Ltd, Haman — Gun,

DSR Wire Corp., Suncheon-City, en haar verbonden onderneming DSR Corp., Busan,

Goodwire Mfg., Co., Ltd, Yangsan-city,

Kiswire Ltd, Seoul,

Line Metal Co., Ltd, Changnyoung-Gun,

Manho Rope & Wire Ltd, Busan,

Shin Han Rope Co., Ltd, Incheon,

Ssang Yong Cable Mfg. Co., Ltd, Busan,

Young Heung Iron & Steel Co., Changwon City;

 

handelaar in de Republiek Korea:

Trion Co. Ltd, Busan;

 

producenten-exporteurs in Maleisië:

Kiswire Sdn. Bhd., Johor Bahru,

Southern Wire Industries (M) Sdn. Bhd., Shah Alam, Selangor;

 

producenten-exporteurs in de VRC:

Qingdao DSR, Qingdao,

Kiswire Qingdao Ltd, Qingdao,

Young Heung (TAICANG) Steel Wire Rope Co., Ltd, Tai Cang City;

 

verbonden importeurs:

Kiswire Europe, Nederland,

Verope AG, Zwitserland.

1.5.   Onderzoektijdvak

(12)

Het onderzoektijdvak bestreek de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 (het „OT”). Er zijn gegevens verzameld voor de periode vanaf 1999 tot het einde van het OT teneinde de beweerde verandering in de structuur van het handelsverkeer te onderzoeken.

2.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

2.1.   Algemene overwegingen

(13)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening werd uitgemaakt of er sprake was van ontwijking door achtereenvolgens na te gaan of zich een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen derde landen en de Unie had voorgedaan, of deze verandering het gevolg was van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestond, of uit bewijsmateriaal bleek dat er sprake was van schade of dat de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden van het soortgelijke product, werd ondermijnd, en of uit bewijsmateriaal bleek dat dumping plaatsvond ten aanzien van de voor het soortgelijke product eerder vastgestelde normale waarden, zo nodig overeenkomstig artikel 2 van de basisverordening.

2.2.   Betrokken product en soortgelijk product

(14)

Bij het betrokken product, zoals gedefinieerd in het oorspronkelijke onderzoek, gaat het om stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting van de dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm (hierna „stalen kabels” genoemd), van oorsprong uit de VRC, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 81, ex 7312 10 83, ex 7312 10 85, ex 7312 10 89 en ex 7312 10 98 („het betrokken product”).

(15)

Het onderzoek betreft stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting van de dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, verzonden vanuit de Republiek Korea en Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea en Maleisië („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder dezelfde GN-codes als het betrokken product.

(16)

Uit het onderzoek is gebleken dat uit de VRC naar de Unie uitgevoerde stalen kabels en uit de Republiek Korea en Maleisië naar de Unie uitgevoerde stalen kabels dezelfde fysische en technische basiseigenschappen en dezelfde toepassingen hebben en daarom moeten worden beschouwd als soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

2.3.   Mate van medewerking en vaststelling van de handelsvolumen

(17)

Zoals vermeld in overweging 11 hebben veertien producenten-exporteurs in de Republiek Korea, één Koreaanse handelaar, twee producenten-exporteurs in Maleisië en drie producenten-exporteurs in de VRC meegewerkt door antwoorden op de vragenlijst in te dienen.

(18)

Eén Koreaanse onderneming heeft, na indiening van haar ingevulde vragenlijst, de Commissie ervan in kennis gesteld dat zij failliet was gegaan en daarom haar medewerking opzegde.

(19)

Voor een andere Koreaanse onderneming bleek de toepassing van artikel 18, lid 1, gerechtvaardigd om de in overweging 47 vermelde redenen.

(20)

De medewerkende Koreaanse producenten-exporteurs waren in het OT goed voor 81 % van de totale Koreaanse uitvoer naar de Unie zoals gerapporteerd in Comext. De medewerkende producenten-exporteurs namen dus, ondanks de hoge mate van medewerking, het totale uitvoervolume van stalen kabels uit de Republiek Korea niet volledig voor hun rekening. Daarom werd het totale uitvoervolume op Comext gebaseerd.

(21)

Er zijn twee bekende producenten in Maleisië. De totale door de twee medewerkende ondernemingen in Maleisië uitgevoerde hoeveelheid was groter dan het in Comext geregistreerde invoervolume van het onderzochte product. Er werd dan ook aangenomen dat de producenten-exporteurs de totale uitvoer van stalen kabels uit Maleisië naar de Unie vertegenwoordigden.

(22)

De indiener van het verzoek voerde aan dat de Comext-gegevens onbetrouwbaar waren en dat het totale volume van de uitvoer van Maleisië naar de Europese Unie dan ook niet op basis daarvan mocht worden vastgesteld. Tijdens het onderzoek werden de invoergegevens echter gecontroleerd aan de hand van de officiële statistieken van Maleisië en de geverifieerde antwoorden op de vragenlijst. Uit deze analyse is niet gebleken dat de werkelijke uitvoer uit Maleisië meer bedroeg dan de door de medewerkende Maleisische ondernemingen gerapporteerde uitvoer. Het argument van de indiener van het verzoek moest bijgevolg worden afgewezen.

