26.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/32


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2010

waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stof profoxydim te verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4225)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/356/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Spanje in maart 1998 van BASF SE een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof profoxydim in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 1999/43/EG van de Commissie (2) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(2)

De bevestiging dat het dossier volledig is, was nodig om het grondig te kunnen onderzoeken en de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en de gewasbeschermingsmiddelen grondig worden beoordeeld in het licht van de voorschriften van die richtlijn.

(3)

De uitwerking van deze werkzame stof op de menselijke gezondheid en het milieu is overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De als rapporteur optredende lidstaat heeft het ontwerp van het beoordelingsverslag op 28 maart 2001 bij de Commissie ingediend.

(4)

Nadat de rapporterende lidstaat het ontwerp van het beoordelingsverslag had ingediend, bleek het nodig de aanvrager om aanvullende informatie te vragen en moest de rapporterende lidstaat deze informatie bestuderen en beoordelen. Daardoor is het onderzoek van het dossier nog aan de gang en kan de beoordeling niet worden afgerond binnen de bij Richtlijn 91/414/EEG, te lezen in samenhang met Beschikking 2008/564/EG van de Commissie (3), vastgestelde termijn.

(5)

Aangezien de beoordeling tot dusver geen aanleiding tot onmiddellijke bezorgdheid heeft gegeven, moet aan de lidstaten toestemming worden verleend om de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van het dossier kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat voor profoxydim 24 maanden zullen volstaan om de beoordeling en de besluitvorming met betrekking tot de eventuele opname in bijlage I bij die richtlijn af te ronden.

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die profoxydim bevatten, verlengen tot uiterlijk 30 juni 2012.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 30 juni 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 14 van 19.1.1999, blz. 30.

(3)  PB L 181 van 10.7.2008, blz. 47.