23.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/34


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2010

tot aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie die in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten voor 2013 moet worden verleend en tot intrekking van Besluit 2010/384/EU

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7180)

(2010/634/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 9 en artikel 9 bis, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG moet de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie worden aangepast in overeenstemming met de verleende emissierechten ten aanzien van de installaties die gedurende de periode van 2008 tot 2012 overeenkomstig artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG in de EU-regeling voor de handel in emissierechten waren opgenomen. De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie moet ook worden aangepast ten aanzien van de installaties die in bijlage I bij de richtlijn genoemde activiteiten uitvoeren en pas met ingang van 2013 in de EU-regeling worden opgenomen.

(2)

Overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG is bij Besluit 2010/384/EU van de Commissie van 9 juli 2010 betreffende de hoeveelheid emissierechten voor de hele Gemeenschap die in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten voor 2013 moet worden verleend (2) de absolute hoeveelheid emissierechten voor 2013 voor de hele Unie gebaseerd op de totale hoeveelheden emissierechten die door de lidstaten overeenkomstig de beschikkingen van de Commissie inzake hun nationale toewijzingsplannen voor de periode van 2008 tot 2012 zijn of zullen worden verleend. Daar er sinds de aanneming van dat besluit aanvullende informatie beschikbaar is geworden, moet het worden ingetrokken en vervangen.

(3)

Als reactie op verzoeken van lidstaten voor de unilaterale opneming van aanvullende activiteiten en gassen in de EU-regeling uit hoofde van artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, zijn bepaalde activiteiten die eerst niet onder de EU-regeling vielen, krachtens de Besluiten C(2008) 7867, C(2009) 3032 en C(2009) 9849 van de Commissie nu wel opgenomen. Voor het doel van dit besluit moeten de verzoeken uit hoofde van artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG worden ingewilligd indien de Commissie de opneming vóór 31 augustus 2010 heeft goedgekeurd. Verzoeken om opneming die na deze datum door de Commissie worden gehonoreerd, kunnen altijd nog bij toekomstige aanpassingen van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2013 in aanmerking worden genomen. Krachtens artikel 9 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG moet de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie vanaf 2010 worden aangepast met de in artikel 9 van de richtlijn bedoelde lineaire factor.

(4)

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (3) hebben de lidstaten nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om te waarborgen dat de exploitanten van installaties die in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG genoemde activiteiten uitvoeren die pas vanaf 2013 in de EU-regeling worden opgenomen, bij de desbetreffende bevoegde autoriteit terdege onderbouwde en onafhankelijk geverifieerde emissiegegevens konden indienen. Dergelijke gegevens zijn nodig als zij in aanmerking moeten worden genomen voor de aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie. De lidstaten moesten de terdege onderbouwde emissiegegevens uiterlijk op 30 juni 2010 bij de Commissie indienen.

(5)

Om alle installaties op voet van gelijkheid te behandelen, moeten de door de lidstaten bij de Commissie ingediende emissiegegevens worden aangepast om rekening te houden met de emissieverminderingsinspanning die te verwachten zou zijn geweest van installaties die pas vanaf 2013 in de EU-regeling worden opgenomen, indien zij al vanaf 2005 in de regeling zouden zijn opgenomen. De hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie moet bovendien overeenkomstig artikel 9 bis, lid 2, van de richtlijn vanaf 2010 worden aangepast met de in artikel 9 van de richtlijn bedoelde lineaire factor. In het geval van toetreding van nieuwe lidstaten tot de Unie, blijft het mogelijk aanvullende informatie in aanmerking te nemen bij toekomstige aanpassingen van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie.

(6)

Voor zover lidstaten kennis hebben gegeven van emissies van installaties die ammoniak of natriumcarbonaat produceren, die pas vanaf 2013 in de EU-regeling worden opgenomen, is rekening gehouden met de emissies die als basis dienen voor de berekening van de aanpassing van de in dit besluit vastgestelde hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie, ervan uitgaande dat het emissies betreft in de zin van artikel 3, onder b), van Richtlijn 2003/87/EG. Omwille van de coherentie tussen de totale hoeveelheid emissierechten in het kader van de EU-regeling en de emissies waarvoor rechten moeten worden ingeleverd, kan de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie nog altijd aangepast worden, indien de op grond van artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG vast te stellen verordening van deze aanpak afwijkt.

(7)

Om dubbeltellingen te voorkomen, mogen voor de aanpassing van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie alleen ingediende emissies met betrekking tot de in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG genoemde activiteiten die pas vanaf 2013 in de werkingssfeer van de EU-regeling worden opgenomen, in aanmerking worden genomen.

(8)

Overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG kunnen de lidstaten bepaalde installaties uitsluiten van de EU-regeling, indien zij elk van deze installaties uiterlijk op 30 september 2011 bij de Commissie aanmelden en de Commissie geen bezwaar aantekent tegen die uitsluiting. Tot op heden heeft de Commissie in dit verband nog geen meldingen ontvangen van de lidstaten. Dergelijke uitsluitingen kunnen ook nog bij toekomstige aanpassingen van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2013 in aanmerking worden genomen.

(9)

Het zou nodig kunnen zijn rekening te houden met aanvullende informatie in verband met de bij Besluit 2010/384/EU vastgestelde hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG, zodra deze informatie beschikbaar komt. Dergelijke aanvullende informatie kan ook nog bij toekomstige aanpassingen van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie voor 2013 in aanmerking worden genomen.

(10)

Op basis van de sinds de goedkeuring van Besluit 2010/384/EU beschikbare informatie bedraagt de gemiddelde jaarlijkse totale hoeveelheid emissierechten die door de lidstaten overeenkomstig de besluiten van de Commissie inzake hun nationale toewijzingsplannen voor de periode 2008—2012 worden verleend en overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie, 2 037 227 209.

(11)

Voor 2013 bedraagt de in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde absolute hoeveelheid emissierechten voor de hele Unie 1 930 883 949.

(12)

Voor 2013 bedraagt de hoeveelheid emissierechten die wordt verleend ten behoeve van installaties die in de periode 2008-2012 overeenkomstig artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG in de EU-regeling waren opgenomen, na aanpassing met de in artikel 9 van de richtlijn bedoelde lineaire factor, 1 328 218.

(13)

Voor 2013 bedraagt de hoeveelheid emissierechten die wordt verleend ten behoeve van installaties die vanaf 2013 in de EU-regeling worden opgenomen, na aanpassing met de in artikel 9 van de richtlijn bedoelde lineaire factor, 106 940 715.

(14)

Op basis van artikel 9 en artikel 9 bis moet de totale hoeveelheid emissierechten die vanaf 2013 moet worden verleend, elk jaar afnemen met een lineaire factor van 1,74 %, wat overeenkomt met 37 435 387 emissierechten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor 2013 bedraagt de absolute hoeveelheid emissierechten in de hele Unie als bedoeld in artikel 9 en artikel 9 bis, leden 1 en 2, van Richtlijn 2003/87/EG, in totaal 2 039 152 882.

Artikel 2

Besluit 2010/384/EU wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2010.

Voor de Commissie

Connie HEDEGAARD

Lid van de Commissie


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  PB L 175 van 10.7.2010, blz. 36.

(3)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63.