(23)

Er was een geringe mate van medewerking van de kant van de producenten-exporteurs in de VRC: slechts drie producenten-exporteurs hebben een ingevulde vragenlijst ingediend. Bovendien voerde geen van deze ondernemingen het betrokken product uit naar de Unie en voerden zij slechts zeer geringe hoeveelheden uit naar Maleisië. De uitvoer van de medewerkende ondernemingen maakte 41 % uit van de totale Chinese uitvoer naar de Republiek Korea. Op basis van de door de medewerkende partijen verstrekte gegevens kon het uitvoervolume van stalen kabels uit de VRC dan ook niet op redelijke wijze worden vastgesteld.

(24)

Gezien het voorgaande moesten de bevindingen inzake de invoer van stalen kabels in de Unie en de uitvoer van stalen kabels uit de VRC naar de Republiek Korea en Maleisië overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gedeeltelijk worden gebaseerd op de beschikbare gegevens. De Comext-gegevens werden gebruikt om het totale volume van de invoer uit de VRC naar de Unie te bepalen. Voor het bepalen van de totale invoer in de Republiek Korea en Maleisië uit de VRC werd gebruikgemaakt van Chinese, Koreaanse en Maleisische statistieken. De gegevens uit de verschillende statistische bronnen werden onderling met elkaar vergeleken en bevestigd door andere statistische databanken zoals de Global Trade Atlas, de China Export Database en de gegevens die door de douaneautoriteiten van de Republiek Korea en Maleisië werden verstrekt.

(25)

Het in de Koreaanse, Maleisische en Chinese statistieken geregistreerde invoervolume betrof een grotere productgroep dan het betrokken product of het onderzochte product. Daarom werden de statistieken dienovereenkomstig aangepast op basis van de bevindingen van dit onderzoek.

2.4.   Verandering in de structuur van het handelsverkeer

(26)

De invoer van stalen kabels uit de VRC in de Unie was eerst tot bijna nul gedaald na het instellen van de maatregelen in 1999. Na een geleidelijke toename tussen 2003 en 2006 — waarbij de invoer in dat laatste jaar met 8 656 t een piek bereikte — heeft zich een kentering in die trend voorgedaan en zijn de ingevoerde hoeveelheden tussen 2006 en het einde van het OT weer met 40 % afgenomen.

(27)

De totale invoer van stalen kabels uit Korea in de Unie daarentegen is tussen 1999 en 2008 aanzienlijk gestegen, van ongeveer 11 123 t tot 48 214 t. De jaarlijkse toename in absolute cijfers was het grootst in de jaren 2002 en 2003 en meer recentelijk in 2006 en 2007.

(28)

Op basis van de informatie in de klacht en de door de missie van de Republiek Korea bij de Europese Unie verstrekte informatie wordt aangenomen dat dit onderzoek betrekking heeft op veruit de meeste, zo niet alle echte producenten van het onderzochte product in Korea. Daarom werd aangenomen dat het door niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen naar de Unie uitgevoerde volume, dat ongeveer 19 % van de totale uit de Republiek Korea uitgevoerde hoeveelheid vertegenwoordigde, afgezien van de in de overwegingen 18 en 47 vermelde producenten, hoofdzakelijk door handelaren wordt uitgevoerd.

(29)

Deze ondernemingen hebben hun uitvoer naar de Europese Unie in 2006 en 2007 duidelijk verhoogd. De uitvoer was in die jaren ongeveer 20 % hoger dan in 2005, het eerste jaar waarvoor gegevens op dit niveau beschikbaar zijn. De uitvoer van de niet-medewerkende ondernemingen is vanaf 2008 gedaald, wat moet worden gezien in het licht van het onderzoek dat de Koreaanse autoriteiten in die periode hebben verricht, zoals beschreven in overweging 52.

(30)

Wat Maleisië betreft, blijkt zowel uit Comext-gegevens als uit de totale uitvoer van de medewerkende ondernemingen dat de uitvoer uit Maleisië naar de Unie in het verleden ook gestaag is toegenomen. De sterkste en gestaagste toename deed zich voor tussen 2005 en het einde van het OT, toen de Maleisische uitvoer naar de Unie verdubbelde.

(31)

In tabel 1 worden de hoeveelheden stalen kabels weergegeven die sinds het instellen van de maatregelen in 1999 tot het einde van het OT uit de bovenvermelde landen in de Unie zijn ingevoerd.

Tabel 1

Ontwikkeling van de invoer van stalen kabels in de Unie sinds het instellen van de maatregelen

Bron: Comext, Koreaanse statistieken (KITA).

Invoervolume in ton

1999

2000

2001

2002

2003

2004

VRC

N.v.t.

