27.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/76


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 juli 2010

betreffende de toewijzing aan Portugal van extra zeedagen in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 5011)

(Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)

(2010/415/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (1), en met name op punt 7 van bijlage IIB,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In punt 5.1 van bijlage IIB bij Verordening (EU) nr. 53/2010 is het maximumaantal dagen vastgesteld waarop vaartuigen van de Unie die een lengte over alles van ten minste 10 m hebben en trawls, Deense zegennetten en soortgelijk vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm, alsmede kieuwnetten met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 60 mm of demersale beuglijnen aan boord hebben, in de periode van 1 februari 2010 tot en met 31 januari 2011 aanwezig mogen zijn in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz.

(2)

Op grond van punt 7 van bijlage IIB kan de Commissie, op basis van de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten sinds 1 januari 2004, extra zeedagen toekennen waarop een vaartuig met dergelijk vistuig aan boord in het geografische gebied aanwezig mag zijn.

(3)

Op 8 februari, 23 februari, 25 maart en 22 april 2010 heeft Portugal gegevens verstrekt waaruit blijkt dat achtentwintig vissersvaartuigen hun activiteiten sinds 1 januari 2004 hebben stopgezet. Gelet op de verstrekte gegevens en op de berekeningsmethode die is vastgesteld in punt 7.1 van bijlage IIB, moeten voor de periode van 1 februari 2010 tot en met 31 januari 2011 negentien extra zeedagen aan Portugal worden toegewezen voor vaartuigen die in punt 2, onder a), van die bijlage bedoeld vistuig aan boord hebben.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het in tabel I van bijlage IIB bij Verordening (EU) nr. 53/2010 vastgestelde maximumaantal dagen waarop een vissersvaartuig dat de vlag van Portugal voert, vistuig als bedoeld in punt 2, onder a), van die bijlage aan boord heeft en niet onder een van de in punt 5.2 van die bijlage vermelde bijzondere voorwaarden valt, in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz, aanwezig mag zijn, wordt gewijzigd in 177 dagen per jaar.

2.   De vaststelling van het in lid 1 genoemde maximumaantal dagen laat een eventueel toekomstig besluit dat de Commissie op basis van punt 7.5 van bijlage IIB bij Verordening (EU) nr. 53/2010 neemt in het kader van een herevaluatie van het extra aantal dagen dat zij eerder vanwege de definitieve stopzetting van visserijactiviteiten heeft toegewezen, onverlet.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2010.

Voor de Commissie

Maria DAMANAKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 21 van 26.1.2010, blz. 1.