13.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/51


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 12 augustus 2010

houdende vaststelling van overtollige voorraden landbouwproducten, met uitzondering van suiker, en de financiële consequenties van het wegwerken daarvan, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5524)

(Slechts de tekst in de Roemeense taal is authentiek)

(2010/454/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië, en met name op bijlage V, hoofdstuk 3, punt 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In hoofdstuk 3, punt 2, van bijlage V bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië is bepaald dat alle zowel particuliere als openbare voorraden landbouwproducten, die zich op de datum van toetreding op het grondgebied van Bulgarije en Roemenië (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) in het vrije verkeer bevinden en die het niveau overschrijden van wat als normale overdrachthoeveelheden kan worden beschouwd, op kosten van de nieuwe lidstaten moeten worden weggewerkt. Het begrip „normale overdrachthoeveelheid” wordt voor elk product omschreven aan de hand van de specifieke criteria en doelstellingen van elke gemeenschappelijke marktordening.

(2)

Zowel de voor elke marktordening specifieke criteria en doelstellingen als de verhouding tussen de prijzen in de nieuwe lidstaten vóór de toetreding en de communautaire prijzen, hebben tot gevolg dat de normale overdrachthoeveelheden moeten worden geëvalueerd in het licht van naargelang van de sector verschillende factoren.

(3)

Voor de berekening van de overtollige voorraden moet de variatie inzake interne productie, vermeerderd met de invoer en verminderd met de uitvoer in 2006, worden vergeleken met de gemiddelde variatie van de interne productie, vermeerderd met de invoer en verminderd met de uitvoer, in de voorafgaande drie jaar.

(4)

De resultaten van de berekening moeten worden aangepast teneinde er rekening mee te houden dat bepaalde categorieën producten, waaronder boter en boterolie, verschillende kwaliteiten rijst, hop, zaden, wijnalcohol, tabak en granen onderling verwisselbaar zijn en als één groep kunnen worden beschouwd, zodat een toename van de voorraden van bepaalde producten in een groep kunnen worden gecompenseerd door een daling van de voorraden van andere producten in die groep.

(5)

Om rekening te houden met de economische groei in de periode waarop de evaluatie in het kader van deze exercitie betreffende overtollige voorraden betrekking heeft, en de daaruit voortvloeiende mogelijke stijging van het voedselverbruik, is een lineairetrendfunctie ingevoerd, waarvoor is uitgegaan van de productie- en handelscijfers voor de periode 2003-2005. In de gevallen waarin de lineairetrendfunctie zou hebben geresulteerd in een groter overschot, is gebruikgemaakt van de gemiddelde variatie van de interne productie, vermeerderd met de invoer en verminderd met de uitvoer, in de voorafgaande drie jaar.

(6)

Om kleine overschotten buiten beschouwing te laten, is een drempelwaarde gebruikt: indien de hoeveelheid van de overtollige voorraden voor een bepaald product minder dan 10 % bedroeg van wat als normale overdrachthoeveelheid voor dat product kon worden beschouwd, werd aangenomen dat de lidstaat niets hoefde te worden aangerekend. Deze 10 % biedt compensatie voor de foutenmarge van de statistische informatie die is verzameld onder de bijzondere omstandigheden in de pretoetredingsperiode en voor de complexiteit en draagwijdte van deze exercitie.

(7)

De Commissie heeft de nieuwe lidstaten ook verzocht alle gegevens mee te delen met betrekking tot specifieke situaties op grond waarvan hogere dan normale voorraden verantwoord kunnen zijn, en zij heeft die beoordeeld. Dat heeft niet geleid tot wijzigingen in de cijfers die waren vastgesteld volgens de in de overwegingen 1 tot en met 6 beschreven methode.

(8)

De berekening moet worden gebaseerd op de officiële door de lidstaten meegedeelde maandelijkse gegevens van Eurostat, voor zover die beschikbaar zijn. Wanneer dergelijke gegevens niet beschikbaar zijn in verband met de vertrouwelijkheid van statistische gegevens, moeten de gegevens worden gebruikt die door de nieuwe lidstaten officieel aan de Commissie zijn meegedeeld.

(9)

Met betrekking tot Bulgarije heeft de mathematische toepassing van de in de overwegingen 1 tot en met 6 beschreven methode op de statistische gegevens als bedoeld in overweging 8, tot gevolg dat geen overtollige voorraden worden gevonden, zodat ook geen gegevens over specifieke situaties, als beschreven in overweging 7, in aanmerking moeten worden genomen.

(10)

Voor de berekening van de aan de overtollige voorraden verbonden financiële consequenties moeten ook de kosten voor het afzetten van die voorraden worden berekend. Aangezien voor conserven van paddenstoelen, waarvoor de geconstateerde overtollige voorraden zeer groot zijn, geen uitvoerrestituties gelden, moet met het oog op een evenwichtige aanpak worden uitgegaan van de prijsverschillen tussen de gemiddelde interne en externe prijzen. Gezien de tijdelijke aard van de financiële consequenties die voortvloeien uit de vaststelling van overtollige voorraden, moeten de overeenkomstige, door de lidstaten te betalen bedragen, worden geboekt op de EU-begroting. De datum voor deze betalingen moet worden vastgesteld. Met inachtneming van de huidige moeilijke economische situatie waarop Roemenië de aandacht heeft gevestigd, is het dienstig geacht de periode voor het betalen van deze bedragen vast te stellen op vier jaar.

(11)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden landbouwproducten die zich op de datum van toetreding op het grondgebied van Bulgarije en Roemenië in het vrije verkeer bevonden en die het niveau overschrijden van wat als normale overdrachthoeveelheden kan worden beschouwd per 1 januari 2007, alsmede de van deze nieuwe lidstaten te innen bedragen in verband met de uitgaven voor het wegwerken van deze hoeveelheden, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

1.   De in de bijlage vastgestelde bedragen moeten worden beschouwd als inkomsten voor de begroting van de Unie.

2.   Roemenië mag de in de bijlage vastgestelde bedragen in vier gelijke delen betalen aan de EU-begroting. Het eerste deel wordt betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin dit besluit ter kennis wordt gebracht van de betrokken nieuwe lidstaat. De daaropvolgende betalingen worden gedaan uiterlijk op 31 oktober 2011, 31 oktober 2012, respectievelijk 31 oktober 2013.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel, 12 augustus 2010.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie


BIJLAGE

HOEVEELHEDEN WAARMEE DE NORMALE OVERDRACHTSVOORRADEN WORDEN OVERSCHREDEN EN DE BEDRAGEN TEN LASTE VAN BULGARIJE EN ROEMENIË

 

Roemenië

 

Hoeveelheid (t)

Bedrag (× 1 000 EUR)

Ingeblikte champignons

685

108

Totaal

685

108