414

283

394

913

2 809

Aandeel in de totale invoer

1 %

1 %

1 %

2 %

5 %

Republiek Korea

11 122

12 486

13 280

16 223

22 302

31 862

Aandeel in de totale invoer

29 %

32 %

37 %

47 %

52 %

Maleisië

2 989

2 366

4 171

3 371

4 836

4 426

Aandeel in de totale invoer

5 %

10 %

8 %

10 %

7 %


Invoervolume in ton

2005

2006

2007

2008

OT

VRC

4 945

8 656

6 219

6 795

4 987

Aandeel in de totale invoer

7 %

11 %

7 %

7 %

6 %

Republiek Korea

34 536

39 128

45 783

48 213

43 185

Aandeel in de totale invoer

50 %

50 %

55 %

53 %

50 %

Niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen

11 577

14 042

14 160

10 287

8 391

Index (2005 = 100)

100

121

122

89

72

Maleisië

5 123

7 449

8 142

9 685

10 116

Aandeel in de totale invoer

7 %

10 %

10 %

11 %

12 %

Maleisische medewerkende ondernemingen (index 2006 = 100)

100

102

148

144

(32)

Uit de structuur van de drie hierboven weergegeven handelsstromen blijkt dat de Koreaanse exporteurs en, voor een deel, de Maleisische exporteurs vooral sinds 2005 in volume aanzienlijk meer hebben verkocht op de markt van de Unie dan de Chinese exporteurs en tot op zekere hoogte de plaats van deze laatste hebben ingenomen.

(33)

Door de wereldwijde economische vertraging, die samenvalt met het OT, zijn de tussen alle betrokken landen verhandelde hoeveelheden stalen kabels gedaald of is de toename ervan vertraagd. De daling was echter het sterkst voor de invoer uit de VRC naar de Unie (– 27 %).

(34)

In dezelfde periode is ook een opvallende toename van de uitvoer van stalen kabels (alle diameters) uit de VRC naar de Republiek Korea te zien: van een betrekkelijk onbeduidende hoeveelheid in 1999 (2 519 t) is de uitvoer gestegen tot 78 822 t in 2008. De toename was het grootst tussen 2005 en 2008, toen de invoer verviervoudigde. De laatste jaren was de VRC de grootste exporteur van stalen kabels naar Korea, met een aandeel van 89 % in de totale invoer van stalen kabels in 2008. Voor het betrokken product alleen (producten met een diameter van meer dan 3 mm) bedroeg de invoer in 2008 naar schatting 58 885 t.

(35)

Uit de cijfers voor de invoer van de niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen alleen blijkt dezelfde opvallende stijging: de door deze ondernemingen uit de VRC ingevoerde hoeveelheid bedroeg in 2007 en 2008 het viervoudige van 2005. Hoewel de invoer daarna begon te dalen, bleef hij, met nog steeds zeer aanzienlijke hoeveelheden, duidelijk boven het niveau van de invoer in 2005.

Tabel 2

Invoer van Chinese producten in de Republiek Korea tussen 1999 en het einde van het OT

 

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

OT

Invoer (ton, alle diameters)

2 519

6 764

6 044

7 740

11 421

14 120

19 933

36 531

69 620

78 822

66 099

Jaarlijkse verandering (%)

169

–11

28

48

24

41

83

91

13

–16

Invoer door niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen (ton, alleen betrokken product)

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

7 166

18 053

33 907

29 717

22 004

Index (2005 = 100)

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

100

252

473

415

307

Bron: Koreaanse statistieken (KITA), door de Koreaanse douanediensten verstrekte gegevens, door de medewerkende producenten verstrekte gecontroleerde informatie.

(36)

Voor de vaststelling van de trend in de handelsstroom van stalen kabels van de VRC naar Maleisië werden zowel Maleisische als Chinese statistieken in beschouwing genomen. In beide gevallen zijn deze gegevens slechts beschikbaar op een hoger niveau van productgroepen dan het betrokken product. Bovendien lieten zij aanzienlijke verschillen zien. Er konden in dit verband dan ook geen betrouwbare gegevens worden vastgesteld.

(37)

De indiener van het verzoek betoogde dat het feit dat geen betrouwbare gegevens konden worden vastgesteld, niet volstond om te concluderen dat geen ontwijking plaatsvond. Zoals beschreven in de overwegingen 38 en 55 is uit het voor dit onderzoek beschikbare bewijsmateriaal, met name het productievolume van de medewerkende Maleisische producenten-exporteurs en hun uitvoer naar de Europese Unie, gebleken dat de uit Maleisië uitgevoerde stalen kabels echt van Maleisische oorsprong waren en er bijgevolg geen sprake was van ontwijking. In dit geval was het dan ook irrelevant of al dan niet invoer uit China naar Maleisië plaatsvond. Daarom werd de stelling van de indiener van het verzoek afgewezen.

(38)

De ontwikkeling van het totale productievolume van de medewerkende producenten in de Republiek Korea is tussen 2006 en het einde van het OT stabiel gebleven. De Maleisische producenten daarentegen hebben hun productie in dezelfde periode aanzienlijk verhoogd.

Tabel 3

Productie van stalen kabels van de medewerkende ondernemingen in de Republiek Korea en Maleisië

Productievolume in ton

2006

2007

2008

OT

Republiek Korea

152 657

159 584

160 113

142 413

Index

100

105

105

93

Maleisië (geïndexeerd)

100

164

171

157

Bron: Door de medewerkende producenten verstrekte gecontroleerde informatie.

2.5.   Conclusie over de verandering in de structuur van het handelsverkeer

(39)

De totale daling van de Chinese uitvoer naar de Unie vanaf 2006 en de gelijktijdige stijging van de uitvoer uit de Republiek Korea en Maleisië en van de uitvoer uit de VRC naar de Republiek Korea na het instellen van de oorspronkelijke maatregelen en met name tot 2008 vormde een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de bovenvermelde landen enerzijds en de Unie anderzijds. Voor de Republiek Korea kan deze conclusie zowel in het algemeen worden getrokken als, voor de periode tussen 2005 en 2007, afzonderlijk voor de niet-medewerkende ondernemingen.

(40)

Er werden opmerkingen ontvangen waarin werd beweerd dat de stijging van de uitvoer van Koreaanse stalen kabels naar de Unie over de jaren heen stabiel is gebleven zonder enige plotselinge toename; een dergelijke toename zou een voorwaarde zijn om een verandering in de structuur van het handelsverkeer te kunnen vaststellen. Bovendien werd betoogd dat de stijging veeleer als de natuurlijke ontwikkeling van de Koreaanse sector van de stalen kabels moet worden beschouwd.

(41)

Ten eerste wordt een verandering in de structuur van het handelsverkeer overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening niet uitsluitend gedefinieerd als een plotselinge stijging van de invoer van een onderzocht land. Ten tweede is uit het onderzoek gebleken dat, hoewel de Koreaanse uitvoer naar de Unie in de jaren 2006 en 2007 aanzienlijk is toegenomen, de productie van de Koreaanse producenten in die jaren stabiel was. Er kon dan ook niet worden geconcludeerd dat de ontwikkeling van de Koreaanse uitvoer uitsluitend toe te schrijven was aan de natuurlijke ontwikkeling van de Koreaanse sector van de stalen kabels. Ten slotte wezen de grotendeels aan elkaar tegengestelde trends in de handelsstroom van de VRC naar de Unie en in de handelsstromen van de VRC naar Korea en van Korea naar de Unie sinds 2006 duidelijk op een verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de Unie en derde landen. Deze argumenten moesten bijgevolg worden afgewezen.

2.6.   Aard van de ontwijkingspraktijk

(42)

Artikel 13, lid 1, bepaalt dat de verandering in de structuur van het handelsverkeer het gevolg moet zijn van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat. De praktijken, processen of werkzaamheden omvatten onder andere het via derde landen verzenden van het product waarop maatregelen van toepassing zijn, en de assemblage van delen in de Unie of een derde land. Of assemblage had plaatsgevonden, werd vastgesteld overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de basisverordening.

(43)

Uit de algemene analyse van de eindbestemmingen van de stalen kabels die door de medewerkende en de niet-medewerkende ondernemingen zijn vervaardigd in, of zijn ingevoerd in en uit Korea — met inbegrip van de invoer in en uit andere landen dan de VRC en de Unie — is gebleken dat het bij een bepaald deel van de uitvoer uit Korea naar de Unie ging om invoer in Korea van oorsprong uit de VRC, omdat deze invoer niet afkomstig was uit andere derde landen en evenmin door de binnenlandse producenten in Korea werd vervaardigd.

(44)

Bovendien is uit de vergelijking van de totale Koreaanse uitvoer van stalen kabels — zoals geregistreerd in de Koreaanse statistieken — en de gecontroleerde informatie van de medewerkende producenten-exporteurs over hun productie gebleken dat de voor de uitvoer bestemde productie van de Koreaanse producenten (118 856 t) aanzienlijk lager was dan de totale uitvoer uit Korea (156 440 t) in het OT. Gezien de hoge mate van medewerking van Koreaanse ondernemingen aan dit onderzoek is dit verschil niet te verklaren door producenten die misschien niet aan het onderzoek hebben meegewerkt.

(45)

Uit het onderzoek is ook gebleken dat sommige importeurs in de Unie stalen kabels van oorsprong uit de VRC betrokken bij Koreaanse exporteurs die niet aan dit onderzoek hebben meegewerkt. Deze informatie werd gecontroleerd aan de hand van Koreaanse handelsdatabanken en daaruit bleek dat ten minste een deel van de door deze niet-medewerkende ondernemingen uitgevoerde stalen kabels inderdaad uit China afkomstig was.

(46)

Wat de medewerkende ondernemingen betreft, kon worden vastgesteld dat geen van hen het betrokken product in het OT uitvoerde na overlading in de Republiek Korea. Enkele van deze ondernemingen voerden stalen kabels uit de VRC in, maar deze bleken uitsluitend op de binnenlandse markt en andere uitvoermarkten te zijn verkocht.

(47)

Met betrekking tot één onderneming werd vastgesteld dat zij in haar antwoorden op de vragenlijst onjuiste informatie had verstrekt. Bovendien werd tijdens het controlebezoek de toegang tot informatie gedeeltelijk geweigerd. Daarom werden overeenkomstig artikel 18, lid 1, van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies ten aanzien van deze onderneming getrokken. Overeenkomstig artikel 18, lid 4, werd de onderneming in kennis gesteld van het voornemen om de door haar verstrekte informatie buiten beschouwing te laten en werd een termijn vastgesteld waarbinnen zij nadere toelichtingen kon verstrekken.

(48)

Na de mededeling van de feiten en overwegingen gaf de onderneming toe dat zij de maatregelen in het verleden had ontweken door de oorsprong van de in de VRC aangekochte producten te vervalsen. Aan de andere kant beweerde de onderneming dat zij over de productie, de verkoop en de aankoop tijdens het OT voldoende informatie had ingediend en dat deze ter plaatse werd gecontroleerd. Voorts voerde zij aan dat dit voldoende zou moeten zijn om vast te stellen dat zij de geldende maatregelen in het OT niet heeft ontweken.

(49)

Gezien echter het feit dat de onderneming ontwijkingspraktijken toegaf en bovendien probeerde het onderzoek op een verkeerd spoor te brengen, wordt het passend geacht de door deze onderneming verstrekte informatie in haar geheel buiten beschouwing te laten en haar niet vrij te stellen van de uitgebreide maatregelen, zoals verder in overweging 77 is aangegeven.

(50)

Zoals uitgelegd in overweging 18 stelde één onderneming de Commissie ervan in kennis dat zij failliet was gegaan en haar medewerking opzegde. Op dezelfde wijze als hierboven moesten aan de hand van de beschikbare gegevens in de zin van artikel 18, lid 1, van de basisverordening conclusies ten aanzien van deze onderneming worden getrokken.

(51)

Op basis van deze gegevens werd geconcludeerd dat, hoewel geen van de medewerkende Koreaanse producenten daarbij betrokken bleek te zijn, er tijdens het OT en de daaraan voorafgaande jaren sprake was van verzending na overlading. Dit wordt ook bevestigd door de bevindingen betreffende de verandering in de structuur van het handelsverkeer, zoals beschreven in overweging 39.

(52)

Hierbij zij opgemerkt dat het OLAF in 2007 een onderzoek heeft geopend naar verzending van hetzelfde product na overlading in Korea. Het is bekend dat de Koreaanse autoriteiten tegelijkertijd onderzoeken naar beweerde ontwijkingspraktijken hebben uitgevoerd en hebben geconcludeerd dat diverse ondernemingen, hoofdzakelijk handelaren, fraude hebben gepleegd door bij de wederuitvoer van het product de oorsprong van uit de VRC in Korea ingevoerde stalen kabels te vervalsen.

(53)

Daardoor werd bevestigd dat producten van oorsprong uit de VRC werden verzonden na overlading in de Republiek Korea.

(54)

Voor elke medewerkende onderneming werden de grondstoffenleveranciers en de productiekosten geanalyseerd om vast te stellen of de maatregelen door assemblagewerkzaamheden in de Republiek Korea overeenkomstig de criteria van artikel 13, lid 2, worden ontweken. In geen enkel geval maakte de grondstof van oorsprong uit de VRC (walsdraad of halffabricaat) 60 % of meer uit van de totale waarde van de delen van het eindproduct. Het was dan ook niet nodig na te gaan of de drempel van 25 % aan toegevoegde waarde al dan niet werd bereikt.

(55)

Uit het onderzoek is gebleken dat geen van de medewerkende producenten in Maleisië het betrokken product tijdens het OT uit de VRC heeft ingevoerd.

(56)

Op basis van het aandeel van de uitvoer van de medewerkende ondernemingen naar de Unie in de totale uitvoer uit Maleisië naar de Unie, zoals geregistreerd in Comext, kon worden geconcludeerd dat de door de statistieken aangetoonde toename van de invoer uit Maleisië volledig te verklaren is door de toename van de uitvoer van de medewerkende ondernemingen. Deze conclusie wordt bevestigd door de toename van het totale productievolume van de echte Maleisische producenten tijdens dezelfde periode, zoals beschreven in overweging 38.

(57)

De indiener van het verzoek betwistte deze bevinding zonder een andere oorzaak aan te wijzen of ander bewijsmateraal te verstrekken. Dit argument moest bijgevolg worden afgewezen.

(58)

Voor elke medewerkende onderneming werden de grondstoffenleveranciers en de productiekosten geanalyseerd om vast te stellen of de maatregelen door assemblagewerkzaamheden in Maleisië overeenkomstig de criteria van artikel 13, lid 2, worden ontweken. In geen enkel geval maakte de grondstof van oorsprong uit de VRC (walsdraad of halffabricaat) 60 % of meer uit van de totale waarde van de delen van het eindproduct. Het was dan ook niet nodig na te gaan of de drempel van 25 % aan toegevoegde waarde al dan niet werd bereikt.

(59)

Daarom kon worden geconcludeerd dat de waargenomen verandering in de structuur van het handelsverkeer tussen de VRC, Maleisië en de Unie niet was toe te schrijven aan ontwijkingspraktijken in Maleisië. Bijgevolg moet het onderzoek naar de invoer van uit Maleisië verzonden stalen kabels worden beëindigd.

2.7.   Onvoldoende reden of economische rechtvaardiging, afgezien van de instelling van het antidumpingrecht (Republiek Korea)

(60)

Het onderzoek heeft geen andere voldoende reden of economische rechtvaardiging voor de verzending na overlading aan het licht gebracht dan de ontwijking van het geldende antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de VRC.

2.8.   Ondermijning van de corrigerende werking van het antidumpingrecht (niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen)

(61)

Om uit te maken of de ingevoerde producten, gezien de hoeveelheden en de prijzen, de corrigerende werking van de geldende maatregelen voor stalen kabels uit de VRC ondermijnden, werd gebruikgemaakt van Comext-gegevens als de beste beschikbare gegevens betreffende hoeveelheden en prijzen van de door niet-medewerkende ondernemingen uitgevoerde producten. De aldus vastgestelde prijzen werden vergeleken met het schadeopheffende prijsniveau dat in het kader van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen voor de producenten in de Unie was vastgesteld.

(62)

De toename van de invoer uit Korea werd, gezien de hoeveelheden, als aanzienlijk beschouwd, rekening gehouden met de grootte van de markt zoals vastgesteld tijdens het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen (overweging 99 van Verordening (EG) nr. 1858/2005). Het geschatte verbruik in de Unie in het tijdvak van het huidige onderzoek geeft een vergelijkbare indicatie van de omvang van deze invoer. Uit de vergelijking van het schadeopheffende prijsniveau, zoals vastgesteld tijdens het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen, en de gewogen gemiddelde uitvoerprijs is gebleken dat er sprake is van aanzienlijk prijsbederf. Daarom werd geconcludeerd dat, gezien de hoeveelheden en de prijzen, de maatregelen worden ondermijnd.

2.9.   Bewijs van dumping (niet-medewerkende Koreaanse ondernemingen)

(63)

Ten slotte werd overeenkomstig artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening nagegaan of uit bewijsmateriaal bleek dat dumping plaatsvond ten aanzien van de voor soortgelijke producten eerder vastgestelde normale waarde.

(64)

In het kader van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen werd de normale waarde vastgesteld op basis van de prijzen in Turkije, dat bij dat onderzoek voor de VRC een geschikt referentieland met een markteconomie werd bevonden. In het huidige onderzoek is vastgesteld dat de prijs van walsdraad, de belangrijkste input bij de productie van stalen kabels, sinds het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen aanzienlijk is gestegen. Daarom en aangezien de prijsontwikkelingen voor de grondstoffen in het OT in de uitvoerprijs zijn doorberekend, werd het passend geacht de eerder vastgestelde normale waarde te actualiseren in het licht van de ontwikkeling van de grondstofprijzen.

(65)

Bij een aanzienlijk deel van de Koreaanse uitvoer bleek het om echte Koreaanse productie te gaan. Om deze reden werd voor het vaststellen van de door ontwijking beïnvloede prijzen bij uitvoer uit de Republiek Korea alleen de uitvoer van de niet-medewerkende producenten-exporteurs in aanmerking genomen; daarbij werd uitgegaan van de beste beschikbare gegevens, d.w.z. de gemiddelde uitvoerprijs van stalen kabels tijdens het OT zoals gerapporteerd in Comext.

(66)

Met het oog op een billijke vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs werden overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening correcties toegepast om rekening te houden met verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Dienovereenkomstig werden voor verschillen in indirecte belastingen, vervoers- en verzekeringskosten correcties toegepast op basis van de gemiddelde kosten van de medewerkende Koreaanse producenten-exporteurs in het OT.

(67)

Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd de dumping berekend door de gewogen gemiddelde normale waarde die tijdens het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen was vastgesteld, te vergelijken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijzen in het tijdvak van dit onderzoek, uitgedrukt in procenten van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring.

(68)

Uit de vergelijking tussen de gewogen gemiddelde normale waarde en de aldus vastgestelde gewogen gemiddelde uitvoerprijzen bleek dat er sprake was van dumping.

3.   MAATREGELEN

(69)

Gezien het bovenstaande werd op grond van artikel 13, lid 1, van de basisverordening geconcludeerd dat het definitieve antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit de VRC werd ontweken door verzending na overlading in de Republiek Korea.

(70)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, eerste zin, van de basisverordening, moeten de maatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van het betrokken product van oorsprong uit de VRC worden uitgebreid tot de invoer van hetzelfde product verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea.

(71)

De uit te breiden maatregel is die welke is vastgesteld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1858/2005, namelijk een definitief antidumpingrecht van 60,4 %, van toepassing op de cif-nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring.

(72)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening moeten de uitgebreide maatregelen worden toegepast op goederen waarvan de invoer in de Unie overeenkomstig de openingsverordening werd geregistreerd; Daarom moeten rechten worden geheven op vanuit Korea verzonden stalen kabels waarvan de invoer werd geregistreerd.

4.   BEËINDIGING VAN HET ONDERZOEK TEGEN MALEISIË

(73)

Gezien de bevindingen betreffende Maleisië moet het onderzoek naar mogelijke ontwijking van antidumpingmaatregelen door de invoer van stalen kabels verzonden vanuit Maleisië worden beëindigd en moet de bij de openingsverordening ingestelde registratie van de invoer van stalen kabels verzonden vanuit Maleisië worden opgeheven.

(74)

De indiener van het verzoek betwistte het voorstel om het onderzoek tegen Maleisië te beëindigen. Aangezien al zijn argumenten hierboven reeds zijn behandeld, was er geen andere reden om het voorstel opnieuw te bekijken.

5.   VERZOEKEN OM VRIJSTELLING

(75)

De veertien ondernemingen in de Republiek Korea die een ingevulde vragenlijst hebben ingediend, verzochten overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening om vrijstelling van de eventuele uitgebreide maatregelen.

(76)

Zoals uitgelegd in overweging 18 heeft één van deze ondernemingen naderhand de medewerking opgezegd. Daarom moest het door die onderneming overeenkomstig artikel 13, lid 4, ingediende verzoek om vrijstelling worden afgewezen.

(77)

Een andere onderneming heeft, zoals beschreven in overweging 47, onjuiste informatie ingediend en de toegang tot de gevraagde informatie geweigerd. Daarom kon het door die onderneming overeenkomstig artikel 13, lid 4, ingediende verzoek om vrijstelling niet worden ingewilligd.

(78)

Een derde onderneming in de Republiek Korea heeft het product in het OT of daarna niet uitgevoerd en er konden geen conclusies inzake de aard van haar activiteiten worden getrokken. Daarom kon deze onderneming geen vrijstelling worden verleend. Indien echter na de uitbreiding van de geldende antidumpingmaatregelen blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de basisverordening wordt voldaan, kan de situatie van die onderneming op verzoek opnieuw worden bekeken.

(79)

De onderneming heeft hiertegen bezwaar gemaakt en haar verzoek om vrijstelling herhaald. Zij heeft echter geen nieuwe informatie en nieuw bewijsmateriaal verstrekt op grond waarvan het bovenvermelde besluit kon worden gewijzigd. Daarom kon haar verzoek niet worden ingewilligd.

(80)

Geen van de overige medewerkende ondernemingen in de Republiek Korea bleek de maatregelen te ontwijken. Bovendien is geen van de ondernemingen die om vrijstelling verzochten, verbonden met ondernemingen die bij ontwijkingspraktijken betrokken zijn. Er zij met name opgemerkt dat vier van de betrokken producenten verbonden zijn met ondernemingen in de VRC waarvoor de oorspronkelijke maatregelen gelden. Er is echter geen bewijsmateriaal dat deze band tot stand is gebracht of werd gebruikt om de geldende maatregelen betreffende de invoer van oorsprong uit de VRC te ontwijken. Er moet dan ook vrijstelling worden verleend aan alle andere medewerkende ondernemingen die niet in de overwegingen 76, 77 en 78 zijn vermeld.

(81)

Er zijn in dit geval bijzondere maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat deze vrijstellingen adequaat worden toegepast. Deze bijzondere maatregelen betreffen de verplichting om aan de douaneautoriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur over te leggen die voldoet aan de in de bijlage bij deze verordening vermelde vereisten. Voor invoer die niet van een dergelijke factuur vergezeld gaat, geldt het uitgebreide antidumpingrecht dat van toepassing is op alle ondernemingen in de Republiek Korea die geen vrijstelling hebben gekregen.

(82)

Andere betrokken exporteurs waarmee de Commissie in het kader van deze procedure geen contact heeft opgenomen, maar die van plan zijn een verzoek om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht in te dienen overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening, worden verzocht een vragenlijst te beantwoorden zodat de Commissie kan beoordelen of vrijstelling gerechtvaardigd is. De Commissie verricht doorgaans ook een controle ter plaatse. Het verzoek moet aan de Commissie worden gericht en vergezeld gaan van alle relevante gegevens.

(83)

Wanneer vrijstelling gerechtvaardigd is, zal de Commissie, na overleg in het Raadgevend Comité, een voorstel indienen om deze verordening dienovereenkomstig te wijzigen. Op vrijstellingen zal toezicht worden uitgeoefend om ervoor te zorgen dat aan de daarvoor geldende voorwaarden wordt voldaan.

6.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(84)

Alle belanghebbenden werden op de hoogte gebracht van de belangrijkste feiten en overwegingen die tot voornoemde conclusies hebben geleid, en werden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. De mondelinge en schriftelijke opmerkingen van de partijen werden onderzocht. Geen van de aangevoerde argumenten gaf aanleiding tot wijziging van de definitieve bevindingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ingestelde definitieve antidumpingrecht op stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting van de dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, wordt uitgebreid tot stalen kabels, gesloten kabels daaronder begrepen, met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste afmeting van de dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 81, ex 7312 10 83, ex 7312 10 85, ex 7312 10 89 en ex 7312 10 98 (Taric-codes 7312108113, 7312108313, 7312108513, 7312108913 en 7312109813), met uitzondering van die welke door de hierna vermelde ondernemingen zijn geproduceerd.

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Republiek Korea

Bosung Wire Rope Co., Ltd, 972-5, Songhyun-Ri, Jinrae-Myeun, Kimhae-Si, Gyeungsangnam-Do

A969

 

Chung Woo Rope Co., Ltd 1682-4, Songjung-Dong, Gangseo-Gu, Busan

A969

 

CS Co., Ltd, 287-6 Soju-Dong Yangsan-City, Kyoungnam

A969

 

Cosmo Wire Ltd, 447-1, Koyeon-Ri, Woong Chon-Myon Ulju-Kun, Ulsan

A969

 

Dae Heung Industrial Co., Ltd, 185 Pyunglim — Ri, Daesan-Myun, Haman — Gun, Gyungnam

A969

 

DSR Wire Corp., 291, Seonpyong-Ri, Seo-Myon, Suncheon-City, Jeonnam

A969

 

Kiswire Ltd, 20t h Fl. Jangkyo Bldg., 1, Jangkyo-Dong, Chung-Ku, Seoul

A969

 

Manho Rope & Wire Ltd, Dongho Bldg, 85-2, 4 Street Joongang-Dong, Jong-gu, Busan

A969

 

Shin Han Rope Co., Ltd, 715-8, Gojan-dong, Namdong-gu, Incheon

A969

 

Ssang Yong Cable Mfg. Co., Ltd, 1559-4 Song-Jeong Dong, Gang-Seo Gu, Busan

A969

 

Young Heung Iron & Steel Co., Ltd, 71-1 Sin-Chon Dong, Changwon City, Gyungnam

A969

2.   De vrijstellingen die aan de specifiek in lid 1 genoemde ondernemingen zijn verleend of die overeenkomstig artikel 3, lid 2, door de Commissie zijn verleend, gelden alleen indien een geldige handelsfactuur die voldoet aan de in de bijlage vermelde vereisten, aan de douaneautoriteiten van de lidstaten wordt overgelegd. Indien geen dergelijke factuur wordt overgelegd, geldt het bij lid 1 ingestelde antidumpingrecht.

3.   Het bij lid 1 van dit artikel uitgebreide recht wordt geïnd op ingevoerde producten verzonden vanuit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea, die overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 734/2009 en artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 werden geregistreerd, met uitzondering van de producten die door de in lid 1 vermelde ondernemingen zijn vervaardigd.

4.   De geldende bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.

Artikel 2

Het onderzoek dat werd geopend bij Verordening (EG) nr. 734/2009 betreffende de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ten aanzien van stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China door verzending van deze kabels vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en tot registratie van deze invoer, wordt beëindigd.

Artikel 3

1.   Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 1 uitgebreide recht moeten schriftelijk worden ingediend in een van de officiële talen van de Europese Unie en zijn ondertekend door een persoon die gemachtigd is om de entiteit die om de vrijstelling verzoekt, te vertegenwoordigen. De verzoeken dienen aan het volgende adres te worden gericht:

Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer N-105 04/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

2.   Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 kan de Commissie, na overleg in het Raadgevend Comité, bij besluit vrijstelling van het bij artikel 1 uitgebreide recht verlenen voor de invoer van ondernemingen die de bij Verordening (EG) nr. 1858/2005 ingestelde antidumpingmaatregelen niet ontwijken.

Artikel 4

De douaneautoriteiten wordt opgedragen de registratie van de invoer overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 734/2009 te beëindigen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 2010.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 217 van 17.8.1999, blz. 1.

(3)  PB L 328 van 30.10.2004, blz. 1.

(4)  PB L 120 van 24.4.2004, blz. 1.

(5)  PB L 299 van 16.11.2005, blz. 1.

(6)  PB L 208 van 12.8.2009, blz. 7.


BIJLAGE

De in artikel 1, lid 2, bedoelde geldige handelsfactuur moet een verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft, bevatten met de volgende gegevens:

1.

de naam en functie van de bevoegde medewerker van de entiteit die de handelsfactuur uitschrijft;

2.

de volgende verklaring: „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) [betrokken product] die naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”;

3.

datum en handtekening.